onveilig rijdt met deze auto, kunt u een aanrij-
ding veroorzaken, kan de auto over de kop
slaan en kan ernstig of dodelijk letsel ontstaan.
Rij voorzichtig.
Het niet aangespen van de veiligheidsgor-
dels aan de bestuurders- en passagiers-
zijde,is een belangrijke oorzaak van ernstig of
dodelijk letsel. Als de auto over de kop slaat,
zal een inzittende zonder veiligheidsgordel
veel eerder verongelukken dan een inzittende
die wel een gordel draagt. Draag altijd een
veiligheidsgordel.BELANGRIJKE OPMERKINGAL HET MATERIAAL IN DEZE UITGAVE IS
GEBASEERD OP DE NIEUWSTE INFORMATIE
DIE BESCHIKBAAR WAS OP HET MOMENT
VAN GOEDKEURING. HET RECHT OM OP
ENIG MOMENT HERZIENINGEN TE PUBLICE-
REN IS VOORBEHOUDEN.
Deze handleiding is samengesteld in samen-
werking met specialisten op het gebied van
autotechniek en -onderhoud, om u kennis te
laten maken met de werking en het onderhoud
van uw nieuwe auto. U ontvangt ook een
boekje met informatie over de garantie en nog
enkele documenten die voor de klant zijn be-
doeld. Lees deze informatie zorgvuldig door.
Als u de instructies en raadgevingen in deze
handleiding opvolgt, zult u uw auto veilig en
met veel plezier kunnen gebruiken.
Nadat u de gebruikershandeiding hebt gele-
zen, moet deze worden bewaard op een ge-
makkelijk te bereiken plaats in de auto. Bij
verkoop van de auto moet de handleiding
aanwezig zijn in de auto.De fabrikant behoudt zich het recht voor om
veranderingen aan te brengen in het ontwerp
en in de specificaties, en/of toevoegingen of
verbeteringen aan de producten aan te bren-
gen, zonder dat de fabrikant zich daarbij ver-
plicht tot installatie hiervan op eerder gefabri-
ceerde producten.
In de handleiding voor de eigenaar worden
voorzieningen geïllustreerd en beschreven die
standaard zijn of als optie tegen meerprijs
leverbaar. Daarom kan het voorkomen dat be-
paalde accessoires en apparatuur in deze uit-
gave niet op of in uw auto voorkomen.
OPMERKING:
Lees in ieder geval eerst de handleiding
voor de eigenaar, voordat u met uw auto
gaat rijden en voordat u onderdelen, acces-
soires of andere modificaties op de auto
aanbrengt.
Waarschuwingslabel voor over de kop slaan
5
•Centrale portiervergrendeling.................. 21
•Kindersloten — achterportieren................ 23
•ELEKTRISCHE RAAMBEDIENING — INDIEN AANWEZIG.... 24
•Schakelaars voor elektrische raambediening......... 24
•Automatisch openen....................... 24
•Raamblokkeerschakelaar.................... 25
•ACHTERKLEP............................. 25
•VEILIGHEIDSGORDELSYSTEMEN................. 26
•Driepuntsgordels......................... 27
•Verstelbaar ankerpunt schoudergordel............ 30
•Gebruiksaanwijzing voor de heup-/schoudergordel op de
tweede rij in het midden..................... 31
•Corrigeren van gedraaide driepuntsgordel.......... 32
•Veiligheidsgordels op passagierszitplaatsen......... 32
•Functie vergrendelrolautomaten (ALR) — Indien
aanwezig.............................. 33
•Gordelspanners.......................... 33
•Extra actieve hoofdsteunen (AHR)............... 34
•Geavanceerd autogordelwaarschuwingssysteem
(BeltAlert) ............................. 36
•Spankrachtbegrenzer....................... 36
•Veiligheidsgordels en zwangerschap............. 37
11
WAARSCHUWING!
•Wanneer u met geopende achterklep rijdt,
kunnen giftige uitlaatgassen in het interieur
gezogen worden. Deze gassen kunnen
schadelijk zijn voor u of uw passagiers.
Houd de achterklep dicht terwijl u rijdt.
•Wanneer u toch met open achterklep moet
rijden, zorg dan dat alle ramen gesloten zijn
en dat de aanjager van de airco op de
hoogste stand staat. Schakel de circulatie-
stand niet in.
