7. Leg de heupgordel over uw dijen, onder de
buik. Om een losse heupgordel strak te trekken
moet u aan het schoudergedeelte van de gor-
del trekken. Trek aan de heupgordel om deze
losser te maken als hij te strak zit. Een nauw
aansluitende autogordel verkleint het risico dat
u onder de gordel doorglijdt bij een ongeval.
8. Haal de schoudergordel zo over uw borst-
kas dat deze comfortabel zit en niet tegen de
hals rust. De rolautomaat spant de gordel au-
tomatisch aan.9. Om de gordel los te maken drukt u op de
rode knop op de gespsluiting.
10. Om de minigesp los te maken van de
minigespsluiting en op te bergen, moet u de
gewone gespsluiting in de zwarte knop bo-
venop de minigespsluiting steken. De gordel
rolt automatisch op tot de beginpositie. Indien
nodig schuift u de gesp over de gordel zodat
deze volledig kan worden opgerold. Steek de
minigespsluiting in de opening die in het sier-
paneel zit.Corrigeren van gedraaide
driepuntsgordel
Gebruik de volgende methode om een ge-
draaide driepuntsgordel te ontwarren.
1. Breng de gordelgesp zo dicht mogelijk naar
het ankerpunt toe.
2. Pak de gordelband op ongeveer 15 tot
30 cm boven de gesp vast en draai deze 180°
om een vouw te maken die direct boven de
gesp begint.
3. Schuif de gesp naar boven over de dubbel-
gevouwen gordel. Het gevouwen gordelge-
deelte moet door de sleuf gaan aan de boven-
zijde van de gesp.
4. Schuif de gesp verder naar boven tot het
gevouwen gordelgedeelte vrijkomt.
Veiligheidsgordels op
passagierszitplaatsen
De veiligheidsgordels op de passagierszit-
plaatsen zijn voorzien van oprolautomaten met
automatische vergrendeling (ALR), die worden
gebruikt voor het veilig bevestigen van een
kinderzitje. RaadpleegInstalleren van kinder-
zitjes met de autogordelin het hoofdstukKin-
Autogordel vastgegespt op de middelste stoel
achterste rij
Minigesp en gespsluiting losmaken
32
derzitjesvoor meer informatie. In onder-
staande tabel wordt het type voorziening voor
elke zitplaats vermeld.
Bestuur-
derMidden Passagier
Eerste rij N.v.t. N.v.t. ALR
Tweede rij ALR ALR ALR
•N.v.t. — Niet van toepassing
•ALR — Oprolautomaat met automatische
vergrendeling
Als de passagierszitplaats is voorzien van een
ALR en voor normale toepassingen wordt ge-
bruikt:
Trek juist voldoende gordelband uit het oprol-
mechanisme om het middel van de inzittende
comfortabel te kunnen omvatten, zonder de
ALR te activeren. Als de ALR toch wordt geac-
tiveerd, hoort u een ratelend geluid terwijl de
gordelband wordt ingetrokken. Laat in dat ge-
val de gordelband volledig intrekken en trek
vervolgens juist voldoende gordelband uit het
oprolmechanisme om het middel van de inzit-
tende comfortabel te kunnen omvatten. Schuif
de gesp in de sluiting totdat u een ’klik’ hoort.
Functie vergrendelrolautomaten
(ALR) — Indien aanwezig
Deze functie zorgt dat de schoudergordel au-
tomatisch in een van te voren ingestelde positie
vergrendelt. De rolautomaat spant de schou-
dergordel nog wel automatisch aan. De auto-
matische rolvergrendeling is beschikbaar op
alle passagierszitplaatsen met een heup-/
schoudergordel. Gebruik altijd de automati-
sche rolvergrendeling als een kinderzitje is
aangebracht op een zitplaats die is voorzien
van een gordel met dit systeem. Kinderen van
12 jaar en jonger moeten altijd goed vastge-
gespt op de achterbank worden vervoerd.
Hoe gebruikt u de automatische
rolvergrendeling
1. Gesp de driepuntsgordel vast.
2. Pak het schoudergedeelte beet en trek om-
laag tot de hele gordel volkomen is uitgerold.
3. Laat de gordel weer terugrollen. Terwijl de
gordel terugrolt hoort u een klikgeluid. Dit geeft
aan dat de automatische rolvergrendeling is
geactiveerd.Hoe deactiveert u de automatische
rolvergrendeling
Maak de gesp van de heup-/schouderriem los
en laat de gordel helemaal terugrollen om zo
de automatische rolvergrendeling te deactive-
ren en de gewone botsingsafhankelijke ver-
grendeling weer te activeren.
