LAMPJES OP INSTRUMENTENPANEEL
Rode waarschuwingslampjes
Waarschuwingslampje Wat het betekent
roodREMVLOEISTOF BENEDEN PEIL/HANDREM AANGETROKKEN
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet
even later doven.
Remvloeistofniveau te laag
Dit lampje gaat branden wanneer het remvloeistofniveau in het reservoir zich onder het minimumpeil
bevindt, bijvoorbeeld door een lek in het remcircuit. Bij sommige versies worden een bericht en een
symbool op het display weergegeven. Herstel het remvloeistofniveau, controleer daarna of het lampje
gedoofd is. Als het waarschuwingslampje blijft branden, contact opnemen met het Fiat Servicenetwerk.
Handrem aangetrokken
Het lampje (of symbool op het display) gaat branden wanneer de handrem wordt aangetrokken. Als de
auto in beweging is, hoort u bij bepaalde versies ook een geluidssignaal. Zet de handrem los, controleer
daarna of het lampje gedoofd is. Als het waarschuwingslampje blijft branden, contact opnemen met het
Fiat Servicenetwerk.
BELANGRIJK Wanneer het waarschuwingslampje tijdens het rijden geactiveerd wordt, controleer dan dat
de handrem niet is aangetrokken.
rood
geelSTORING EBD
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet
even later doven.
Wanneer de waarschuwingslampjes
(rood) and(geel) bij draaiende motor tegelijk gaan branden,
dan is er een storing in het EBD-systeem of is het systeem niet beschikbaar. In dit geval kunnen de
achterwielen bij hard remmen plotseling blokkeren waardoor de auto begint te slippen. Bij sommige versies
verschijnt een speciaal bericht op het display.
Rijd zeer voorzichtig naar de dichtstbijzijnde dealer van het Fiat Servicenetwerk om het systeem
onmiddellijk te laten controleren.
47
Waarschuwingslampje Wat het betekent
roodTE HOGE KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR
Het lampje gaat branden wanneer de motor oververhit is. Bij sommige versies verschijnt een speciaal
bericht op het display.
Tijdens een normale rit: breng de auto tot stilstand, zet de motor af en controleer of het
koelvloeistofniveau in het reservoir onder het MIN-teken staat. Als dit het geval is, wacht dan tot de motor
is afgekoeld, draai vervolgens langzaam en voorzichtig de dop open, vul koelvloeistof bij en controleer of
het peil tussen het MIN- en MAX-teken op het reservoir staat. Controleer ook op de aanwezigheid van
vloeistoflekken. Als na het starten het lampje (of symbool op het display) opnieuw aangaat, neem dan
contact op met het Fiat Servicenetwerk.
Wanneer de auto onder zware omstandigheden wordt gebruikt (bijv. wanneer er tijdens het
rijden hoge prestaties gevraagd worden):minder snelheid en, als het lampje blijft branden, breng de
auto tot stilstand. Wacht 2 of 3 minuten met draaiende motor en geef ietwat gas om de
koelvloeistofcirculatie te bevorderen. Zet vervolgens de motor af. Controleer of het koelvloeistofpeil correct
is, zoals hiervoor beschreven is.
BELANGRIJK Het is raadzaam om onder zware bedrijfsomstandigheden de motor voor het afzetten enkele
minuten te laten draaien met het gaspedaal iets ingetrapt.
49
Waarschuwingslampje Wat het betekent
roodDUALDRIVE ELEKTRISCHE STUURBEKRACHTIGING
Tijdens het starten van de motor: wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, gaat het lampje
branden, maar dit moet na enkele seconden doven. Als het lampje blijft branden, draai dan de
contactsleutel naar STOP en start de motor opnieuw. Als het lampje blijft branden zal er aanzienlijk meer
inspanning nodig zijn om het voertuig te besturen; het sturen blijft echter wel mogelijk. Neem in dit geval zo
snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
Tijdens het rijden: als het lampje gaat branden tijdens het rijden, kan de stuurbekrachtiging uitvallen.
