OPMERKING:
In de automatische modus gaan de koplam-
pen pas branden zodra de motor draait.
Mistlampen vóór en mistachterlichten —
indien aanwezig
De schakelaars voor de mistlampen zijn geïn-
tegreerd in de koplampschakelaar.Om de mistlampen vóór in te schakelen drukt
u op de bovenste helft van de koplampscha-
kelaar. Om de mistlampen vóór uit te schake-
len drukt u een tweede keer op de bovenste
helft van de koplampschakelaar.
Om de mistlampen achter in te schakelen
drukt u op de onderste helft van de koplamp-
schakelaar. Om de mistlampen achter uit te
schakelen drukt u een tweede keer op de
onderste helft van de koplampschakelaar.
OPMERKING:
Om de mistlampen achter in te schakelen
moeten de dimlichten of de mistlampen vóór
aan zijn.
Wanneer de mistlampen zijn ingeschakeld,
brandt een indicatielampje in de instrumen-
tengroep branden.
Richtingaanwijzers
Beweeg de multifunctionele hendel op of
neer om te controleren of de pijlen aan beide
zijden van de instrumentengroep gaan knip-
peren, wat betekent dat de richtingaanwij-
zers voor en achter naar behoren werken.OPMERKING:
Als een van de lampjes blijft branden en niet
knippert, of als een van de lampjes zeer snel
knippert, controleer dan aan de buitenzijde
van de auto of een lamp defect is. Wanneer
een van de richtingaanwijzers niet gaat bran-
den wanneer u de hendel beweegt, is waar-
schijnlijk de desbetreffende lamp defect.
Lane Change Assist — indien aanwezig
Tik de multifunctionele hendel eenmaal om-
hoog of omlaag zonder hem in de klikstand te
duwen; de richtingaanwijzer (rechts of links)
knippert dan driemaal en gaat vervolgens
automatisch uit.
Waarschuwingssignaal verlichting aan
Als de koplampen, parkeerlichten of bagage-
ruimteverlichting ingeschakeld blijven nadat
de contactschakelaar in de stand OFF is
gezet, klinkt er een geluidssignaal wanneer
het bestuurdersportier wordt geopend.
Locatie van schakelaar mistlampen
1 — Schakelaar mistlampen voor
2 — Schakelaar mistlampen achter
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
40
van het BAS-systeem optimaal. Om van het
systeem te profiteren moet u aanhoudend
remdruk uitoefenen tijdens het stoppen (niet
"pompend" remmen). Verminder de druk op
het rempedaal niet, tenzij u niet langer hoeft
te remmen. Zodra u het rempedaal loslaat,
wordt het BAS-systeem uitgeschakeld.
WAARSCHUWING!
Met het BAS-systeem wordt niet voorko-
men dat de auto onderworpen blijft aan de
wetten van de natuur en het systeem zorgt
evenmin voor meer grip op het wegdek.
BAS kan geen ongevallen voorkomen, ze-
ker geen ongevallen die worden veroor-
zaakt door te hoge snelheden in bochten,
het rijden op zeer glad wegdek, of aqua-
planing. Gebruik de mogelijkheden van
een auto met BAS nooit op een roekeloze
of risicovolle wijze die de veiligheid van
uzelf of anderen in gevaar brengt.
Hill Start Assist (HSA)
Het HSA-systeem is bedoeld om terugrollen
op een helling vanuit volledige stilstand te
voorkomen. Als de bestuurder de rem loslaatna gestopt te zijn op een helling, handhaaft
het HSA-systeem nog een korte tijd de rem-
druk. Als de bestuurder geen gas geeft tij-
dens deze periode, wordt de remdruk wegge-
nomen en rolt de auto normaal van de helling
af.
HSA wordt geactiveerd als aan de volgende
voorwaarden wordt voldaan:
• Deze functie moet worden ingeschakeld.
• De auto moet stilstaan.
• Handrem moet zijn uitgeschakeld.