WAARSCHUWING!
•Laat de gordel en de rolautomaat vervan-
gen als deautomatische rolvergrendeling
of een andere autogordelfunctie niet cor-
rect werkt bij een controle volgens de pro-
cedures in de werkplaatshandleiding.
•Als u gordel en rolautomaat nalaat te ver-
vangen als dat nodig is, verhoogt u de kans
op letsel bij botsingen.
GordelspannersDe veiligheidsgordels voor de beide voorstoe-
len zijn voorzien van gordelspanners, die er-
voor zorgen dat een loszittende gordel wordt
strak getrokken bij een ongeval. Deze appara-
ten verbeteren de werking van de autogordel
door ervoor te zorgen dat de gordel al in een
33
vroeg stadium van het ongeval strak over het
lichaam van de inzittende komt te liggen. Gor-
delspanners werken bij alle lichaamsafmetin-
gen, ook voor gebruik met kinderzitjes.
OPMERKING:
Een gordelspanner is geen vervanging bij
een slecht bevestigde autogordel. De auto-
gordel moet evengoed strak aanliggen en op
de juiste wijze worden gedragen.
De gordelspanners worden geactiveerd door
het beschermingssysteem voor de inzittenden
(ORC). Evenals de airbags zijn ook de gor-
delspanners slechts geschikt voor eenmalig
gebruik. Een geactiveerde gordelspanner of
airbag dient onmiddellijk te worden vervangen.
Extra actieve hoofdsteunen (AHR)Deze hoofdsteunen zijn passieve componen-
ten die kunnen worden geactiveerd. Auto’s met
dit systeem kunnen niet eenvoudigweg aan de
hand van markeringen worden geïdentificeerd,
maar alleen door visuele inspectie van de
hoofdsteun. De hoofdsteun is verdeeld in twee
helften. De voorste helft bestaat uit zachtschuimrubber en bekleding, de achterste helft
bestaat uit een kunststof decoratieve afdek-
king.
Zo werken de actieve hoofdsteunen (AHR)
Het beschermingssysteem voor de inzittenden
(ORC) bepaalt afhankelijk van de kracht of van
het type botsing van achteren of de actieve
hoofdsteunen (AHR) moeten worden geacti-
veerd. Als activering noodzakelijk is bij een
botsing van achteren, worden de actieve
hoofdsteunen van zowel de bestuurders- als
passagiersstoel geactiveerd.
Wanneer de actieve hoofdsteunen tijdens een
botsing van achteren worden geactiveerd,
schuift de voorste helft van de actieve hoofd-
steun naar voren om de afstand tussen het
achterhoofd van de inzittende en de actieve
hoofdsteun zo klein mogelijk te maken. Dit
systeem is ontworpen om bij bepaalde botsin-
gen van achteren het risico van letsel bij de
bestuurder en voorpassagier te voorkomen of
te verlagen.
OPMERKING:
De actieve hoofdsteunen (AHR) kunnen bij
een frontale aanrijding of zijaanrijding mo-gelijk worden geactiveerd. Wanneer echter
tijdens een frontale aanrijding een tweede
aanrijding aan de achterzijde plaatsvindt,
kunnen de actieve hoofdsteunen worden
geactiveerd, dit afhankelijk van ernst en
aard van de botsing.Onderdelen actieve hoofdsteunen (AHR)
1 — Voorste helft ac-
tieve hoofdsteun (zacht
schuimrubber en bekle-
ding)3 — Achterste helft
actieve hoofdsteun
(decoratieve kunststof
afdekking)
2 — Rugleuning4 — Stanggeleiders
van de hoofdsteun
34
4. De voorste helft van de actieve hoofdsteun
(zacht schuimrubber en bekleding) moet ver-
grendelen in de achterste helft van de actieve
hoofdsteun (decoratieve kunststof afdekking).
OPMERKING:
•Als u problemen ondervindt met het op-
nieuw instellen van de actieve hoofdsteu-
nen, neemt u contact op met een erkende
dealer.