In de openstand wordt de achterklep onder-
steund door gasveersteunen. De gasdruk in
deze steunen daalt echter bij koud weer en dan
moet u mogelijk ook zelf iets ondersteunen bij
het openen van de achterklep.
VEILIGHEIDSGORDELSYSTEMENEen zeer belangrijke veiligheidsvoorziening in
uw auto is het beveiligingssysteem voor de
inzittenden:
•Driepuntsveiligheidsgordels voor alle zit-
standen.•Geavanceerde airbags aan de voorkant voor
de bestuurder en passagier
•Extra actieve hoofdsteunen (AHR) op de
bovenkant van de voorstoelen (geïntegreerd
in de hoofdsteun)
•Extra gordijn-zijairbags (SABIC) voor de be-
stuurder en de passagiers die naast een
raam zitten
•Extra zijairbags in de voorstoelen — indien
aanwezig
•Een krachtabsorberende stuurkolom en
stuur.
•Kniebescherming/-blokkering voorpassa-
giers.
•De veiligheidsgordels vóór zijn voorzien van
gordelspanners, die de inzittenden betere
bescherming bieden, doordat tijdens aanrij-
dingen de door inzittenden uitgeoefende
krachten gecontroleerd worden opgevan-
gen.
•Alle veiligheidsgordels (behalve die van de
bestuurder) hebben een automatisch ver-
grendelintrekmechanisme (ALR) dat de vei-ligheidsgordel vergrendelt door de riem he-
lemaal uit te trekken en vervolgens de riem
op de gewenste lengte aan te passen om
een kinderzitje te bevestigen of een groot
voorwerp op de stoel vast te maken — indien
aanwezig.
Als u kinderen vervoert die te klein zijn voor de
normale veiligheidsgordels, kunt u de veilig-
heidsgordels of de ISOFIX-voorziening ook ge-
bruiken om baby- en kinderzitjes te bevestigen.
Raadpleeg voor meer informatie ISOFIX —
Bevestigingssysteem voor kinderzitjes.
OPMERKING:
Het opblaasmechanisme van de geavan-
ceerde airbags voorin wordt in meerdere
stadia geactiveerd. De airbag kan zo meer of
minder krachtig worden opgeblazen, afhan-
kelijk van de soort aanrijding en de ernst
ervan.
Lees de informatie in dit hoofdstuk aandachtig
door. Hier wordt uitgelegd hoe u het beveili-
gingssysteem voor inzittenden op de juiste
wijze gebruikt om uw passagiers en uzelf opti-
maal te beschermen.
26
WAARSCHUWING!
Bij een ongeval bestaat het risico dat u en uw
passagiers aanmerkelijk ernstiger letsel oplo-
pen wanneer de veiligheidsgordels niet op de
juiste wijze worden gedragen. U kunt in aan-
raking komen met de binnenkant van uw auto
of met andere passagiers of u kunt uit de auto
worden geslingerd. Zorg altijd dat u en uw
passagiers in uw auto de autogordels op de
juiste wijze dragen.
Gesp de autogordel altijd aan, ook tijdens korte
ritten, ook al bent u een ervaren bestuurder.
Een andere bestuurder kan fouten maken en
een ongeval veroorzaken waarbij u betrokken
raakt. Dit kan ver van huis gebeuren, maar ook
bij u in de straat.
Onderzoek heeft aangetoond dat autogordels
levens redden en bij ongevallen de zwaarte
van letsels kunnen verminderen. Zeer ernstig
letsel komt voor als personen uit de auto wor-
den geslingerd. Autogordels voorkomen dit en
verminderen de kans op letsel door aanraking
met de binnenkant van de auto. Iedere inzit-tende van een motorvoertuig hoort te allen tijde
een autogordel te dragen.
DriepuntsgordelsAlle zitplaatsen in uw auto zijn uitgerust met
gecombineerde heup/schoudergordels.
Het rolmechanisme van de autogordels blok-
keert alleen bij zeer abrupt stoppen of onge-
vallen. Daardoor kan het schoudergedeelte
van de gordel onder normale omstandigheden
vrij bewegen. Bij ongevallen zal de gordel
echter blokkeren en het risico verkleinen dat u
hard in aanraking komt met het interieur van de
auto of uit de auto wordt geslingerd.
