Page 599 of 759
Bevestigingsriem voor
gevarendriehoek
*
▼Bevestigingsriem voor
gevarendriehoek
Bewaar de gevarendriehoek in de
rechter zijbekleding en zet deze met
de riem vast.
1. Riem
Als er zich een probleem voordoet
Parkeren in noodgevallen
*Bepaalde modellen.7-27
Page 619 of 759

Sluit de negatieve kabel aan op een geschikt massapunt op afstand van de accu:
Het aansluiten van het uiteinde van de tweede hulpstartkabel op de negatieve (–)
pool van de uitgeputte accu is gevaarlijk.
Het gas rondom de accu kan door een vonk tot ontploffing komen en iemand letsel
toebrengen.
Leid de hulpstartkabels op afstand van onderdelen die gaan bewegen:
Het aansluiten van een hulpstartkabel op of nabij bewegende onderdelen
(koelventilators, aandrijfriemen) is gevaarlijk. De kabel kan verstrikt raken wanneer
de motor start en ernstig letsel veroorzaken.
OPGELET
Gebruik uitsluitend een 12 V hulpstartsysteem. Een 12 V startmotor,
ontstekingssysteem en overige elektrische onderdelen kunnen onherstelbaar
beschadigd worden, wanneer er gebruik gemaakt wordt van een 24 V
stroomvoorziening (twee 12 V accu's in serie of een 24 V motorgenerator).
1. Zet de auto waarin zich de hulpaccu bevindt zo dicht mogelijk bij de accu van
uw auto.
2. Zorg dat de stroomtoevoer naar bijvoorbeeld koplampen en airconditioning is
uitgeschakeld.
3. Verwijder het accudeksel.
4. Zet de motor van de auto waarin zich de hulpaccu bevindt uit en sluit de
hulpstartkabels in de onderstaande volgorde aan.
Zorg dat de hulpstartkabels stevig zijn aangesloten zodat deze niet door trillingen
van de motor losschieten.
1e kabel
Positieve pool (+) op de lege accu
Positieve pool (+) op accu van de auto waarin zich de hulpaccu bevindt
2e kabel
Minpool (–) op accu van de auto waarin zich de hulpaccu bevindt
Als er zich een probleem voordoet
Accu is uitgeput
7-47
Page 745 of 759

Index
Actieve aangepaste overschakeling
(AAS)................................... 4-52
Handbediende stand............ 4-60
Modus voor handbediende
overschakeling...................... 4-53
Regeling van automatische
transmissie........................... 4-49
Rijtips.................................. 4-61
Schakelblokkeersysteem........ 4-50
Transmissiestanden............... 4-51
B
Bagageruimte............................ 5-43
Onderste
laadcompartiment................ 5-43
Bagageruimteverlichting............. 5-35
Banden..................................... 6-46
Bandenspanning................... 6-47
Lekke band.......................... 7-28
Onderling verwisselen van de
banden................................ 6-47
Sneeuwkettingen.................. 3-66
Technische gegevens............. 9-11
Vervangen van een band....... 6-48
Vervangen van een wiel.........6-49
Winterbanden...................... 3-65
Bandenspanningscontrolesysteem......
.............................................. 4-258
Bekerhouder............................. 5-39
Benzinedeeltjesfilter................ 4-262
Berichten die verschijnen op de
multi-informatiedisplay.............. 7-73
Beveiligingssysteem
Anti-diefstal
beveiligingssysteem...............3-56
Start-blokkeersysteem........... 3-54
Bevestigingsriem voor
gevarendriehoek........................7-27
Binnenspiegel............................3-45
Brake Override
waarschuwingszoemer............... 7-80
Brake Override-systeem............. 4-84
Brandstof
Tankinhoud............................ 9-8
Tankklep en -dop................. 3-39
Ve re i s te n
(SKYACTIV-D 1.8).. 3-37
Ve re i s te n
(SKYACTIV-G 2.0,
SKYACTIV-G 2.5. SKYACTIV-X
2.0)..................................... 3-34
Brandstofbesparing en
milieubescherming.................... 3-61
Buitenspiegels........................... 3-42
C
Cilinderdeactivering...................4-22
Claxon......................................4-77
Contactschakelaar....................... 4-4
Controle van het
motorkoelvloeistofniveau........... 6-31
Controle van het motoroliepeil... 6-29
Controle van het niveau van de rem/
koppelingsvloeistof.................... 6-33
Controle van het
sproeiervloeistofniveau.............. 6-34
Cruising & Traffic Support
(CTS)...................................... 4-168
Displayindicatie.................. 4-172
Instellen van het systeem..... 4-175
In-stilstandpositie-
houdenregeling.................. 4-182
Waarschuwing voor korte
volgafstand.........................4-173
Weergave van verzoek
opschakelen/
terugschakelen................... 4-182
D
Dakconsole............................... 5-42
Dashboardkastje....................... 5-42
10-3