DAK
VAST GLAZEN
SCHUIFDAK
(voor bepaalde versies/markten)
Het dak bestaat uit een breed glazen
paneel en een handmatig bediend
zonnescherm. Het zonnescherm kan
gebruikt worden in de standen "volledig
gesloten" of "volledig geopend".
Pak om het zonnescherm te openen de
hendel vast, druk tand A fig. 29 in en
breng het in de volledig geopende
stand.
Pak om het te sluiten de hendel vast en
breng het zonnescherm terug in de
gesloten stand totdat tand A op zijn
plaats klikt.SCHUIFDAK
(voor bepaalde versies/markten)22)
11) 12) 13)
Volg hetgeen beschreven wordt onder
"vast glazen schuifdak" voor het
bewegen van het schuifdak.
Openen
Houd knop A naast de
plafondverlichting voorin ingedrukt fig.
30 om het dak in de "spoiler"-stand
te zetten.
Houd terwijl het dak geopend is in de
"spoiler"-stand knop A opnieuw
ingedrukt om het dak in de volledig
geopende stand te plaatsen. Het dak
stopt in de stand die is bereikt wanneer
de knop wordt losgelaten.Sluiten
Druk op knop B fig. 30 vanuit de
volledig geopende stand: het voorste
glazen paneel wordt in de
“spoilerstand” gebracht. Het dak stopt
in de stand die is bereikt wanneer de
knop wordt losgelaten. Houd knop
B weer ingedrukt om het dak in de
volledig gesloten stand te plaatsen.
KNELBEVEILIGING
Het schuifdak is uitgerust met een
knelbeveiliging die tijdens het sluiten
van het dak een eventueel obstakel kan
herkennen. Wanneer dit gebeurt, stopt
het systeem de beweging van het
dak en keert de beweging onmiddellijk
om.
INITIALISATIEPROCEDURE
Als de accu werd losgekoppeld of als
de zekering is doorgebrand, moet
het schuifdak opnieuw worden
geïnitialiseerd.
Ga als volgt te werk:
druk op knop B fig. 30 en houd
deze ingedrukt om het schuifdak,
stapsgewijs, volledig te sluiten;
wacht, nadat het dak volledig
gesloten is, tot de motor van
het schuifdak gestopt is.29F0S0097
30F0S0096
30
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
NOODBEDIENING
Als het elektrisch systeem voor de
bediening van het schuifdak niet
werken, kan het schuifdak handmatig
bediend worden zoals hieronder is
beschreven:
verwijder, voor handmatige
bediening, de beschermdop A fig. 31
uit de behuizing op de binnenste hoes
achter het zonnescherm;
neem de inbussleutel uit de
gereedschapshouder in de
bagageruimte;
steek de bijgeleverde sleutel in de
behuizing B fig. 31 en draai hem
rechtsom om het schuifdak te openen
of linksom om het schuifdak te sluiten.
BELANGRIJK
22)Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als het voertuig wordt verlaten
om te voorkomen dat onverwachtse
bediening van het schuifdak gevaar
oplevert voor de achtergebleven
passagiers. Oneigenlijk gebruik van het
schuifdak kan gevaarlijk zijn. Controleer
voor en tijdens het bedienen altijd of
iemand kan worden verwond door het
bewegende schuifdak of door voorwerpen
die door het mechanisme worden
meegesleept of geraakt.
BELANGRIJK
11)Open het schuifdak alleen in
“spoilerstand” als er een imperiaal
gemonteerd is.
12)Open het schuifdak niet als er sneeuw
of ijs op ligt: risico op beschadiging.
13)Let op dat er geen voorwerpen op de
hoedenplank worden geraakt wanneer
de achterklep wordt geopend.
CABRIODAK
Tips
Het wordt geadviseerd de softtop te
sluiten terwijl de auto geparkeerd is.
Het gesloten cabriodak beschermt de
auto tegen weersinvloeden en diefstal.
Ook bij gesloten dak wordt
geadviseerd waardevolle spullen in de
bagageruimte op te bergen en het
deksel af te sluiten.
BEDIENING CABRIODAK
23) 24) 25)
14) 15) 16)
BELANGRIJK Bij herhaalde bediening
binnen korte tijd kan de motor van
de softtop oververhit raken en het
systeem blokkeren door tussenkomst
van de thermische beveiliging. Wacht
een minuut en probeer opnieuw.
