34
Aanbevelingen
Het touchscreen is een capacitief scherm.
Het kan bij alle temperaturen worden gebruikt.
Houd geen puntige voorwerpen tegen het
touchscreen.
Raak het touchscreen niet aan met vochtige
vingers.
Gebruik een schone en zachte doek om het
touchscreen te reinigen.
Werkingsprincipes
Gebruik de toetsen aan weerszijden van het
touchscreen om de menu's te openen en
druk ver volgens op de op het touchscreen
weergegeven toetsen.
De functies kunnen op 1 pagina of op 2
pagina's worden weergegeven.
Druk op OFF/ON om een functie in of uit te
schakelen.
Druk op het pictogram van de functie om een
instelling (verlichtingsduur enz.) te wijzigen of
aanvullende informatie te bekijken.Als gedurende enkele seconden geen
handelingen op de secundaire pagina
worden uitgevoerd, wordt automatisch de
hoofdpagina weer weergegeven. Gebruik deze toets om uw keuze te
bevestigen.
Gebruik deze toets om terug te
keren naar de vorige pagina.
Menu's
Radio Media.
Zie de rubriek "Audio en
datacommunicatie".
Mirror Screen of Online
navigatie*.
Zie de rubriek "Audio en
datacommunicatie".
Airconditioning.
Hiermee kunnen onder andere de
temperatuur en de aanjagersnelheid
worden ingesteld.
Raadpleeg de desbetreffende rubrieken
voor meer informatie over de Ver war ming ,
Handbediende airconditioning en
Automatische airconditioning .
*
V
olgens uitvoering. Telefoon.
Zie de rubriek "Audio en
datacommunicatie".
Toepassingen.
Hiermee kunnen de beschikbare online
services worden weergegeven.
Zie de rubriek "Audio en
datacommunicatie".
Voertuig of Rijden*.
Hiermee kunnen bepaalde functies
worden geactiveerd, gedeactiveerd
en geconfigureerd.
De via dit menu beschikbare functies
zijn verdeeld onder twee tabbladen:
" Voertuiginstellingen " en "Rijfuncties ".
Volumeregeling/onderbreken van
het geluid.
Zie de rubriek 'Audio en
datacommunicatie'.
Druk met drie vingers op het touchscreen
om de menucarrousel weer te geven.
Instrumentenpaneel
36
Configuratie
De via dit menu toegankelijke
functies zijn in de volgende tabel
weergegeven. Sommige instellingen
zijn toegankelijk vanaf een
secundaire pagina.
To e t s Toelichting
Thema.
Audio-instellingen.
Scherm uitschakelen.
Systeeminformatie.
Ta l e n .
Instellen van datum en tijd.
Configureren van de
scherminstellingen
(weergavewijze van teksten,
animaties enz.) en de
lichtsterkte.
CITROËN Connect Nav
Tabblad Rijfuncties
Functie
Aanwijzingen
Park Assist Inschakelen van de functie.
Automatisch uitschakelen van het
grootlicht Inschakelen/uitschakelen van de functie.
Panoramacamera Inschakelen/uitschakelen van de functie.
Stop & Star t Inschakelen/uitschakelen van de functie.
Parkeerhulp Inschakelen/uitschakelen van de functie.
Antispinregeling Inschakelen/uitschakelen van de functie.
Dodehoekbewaking Inschakelen/uitschakelen van de functie.
Resetten bandenspanningscontrole-
systeem Resetten van het bandenspanningscontrole
-s
ysteem.
Opslaan van snelheden Opslaan van de snelheden voor de
snelheidsbegrenzer of de snelheidsregelaar.
Diagnose Overzicht van de actuele
waarschuwingsmeldingen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over een van deze
functies.
Instrumentenpaneel
40
Met audiosysteem
F Druk op de knop MENU om het hoofdmenu
te openen.
F
D
ruk op de knop " 7" of " 8" om het menu
"Persoonlijke instelling – configuratie" weer
te geven en druk ver volgens op OK.
F
D
ruk op de knop " 5" of " 6" om het menu
"Configuratie beeldscherm" weer te geven
en druk ver volgens op OK.