•Laat uit veiligheidsoverwegingen de ac-
tieve hoofdsteunen controleren door een
gekwalificeerd specialist bij een erkende
dealer.Geavanceerd
autogordelwaarschuwingssysteem
(BeltAlert)
BeltAlertis een voorziening die de bestuurder
eraan herinnert de veiligheidsgordel vast te
gespen. Deze voorziening is altijd actief wan-
neer het contact is ingeschakeld. Als de auto-
gordel van de bestuurder niet is vastgegespt,
gaat het waarschuwingslampje voor de veilig-
heidsgordels branden totdat de gordel is vast-
gegespt. Het BeltAlert-systeem wordt geacti-
veerd binnen 60 seconden nadat de auto een
snelheid boven 8 km/u heeft bereikt. De waar-
schuwingscyclus duurt 96 seconden of totdat
de betreffende veiligheidsgordels zijn vastge-
gespt. Nadat de cyclus is voltooid, blijft het
waarschuwingslampje voor de veiligheidsgor-
dels branden totdat de veiligheidsgordel vóór
is vastgegespt. De bestuurder behoort ook alle
overige inzittenden op te dragen hun veilig-
heidsgordels vast te gespen. Als een veilig-
heidsgordel vóór niet is vastgegespt terwijl er
wordt gereden met een snelheid boven 8 km/u,
laat BeltAlertals eenmalige waarschuwing
een geluidssignaal klinken, gaat het waarschu-
wingslampje voor de veiligheidsgordels bran-den en wordt vervolgens de waarschuwingscy-
clus van 96 seconden geactiveerd.
OPMERKING:
•De BeltAlertkan door uw erkende dealer
geactiveerd of gedeactiveerd worden.
•Chrysler Group LLC raadt aan de
BeltAlertniet te deactiveren.
Als BeltAlertbuiten werking wordt gesteld,
blijft het waarschuwingslampje voor de vei-
ligheidsgordels branden zolang de veilig-
heidsgordel van de bestuurder niet is vast-
gemaakt.
SpankrachtbegrenzerIn deze auto is het autogordelsysteem voor de
voorste zitplaatsen voorzien van een span-
krachtbegrenzer, die bij frontale botsingen
helpt om het risico van letsel verder te verla-
gen. Dit autogordelsysteem heeft een rolauto-
maat die de gordelband op een gecontro-
leerde manier afwikkelt. Deze functie is
bedoeld om de kracht te verminderen die de
gordel op de borstkas van de inzittende uitoe-
fent.Actieve hoofdsteun in terugstelpositie
36
WAARSCHUWING!
•Laat de gordel en de rolautomaat vervan-
gen als de “automatische rolvergrendeling”
of een andere autogordelfunctie niet cor-
rect werkt bij een controle volgens de pro-
cedures in de werkplaatshandleiding.
•Als u de gordel en rolautomaat niet laat
vervangen wanneer dit nodig is, kan het
risico van letsel bij ongevallen hoger wor-
den.
Veiligheidsgordels en zwangerschapWij adviseren vrouwen die in verwachting zijn
om ook dan de autogordel te gebruiken. Een
veilig zittende moeder vormt de beste bescher-
ming voor de nog ongeboren baby.
Een aanstaande moeder hoort het heupge-
deelte van de gordel laag over het middel en zo
strak mogelijk over de heupen te dragen. Houd
de gordel laag, zodat deze niet over de buik
loopt. Op deze wijze zullen de heupen de
krachten opvangen bij een ongeval.
Extra beveiligingssysteem (SRS) -
Airbags
Deze auto is ter aanvulling op de veiligheids-
gordels voorzien van geavanceerde voorair-
bags voor zowel de bestuurder als de voorpas-
sagier. De geavanceerde voorairbag voor de
bestuurder bevindt in het midden van het stuur.
De geavanceerde voorairbag voor de passa-
gier bevindt zich in het instrumentenpaneel,
boven het handschoenenkastje. Op de airbag-
panelen ziet u de vermelding SRS/AIRBAG.OPMERKING:
Deze airbags zijn gecertificeerd in overeen-
stemming met de regelgeving voor geavan-
ceerde airbags.
Het opblaasmechanisme van de geavan-
ceerde airbags voorin wordt in meerdere stadia
geactiveerd. De airbag kan zo meer of minder
krachtig worden opgeblazen, afhankelijk van
de ernst en aard van de aanrijding.
Deze auto kan zijn uitgerust met sensors stand
bestuurdersstoel en/of passagiersstoel op rails,
waardoor de mate van opblazen van de ge-
avanceerde voorairbags kan worden aange-
past gebaseerd op de stoelpositie.
