Page 57 of 98

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-12
6
DAU20071
Koelvloeistof
Voor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAUN0690Controleren van het koelvloeistofniveau
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud
is, temperatuurverschillen zijn name-
lijk van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistof-
niveau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.
2. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-
niveau staan.
3. Als de koelvloeistof bij of beneden de merkstreep voor minimumniveau
staat, verwijder dan het zijstroomlijn-
paneel links en de afdekking van het
koelvloeistofreservoir om toegang te
krijgen tot het koelvloeistofreservoir.
4. Verwijder de dop van het koelvloei- stofreservoir, vul koelvloeistof bij tot
aan de merkstreep voor maximumni-
veau, en breng dan de dop van het
koelvloeistofreservoir weer aan.
WAARSCHUWING! Verwijd er alleen
d e dop van het koelvloeistofreser-
voir. Pro beer nooit om d e radiator-
vul dop te verwijd eren als de motor
kou d is.
[DWA15162] LET OP: Als er g een
koelvloeistof aanwezi g is, g eb ruik
d an in plaats d aarvan ged istilleer d
water of onthar d leid ingwater. Ge-
b ruik geen har d water of zout wa-1. Merkstreep maximumniveau
2. Merkstreep minimumniveau
3. Koelvloeistofreservoir
1
2
3
1. Zijstroomlijnpaneel links
2. Bout
1. Bout
2. Kap koelvloeistofreservoir
2
1
2 2
2
1
UBR5D0D0.book Page 12 Wednesday, July 5, 2017 11:23 AM
Page 58 of 98

Periodiek on derhou d en afstelling
6-13
6
ter, dit is scha delijk voor de motor.
Als er in plaats van koelvloeistof
water is g eb ruikt, vervan g d it dan
zo snel mo gelijk door koelvloeistof,
an ders is het systeem niet b e-
scherm d te gen vorst en corrosie.
Als er water aan de koelvloeistof is
toe gevoe gd, laat dan een Yamaha
d ealer zo snel mo gelijk het anti-
vries gehalte van de koelvloeistof
controleren om te voorkomen dat
d e effectiviteit van de koelvloeistof
afneemt.
[DCA10473]
5. Breng de afdekking van het koelvloei- stofreservoir aan.
6. Monteer het zijstroompaneel links
door de bouten aan te brengen.
OPMERKING
Steek de uitsteeksels van het stroomlijnpa-
neel in de gleuven, zie de afbeelding.
DAU33032De koelvloeistof verversen
De koelvloeistof moet volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema ververst worden.
Laat de koelvloeistof verversen door een
Yamaha dealer. WAARSCHUWING! Pro-
b eer nooit om de ra diatorvul dop te ver-
wij deren als d e motor warm is.
[DWA10382]
1. Dop koelvloeistofreservoir
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau): 0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
1
1. Sleuf
2. Uitsteeksel
3. Zijstroomlijnpaneel links
3
12
2
1
UBR5D0D0.book Page 13 Wednesday, July 5, 2017 11:23 AM
Page 59 of 98