F
D
ruk op de knop " 5" of " 6" om de regel
"Datum en tijd instellen" te selecteren en
druk ver volgens op OK.
F
D
ruk op de knop " 7" of " 8" om de
parameter die u wilt veranderen te
selecteren en bevestig door op de knop OK
te drukken.
F
S
tel de parameters één voor één in en
bevestig met de knop OK.
F
D
ruk op de knop " 5" of " 6" en ver volgens
op de knop " OK" om het vakje " OK" te
selecteren en bevestig of druk op de knop
" Te r u g " om te annuleren.
Met CITROËN Connect
Radio
F Selecteer het menu
Instellingen .
F
Sel
ecteer " Systeemconfiguratie ".
F
Sel
ecteer " Datum en tijd ".
F
Sel
ecteer " Datum" of "Tijd".
F
S
electeer de indeling van de weergave.
F
W
ijzig de datum en/of de tijd met het
numerieke toetsenbord.
F
Be
vestig met " OK".
Met CITROËN Connect Nav
Het instellen van de datum en tijd is alleen
mogelijk als de GPS-synchronisatie is
uitgeschakeld.
F
S
electeer het menu
Instellingen .
F
D
ruk op de toets " OPTIES" om de
secundaire pagina te openen.
F
Sel
ecteer "Instellen tijd-
datum ". F
S
electeer het tabblad "
Datum" of "Tijd".
F
W
ijzig de datum en/of de tijd met het
numerieke toetsenbord.
F
Be
vestig met "
OK".
Aanvullende instellingen
U kunt:
-
D e weergave-indeling voor de datum en de
tijd (12 H/24 H) wijzigen.
-
D
e regelfunctie voor de zomertijd/wintertijd
activeren of deactiveren.
-
D
e GPS-synchronisatie in- of uitschakelen.
Instrumentenpaneel
67
Mode AUTO
Airconditioning aan/uit
De airconditioning kan tijdens alle seizoenen effectief
gebruikt worden, mits de ruiten zijn gesloten.
Het systeem stelt u in staat:
-
d
e temperatuur in het interieur 's zomers te
verlagen,
-
i
n de winter bij temperaturen boven 3 °C beslagen
ruiten snel te ontwasemen.
F Druk op deze toets om de airconditioning in/uit te
schakelen.
De airconditioning werkt niet als de regeling
voor de luchtopbrengst is uitgeschakeld.
Automatische
airconditioning
De airconditioning werkt bij draaiende motor,
maar de aanjager en bedieningsfuncties
werken ook bij ingeschakeld contact.
De werking van de airconditioning en de
regeling van de temperatuur, de luchtopbrengst
en de luchtverdeling in het interieur worden
automatisch aangestuurd.
F
S
electeer het menu
Airconditioning van het
touchscreen om de pagina met
de bedieningsknoppen van het
systeem weer te geven.
Regeling van de temperatuur
F Druk op een van deze toetsen om de waarde te verlagen
(blauw) of te verhogen (rood).
De weergegeven waarde heeft betrekking op een bepaald
comfortniveau en niet op een exacte temperatuur.
Druk voor maximale koeling of ver warming
van de passagiersruimte op de boven- of
onderkant van de toets voor het instellen
van de temperatuur totdat LO of HI wordt
weergegeven.
Automatisch
comfortprogramma
F Druk op de toets AUTO om het
automatische programma van
de airconditioning in of uit te
schakelen.
1. Regeling van de luchtopbrengst.
2. Instellen van de temperatuur.
3. Instellen van de luchtverdeling.
4. Toegang tot de secundaire pagina.
5. Recirculatie van de interieurlucht.
6. Airconditioning A AN/UIT.
7. Automatisch schakelprogramma. Het airconditioningssysteem werkt
automatisch: afhankelijk van het comfortniveau
dat u hebt geselecteerd, zorgt het systeem voor
een optimale temperatuur, luchtopbrengst en
luchtverdeling in het interieur.
F
D
ruk op deze knop om de
secundaire pagina weer te
geven. Op deze pagina kunt u de
intensiteit van het automatische
comfortprogramma aanpassen
door een van de drie beschikbare
instellingen te kiezen.
