OPMERKING Met elke druk op de knop
+of–wordt de waarde met één
eenheid verhoogd of verlaagd. Houd de
knop ingedrukt om de waarde
automatisch snel te verhogen/verlagen.
Wanneer de gewenste waarde wordt
bereikt, kan de instelling afgerond
worden door opnieuw kort op de knop
te drukken.
druk kort op de knop
MENU, of
OPSLAAN bij kleurendisplays, om terug
te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Service (geprogrammeerd
onderhoud)
Met deze functie kan de informatie over
de kilometerstand of, voor bepaalde
versies/markten, de nog resterende tijd
tot de volgende onderhoudsbeurt van
de auto worden weergegeven.
Ga voor het raadplegen van deze
informatie als volgt te werk:
druk op de knop MENU:op
het display verschijnen de resterende
kilometers/mijlen tot de volgende
servicebeurt, op grond van wat eerder
is ingesteld (zie paragraaf
"Meeteenheden");
druk op de knop MENUom
terug te keren naar het menuscherm of
druk nogmaals op de knop om terug
te keren naar het standaardscherm.
BELANGRIJK In het “Geprogrammeerd
Onderhoudsschema” zijn de
onderhoudsbeurten van de auto op
vaste intervallen vermeld (zie het
hoofdstuk "Onderhoud en zorg").
Dit wordt automatisch weergegeven,
met de contactsleutel op MAR, 2000
km (of het equivalent in mijlen) vóór de
onderhoudsbeurt of, indien aanwezig,
30 dagen vóór de onderhoudsbeurt.
Het wordt ook elke keer weergegeven
wanneer de sleutel op MAR wordt
gedraaid of, voor bepaalde
versies/markten, om de 200 km (of het
equivalent in mijlen). Onder deze
drempel wordt dit bericht met kortere
intervallen weergegeven.Het bericht verschijnt in kilometers of
mijlen, afhankelijk van de meeteenheid
die is ingesteld. Wanneer het
onderhoudsinterval bijna is vervallen en
de sleutel in de stand MAR wordt
gedraaid, verschijnt het woord "Service"
op het display, gevolgd door het aantal
resterende kilometers/mijlen of het
aantal resterende dagen (indien
aanwezig). Neem contact op met het
Fiat Servicenetwerk om de
werkzaamheden van het
geprogrammeerd onderhoudsschema
te laten verrichten en het bericht te
resetten.
Airbag/Passagiersairbag (In-/
uitschakeling airbags aan
passagierszijde: frontairbag en
zijairbag voor bescherming van
bekken, borst en schouders - voor
bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan de frontairbag aan
passagierszijde in- of uitgeschakeld
worden.
Ga als volgt te werk:
druk op de knop MENUna de
weergave van het bericht
“Passagiersairbag: Uit) (om uit te
schakelen) of het bericht
(Passagiersairbag: Aan" (om in te
schakelen) met een druk op de
knoppen+en–, druk opnieuw op de
knop MENU
;
46
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Gele symbolen
Symbool Wat het betekent
geelMOTOROLIE VERSLECHTERD
Het lampje gaat knipperen, bij sommige versies verschijnt er ook een speciaal bericht op het display. Het
lampje knippert met cycli van 3 minuten met intervallen van 5 seconden waarin het lampje niet brandt
totdat de olie wordt ververst.
Na de aanvankelijke waarschuwing blijft het waarschuwingslampje, elke keer als de motor wordt gestart,
op dezelfde manier knipperen tot de olie is ververst. Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op
het display.
Het knipperen van het lampje moet niet als een storing worden beschouwd, maar wil de bestuurder erop
wijzen dat de motorolie moet worden ververst na een normaal gebruik van de auto.
Onthoud dat de verslechtering van de motorolie versneld wordt als de auto veel gebruikt wordt voor korte
ritten waarbij de bedrijfstemperatuur van de motor niet bereikt kan worden.
47) 48)32)
geelKANS OP GLAD WEGDEK
Het symbool wordt weergegeven wanneer de buitentemperatuur tot of onder de 3 °C zakt.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op het display.
geelSTORING PARKEERSENSOR (versies met kleurendisplay)
(voor bepaalde versies/markten)
Het symbool wordt weergegeven op het display samen met een speciaal bericht als er een storing is in de
parkeersensoren.
geelSTORING START&STOP-SYSTEEM (versies met kleurendisplay)
(voor bepaalde versies/markten)
Bij bepaalde versies wordt het symbool in combinatie met een specifiek bericht op het display
weergegeven om een storing in het Start&Stop-systeem aan te geven
Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk.
66
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD
Juist onderhoud is essentieel voor een
lange levensduur van de auto onder
optimale omstandigheden.
Daarom heeft Fiat een reeks controles
en onderhoudsbeurten opgesteld
die op vaste afstandsintervallen en/of
op vaste tijdsintervallen uitgevoerd
moeten worden, zoals beschreven in
het Geprogrammeerd
Onderhoudsschema.