• Het bestuurdersportier is gesloten. (Als de
portieren zijn bevestigd, moet het portier
gesloten zijn. Als de portieren zijn verwij-
derd, moet de veiligheidsgordel van de be-
stuurder vastgegespt zijn.)
• De auto moet zich op een voldoende steile
helling bevinden.
• De gekozen versnelling moet overeenko-
men met de stand van de auto op de helling
(in een vooruitversnelling als de voorkant
van de auto naar boven is gericht; in de
achteruitversnelling (REVERSE) als de
voorkant van de auto naar beneden is ge-
richt).• HSA werkt in alle vooruitversnellingen en in
de achteruit. Het systeem treedt niet in
werking als de versnellingsbak in PARK of
NEUTRAL staat. Bij voertuigen met hand-
geschakelde versnellingsbak blijft HSA ac-
tief wanneer de koppeling wordt ingetrapt.
WAARSCHUWING!
Er kunnen situaties optreden waarbij het
HSA-systeem (Hill Start Assist) niet wordt
geactiveerd en de auto enigszins kan gaan
rollen. Voorbeelden hiervan zijn lichte hel-
lingen, als de auto beladen is of een aan-
hangwagen trekt. HSA is geen systeem dat
de taken en verantwoordelijkheden van de
bestuurder overneemt. De bestuurder
blijft te allen tijde verantwoordelijk voor
het houden van afstand ten opzichte van
andere voertuigen, personen en objecten,
en - als belangrijkste - het bedienen van de
remmen voor veilig gebruik van de auto
onder alle omstandigheden. Veilig autorij-
den vereist altijd uw volle aandacht. Het
negeren van deze waarschuwingen kan
een aanrijding en ernstig of zelfs dodelijk
letsel tot gevolg hebben.
VEILIGHEID
92
Een vastzittende auto weer vrijkrijgen . .232
Elektrisch,
ramen....................51
spanningsomvormer...........65
Elektrisch bediende ramen.........51
Elektrisch bediende ramen, automatisch
openen....................53
Elektrische aansluitingen..........64
Elektrische aansluiting, voor
randapparatuur...............64
Elektrisch remregelsysteem,
antiblokkeersysteem...........90
Electronic Roll Mitigation (elektronische
kantelbeveiliging)..........93, 97
Elektrisch schuifdak,
bediening..................61
klembeveiliging..............61
elektrisch schuivende Top..........61
Elektronische snelheidsregeling
(cruisecontrol)..............185
Elektronisch remregelsysteem.......91
Elektronisch stabiliteitsregelsysteem
(ESP).....................93
Emissieregelsysteem, onderhoud......87Filters,
airco.....................51
motorolie.................286
Freedom panelen...............58
Gebruiksaanwijzing,
instructieboekje...............5
Geheugenfunctie (geheugenstoelen)....29
Geïntegreerde voedingsmodule
(zekeringen)................211
Gevarenknipperlichten...........206
Gordelsystemen...............109
Grootlichtschakelaar/dimlichtschakelaar .39
Handgeschakelde versnellingsbak .163, 259
Handgeschakelde versnellingsbak,
keuze van het smeermiddel......289
schakelmomenten............164
vloeistofpeil controleren........259
Handleiding voor het trekken van een
aanhangwagen..............199
Handmatige parkeerontgrendeling. . . .231
Hard Top....................58
Hill Start Assist................92
Hoofdsteunen.................33Indicator regeling afdaling..........98
Inleiding...................3,4
Inrijperiode nieuw voertuig........162
Instelbare stuurkolom............36
Instellingen van Uconnect,
Passive Entry programmeren......21
Instructies bij opkrikken.........
.222
Instrumentengroep,
beschrijvingen...............83
display...................70
menu-items................71
Instrumentenpaneel, reinigen.......274
Interieur, verzorging en onderhoud. . . .274
Intervalstand ruitenwissers (intervalschake-
ling van de ruitenwissers)........42
Keuze van koelvloeistof (antivries). . . .286
Keyless Enter-N-Go..............21
Keyless Enter-N-Go,
Passive Entry...............21
Kinderzitje..................134
Kinderzitjes..................134
373