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-14
6
DAU62650
Luchtfilterelement vervan gen en
aftapslan g reini gen
Het luchtfilterelement moet worden vervan-
gen volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Vervang het luchtfil terelement vaker als
u in zeer stoffige of vochtige gebieden rijdt.
Verder moet de aftapslang van het luchtfil-
ter regelmatig worden gecontroleerd en ge-
reinigd.
Om het luchtfilterelement te vervan gen
1. Verwijder het linkerzijpaneel door de
bouten los te halen.
2. Verwijder het luchtfilterdeksel door de schroeven te verwijderen.
3. Trek het luchtfilterelement uit. 4. Breng een nieuw luchtfilterelement
aan in het luchtfilterhuis. LET OP:
Zor g ervoor dat het filterelement
g oe d aanli gt in het luchtfilterhuis.
Laat de motor nooit draaien met het
luchtfilterelement uit genomen,
hier door kunnen de zui ger(s) en/of
cilin der(s) overmati g versleten ra-
ken.
[DCA10482]
5. Monteer het luchtfilterdeksel door de
schroeven aan te brengen.
6. Monteer het linkerzijpaneel door de
bouten aan te brengen.
Reini gen van d e luchtfilteraftapslan g
1. Controleer of zich in de aftapslang aan
de voorkant van het luchtfilterhuis wa-
ter of vuil heeft verzameld.
2. Haal de slang los als er vuil of water in zit, reinig hem grondig en breng op-
nieuw aan.
1. Linkerzijpaneel
2. Bout
1. Luchtfilterdeksel
2. Schroef
2
2
1
1
2
2
1. Luchtfilterelement
1. Aftapslang luchtfilter
1
1
UBR5D0D0.book Page 14 Wednesday, July 5, 2017 11:23 AM
Page 60 of 98
Periodiek on derhou d en afstelling
6-15
6
DAU21386
De vrije sla g van d e gas greep
controleren
Meet de vrije slag van de gasgreep zoals
getoond.
Controleer de vrije slag van de gasgreep re-
gelmatig en laat de vrije slag indien nodig
afstellen door een Yamaha dealer.
DAU21402
Klepspelin g
De klepspeling kan tijdens gebruik gaan af-
wijken, waardoor de lucht/brandstof-ver-
houding kan veranderen en/of het
motorgeluid toeneemt. Om dit te voorko-
men moet de klepspeling door een Yamaha
dealer worden afgesteld volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
1. Vrije slag van gasgreep
Vrije sl ag van gas greep:
3.0–5.0 mm (0.12–0.20 in)
1
UBR5D0D0.book Page 15 Wednesday, July 5, 2017 11:23 AM
Page 61 of 98

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-16
6
DAU69760
Banden
Banden zijn het enige contact tussen de
machine en het wegdek. Veiligheid onder
alle rijomstandigheden hangt af van een re-
latief klein contactoppervlak met het weg-
dek. Het is daarom essentieel om de
banden te allen tijde in een goede conditie
te houden en deze op tijd te vervangen
door de voorgeschreven banden.
Ban denspannin g
De bandenspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en indien nodig worden
bijgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10504
Rij den met deze machine met een on-
juiste ban denspannin g kan lei den tot
verlies van de controle met mo gelijk ern-
sti g letsel of overlij den tot gevol g.
De ban dspannin g moet wor den ge-
controleer d en af gestel d terwijl de
b an den kou d zijn (wanneer de tem-
peratuur van de ban den gelijk is aan
d e omg evingstemperatuur).
De ban dspannin g moet wor den
aan gepast aan de rijsnelhei d en het
totale gewicht van rij der, passa gier,
b ag ag e en accessoires d at
voor dit
mo del is vast gestel d.
WAARSCHUWING
DWA10512
Belaa d uw machine nooit te zwaar. Rij-
d en met een te zwaar belaste machine
kan lei den tot een on geval.
Inspectie van ban den
Voor elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op
het midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van de
band scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer wor-
den vervangen. Ban
denspannin g (g emeten op kou-
d e ban den):
1 persoon: Voor:200 kPa (2.00 kgf/cm2, 29 psi)
Achter: 250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
2 personen:
Voor:200 kPa (2.00 kgf/cm2, 29 psi)
Achter:
250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
Maximale belastin g*:
160 kg (353 lb)
* Totaal gewicht van bestuurder, pas- sagier, bagage en accessoires
1. Wang van band
2. Bandprofieldiepte
UBR5D0D0.book Page 16 Wednesday, July 5, 2017 11:23 AM
Page 62 of 98

Periodiek on derhou d en afstelling
6-17
6
OPMERKING
De slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht.
WAARSCHUWING
DWA10472
Laat sterk versleten ban den door
een Yamaha d ealer vervangen. Rij-
d en op een machine met versleten
b an den is niet alleen ver boden,
maar dit heeft ook een averechts
effect op de rijsta biliteit, waard oor
u de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
De vervan gin g van on der delen van
wielen en remmen, inclusief ban-
d en, dient te wor den over gelaten
aan een Yamaha dealer, die over d e
no dig e vakkun dig e kennis en erva-
rin g b eschikt om d it te doen.
Rijd niet te snel d irect na het ver-
wisselen van een ban d. Het b and-
oppervlak dient eerst te zijn
in ger
ed en voordat het zijn optimale
ei genschappen verkrijg t.
Bandeninformatie
Dit model is uitgerust met tubeless banden
en rubberen bandventielen.
Banden verouderen, zelfs als ze niet of
slechts sporadisch zijn gebruikt. Scheuren
in het rubber van het loopvlak en de wang
van de band, soms in combinatie met ver-
vorming van het karkas, zijn een teken van
veroudering. Oude banden moeten worden
gecontroleerd door bandenspecialisten om
na te gaan of ze geschikt zijn voor verder
gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10462
Monteer altij d voor- en achter ban den
van hetzelf de merk en type. Verschillen-
d e ban den kunnen het we ggedra g van
d e machine veran deren, wat kan lei den
tot een on geval.
Na uitgebreide tests zijn alleen de hieron-
der vermelde banden door Yamaha goed-
gekeurd voor dit model.
Minimale
ban dprofiel diepte (voor en
achter):
1.6 mm (0.06 in)
Voor ban d:
Maat: 110/70-17M/C (54H)
Fabrikant/model: MICHELIN/PILOT STREET
Achter ban d:
Maat: 140/70-17M/C (66H)
Fabrikant/model:
MICHELIN/PILOT STREET
UBR5D0D0.book Page 17 Wednesday, July 5, 2017 11:23 AM
Page 63 of 98

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-18
6
DAU21963
Gietwielen
Let ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw voertuig.
Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging, kromheid of andere scha-
de. Laat in geval van schade het wiel
door een Yamaha dealer vervangen.
Probeer het wiel nooit zelf te repare-
ren, hoe klein de reparatie ook is. Ver-
vang een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.
Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
wiel zal mogelijk slecht functioneren of
kan een slechte wegligging en een
verkorte levensduur van de banden
tot gevolg hebben.
DAU62663
Vrije sla g van d e koppelin gshen-
d el afstellen
Meet de vrije slag van de koppelingshendel
zoals getoond.
Controleer de vrije slag van de koppelings-
hendel regelmatig en stel indien nodig als
volgt af.
1. Draai de borgmoer bij de koppelings- hendel los.
2. Draai de stelbout van de koppelings-
speling richting (a) voor meer vrije slag
van de koppelingshendel. Draai de
stelbout richting (b) voor minder vrije
slag van de koppelingshendel.
OPMERKING
Als de voorgeschreven vrije slag van de
koppelingshendel wordt gehaald, zoals
hierboven beschreven, kunt u de stappen
3–8 overslaan.
3. Draai de stelbout bij de koppelings-hendel richting (a) om de koppelings-
kabel losser te stellen.
4. Verwijder het zijstroomlijnpaneel rechts door de bouten los te halen.
1. Stelbout voor vrije slag koppelingshendel
2. Borgmoer
3. Vrije slag van koppelingshendel
Vrije sla g van koppelin gshen del:
10.0–15.0 mm (0.39–0.59 in)
321
(a)
(b)
UBR5D0D0.book Page 18 Wednesday, July 5, 2017 11:23 AM
Page 64 of 98
Periodiek on derhou d en afstelling
6-19
6
5. Draai de borgmoer bij het carter los.
6. Draai de stelmoer van de koppelings-
speling richting (a) voor meer vrije slag
van de koppelingshendel. Draai de
stelmoer richting (b) voor minder vrije
slag van de koppelingshendel.
7. Draai de borgmoer bij het carter vast.
8. Monteer het zijstroomlijnpaneel rechts door de bouten aan te brengen.
OPMERKING
Steek de uitsteeksels van het stroomlijnpa-
neel in de gleuven, zie de afbeelding.
9. Draai de borgmoer bij de koppelings-hendel vast.
1. Zijstroomlijnpaneel rechts
2. Bout
1. Borgmoer
2. Stelmoer voor vrije slag van de koppelings-hendel
2
1
2
2
2
(b)
(a)
1
1. Sleuf
2. Uitsteeksel
3. Zijstroomlijnpaneel rechts
3
1
22
1
UBR5D0D0.book Page 19 Wednesday, July 5, 2017 11:23 AM