Openen vanuit de volledig gesloten
stand
Druk een keer op de knop A fig. 32 om
het cabriodak automatisch te openen
tot de horizontale open stand
(spoilerstand).
31F0S0098
31
Als er op een van beide knoppen wordt
gedrukt voordat de spoilerstand is
bereikt, kan het dak stoppen in een
horizontale geopende tussenstand.
Openen vanuit de horizontale
tussenstand
Druk vanuit de horizontale tussenstand
op knop A fig. 32 en het dak zal
automatisch openen tot de volledig
geopende horizontale stand
(spoilerstand) fig. 33.Openen vanuit de spoilerstand naar
de volledig open stand
Als vanuit de spoilerstand één keer op
knop A fig. 32 wordt gedrukt, gaat
het dak automatisch naar de stand
volledig open (verticale opening) fig. 34.
Als er op een van beide knoppen wordt
gedrukt voordat de eindstand is bereikt,
stopt het cabriodak en keert het terug
naar de beginstand (spoilerstand).
BELANGRIJK De verticale opening is
niet mogelijk als de achterklep is
geopend.
BELANGRIJK Als het vouwdak tijdens
zijn beweging blokkeert, is het mogelijk
zijn positie kwijt; in dat geval moet u
een volledige open- / sluitcyclus
uitvoeren.Sluiten vanuit de volledig geopende
stand
Druk een keer op de knop B fig. 32 om
het dak automatisch tot de spoilerstand
te sluiten (verticaal deel sluiten). Als er
op een van beide knoppen wordt
gedrukt voordat de spoilerstand is
bereikt, stopt het dak en wordt
de beweging in de richting van de
aanvankelijke stand (volledig open)
omgekeerd.
Begintoestand: vanuit spoilerstand
naar volledig gesloten dak
Druk in de spoilerstand op de knop B
fig. 32 om het dak automatisch in
de veilige stand te plaatsen (circa 25
cm van de volledig gesloten stand). Als
er op een van beide knoppen wordt
gedrukt voordat de stopstand is
bereikt, kan het cabriodak stoppen in
een horizontale open tussenstand.
OPMERKING Het dak sluit niet
automatisch helemaal; houd de knop B
fig. 32 ingedrukt om het dak helemaal
te sluiten.
Het dak stopt meteen als de knop
wordt losgelaten voordat de volledig
gesloten stand wordt bereikt.
32F0S0542
33F0S0546
34F0S0545
32
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
houd de knop, als de softtop
volledig geopend is, gedurende ten
minste 2 seconden ingedrukt;
houd de knop voor het sluiten van
de softtop ingedrukt tot deze volledig
gesloten is;
houd de knop, als de softtop
volledig gesloten is, gedurende ten
minste 2 seconden ingedrukt;
Als de procedure voltooid is, zal de
softtop automatisch een volledige
cyclus openen en sluiten uitvoeren (tot
25 cm voor de volledig gesloten stand)
om de bestuurder te laten weten dat
de correcte werking hersteld is.
WINDSTOPPER
Om de windstopper fig. 35 te
gebruiken:
Ontgrendel de rugleuning van de
achterbank (één geheel of in delen).
Bevestig de windstopper door het
centrale deel in de achterruitgeleiding te
schuiven met het holle deel in de
richting van de inzittende, zoals
aangegeven op de afbeelding fig. 35.
Breng de rugleuning terug op zijn
plaats; de windstopper wordt geborgd
tussen de stoel en de hoedenplank.
VOORSPOILER
De auto is voorzien van een voorspoiler
die omhoog kan worden gebracht om
het aerodynamische comfort in het
interieur te verbeteren.
U brengt de spoiler omhoog door de
klem los te maken door schuif A in
stand 2 te schuiven zoals wordt
aangegeven in fig. 36.DAK WASSEN/REINIGEN
17) 18) 19) 20) 21) 22) 23) 24)
BELANGRIJK
23)Houd tijdens het openen en sluiten van
het dak of wanneer het dak stopt in een
bepaalde stand voordat de cyclus is
voltooid, de handen uit de buurt van het
dakmechanisme om schade en letsel
te voorkomen.