F
D
ruk om de actuele instelling te
wijzigen meerdere keren op de
knop om de gewenste intensiteit
te selecteren:
" Soft ": voor een aangenaam comfort en een
zo laag mogelijk geluidsniveau, doordat de
aanjagersnelheid beperkt wordt.
" Normal ": voor het beste compromis tussen
een aangename temperatuur en een laag
geluidsniveau (standaardinstelling).
" Fast ": voor een doeltreffende en dynamische
luchttoevoer.
3
Ergonomie en comfort
11
Navigatie
Een bestemming kiezen
Naar een nieuwe bestemming
of Druk op Navigatie
om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " Menu" om de secundaire
pagina weer te geven.
Selecteer " Adres invoeren ".
Selecteer het " Land".
Voer de " Plaats", "Straat " en "Nummer " in en bevestig
uw keuze door op de getoonde suggesties te drukken.
Druk op " OK" om de
" Navigatiecriteria " te selecteren.
en/of Selecteer " Op kaar t tonen " om de
" Navigatiecriteria " te selecteren.
Druk op " OK" om de navigatie te
starten. Uitzoomen/inzoomen met de
aanraaktoetsen of met twee vingers op
het scherm.
Om de navigatie te kunnen gebruiken, moet u
met het virtuele toetsenbord de "
Plaats", de
" Straat " en het " Nummer " invoeren of een
adres in de lijst van " Contact" of "Historie "
selecteren.
Wanneer u geen nummer bevestigt, leidt
de navigatie u naar een van de hoeken
van de straat.
Naar een recente
bestemming
of Druk op Navigatie
om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " Menu" om de secundaire
pagina weer te geven.
Selecteer " Mijn bestemmingen ".
Selecteer het tabblad " Recent".
Selecteer het adres in de lijst om de
" Navigatiecriteria " weer te geven. Druk op "
OK" om de navigatie te
starten.
Selecteer " Positie" om de bestemming op
de kaart weer te geven.
Naar "My home" of "My
work"
of Druk op Navigatie
om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " Menu" om de secundaire
pagina weer te geven.
Selecteer " Mijn bestemmingen ".
Selecteer het tabblad " Favorieten".
Selecteer " My home".
Of Selecteer " My work".
Of
Selecteer een vooraf ingestelde favoriete
bestemming.
.
CITROËN Connect Nav
12
Druk op de toets "Menu" om de secundaire
pagina weer te geven.
Selecteer " Mijn bestemmingen ".
Selecteer het tabblad " Contact".
Selecteer een contact in de lijst om de
navigatie te starten.
Naar nuttige plaatsen (POI)
De nuttige plaatsen (POI) zijn onder verdeeld in
verschillende categorieën.
of Druk op Navigatie
om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " Menu" om de secundaire
pagina weer te geven. Selecteer "
Points of interest ".
Selecteer het tabblad " Reizen",
" Activiteiten ", "Winkels ",
" Openbaar " of "Geografisch ".
Of Selecteer " Zoeken" om de naam
en het adres van een "POI" in te
voeren.
Druk op " OK" om de
routeberekening te starten.
Naar een punt op de kaart
of Druk op Navigatie
om de
hoofdpagina weer te geven.
Versleep de kaart met uw vinger naar de
gewenste locatie.
Selecteer de bestemming door op de kaart te
drukken. Tik op het scherm om een
markeerpunt te plaatsen en een
submenu weer te geven.
Naar een contact uit het
telefoonboek
of Druk op Navigatie
om de
hoofdpagina weer te geven. Druk op deze toets om de navigatie
te starten.
Of Druk op deze toets om het
weergegeven adres op te slaan.
Door enige tijd op een punt te drukken
wordt een lijst van POI's in de omgeving
geopend.
Naar GPS-coördinaten
of Druk op Navigatie
om de
hoofdpagina weer te geven.
Versleep de kaart met uw vinger naar de
gewenste locatie. Druk op deze toets om de
wereldkaart weer te geven.
Zoom met behulp van het raster
in op het gewenste land of de
gewenste regio.
Druk op deze toets om de GPS-
coördinaten in te voeren.
CITROËN Connect Nav
14
Internetverbinding via de mobiele
telefoon van de gebruiker
Sluit een USB-kabel aan.