Dit voertuig kan zijn uitgerust met een gesp
voor de veiligheidsgordel voor de bestuurders-
stoel en/of de voorpassagiersstoel die regis-
treert of de veiligheidsgordel voor de bestuur-
dersstoel of de voorpassagiersstoel is
vastgeklikt. De gesp voor de veiligheidsgordel
kan de mate van opblazen van de geavan-
ceerde voorairbags aanpassen.
Dit voertuig is uitgerust met extra gordijn-
zijairbags (SABIC), ter bescherming van de
bestuurder en passagiers voor en achter die
Locaties van de geavanceerde voorairbags en
knieairbag
1 — Geavanceerde voor-
airbags voor bestuurder
en passagier2 — Kniebescher-
ming
37
naast een raam zitten. De extra gordijn-
zijairbags bevinden zich boven de zijramen.
Op de bekleding over de zijairbags staat het
label SRS AIRBAG.
Dit voertuig kan tevens zijn uitgerust met extra
zijairbags in de voorstoelen (SAB). De extra
zijairbags in de voorstoelen bieden de inzitten-
den betere bescherming tegen zijdelingse bot-
singen. Als het voertuig is uitgerust met extra
zijairbags in de voorstoelen zijn deze aange-
duid met een airbaglabel aan de buitenkant
van de voorstoelen.
OPMERKING:
•De airbagpanelen zullen in de interieurbe-
kleding amper opvallen, maar springen
wel degelijk open tijdens het opblazen
van de airbag.
•Na ieder ongeval dient de auto onmiddel-
lijk naar een erkende dealer te worden
gebracht.
Onderdelen van het airbagsysteem
Uw auto kan zijn uitgerust met de volgende
onderdelen van het airbagsysteem:•Beschermingssysteem voor de inzittenden
(ORC)
•Waarschuwingslampje voor het airbagsys-
teem
•Stuur en stuurkolom
•Instrumentenpaneel
•Kniebescherming
•Geavanceerde voorairbag aan bestuurders-
zijde
•Geavanceerde voorairbag aan passagiers-
zijde
•Extra zijairbags in de voorstoelen (SAB)
•Opblaasbare gordijn-zijairbags (SABIC)
•Sensors frontale en zijbotsingen
•Gordelspanners voorin, gesp van gordelslui-
ting en sensors railstand stoel
•Extra actieve hoofdsteun voor bestuurder en
voorpassagierKenmerken van de geavanceerde
airbags voorin
Het systeem van de geavanceerde airbags
voorin bestaat uit airbags aan de bestuurders-
zijde en aan de passagierszijde met verschil-
lende stadia. Dit systeem reageert overeen-
komstig de kracht en de aard van de botsing
die worden vastgesteld door het bescher-
mingssysteem voor de inzittenden (ORC), dat
informatie kan ontvangen van de botsingsen-
sors.
Het eerste opblaasmechanisme wordt onmid-
dellijk tijdens een botsing waar ontvouwing van
de airbag noodzakelijk is geactiveerd. Deze
geringe opblazing wordt gebruikt voor minder
zware botsingen. Bij zwaardere botsingen
wordt een krachtiger opblazing toegepast.
WAARSCHUWING!
•Er mogen geen voorwerpen boven of nabij
de airbag op het instrumentenpaneel wor-
den geplaatst, omdat deze objecten letsel
kunnen veroorzaken bij botsingen waarbij
de airbag wordt opgeblazen.
(Vervolgd)
38
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
•Plaats niets tegen of rond de airbagpane-
len en probeer deze nooit met de hand te
openen. Het is mogelijk dat u de airbags
beschadigt. Bovendien kunt u gewond ra-
ken omdat de airbags mogelijk niet meer
functioneren. De beschermhoezen voor de
airbagkussens gaan alleen open als de
airbags worden opgeblazen.
•Boor of snijd nooit in de kniebeschermrand
en blijf er ook verder van af.
•Monteer geen accessoires aan de kniebe-
scherming zoals alarmverlichting, stereo-
installaties, 27 MC apparatuur, enz.
Extra zijairbags in de voorstoelen (SAB) —
indien aanwezig
De extra zijairbags in de voorstoelen bieden de
inzittenden betere bescherming tegen zijde-
lingse botsingen. De extra zijairbag in de voor-
stoel is gemarkeerd met een airbaglabel dat op
de buitenzijde van de voorstoelen is aange-
bracht.Als de airbag zich ontvouwt, gaat de naad
tussen de voor- en zijkant van de zitting open.
