I - Automatische klimaatregeling
in-/uitschakelen
BELANGRIJK
2)Het systeem gebruikt een R1234yf
koelmiddel dat compatibel is met de
wetten die van kracht zijn in de landen
waar het voertuig wordt verkocht. Gebruik
tijdens het laden alleen het gas dat is
aangeduid op het plaatje in de
motorruimte. Het gebruik andere
koelmiddelen heeft invloed op de efficiency
en conditie van het systeem. Het
smeermiddel dat voor de compressor
wordt gebruikt, is ook strikt gekoppeld aan
het type koelgas; raadpleeg het Fiat
Servicenetwerk.
BELANGRIJK
10)Gebruik nooit het koelmiddel R12 of
R134a, aangezien dit niet compatibel
is met de systeemcomponenten van de
klimaatregeling.
ELEKTRISCHE
RUITBEDIENING
20) 21)
Deze werkt met de contactsleutel in de
stand MAR en gedurende circa twee
minuten nadat de contactsleutel naar
de stand STOP is gedraaid of
verwijderd is.
De bedieningsknoppen voor de
elektrische ruitbediening bevinden zich
achter de versnellingspook en bedienen
fig. 28:
A Openen/sluiten linkerruit.
B Openen/sluiten rechterruit.
Houd de knop een paar seconden
ingedrukt om de ruit automatisch
omlaag te laten komen of houd hem
ingedrukt om de ruit automatisch
omhoog te laten schuiven (alleen met
de sleutel op MAR).
BELANGRIJK
20)Oneigenlijk gebruik van de elektrische
ruitbediening kan gevaarlijk zijn. Controleer
voor en tijdens het bedienen altijd of de
passagiers niet kunnen worden verwond
door de bewegende ruiten of door
voorwerpen die door de ruit worden
meegesleept of geraakt.
21)Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als het voertuig wordt verlaten
om te voorkomen dat onverwachtse
bediening van de elektrische ruitbediening
gevaar oplevert voor de achtergebleven
passagiers.
28F0S0590
29
De identificatiegegevens van de tank
zijn op de tank zelf gedrukt, onder
de multikleppengroep:
identificatienummer van land van
typegoedkeuring en
typegoedkeuringsnummer;
soort gas waarvoor de tank is
ontworpen (LPG);
naam fabrikant van de tank;
bedrijfsdruk tank (30 bar);
maximum vulpercentage (80%);
tankafmetingen;
nominale tankinhoud in liters;
fabricagedatum tank (maand/jaar);
serienummer van de tank.
LPG-/
BENZINESCHAKELAAR
37)
29)
Deze zit in de middelste tunnelconsole
fig. 44 en omvat:
Abenzine-/LPG-schakelaar.
BLPG-meter; 5 leds, vier groene en
een oranje om de reserve aan te
geven. De oranje led gaat branden als
er nog maar één groene led brandt.
Cindicatie werking op benzine:
oranje led naast de schakelaarA. Deze
functie wordt rechtstreeks geregeld
door de LPG regeleenheid.
Dindicatie werking op LPG: groene
led naast de schakelaarA. Deze functie
wordt rechtstreeks geregeld door de
LPG regeleenheid.
BELANGRIJK Als de contactsleutel
naar MAR wordt gedraaid, gaan alle
leds gedurende ongeveer 4 seconden
branden (controlefunctie).
Het starten van de motor vindt altijd
plaats op benzine; daarna, afhankelijk
van de stand van schakelaar A fig.
44, gebeurt het volgende:
de schakelaar A naar rechts
ingedrukt (aangegeven met het
symbool) geeft werking op benzine
aan, samen met de inschakeling van de
bijbehorende oranje led C;
de schakelaar A naar links ingedrukt
(aangegeven met het symbool G)
geeft werking op LPG aan, samen met
de inschakeling van de bijbehorende
groene LED D.Vijf leds B (een geel en vier groene) aan
de bovenkant van de schakelaar geven
de hoeveelheid LPG in de tank aan.
Als het LPG op is, schakelt het systeem
automatisch over op benzine: de
oranje led C naast de schakelaar gaat
branden en de groene led D die de
werking op LPG aangeeft, gaat uit.
Wanneer er weer LPG getankt wordt,
keert het systeem, na een start op
benzine, automatisch terug naar
werking op LPG: de oranje led C naast
de schakelaar gaat uit en de groene
led D voor werking op LPG gaat
branden.
Als u uitdrukkelijk op benzine wilt rijden,
drukt u op de rechterkant van de
schakelaar A.
De gele LED C naast de schakelaar
gaat branden om aan te geven dat de
omschakeling heeft plaatsgevonden
(het LPG-brandstofsysteem is volledig
uitgeschakeld).
De brandstoftoevoer kan alleen
teruggezet worden op LPG door de
schakelaar opnieuw te bedienen, de
groene led D naast de schakelaar gaat
weer branden om aan te geven dat
de omschakeling heeft plaatsgevonden.
Bovendien kan, bij het starten bij een
buitentemperatuur van minder dan
ongeveer -10 °C, de omschakeltijd van
benzine naar LPG langer zijn om de
drukregelaar voor te verwarmen.
44F0S0673
39
ECO-FUNCTIE
(voor bepaalde versies/markten)
Druk, met de contactsleutel in de
stand MAR, op de ECO-knop B fig. 78
om de functie in te schakelen. Het
woord ECO verschijnt op het display of
er wordt, afhankelijk van de versie,
een speciaal scherm weergegeven.