De smartphone wordt opgeladen
als deze via een USB-kabel is
verbonden.
Bluetooth-verbinding
Wifi-verbinding Beperkingen m.b.t. het gebruik:
-
M
et CarPlay
® kan uitsluitend de wifi-
verbinding worden gedeeld.
-
M
et MirrorLink
TM kan uitsluitend de
USB-verbinding worden gedeeld.
De kwaliteit van de diensten is afhankelijk
van de kwaliteit van de netwerkverbinding.
Internetverbinding via het
systeem van de auto
Het systeem is automatisch
verbonden met het geïntegreerde
modem voor de diensten "Urgence-
noodoproep of Assistance-
pechhulpoproep", een verbinding
maken via de smartphone van de
gebruiker is niet nodig.
Als "TOMTOM TR AFFIC" wordt
weergegeven, zijn de diensten
beschikbaar.
Met online navigatie beschikt u over de
volgende diensten.
Een pakket online ser vices:
-
We e r,
-
Tankstations,
-
Parkeren,
-
Verkeer,
-
P
OI lokaal zoeken.
Een pakket "Gevarenzone" (optioneel). Werkingsprincipes en normen zijn
permanent aan verandering onderhevig.
Om te zorgen voor een optimale
communicatie tussen de smartphone
en het systeem, adviseren wij u om
het besturingssysteem van uw
smar tphone en de datum en tijd op
zowel de smar tphone als het systeem
up-to-date te houden.
Specifieke instellingen voor
de online navigatie
Via het menu "Instellingen" kunt
u een profiel voor één persoon
of voor een groep personen met
gemeenschappelijke instellingen
aanmaken, waarbij vele instellingen
mogelijk zijn (voorkeuzezenders radio,
audio-instellingen, navigatiegeschiedenis,
favoriete contacten, enz.). De instellingen
worden automatisch aangepast.
of Druk op Navigatie
om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " Menu" om de secundaire
pagina weer te geven.
USB-verbinding
Activeer de Bluetooth-functie van de
telefoon en maak deze 'zichtbaar'
voor alle apparaten (zie de rubriek
"Applicaties").
Selecteer een door het systeem
gevonden wifi-netwerk en maak
hier verbinding mee (zie de rubriek
"Applicaties")
CITROËN Connect Nav
15
Selecteer "Parameters ".
Selecteer " Kaart".
Inschakelen of uitschakelen:
-
"Waarschuwingen voor
gevarenzones toestaan ".
-
"Adviesroute om
eindbestemming te voet te
bereiken "
-
"Versturen van
gegevenstoestaan "
Dit moet per profiel worden
ingesteld.
Selecteer " Config. waarsch. ".
Schakel " Waarschuwen voor
gevarenzones " in of uit.
Selecteer deze knop.
Activeer " Een geluidssignaal
geven".
Als u gebruik wilt maken van online
navigatie, moet u de optie " Versturen van
gegevens toestaan " aanvinken. De weergave van gevarenzones is
afhankelijk van de lokale wetgeving en
het afsluiten van een abonnement op de
dienst.
Doorgeven van
"Gevarenzones"
Om het doorgeven van gevarenzones
toe te staan moet u aanvinken de optie:
"
Waarschuwingen voor gevarenzones
toestaan ".
of Druk op Navigatie
om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " Een nieuwe
gevarenzone doorgeven " in de
bovenste balk van het touchscreen.
Selecteer de optie " Ty p e" om het
type "Gevarenzone" te selecteren.
Selecteer de optie " Snelheid" en vul
deze in met het virtuele toetsenbord.
Druk op " OK" om de gegevens op te
slaan en te verzenden.
Updaten van het pakket
"Gevarenzones"
Druk op Instellingen om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " OPTIES" om de secundaire
pagina weer te geven.
Selecteer " Systeemparam .".
Selecteer het tabblad
" Systeeminfo ".
Selecteer " Raadplegen " om
de versie van de in het systeem
geïnstalleerde modules te
controleren.
Selecteer " Nog uit te voeren
update(s) ".
U kunt de updates van het systeem en
de kaartgegevens downloaden vanaf de
website van het merk.
U vindt daar ook de updateprocedure.
.
CITROËN Connect Nav