24)Houd kinderen uit de buurt van de
bewegingszone van het cabriodak tijdens
het openen en sluiten.
25)Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als het voertuig wordt verlaten
om het risico op letsel te voorkomen als het
schuifdak per ongeluk wordt bediend:
onjuist gebruik van het dak kan gevaarlijk
zijn. Controleer voor en tijdens het
bedienen altijd of de passagiers niet
kunnen worden verwond door het
bewegende vouwdak of door voorwerpen
die hierdoor worden geraakt of
meegesleept.
BELANGRIJK
14)Open het dak nooit als er sneeuw of ijs
op ligt, om beschadiging te voorkomen.
15)Leg geen voorwerpen op de
hoedenplank om beschadiging te
voorkomen als het dak gesloten wordt.
16)Er mogen geen ladingen op het dak
worden geplaatst.
35F0S0550
36F0S0548
34
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
17)Vogelpoep en hars van bomen en
planten moeten zo snel en zo goed
mogelijk verwijderd worden, omdat hierin
bijzonder agressieve zuren aanwezig zijn.
18)Gebruik nooit hogedrukreinigers.
19)Als er stroom- of hogedrukreinigers
gebruikt worden, houd dan een geschikte
afstand aan en gebruik geen water dat
warmer is dan 60 °C. Als de afstand te kort
en de druk te hoog is, kan dat leiden tot
schade, vervormingen en binnendringen
van water.
20)Als een spuitlans wordt gebruikt, richt
deze dan niet op de randen van de stof
en het frame van de achterruit om te
voorkomen dat water binnendringt.
21)Gebruik nooit alcohol, benzine,
chemische producten, reinigingsmiddelen,
vlekkenverwijderaars, was, oplosmiddelen
en "was- en polijstmiddelen".
22)Spoel zeepresten onmiddellijk af om
vlekken en kringen te voorkomen. Herhaal
de handeling indien nodig.
23)Onmiddellijk afspoelen en deze
handeling zo nodig herhalen. Als u de
softtop weer waterdicht wilt maken, de
instructies op de verpakking van het door u
gekozen waterdichtmakende product
strikt opvolgen om optimale resultaten te
behalen.
24)De rubberen pakkingen van de softtop
mogen uitsluitend met water gereinigd
worden. Als opgemerkt wordt dat deze
droog of kleverig zijn, breng dan talkpoeder
aan of gebruik producten voor de
verzorging van rubber (siliconenspray).BAGAGERUIMTE
26) 27) 28)
ELEKTRISCH BEDIENDE
HANDGREEP (SOFT
TOUCH)
Als de portieren ontgrendeld zijn kan de
achterklep op elk moment worden
geopend.
Om de achterklep met deze handgreep
te kunnen openen, moet een van de
voorportieren geopend worden of
moeten de portieren ontgrendeld zijn
met de afstandsbediening of met de
mechanische sleutel.
Bedien de elektrische handgreep A
fig. 37 om de achterklep te openen.
Gebruik de metalen baard van
de contactsleutel om het slot
handmatig te ontgrendelen.
Druk op de knopom het slot
met de afstandsbediening te
ontgrendelen.
Gebruik de handgreep aan de
binnenkant van de achterklep om deze
te sluiten.
Als de achterklep niet goed is
gesloten, gaat het hiervoor bestemde
lampje (indien aanwezig) op het
instrumentenpaneel of het
kleurendisplay branden.Openen achterklep bij volledig
geopend vouwdak
Druk op de "one-touch" knop A fig. 37
om het vouwdak automatisch tot de
spoilerstand te sluiten. Bij het bereiken
van de spoilerstand wordt het slot
van de achterklep ontgrendeld.
29)
NOODPROCEDURE
ACHTERKLEP OPENEN
Ga als volgt te werk om de achterklep
vanuit het interieur te openen wanneer
de accu leeg is of bij een storing in
het elektrische vergrendelsysteem van
de achterklep:
verwijder de achterste
hoofdsteunen;
klap de rugleuningen neer;
gebruik hendel A fig. 38 om de
achterklep vanuit de bagageruimte
mechanisch te openen.
37F0S0101
35