Als het voertuig niet in de stand PARK staat en
de bestuurder de motor uitschakelt, kan het
voertuig de automatische handremfunctie in-
schakelen.
De automatische handremfunctie wordt inge-
schakeld wanneer alle aan deze voorwaarden
wordt voldaan:
• De auto is voorzien van een achttraps ver-
snellingsbak
• Het bestuurdersportier is open. In gevallen
waarin het bestuurdersportier is verwijderd
zou het feit dat er niemand op de bestuur-
dersstoel zit (een sensor in het zitkussen
detecteert het ontbreken van de bestuur-
der) een extra activering vormen.
• Het voertuig staat niet in de stand PARK
• De rijsnelheid is 0 mph (0 km/u)
• De contactschakelaar is van RUN naar OFF
gezetOPMERKING:
Voor voertuigen met Keyless Go wordt de
motor uitgeschakeld en wordt de contact-
schakelaar in de ACC-stand gezet. Na 30 mi-
nuten gaat de contactschakelaar automa-
tisch naar de stand OFF, tenzij de bestuurder
de contactschakelaar in de stand OFF zet.
Als het voertuig niet in de stand PARK staat en
de bestuurder het voertuig verlaat terwijl de
motor draait, schakelt het voertuig mogelijk de
automatische handremfunctie in.
De automatische handremfunctie wordt inge-
schakeld wanneer alle aan deze voorwaarden
wordt voldaan:
• De auto is voorzien van een achttraps ver-
snellingsbak
• Het bestuurdersportier is open. In gevallen
waarin het bestuurdersportier is verwijderd
zou het feit dat er niemand op de bestuur-
dersstoel zit (een sensor in het zitkussen
detecteert het ontbreken van de bestuur-
der) een extra activering vormen.• Het voertuig staat niet in de stand PARK
• Het bestuurdersportier is verwijderd
• De rijsnelheid is 1,2 mph (2,0 km/u) of
lager
• De veiligheidsgordel van de bestuurder is
niet vastgegespt
• Het bestuurdersportier is open
• Het rempedaal wordt niet ingetrapt
Het BERICHT "AutoPark Engaged Shift to P
then Shift to Gear" (De automatische handrem-
functie is ingeschakeld; schakel naar P en
dan naar versnelling) verschijnt op het instru-
mentenpaneel.
OPMERKING:
In sommige gevallen wordt de ParkSense-
afbeelding weergegeven in de instrumenten-
groep. In dergelijke gevallen moet de scha-
kelhendel worden teruggezet naar "P" om de
gewenste versnelling te selecteren.
159
Deactiveren
Als u het rempedaal licht intrapt, op de toets
CANC (annuleren) drukt of normale remdruk
uitoefent tijdens het afremmen, wordt de
cruisecontrol uitgeschakeld zonder dat de
ingestelde snelheid uit het geheugen wordt
gewist.
Wanneer u op de toets aan/uit drukt of het
contact in de stand OFF zet, wordt de inge-
stelde snelheid uit het geheugen gewist.
PARKSENSE
PARKEERSENSOREN
ACHTER — INDIEN
AANWEZIG
ParkSense parkeersensoren achter zorgt voor
zichtbare en hoorbare aanwijzingen m.b.t. de
afstand tussen de achterzijde van de auto en
een gedetecteerd obstakel bij het achteruit-
rijden, bijvoorbeeld tijdens een parkeerma-
noeuvre. Zie de "Voorzorgsmaatregelen bij
gebruik van ParkSense" in dit hoofdstuk voor
de beperkingen van dit systeem en aanbeve-
lingen.Wanneer u de contactschakelaar in de stand
ON/RUN zet, wordt door ParkSense automa-
tisch de systeemstatus (ingeschakeld of uit-
geschakeld) hersteld die actief was voordat
het contact werd uitgeschakeld.
ParkSense kan uitsluitend worden geacti-
veerd wanneer de schakelhendel in de stand
REVERSE staat. Wanneer ParkSense bij deze
stand van de schakelhendel wordt ingescha-
keld, blijft het systeem actief totdat de rij-
snelheid is toegenomen tot ongeveer 11 km/u
(7 mph) of hoger. Als de hendel in de stand
REVERSE staat en rijsnelheid van het sys-
teem wordt overschreden, wordt een waar-
schuwing weergegeven op het display in de
instrumentengroep om aan te geven dat de
rijsnelheid te hoog is. Het systeem wordt
weer actief als de rijsnelheid is gedaald tot
minder dan ongeveer 9 km/u (6 mph).
ParkSense sensoren
De vier ParkSense sensoren die zich in de
achterkant/achterbumper bevinden, bewa-
ken het gebied achter de auto dat binnen het
zichtveld van de sensoren valt. De sensoren
kunnen in horizontale richting obstakels op
een afstand van ongeveer 30 tot 200 cm(12 tot 79 inch) van het achterpaneel/de
achterbumper detecteren, afhankelijk van de
plaats, het type en de richting van het obsta-
kel.