WAARSCHUWING!
•Het is gevaarlijk om tijdens het rijden per-
sonen te vervoeren in de bagageruimte,
zowel binnen als buiten de auto. Bij een
ongeval lopen personen in de bagage-
ruimte een groter risico op ernstig of dode-
lijk letsel.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
•Vervoer geen personen in een ruimte van
de auto die niet is voorzien van stoelen en
autogordels.
•Zorg dat iedereen in uw auto een stoel
heeft en de autogordel op de juiste wijze
heeft omgedaan.
•Het foutief gebruik van de autogordel is
gevaarlijk. Autogordels zijn zo ontworpen
dat ze over het zwaardere beendergestel
van het lichaam heen gedragen worden.
Dit zijn de sterkste lichaamsdelen, die het
beste in staat zijn om de vrijkomende
krachten bij een ongeval op te vangen.
•Als uw autogordel niet op de juiste plaatsen
om uw lichaam sluit, kan bij ongevallen de
zwaarte van uw letsel aanmerkelijk toene-
men. U kunt inwendig letsel oplopen of
gedeeltelijk onder de autogordel vandaan
glijden. Volg deze instructies om uw auto-
gordel veilig te dragen en uw passagiers te
beschermen.
(Vervolgd)
27
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
•Twee inzittenden mogen nooit tegelijkertijd
van één enkele autogordel gebruikmaken.
Deze twee personen kunnen tijdens een
ongeval met een klap tegen elkaar komen
en elkaar zo ernstig verwonden. Gebruik
nooit een driepuntsgordel of een heupgor-
del voor meer dan één persoon, ook niet
als het gaat om kleine kinderen.
Gebruiksinstructies voor driepuntsgordels
1. Stap in de auto en sluit het portier. Ga
achterover zitten en stel de stoel in.
2. De gordelgesp bevindt zich naast de stijl bij
de rugleuning. Pak de gordelgesp en trek de
autogordel uit. Schuif de gesp zo ver als nodig
over de gordel, zodat de gordel over uw middel
valt.3. Wanneer de gordel lang genoeg is, plaatst u
de gesp in de gespsluiting tot u een ’klik’ hoort.WAARSCHUWING!
•Een autogordel waarvan de gesp in de
verkeerde sluiting is bevestigd, biedt onvol-
doende bescherming. Het heupgedeelte
valt dan mogelijk te hoog over uw lichaam,
waardoor inwendig letsel kan worden ver-
oorzaakt. Gesp uw autogordel altijd vast in
de sluiting pal naast u.
•Een te losse autogordel biedt onvoldoende
bescherming. Tijdens een noodstop kunt u
te ver naar voren bewegen, zodat er een
grotere kans is op letsel. Zorg dat de auto-
gordel nauw aansluit.
(Vervolgd)
De gesp uittrekken
Gesp van de veiligheidsgordel in de
gespsluiting steken
28
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
•Het is gevaarlijk een autogordel onder de
arm door te dragen. Uw lichaam kan bij een
ongeval hard in aanraking komen met het
interieur van de auto, waardoor het risico
van hoofd- en nekletsel toeneemt. Een
gordel die onder de arm wordt gedragen,
kan inwendig letsel veroorzaken. De rib-
benkast is niet zo sterk als de schouders.
Draag de gordel altijd over uw schouder,
zodat het sterkste beendergestel van uw
lichaam de kracht absorbeert bij een aan-
rijding.
•Een schoudergordel die achter uw rug is
geplaatst, biedt geen enkele bescherming
bij een ongeval. Als u de schoudergordel
niet draagt, zult u bij een aanrijding gemak-
kelijk hoofdletsel oplopen. Het heup- en
schoudergedeelte van de gordel behoren
samen te worden gebruikt.4. Leg de heupgordel over uw dijen, onder de
buik. Om een losse heupgordel strak te trekken
moet u aan het schoudergedeelte van de gor-
del trekken. Om een te strakke heupgordel
losser te maken, kantelt u de gesp en trekt u
aan de heupgordel. Een nauw aansluitende
autogordel verkleint het risico dat u onder de
gordel doorglijdt bij een ongeval.WAARSCHUWING!