Om de auto in topconditie te houden,
worden op de volgende pagina's van
het Geprogrammeerd
Onderhoudsschema een aantal
aanvullende controles genoemd die
vaker moeten worden uitgevoerd ten
opzichte van de normale intervallen.Geprogrammeerde Onderhoudsbeurten
worden door alle werkplaatsen van het
Fiat Servicenetwerk uitgevoerd op basis
van de vaste intervallen in tijd of
kilometers/mijlen. Eventuele reparaties
die nodig blijken tijdens het uitvoeren
van de diverse inspecties en controles
van het geprogrammeerd onderhoud,
mogen uitsluitend worden uitgevoerd
na uitdrukkelijke toestemming van
de eigenaar. Als de auto dikwijls
gebruikt wordt voor het trekken van
aanhangers, dan moet een korter
interval tussen de geprogrammeerde
onderhoudsbeurten worden
aangehouden.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
De onderhoudsbeurten van het
Geprogrammeerde Onderhoud zijn
door de fabrikant voorgeschreven. Het
niet uitvoeren ervan kan het vervallen
van de garantie tot gevolg hebben.
Wij adviseren bij twijfel over de werking
van uw auto contact op te nemen
met uw Fiat-dealer en de volgende
beurt niet af te wachten.
150
ONDERHOUD EN ZORG
km x 1000 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren12345678910
Motorolie verversen en oliefilter vervangen (3) (O) (●)●●●●●
Bougie vervangen(4)●●●●●
Aandrijfriem(en) hulporganen vervangen(5)
Getande distributieriem vervangen (1.2 8V-versies)(5)
(3) Als het voertuig voornamelijk binnen de bebouwde kom gebruikt wordt of wanneer het aantal jaarlijks afgelegde kilometers minder dan 10.000 bedraagt, moeten
de motorolie en het oliefilter elk jaar vervangen worden.
(O) Aanbevolen werkzaamheden
(●) Verplichte werkzaamheden (4) Voor 0.9 TwinAir Turbo versies zijn de volgende zaken zijn van vitaal belang om de correcte werking te verzekeren: gebruik uitsluitend bougies diespeciaal
gecertificeerd zijn voor deze motoren (zie de informatie in de paragraaf “Motor” in het hoofdstuk “Technische gegevens”); houdt u strikt aan de
vervangingsintervallen van de bougies die vermeld zijn in het Geprogrammeerde Onderhoudsschema; geadviseerd wordt contact op te nemen met het FIAT
Servicenetwerk om de bougies te laten vervangen.
(5) Maximale kilometerstand: 120.000 km. Ongeacht de kilometerstand moet de riem om de 6 jaar vervangen worden. Als het voertuig wordt gebruikt onder
veeleisende omstandigheden (stoffige omgevingen, bijzonder zware weersomstandigheden, langdurig bij zeer lage of zeer hoge temperaturen, veel stadsritten,
langdurig stationair lopen van de motor): aanbevolen maximum aantal kilometers is 60.000 km. De riem moet elke 4 jaar worden vervangen, ongeacht de
afgelegde afstand.
154
ONDERHOUD EN ZORG
62)Het motorkoelsysteem moet worden
gevuld met PARAFLUUPantivries. Vul
koelvloeistof bij met dezelfde kenmerken als
de koelvloeistof waarmee het koelsysteem
reeds is gevuld. PARAFLU
UPmag niet
met andere typen vloeistoffen worden
gemengd. Mocht dit toch gebeuren, start
de motor dan in geen geval en neem
contact op met het Fiat Servicenetwerk.
63)Vermijd elk contact tussen de uiterst
corrosieve remvloeistof en de gelakte
delen. Spoel bij contact onmiddellijk uit met
rijkelijk water.
BELANGRIJK
3)De gebruikte motorolie en oliefilters
bevatten stoffen die schadelijk zijn voor het
milieu. Het verdient aanbeveling de olie
en de filters te laten vervangen door het
Fiat Servicenetwerk.
4)Gebruikte versnellingsbakolie bevat
stoffen die schadelijk zijn voor het milieu.
Het wordt aanbevolen de olie te laten
vervangen door het Fiat Servicenetwerk
waar deze op milieuvriendelijke wijze en in
overeenstemming met de wettelijke
voorschriften verwerkt wordt.
ACCU
Het voertuig is voorzien van een
onderhoudsarme accu: onder normale
gebruiksomstandigheden hoeft er
niet bijgevuld te worden met elektrolyt
en gedestilleerd water.
ACCULADING EN
ELEKTROLYTNIVEAU
CONTROLEREN
De werkzaamheden moeten uitgevoerd
worden zoals beschreven in dit
Instructieboek en uitsluitend door
gespecialiseerd personeel. Het bijvullen
mag uitsluitend door gespecialiseerd
personeel bij een Fiat Servicenetwerk
worden verricht.