Elke airbag ontvouwt zich apart. D.w.z. dat bij
een botsing aan de linkerkant alleen de linker
airbag zich ontvouwt, en hetzelfde geldt voor
een botsing aan de rechterkant.
Extra opblaasbaar gordijn zij-airbag
(SABIC)
Ter aanvulling op de bescherming die de car-
rosserie biedt, kunnen de extra gordijn-
zijairbags de inzittenden op de voor- en ach-
terstoelen aan het raam beschermen bij
zijdelingse botsingen en over de kop slaan.
Elke airbag heeft opblaasruimten die zichnaast het hoofd van de passagiers aan het
raam bevinden en zo de kans op hoofdletsel bij
botsingen van opzij beperken. De SABIC air-
bags ontvouwen zich naar beneden en bedek-
ken beide ramen aan de kant van de botsing.
OPMERKING:
•Wanneer het voertuig over de kop slaat,
kunnen de gordelspanners en/of de extra
zijairbags in de voorstoelen en/of de extra
gordijn-zijairbags worden geactiveerd.
Label van extra zijairbag in de voorstoel
Plaats van label op de gordijn-zijairbag
39
•De airbagpanelen zullen in de interieurbe-
kleding amper opvallen, maar springen
wel degelijk open tijdens het opblazen
van de airbag.
•Als u zich tijdens het activeren te dicht bij
de extra zijairbags in de voorstoelen en
de extra gordijn-zijairbags bevindt, kunt u
ernstig of dodelijk letsel oplopen.
Het systeem omvat sensors voor zijdelingse
botsingen, die zich naast de inzittenden op de
voor- en achterstoelen bevinden en zijn geijkt
om de extra gordijn-zijairbags te activeren bij
botsingen die bescherming van de inzittenden
door airbags noodzakelijk maken.
WAARSCHUWING!
•Als uw auto is uitgerust met extra gordijn-
zijairbags aan de linker- en rechterzijde,
mag u bagage of andere lading niet der-
mate hoog opstapelen dat de afdekpanelen
van de extra gordijn-zijairbags worden ge-
blokkeerd. In de omgeving van de extra
gordijn-zijairbag mogen zich geen obsta-
kels bevinden.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
•Als uw auto is uitgerust met zij-airbags,
gebruik dan geen aanvullende stoelhoezen
en plaats geen voorwerpen tussen uzelf en
de zij-airbags. De werking van de airbags
kan zo foutief worden, doordat deze voor-
werpen met kracht tegen u aan slaan en zo
ernstig letsel kunnen veroorzaken.
Stootranden voor kniebescherming
De stootranden voor kniebescherming helpen
de knieën van de bestuurder en de voorpassa-
gier te beschermen, en om iedereen correct te
laten zitten i.v.m. eventueel opblazen van de
geavanceerde airbags voorin.
In combinatie met de autogordels, gordelspan-
ners en kniebescherming geven de geavan-
ceerde airbags voorin extra bescherming voor
bestuurder en voorpassagier. Ook de zij-
airbags werken in combinatie met de autogor-
dels voor een betere bescherming van inzitten-
den.Hier volgen enkele eenvoudige raadgevingen
om het risico op letsel door een opgeblazen
airbag te verminderen:
1.Kinderen van 12 jaar en jonger moeten
altijd goed vastgegespt op de achterbank
zitten.
WAARSCHUWING!
Baby’s in kinderzitjes waarin het kind met het
gezicht naar achteren zit, mogen nooit wor-
den vervoerd op de voorstoel van auto’s met
een geavanceerde voorairbag aan passa-
gierszijde. Bij het opblazen kan de airbag
ernstig en zelfs dodelijk letsel aan een peuter
in die zitpositie toebrengen.
Kinderen die niet groot genoeg zijn om de
autogordel op de juiste wijze te dragen (zie het
hoofdstuk Kinderzitjes) moeten veilig op de
achterbank worden vervoerd in een kinderzitje
of een verhogingszitje met gordelbevestiging.
Oudere kinderen die geen kinderzitje of vast te
gespen verhogingszitje gebruiken, horen op de
achterbank te zitten en de autogordel om te
gespen. Sta nooit toe dat kinderen de schou-
40