Hoewel het mogelijk blijft de auto te besturen, kan het draaien van het stuurwiel meer inspanning vereisen:
neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
BELANGRIJK Onder bepaalde omstandigheden kan het branden van het lampje op het
instrumentenpaneel te wijten zijn aan andere factoren dan de elektrische stuurbekrachtiging. Breng in
dergelijke gevallen de auto tot stilstand (indien in beweging), zet de motor af en wacht ongeveer 20
seconden alvorens de motor opnieuw te starten. Als het lampje continu blijft branden (bij sommige versies
verschijnen er een bericht en een symbool op het display), neem dan contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
BELANGRIJK Als de accu werd losgekoppeld moet de stuurbekrachtiging worden geïnitialiseerd. Het
lampje gaat branden om dit aan te geven. Draai voor deze procedure het stuurwiel van het ene uiteinde
naar het andere of rijd gewoon ongeveer honderd meter in een rechte lijn.
50
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampje Wat het betekent
geelSTORING INSPUIT-/EOBD-SYSTEEM
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet
even later doven.
Als het lampje blijft branden of tijdens het rijden gaat branden, werkt het inspuitsysteem niet goed.
Lampje brandt continu: duidt op een storing in het brandstoftoevoer-/ontstekingssysteem die zou
kunnen leiden tot overmatige uitlaatgasemissies, mogelijk prestatieverlies, slechte rijeigenschappen en een
hoog brandstofverbruik. Onder deze omstandigheden kan met gematigde snelheid verder gereden
worden, maar niet op hoge snelheid en zonder te veel van de motor te eisen. Langdurig gebruik van de
auto met continu brandend lampje kan schade veroorzaken: neem dus zo snel mogelijk contact op met
het Fiat Servicenetwerk.
Het lampje dooft nadat de storing is verdwenen, maar de storing wordt toch door het systeem in het
geheugen opgeslagen.
Lampje knippert (alleen benzinemotoren): duidt op problemen met de katalysator. Laat het gaspedaal
los om het motortoerental te verlagen tot het lampje stopt met knipperen. Rijd verder met gematigde
snelheid en voorkom rijomstandigheden die kunnen leiden tot het opnieuw gaan knipperen van het lampje.
Neem zo spoedig mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
16)
geelSTORING AdBlue®-INSPUITSYSTEEM (UREUM) (dieselversies)
(voor bepaalde versies/markten)
Onder normale omstandigheden, wanneer de startinrichting in MAR wordt gezet, gaat het lampje branden
maar dit moet doven zodra de motor is gestart. Wanneer er wordt bijgevuld met een vloeistof die niet
voldoet aan de nominale eigenschappen of er wordt een gemiddeld AdBlue®-verbruik (UREUM) van meer
dan 50% gedetecteerd, gaat een waarschuwingslampje branden, op enkele uitvoeringen samen met een
specifiek bericht op het display.
Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
Als het probleem niet verholpen is, zal een specifiek bericht op het instrumentenpaneel worden
weergegeven wanneer een bepaalde drempel bereikt wordt tot het moment dat de motor niet langer kan
worden gestart.
Op sommige uitvoeringen zal een specifiek bericht op het display van het instrumentenpaneel worden
weergegeven, samen met een geluidssignaal, wanneer er ongeveer 200 km worden bereikt voordat u de
motor niet meer kunt starten.
54
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Groene waarschuwingslampjes
Waarschuwingslampje Wat het betekent
groenSTADSLICHT EN DIMLICHT/FOLLOW ME HOME
Het lampje gaat branden wanneer het stadslicht en het dimlicht worden ingeschakeld.
Follow me home: het lampje gaat branden als het systeem is ingeschakeld. Op het display wordt de voor
de functie ingestelde tijdsduur (in seconden) weergegeven.
groenMISTLAMPEN
Het lampje gaat branden wanneer de mistlampen voor worden ingeschakeld.
groenRICHTINGAANWIJZER LINKS
Het lampje gaat branden wanneer de richtingaanwijzerhendel omlaag wordt gezet of, samen met de
rechter richtingaanwijzer, wanneer de knop voor de alarmknipperlichten wordt ingedrukt.
groenRICHTINGAANWIJZER RECHTS
Het lampje gaat branden wanneer de richtingaanwijzerhendel omhoog wordt verplaatst of, samen met de
linker richtingaanwijzer, wanneer de knop voor de alarmknipperlichten wordt ingedrukt.
groenAUTOMATISCHE UITSCHAKELING MOTOR (versies met Start&Stop-systeem)
Het lampje gaat branden wanneer de motor automatisch wordt afgezet door het Start&Stop-systeem.