180) 181)
DE BATTERIJ
VERVANGEN
Vervang indien nodig de accu door een
andere originele accu met dezelfde
specificaties.
Als de accu vervangen wordt door een
accu met andere specificaties, dan
zijn de onderhoudsintervallen die in het
“Onderhoudsschema” zijn vermeld,
niet meer geldig.Volg de aanwijzingen van de fabrikant
van de accu voor het onderhoud.
182) 183) 184)
64)
5)
STILSTAND VAN HET
VOERTUIG (VOERTUIGEN
MET START&STOP
SYSTEEM)
Als het voertuig enige tijd niet gebruikt
wordt (of als de accu wordt vervangen),
moet speciale aandacht besteed
worden aan het loskoppelen van de
stroomvoorziening van de accu.
Ga hiervoor als volgt te werk: maak de
stekker A fig. 132 (door het indrukken
van knop B) van de sensor C voor
de bewaking van de accustatus op de
minklem D van de accu los. Deze
sensor mag nooit van de accu
losgemaakt worden, behalve als de
accu wordt vervangen.
BELANGRIJK Wacht, nadat de
contactsleutel naar STOP is gedraaid
en het bestuurdersportier is gesloten,
minstens een minuut voordat u de
elektrische voeding van de accu
loskoppelt en vervolgens weer aansluit.
161
Uconnect™ LIVE-services via de
radio
Het gedeelte "Instellingen" kan worden
geopend via hetUconnect™
LIVE-radiomenu door te drukken op
het pictogram
. In deze sectie kan
de gebruiker de systeemopties
controleren en naar eigen voorkeur
wijzigen.
Systeemupdates
Als een update voor hetUconnect™
LIVEsysteem beschikbaar is terwijl
deUconnect™ LIVEservices worden
gebruikt, dan wordt de gebruiker
hiervan op de hoogte gebracht via een
bericht op het radioscherm.
201)
Aangesloten services die kunnen
worden geraadpleegd op het
voertuig
Deeco:Drive™en my:Car applicaties
zijn ontwikkeld om de rijervaring van
de klant te verbeteren, en daarom zijn
ze verkrijgbaar op alle markten waar
toegang tot deUconnect™ LIVE
services mogelijk is.
Als het navigatiesysteem in de
autoradio wordt geïnstalleerd, dan
wordt bij toegang tot deUconnect™
LIVEservices het gebruik van de "Live"
services geactiveerd.eco:Drive™
Met deeco:Drive™applicatie kan uw
rijgedrag in realtime worden weergeven,
zodat u uw rijstijl kunt verbeteren voor
wat betreft brandstofverbruik en
uitstoot.
Daarnaast kunnen de gegevens worden
opgeslagen op een USB-flashdrive en
kan een gegevensanalyse worden
gemaakt op uw pc dankzij de
eco:Drive™desktopapplicatie,
beschikbaar op www.driveuconnect.eu.
Het rijgedrag wordt geëvalueerd door
middel van vier indexen die de
volgende parameters controleren:
acceleratie, deceleratie, schakelen,
snelheid.
Weergave van de eco:Drive™
Druk op de toetseco:Drive™om van
deze functie gebruik te maken.
Er wordt een scherm weergegeven op
de radio met de 4 indexen: Acceleratie,
deceleratie, snelheid en schakelen.
Deze indexen zijn grijs totdat het
systeem genoeg gegevens heeft om de
rijstijl te analyseren.
Zodra voldoende gegevens
beschikbaar zijn, nemen de indexen op
basis van de beoordeling 5 kleuren
aan: donkergroen (zeer goed),
lichtgroen, geel, oranje en rood (zeer
slecht).In geval van een langdurige inactiviteit
geeft het display het gemiddelde van de
indexen tot dat moment weer
("Gemiddelde index") en zodra het
voertuig opnieuw wordt gestart, worden
de indexen weer in kleur en in realtime
weergegeven.
Registreren en overdragen van
tripgegevens
De reisgegevens worden opgeslagen in
het systeemgeheugen en overgebracht
door middel van een geschikt
geconfigureerde USB-geheugenstick of
door deUconnect™ LIVEApp.
Op die manier kunt u de geschiedenis
van de verzamelde gegevens, met
een volledige analyse van de
routegegevens en van uw rijstijl,
weergeven.
Ga voor meer informatie naar
www.driveuconnect.eu.
my:Car
202)
Met my:Car kunt u de toestand van uw
auto onder controle houden.
my:Car kan storingen in realtime
detecteren en de gebruiker informeren
over de vervaldatum van het
onderhoudsinterval. Druk op de knop
"my:Car" om van deze toepassing
gebruik te maken.
222
MULTIMEDIA