ParkSense in- en uitschakelen
ParkSense kan worden in- en uitgeschakeld
met de ParkSense-schakelaar, die zich op het
schakelpaneel onder de bedieningselemen-
ten van de klimaatregeling bevindt.
Wanneer de ParkSense schakelaar wordt in-
gedrukt om het systeem uit te schakelen,
wordt op het display van de instrumenten-
groep gedurende ongeveer vijf seconden de
melding "PARKSENSE OFF" (parkeerhulp
uitgeschakeld) weergegeven. Raadpleeg de
paragraaf "Display in de instrumentengroep"
in het hoofdstuk "Uw Instrumentenpaneel
leren kennen" in uw instructieboekje voor
meer informatie. Als de schakelhendel in de
stand REVERSE wordt gezet en het systeem
is uitgeschakeld, wordt op het display van de
instrumentengroep de melding
"PARKSENSE OFF" (parkeerhulp uitgescha-
keld) weergegeven zolang de schakelhendel
in REVERSE staat.
STARTEN EN RIJDEN
188
De LED in de ParkSense schakelaar gaat aan
als ParkSense is uitgeschakeld of service
vereist. De LED in de ParkSense schakelaar
gaat uit als het systeem is ingeschakeld. Als
de ParkSense schakelaar wordt ingedrukt, en
het systeem service vereist, knippert de LED
in de ParkSense schakelaar kort, en vervol-
gens blijft de LED aan.
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van
ParkSense
OPMERKING:
• Zorg ervoor dat de achterbumper vrij is van
sneeuw, ijs, modder en vuil om te zorgen
dat het ParkSense systeem correct werkt.
• Drilboren, grote vrachtwagens en andere
bronnen van trillingen kunnen de werking
van ParkSense nadelig beïnvloeden.
• Wanneer u de ParkSense parkeerhulp uit-
schakelt, wordt op het display in het instru-
mentenpaneel de melding "PARKSENSE
OFF" (parkeerhulp uitgeschakeld) weerge-
geven. ParkSense blijft uitgeschakeld tot-
dat u het opnieuw inschakelt, zelfs als u het
contact uit- en weer inschakelt.• ParkSense, indien ingeschakeld, zal het
volume van de radio verlagen wanneer het
systeem een geluidssignaal voortbrengt.
• Reinig de ParkSense sensoren regelmatig,
maar let daarbij op dat u geen krassen of
andere schade toebrengt. De sensoren mo-
gen niet bedekt zijn met ijs, sneeuw, mod-
der, vuil of afval. Verontreiniging van de
sensoren kan ertoe leiden dat het systeem
niet goed werkt. Het ParkSense systeem
kan obstakels achter de auto/bumper over
het hoofd zien of abusievelijk aangeven dat
er een obstakel achter de auto/bumper aan-
wezig is.
• Gebruik de ParkSense schakelaar om het
ParkSense systeem uit te schakelen wan-
neer voorwerpen, zoals fietsendragers, trek-
haken, enz., op minder dan 30 cm
(12 inch) vanaf de achterkant/
achterbumper worden geplaatst. Als dit wel
het geval is, zal het systeem een nabijgele-
gen object mogelijk interpreteren als een
sensorprobleem en wordt de melding
"PARKSENSE UNAVAILABLE SERVICE
REQUIRED" (parkeerhulp niet beschikbaar,
onderhoud noodzakelijk) weergegeven op
het display in de instrumentengroep.• De werking van de sensoren achter wordt
automatisch uitgeschakeld wanneer de
elektriciteitsstekker van de aanhanger in de
contactdoos van de trekhaak van het voer-
tuig wordt gestoken. De sensoren achter
worden automatisch weer ingeschakeld
wanneer de stekker van de aanhangerkabel
uit de contactdoos wordt gehaald.
WAARSCHUWING!
• Ga altijd voorzichtig te werk tijdens het
achteruitrijden, ook als u ParkSense ge-
bruikt. Controleer het gebied achter de
auto altijd zorgvuldig, kijk naar achteren
en wees bedacht op voetgangers, dieren,
andere voertuigen, obstakels en dode
hoeken, voordat u achteruitrijdt. U bent
verantwoordelijk voor de veiligheid en
dient uw aandacht voortdurend op de
omgeving te richten. Anders bestaat er
een risico op ernstig of zelfs dodelijk
letsel.