57
SYMBOLEN EN BERICHTEN OP HET DISPLAY
Symbool Wat het betekent
roodSTORING DUALOGIC-VERSNELLINGSBAK
(voor bepaalde versies/markten)
Het symbool gaat branden in geval van een storing in de versnellingsbak.
Het display toont tevens berichten m.b.t.:
verzoeken tot minder schakelen;
handmatige (of automatische) rijmodus onmogelijk;
rempedaal intrappen / vertraagde start;
rempedaal intrappen en manoeuvre herhalen;
versnelling niet beschikbaar;
manoeuvre niet toegestaan;
versnellingspook in vrijstand zetten.
17)
roodSTORING AIRBAGSYSTEEM
Het symbool gaat aan om een storing van de airbag en een storing van het lampje
op het
instrumentenpaneel aan te duiden. Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
roodMOTOROLIEDRUK TE LAAG
18)
Het symbool gaat branden bij een te lage motoroliedruk.
BELANGRIJK Gebruik het voertuig niet tot de afwijking is verholpen. Het aangaan van het symbool geeft
de hoeveelheid olie in de motor niet aan: het oliepeil moet handmatig gecontroleerd worden.
roodMOTORKAP NIET GOED GESLOTEN
(voor bepaalde versies/markten)
Het symbool gaat branden als de motorkap niet goed gesloten is. Sluit de motorkap goed.
59
Symbool Wat het betekent
roodACHTERKLEP NIET GOED GESLOTEN
Het symbool gaat branden als de achterklep niet goed gesloten is. Sluit de achterklep goed.
roodPORTIER OPEN
Het symbool gaat branden als een of meer portieren niet volledig gesloten zijn. Het display toont ook de
omtrek van de auto met het open portier. Bij geopende portieren en als de auto rijdt klinkt er een
geluidssignaal. Sluit de portieren goed.
roodSTORING DYNAMO
Het aangaan van het symbool terwijl de motor loopt komt overeen met een storing van de dynamo. Neem
zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
witSNELHEIDSLIMIET OVERSCHREDEN
Het (witte) symbool gaat branden wanneer de via het instellingenmenu van het display ingestelde snelheid
(bijv. 110 km/h) wordt overschreden (de onderste waarde wordt afhankelijk van de ingestelde snelheid
bijgewerkt).
BELANGRIJK
17)Door blijven rijden terwijl dit symbool brandt kan leiden tot ernstige schade aan de versnellingsbak, waardoor deze defect raakt. De olie
kan ook oververhit raken: contact met hete motor of componenten op hoge temperatuur van het uitlaatsysteem kunnen leiden tot brand.
18)Als het symbool tijdens het rijden gaat branden, zet dan de motor onmiddellijk af en neem contact op met het Fiat Servicenetwerk.
60
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Symbool Wat het betekent
geelSTORING REGENSENSOR
(voor bepaalde versies/markten)
Het symbool gaat branden als er een storing van de regensensor is. Neem zo snel
mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
geelSTORING START&STOP SYSTEEM
Het symbool gaat branden om een storing van het Start&Stopsysteem aan te geven. Op
het display verschijnt een bijbehorend bericht. Neem zo snel mogelijk contact op met het
Fiat Servicenetwerk.
geelSTART&STOP-SYSTEEM/KOPPELING INTRAPPEN
Het symbool gaat branden om de bestuurder erop te wijzen dat het koppelingspedaal
moet worden ingetrapt om de motor te starten. Op het display wordt een speciaal bericht
weergegeven, dat in bepaalde gevallen gepaard gaat met een geluidssignaal.
geelSTORING SPEED LIMITER
(voor bepaalde versies/markten)
Het symbool gaat branden als er een storing van het Speed Limiter-systeem is. Neem, als
het probleem aanhoudt, contact op met het Fiat Servicenetwerk.
64
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL