Rijd niet met een auto met een
beschadigde veiligheidsgordel:
Gebruik van een beschadigde
veiligheidsgordel is gevaarlijk. Bij een
ongeluk kan het gordelmateriaal van de
veiligheidsgordel die op dat moment werd
gedragen beschadigd raken. Een
beschadigde veiligheidsgordel kan tijdens
een aanrijding geen voldoende
bescherming bieden. Laat een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur alle veiligheidsgordelsystemen
die tijdens een aanrijding in gebruik waren
inspecteren alvorens deze weer in gebruik
te nemen.
Laat uw veiligheidsgordels onmiddellijk
vernieuwen als de voorspanner of
drukbegrenzer geactiveerd werd:
Laat na een botsing altijd onmiddellijk een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur de
voorspanners van de veiligheidsgordels en
de airbags inspecteren. Juist zoals de
airbags functioneren de voorspanners en
drukbegrenzers van de veiligheidsgordels
slechts eenmaal en moeten deze na elke
botsing waarbij deze geactiveerd werden
worden vernieuwd. Als de voorspanners en
drukbegrenzers van de veiligheidsgordels
niet vernieuwd worden, zal het risico van
letsel bij een botsing toenemen.
Dragen van de schoudergordel:
Een schoudergordel die op verkeerde wijze
wordt gedragen is gevaarlijk. Zorg er steeds
voor dat de schoudergordel over uw
schouder en in de nabijheid van uw nek
wordt geplaatst, maar nooit onder de arm,
op de nek zelf of op de bovenarm.Dragen van de heupgordel:
Een heupgordel die te hoog wordt
gedragen is gevaarlijk. Bij een aanrijding
wordt de schok van de botsing dan
rechtstreeks op de onderbuik overgebracht,
hetgeen ernstig letsel kan veroorzaken.
Zorg er voor dat de heupgordel
nauwsluitend past en draag deze zo laag
mogelijk om de heupen.
Instructies voor gebruik van de
veiligheidsgordels:
Veiligheidsgordels dienen op het
beenderstelsel van het lichaam te drukken
en behoren laag om de voorzijde van het
bekken, of om het bekken, de borst en
schouders gedragen te worden, al
naargelang van toepassing; het dragen
van de heupgordel rondom de buik dient
vermeden te worden.
Veiligheidsgordels behoren zo
nauwsluitend mogelijk afgesteld te
worden, in overeenstemming met comfort,
om de bescherming te kunnen bieden
waarvoor zij bestemd zijn. Een gordel die
niet voldoende gespannen is zal de drager
ervan aanzienlijk minder bescherming
kunnen bieden.
Zorg ervoor verontreiniging van het
gordelmateriaal door
schoonmaakmiddelen, olie en chemische
middelen, in het bijzonder accuzuur, te
voorkomen. De gordels kunnen het
veiligste gereinigd worden met een
oplossing van zachte zeep en water.
Vernieuw de gordels als het materiaal
gerafeld, verontreinigd of beschadigd is.
Het is belangrijk de veiligheidsgordels als
geheel te vernieuwen nadat deze bij een
ernstige botsing zijn gedragen, ook als
beschadiging van het gordelsysteem niet
duidelijk waarneembaar is.
% H O D Q J U L M N H Y H L O L J K H L G V X L W U X V W L Q J
9 H L O L J K H L G V J R U G H O V \ V W H H P
Breng geen wijzigingen aan een
voorportier aan en laat geen
beschadigingen onhersteld. Laat een
beschadigd voorportier altijd door een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda-reparateur inspecteren:
Het aanbrengen van wijzigingen aan een
voorportier of het niet herstellen van
beschadigingen is gevaarlijk. Elk van de
voorportieren is voorzien van een
zij-impactsensor welke onderdeel vormt
van het aanvullend beveiligingssysteem.
Als gaten worden geboord in een
voorportier, een portierluidspreker blijvend
wordt verwijderd, of een beschadigd
portier niet wordt hersteld, kan de werking
van de sensor nadelig beïnvloed worden
zodat deze de druk van de impact van een
zijdelingse botsing niet meer correct kan
bespeuren. Als een sensor een zijdelingse
botsing niet correct kan bespeuren, bestaat
de kans dat de zij- en gordijn-airbags en de
veiligheidsgordelvoorspanners niet
normaal functioneren, waardoor de
inzittenden ernstig letsel kunnen oplopen.Breng geen wijzigingen aan in het
aanvullend beveiligingssysteem:
Het aanbrengen van wijzigingen in de
onderdelen of de bedrading van het
aanvullend beveiligingssysteem is
gevaarlijk. U kunt het per ongeluk in
werking stellen of buiten gebruik stellen.
Breng geen enkele wijziging aan in het
aanvullend beveiligingssysteem. Hieronder
vallen het aanbrengen van stuurbekleding,
etiketten of wat dan ook op de
airbagmodules. Hieronder valt ook het
installeren van extra elektrische
apparatuur op of nabij de onderdelen en
de bedrading van het systeem. Een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur kan de speciale
aandacht besteden die bij het uitbouwen
en inbouwen van de voorzittingen nodig is.
Het is van belang de bedrading en de
aansluitingen van de airbag te beschermen
om er voor te zorgen dat de airbags niet
per ongeluk in werking treden en dat de
bestuurdersstoelpositiesensor niet
beschadigd wordt en de airbag-aansluiting
van de zittingen onbeschadigd blijft.
% H O D Q J U L M N H Y H L O L J K H L G V X L W U X V W L Q J
6 5 6 D L U E D J V