• Het wordt sterk aanbevolen de afneem-
bare trekhaak te verwijderen voordat u
ParkSense gaat gebruiken, wanneer u de
trekhaak niet nodig heeft. Als u dit niet
189
WAARSCHUWING!
doet, kan persoonlijk letsel of schade
aan voertuigen ontstaan doordat de trek-
haakkogel zich veel dichter bij het obsta-
kel bevindt dan de achterkant van de
auto, wanneer via de luidspreker een
continue toon klinkt. Afhankelijk van de
afmetingen en vorm van de trekhaak is
het ook mogelijk dat de sensoren de
trekhaak detecteren en abusievelijk aan-
geven dat er een obstakel achter de auto
aanwezig is.
LET OP!
• ParkSense is uitsluitend bedoeld als
hulpmiddel tijdens het parkeren en is
niet in staat ieder voorwerp, inclusief
kleine obstakels, waar te nemen. Stoep-
randen worden mogelijk tijdelijk of hele-
maal niet gedetecteerd. Op kleine af-
standen worden obstakels boven of
onder de sensoren niet gedetecteerd.
• Bij gebruik van ParkSense moet u lang-
zaam rijden, zodat u tijdig kunt stoppen
wanneer een obstakel wordt gedetec-
LET OP!
teerd. Het is raadzaam om over uw
schouder te kijken, ook wanneer u ge-
bruik maakt van ParkSense.
PARKVIEW
ACHTERUITRIJCAMERA —
INDIEN AANWEZIG
Met de ParkView achteruitrijcamera kunt u
het gebied achter het voertuig op het scherm
zien wanneer de schakelhendel in de stand
REVERSE is gezet. Het beeld wordt op het
aanraakscherm van de radio weergegeven,
samen met een waarschuwing dat u op de
hele omgeving moet blijven letten. Na vijf
seconden verdwijnt deze waarschuwing. De
ParkView camera bevindt zich aan de achter-
zijde van het voertuig in het midden van de
reserveband.
Handmatige activering van de achteruitrijca-
mera
1. Kies de schermtoets "Controls" (bedie-
ningselementen) onder in het Uconnect
scherm.2. Kies de schermtoets "Backup Camera"
(achteruitrijcamera) om het achteruitrij-
camerasysteem in te schakelen.
OPMERKING:
De ParkView achteruitrijcamera heeft pro-
grammeerbare bedrijfsmodi die kunnen wor-
den geselecteerd via het Uconnect systeem.
Raadpleeg de paragraaf "Instellingen van
Uconnect" in het hoofdstuk "Multimedia" in
uw instructieboekje voor meer informatie.
Als u uit de stand REVERSE schakelt (met
cameravertraging uitgeschakeld), wordt de
achteruitrijcamera uitgeschakeld en wordt
opnieuw het vorige scherm weergegeven. Als
u uit de stand REVERSE schakelt (met came-
ravertraging ingeschakeld), wordt het came-
rabeeld tot tien seconden weergegeven nadat
uit de stand REVERSE is geschakeld, tenzij
de snelheid van het voertuig hoger is dan
13 km/u (8 mph), naar de stand PARK wordt
geschakeld of het contact van het voertuig in
de stand OFF wordt gezet. Ook kan de be-
stuurder op de knop Image Defeat [X] (beeld
sluiten) drukken om de camera-/video-
weergave te verlaten.STARTEN EN RIJDEN
190
componenten van de lucht die wij inademen.
U kunt in uw auto rijden met het geruststel-
lende idee dat uw voertuig bijdraagt aan een
schoner en gezonder milieu voor de huidige
én komende generaties.
Systeemoverzicht
Deze auto is uitgerust met een UREUM-
inspuitsysteem en een SCR-katalysator om te
voldoen aan de emissie-eisen.
Het UREUM-inspuitsysteem bestaat uit de
volgende onderdelen:
• UREUM-tank
• UREUM-pomp
• UREUM-verstuiver
• Elektrisch verwarmde UREUM-leidingen
• NOx-sensoren
• Temperatuursensoren
• SCR-katalysator
Het UREUM-inspuitsysteem en de SCR-
katalysator zorgen ervoor dat aan de
dieselemissie-eisen wordt voldaan met be-
houd van een uitstekend brandstofverbruik,
rijgedrag, koppel en vermogen.Raadpleeg de paragraaf "Display in de instru-
mentengroep" in het hoofdstuk "Uw Instru-
mentenpaneel leren kennen" voor systeembe-
richten en waarschuwingen.
OPMERKING:
• Uw auto is uitgerust met een UREUM-
inspuitsysteem. Af en toe hoort u mogelijk
een klikkend geluid bij stilstand dat onder
de auto vandaan komt. Dit is normaal.
• De UREUM-pomp blijft gedurende enige
tijd na het uitschakelen van de motor in
werking om het UREUM-systeem door te
spoelen. Dit is de normale werking en het is
mogelijk hoorbaar vanaf de achterkant van
de auto.