•Een heupgordel die te hoog wordt gedra-
gen, kan het risico van inwendig letsel bij
een ongeval vergroten. De krachten op de
gordel worden dan niet opgenomen via de
sterke heupbeenderen en het bekken,
maar via de buik. Draag de heupgordel
altijd zo laag mogelijk en zorg dat de gordel
strak zit.
•Een gedraaid zittende gordel kan u niet de
juiste bescherming bieden. Bij een aanrij-
ding kan de gordel dan zelfs snijwonden
veroorzaken. Controleer of de gordel recht
loopt. Als u een van de gordels in uw auto
niet meer recht krijgt, dient u onmiddellijk
naar uw erkende dealer te gaan om het
euvel te laten verhelpen.
5. Haal de schoudergordel zo over uw borst-
kas dat deze comfortabel zit en niet tegen de
hals rust. De rolautomaat spant de gordel au-
tomatisch aan.
De heupgordel in de juiste positie brengen
29
6. Om de gordel los te maken drukt u op de
rode knop op de gespsluiting. De gordel rolt
automatisch op tot de beginpositie. Indien no-
dig schuift u de gesp over de gordel zodat
deze volledig kan worden opgerold.
WAARSCHUWING!
Een gerafelde of gedraaid zittende gordel kan
bij een ongeval scheuren, waardoor u niet
langer beschermd bent. Controleer de auto-
gordels van tijd tot tijd op scheuren, rafels en
losse delen. Laat beschadigde onderdelen
direct vervangen. Probeer niet zelf de gordels
aan te passen of uit elkaar te halen. Autogor-
dels moeten na een aanrijding direct worden
vervangen als beschadigingen zijn ontstaan
(sluiting of gesp verbogen, scheurtjes en ra-
fels, enz.).
Verstelbaar ankerpunt
schoudergordel
Bij de voorste zitplaatsen kunt u het ankerpunt
van de schoudergordel naar beneden of naar
boven toe verstellen, zodat de gordel niet over
uw hals loopt. Druk op de verankerknop om het
ankerpunt los te maken en het naar boven of
naar beneden te bewegen naar de gewenste
positie.
OPMERKING:
Het verstelbare ankerpunt van de schouder-
gordel beschikt over een Easy Up-functie.
Met deze functie kan het ankerpunt van de
schoudergordel naar boven worden versteld
zonder dat de ontgrendelknop hoeft te wor-
den ingedrukt. Om te controleren of het
ankerpunt van de schoudergordel is ver-
grendeld, trekt u het ankerpunt van de
schoudergordel naar beneden totdat het is
vergrendeld.Als u minder lang bent dan gemiddeld, zult u
een lagere stand gebruiken. Als u langer bent
dan gemiddeld, zult u een hogere stand ge-
bruiken. Probeer na loslaten van de knop op
het ankerpunt deze nog eens op en neer te
bewegen, om zeker te zijn dat deze stevig is
vergrendeld.
Op de achterbank moet u meer naar het mid-
den van de stoel gaan zitten om de gordel niet
langs de nek te laten lopen.
Verstelbaar ankerpunt
30
Gebruiksaanwijzing voor de
heup-/schoudergordel op de tweede
rij in het midden
De heup-/schoudergordel op de tweede rij
bestaat uit een driepuntsgordel met een mini-
gesp en gespsluiting, waardoor de schouder-
gordel losgemaakt kan worden van het onder-
ste ankerpunt als de stoel wordt neergeklapt.
De minigesp en schoudergordel kunnen dan
voor het gemak in het sierpaneel aan de rech-
terkant worden opgeborgen.
1. Verwijder de minigesp en de gewone gesp-
sluiting van de plek waar het in het afwer-
kingspaneel rechtsachter is opgeborgen.2. Pak de minigesp en trek de gordel over de
stoel.
3. Leid de schoudergordel langs de binnen-
kant van de rechterhoofdsteun.
4. Wanneer de gordel lang genoeg is, plaatst u
de gesp in de gespsluiting tot u een ’klik’ hoort.5. Ga achterover zitten op de stoel. Schuif de
gesp zo ver als nodig over de gordel, zodat de
gordel over uw middel valt.
6. Wanneer de gordel lang genoeg is, plaatst u
de gesp in de gespsluiting tot u een ’klik’ hoort.
Opbergplaats minigesp
Middelste schoudergordel van achterzitting
instellenMinigesp met de gespsluiting verbinden
31