Bij geactiveerde functie, is de auto
ingesteld voor het rijden in de stad, wat
gekenmerkt wordt door een lichter
draaiend stuur (Dualdrive-systeem
ingeschakeld) en een lager
brandstofverbruik.
Druk nogmaals op de knop om de
functie te deactiveren.
Deze functie wordt niet opgeslagen,
dus zal het systeem met deze functie
ingeschakeld herstarten als de motor
opnieuw wordt gestart.
BELANGRIJK
128)After-market werkzaamheden waarbij
wijzigingen van de stuurinrichting of de
stuurkolom betrokken zijn (bijv. bij montage
van een alarmsysteem) zijn ten strengste
verboden. Dergelijke werkzaamheden
kunnen de prestaties van het systeem, de
garantie en de veiligheid in gevaar brengen
waardoor de auto niet meer aan de
typegoedkeuring voldoet.129)Zet altijd de motor uit en verwijder de
contactsleutel uit het slot om het stuurwiel
te vergrendelen, alvorens
onderhoudswerkzaamheden uit te voeren,
in het bijzonder wanneer de wielen van
de auto de grond niet raken. Als dit niet
mogelijk is (bijv. als de contactsleutel in de
stand MAR moet staan of als de motor
moet draaien), de hoofdzekering van de
elektrische stuurbekrachtiging verwijderen.
START&STOP-
SYSTEEM
130) 131) 132) 133)
46)
(voor bepaalde versies/markten)
Het Start&Stop-systeem zet
automatisch de motor af wanneer de
auto stilstaat en start de motor zodra
de bestuurder weer wil gaan rijden.
Dit verhoogt de efficiëntie van het
voertuig dankzij een beperking van het
brandstofverbruik, de uitstoot van
schadelijke uitlaatgassen en de
geluidsoverlast.
BEDIENINGSWIJZE
Afzetten van de motor
Met handgeschakelde versnellingsbak:
bij stilstaande auto, wordt de motor
afgezet als de versnellingsbak in de
vrijstand staat en het koppelingspedaal
niet is ingetrapt.
Met Dualogic versnellingsbak: de motor
wordt afgezet als de auto stil staat en
het rempedaal wordt ingetrapt. De
motor wordt ook afgezet als het
rempedaal niet wordt ingetrapt, maar
als de keuzehendel in de stand N
(Neutraal) staat.
110
STARTEN EN RIJDEN
Topsnelheid
Bij een hogere snelheid neemt het
brandstofverbruik fors toe. Rijd dus
zoveel mogelijk met een constante
snelheid, vermijd overbodig remmen en
optrekken. Dit kost alleen brandstof
en verhoogt tevens de uitstoot van
schadelijke uitlaatgassen.
Acceleratie
Bruusk optrekken kost veel brandstof
en verhoogt de uitstoot van schadelijke
uitlaatgassen: geef geleidelijk aan gas
zonder het maximumkoppel te
overschrijden.
GEBRUIKS-
OMSTANDIGHEDEN
Koude start
Bij korte ritten en regelmatig koud
starten kan de motor niet de optimale
bedrijfstemperatuur bereiken. Daardoor
zullen het verbruik (van +15 tot +30%
in het stadsverkeer) en de emissies
toenemen.Verkeerssituatie en conditie van het
wegdek
Op drukke wegen, bijvoorbeeld bij
filerijden waarbij vooral lage
versnellingen worden gebruikt, of in de
stad waar zich veel verkeerslichten
bevinden, zal het brandstofverbruik
aanmerkelijk hoger zijn. Bochtige
trajecten over bergwegen en een slecht
wegdek verhogen eveneens het
brandstofverbruik.
Stilstaan in het verkeer
Bij langdurig stilstaan (bijv. voor
spoorwegovergangen) is het raadzaam
de motor af te zetten.TANKEN
138) 139) 140)
Controleer het type brandstof alvorens
te tanken. Zet ook de motor af alvorens
te tanken.
BENZINEVERSIES
Tank alleen loodvrije benzine met een
octaangehalte (R.O.N.) van ten minste
95 (EN228-specificatie).
BELANGRIJK Een beschadigde
katalysator veroorzaakt schadelijke
uitlaatgassen, met luchtvervuiling tot
gevolg.
BELANGRIJK Vul de tank nooit, ook
niet met een minimale hoeveelheid
in een noodgeval, met loodhoudende
benzine bij, dit kan leiden tot
onherstelbare schade aan de
katalysator.
TANKINHOUD
Om de tank volledig te vullen, kan men
twee keer bijvullen nadat het
tankpistool is afgeslagen. Meer bijvullen
kan storingen in het
brandstoftoevoersysteem veroorzaken.
118
STARTEN EN RIJDEN
Lampen
Gebruik Type Vermogen Ref. Figuur
Grootlicht H7 55W D
Dimlicht H7 55W D
Dimlicht met Xenon gasontladingslampen (voor
bepaalde versies/markten)D1S 35W F
Stadslichten voor / dagrijlichten W21W / LL 5/2IW A
Richtingaanwijzers voor WY21W / PY24W 21W B
Richtingaanwijzers voor (met Xenon
gasontladingslampen)PY24W 24W B
Zijrichtingaanwijzer W5W 5W A
Richtingaanwijzers achter PY21W 21W B
Achter-/remlicht P21 / 5W 10W B
Achteruitrijlicht W16W 21W B
Mistachterlicht W16W 2IW B
Plafondverlichting C5W 5W C
Bagageruimteverlichting W5W 5W A
Kentekenverlichting C5W 5W C
Mistlampen H3 55W E
Derde remlicht W5W 5W A
125