Opslag van AdBlue (UREUM)
AdBlue (UREUM) wordt beschouwd als een
zeer stabiel product met een lange houdbaar-
heid. Als AdBlue (UREUM) wordt bewaard bij
temperaturen tussen -12 °C en 32 °C (10 °F
en 90 °F), is het ten minste één jaar houd-
baar.AdBlue (UREUM) kan bij de laagste tempe-
raturen bevriezen. AdBlue (UREUM) kan bij-
voorbeeld bevriezen bij een temperatuur van
of onder -11 °C (12 °F). Het systeem is
ontworpen voor gebruik in deze omgeving.
OPMERKING:
Bij het werken met AdBlue (UREUM) is het
volgende van belang:
• Alle reservoirs of onderdelen die in contact
komen met AdBlue (UREUM), moeten
compatibel zijn met AdBlue (UREUM)
(kunststof of roestvrij staal). Koper, mes-
sing, aluminium, ijzer of niet-roestvrij staal
moet worden vermeden, omdat ze onderhe-
vig zijn aan corrosie door AdBlue (UREUM).
• Als AdBlue (UREUM) wordt gemorst, moet
het volledig worden opgeveegd.AdBlue (UREUM) toevoegen
De AdBlue-meter (UREUM) (op het display in
de instrumentengroep) geeft het niveau van
de AdBlue (UREUM) aan die zich nog in het
reservoir bevindt. Raadpleeg de paragraaf
"Display in de instrumentengroep" in het
hoofdstuk "Uw Instrumentenpaneel leren
kennen" voor meer informatie hierover.
195
Locatie Patroonzekering Microzekering Omschrijving
F01 – – Reserve
F02 40 A groen – Startmotor
(*)
F03
– 5 A geelbruinIntelligente accusensor (IBS)
(*)
F04 – 20 A geelBrandstofpomp MTR/FPCM
(*)
F05 – 5 A geelbruin Beveiligingsgateway
(*)
F06 – – Reserve
F07 – 15 A blauw Koelpomp lagetemperatuurradiateur (LTR) — Indien
aanwezig
(*)
F08 – 15 A blauw Transmissieregelmodule TCM-8HP CYGNUS
(*)
F09 – – Reserve
F10 – 15 A blauw Contactschakelaarknooppunt (KIN) / radiofrequentiehub
(RF-HUB) / elektrisch stuurslot (ESCL)
(*)
F11 – 10 A rood UCI-poort (USB en AUX)
F12 – 25 A transparant Hifi-versterker
F13 – – Reserve
F14 – – Reserve
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
212
Locatie Patroonzekering Microzekering Omschrijving
F51 – 10 A rood Digitale tv (DSRC) / USB / achteruitkijkspiegel (ISRVM) /
kompasmodule (CSGM)
F52 – 20 A geel SIGARETTENAANSTEKER
F53 – – Reserve
F54 – – Reserve
F55 – – Reserve
F56 – 10 A rood BINNENTEMPERATUURSENSOR
F57 – 20 A geel Stoelverw. best.
F58 – 20 A geel Stoelverw. voorpass.
F59 – – Reserve
F60 – 15 A blauw Comfort stuurwielmodule (CSWM) (HTD STR WHEEL)
F61 – 10 A rood Linker dodehoeksensor (LBSS) / rechter dodehoeksensor
(RBSS)
(*)
F62 – – Reserve
F63 – 10 A rood Controller van het beveiligingssysteem voor inzittenden
(*)
F64 – – Reserve
F65 – – Reserve
F66 40 A groen – HVAC-AANJAGERMTR VOOR
(*)
F67 – – Reserve
F68 – – Reserve
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
216
Locatie Patroonzekering Microzekering Omschrijving
F82 30 A roze – BRANDSTOFVERW. — indien aanwezig
(*)
F83 60 A geel BOUGIE — indien aanwezig
(*)
F84 30 A roze – UREUMVERW. REGELEENHEID — indien aanwezig
(*)
F85 – 10 A rood PM-SENSOR — indien aanwezig
(*)
F86 30 A roze – REMVAC. PMP 2 — indien aanwezig
(*)
F87 – 10 A rood TOEVOER/SPOELPMP — indien aanwezig
(*)
F88 20 A blauw – NOx-SENSOR 1/2 — indien aanwezig
(*)
F89 – 10 A rood Regelmodule stuurkolom (SCCM) / cruisecontrol
(CRUISE CTL) / digitale tv (DTV)
(*)
F90 20 A blauw – PARK.LICHT TREKHAAK — indien aanwezig
F91 – 20 A geel CLAXON
F92 40 A groen – HD ACC 2 — indien aanwezig
(*)
F93 40 A groen – HD ACC 1 — indien aanwezig
(*)
F94 – 10 A rood Bandenspanningscontrole (TPM) / RF-hubsysteem (CO-
RAX)
(*)
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
218