Page 49 of 102

Periodiek onderhoud en afstelling
6-3
6
DAU71030
OPMERKING
De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve
wanneer in plaats daarvan een onderhoudsbeurt op kilometerbasis of, voor
Groot-Brittannië, op mijlbasis wordt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km (30000 mi), beginnend vanaf
10000 km (6000 mi).
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een
Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal gereedschap, technische gegevens en vak-
manschap vereist zijn.
DAU71070
Periodiek onderhoudsschema van het uitstootcontrolesysteem
NR. ITEM
1*Brandstofleiding• Controleer de brandstofslangen
op scheurtjes of beschadigin-
gen.
• Vervang indien nodig.√√√√√
2*Bougies• Controleer de conditie.
• Reinig en stel elektrodenaf-
stand af.√√
• Vervangen.√√
3*Klepspeling• Controleren en afstellen. Elke 40000 km (24000 mi)
4*Brandstofinjectie• Controleer het stationaire toe-
rental van de motor.√√√√√√
• Controleer de synchronisatie en
stel deze af.√√√√√
5*Uitlaatsysteem• Controleer op lekkage.
• Zet indien nodig vast.
• Vervang pakkingen indien no-
dig.√√√√√X 1000 km CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 mi
KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
110203040
0.66121824
UBC6D2D0.book Page 3 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM
Page 50 of 102

Periodiek onderhoud en afstelling
6-4
6
DAU71371
Algemeen smeer- en onderhoudsschema
NR. ITEM
1*Diagnostische sy-
steemcontrole• Voer dynamische inspectie uit
met Yamaha diagnosegereed-
schap.
• Controleer de storingscodes.√√√√√√
2*Luchtfilterelement• Vervangen. Elke 40000 km (24000 mi)
3*Aftapslang luchtfil-
terhuis• Reinigen.√√√√√√
4 Koppeling• Controleer de werking.
•Afstellen.√√√√√
5*Vo or re m• Controleer de werking, het
vloeistofniveau en op vloeistof-
lekkage.
• Vervang de remblokken indien
nodig.√√√√√√
6*Achterrem• Controleer de werking, het
vloeistofniveau en op vloeistof-
lekkage.
• Vervang de remblokken indien
nodig.√√√√√√
7*Remslangen• Controleer op scheurtjes en be-
schadigingen.√√√√√
• Vervangen. Elke 4 jaar
8*Remvloeistof• Verversen. Elke 2 jaar
9*Wielen• Controleer de speling en con-
troleer op beschadigingen.
• Vervang indien nodig.√√√√
10*Banden• Controleer op slijtage en be-
schadigingen.
• Vervang indien nodig.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.√√√√√
11*Wiellagers• Controleer op speling of be-
schadigingen.√√√√
12*Lagers scharnier-
punt achterbrug• Controleer op een correcte
werking en overmatige speling.√√√√
• Smeren met lithiumvet. Elke 50000 km (30000 mi)X 1000 km CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 mi
KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1 10203040
0.6 6 12 18 24
UBC6D2D0.book Page 4 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM
Page 51 of 102

Periodiek onderhoud en afstelling
6-5
6
13 Aandrijfketting• Controleer de spanning, uitlij-
ning en conditie van de aan-
drijfketting.
• Stel de ketting af en smeer
deze grondig met een speciale
smering voor o-ringkettingen.Elke 1000 km (600 mi) en nadat
de motorfiets is gewassen of
ermee in de regen of vochtige
gebieden is gereden
14*Balhoofdlagers• Controleer of de lagers loszit-
ten.√√ √
• Smeren met gematigde hoe-
veelheid lithiumvet.√√
15*Framebevestigin-
gen• Controleer of alle moeren, bou-
ten en schroeven stevig zijn
vastgezet.√√√√√
16Scharnieras van
remhendel• Smeren met siliconenvet.√√√√√
17Scharnieras van
rempedaal• Smeren met lithiumvet.√√√√√
18Scharnieras van
koppelingshendel• Smeren met lithiumvet.√√√√√
19Scharnieras van
schakelpedaal• Smeren met lithiumvet.√√√√√
20 Zijstandaard• Controleer de werking.
• Smeren met lithiumvet.√√√√√
21*Zijstandaardscha-
kelaar• Controleer de werking en ver-
vang indien nodig.√√√√√√
22*Vo or v o r k• Controleer op een correcte
werking en olielekkage.
• Vervang indien nodig.√√√√
23*Schokdemperunit• Controleer op een correcte
werking en olielekkage.
• Vervang indien nodig.√√√√
24*Relaisarm achter-
wielophanging en
scharnierpunten
verbindingsarm• Controleer de werking.√√√√ NR. ITEM
X 1000 km CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 mi
KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
110203040
0.66121824
UBC6D2D0.book Page 5 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM
Page 52 of 102

Periodiek onderhoud en afstelling
6-6
6
DAU72800
OPMERKING
Luchtfilter
• Het luchtfilter op dit model is voorzien van een geolied papieren filterelement. Rei-
nig dit niet met perslucht om beschadiging te voorkomen.
• Het luchtfilterelement moet u vaker vervangen als u vaak in extreem vochtige of
stoffige gebieden rijdt.
Hydraulisch remsysteem
• Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
• Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinders en de
remklauwen worden vervangen en de remvloeistof worden ververst.
25 Motorolie• Verversen (warm de motor op
alvorens olie af te tappen).
• Controleer het olieniveau en
controleer de machine op olie-
lekkage.√√√√√√
26 Oliefilterpatroon• Vervangen.√√√
27*Koelsysteem• Controleer het koelvloeistofni-
veau en controleer de machine
op vloeistoflekkage.√√√√√
• Verversen. Elke 3 jaar
28*Voor- en achter-
remschakelaar• Controleer de werking.√√√√√√
29*Bewegende delen
en kabels•Smeren.√√√√√
30*Gasgreephuis en
gaskabel• Controleer werking en vrije
slag.
• Stel de vrije slag van de gaska-
bel af indien nodig.
• Smeer het gasgreephuis en de
gaskabel.√√√√√
31*Lampen, richting-
aanwijzers en
schakelaars• Controleer de werking.
• Stel de koplamplichtbundel af.√√√√√√ NR. ITEM
X 1000 km CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 miKILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
110203040
0.6 6 12 18 24
UBC6D2D0.book Page 6 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM
Page 53 of 102
Periodiek onderhoud en afstelling
6-7
6
• De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn ge-
scheurd of beschadigd.
UBC6D2D0.book Page 7 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM
Page 54 of 102

Periodiek onderhoud en afstelling
6-8
6
DAU18782
Stroomlijnpanelen verwijderen
en aanbrengen
Bij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden die in dit hoofdstuk
worden beschreven, moeten de afgebeel-
de stroomlijnpanelen worden verwijderd.
Neem deze paragraaf steeds door wanneer
u een stroomlijnpaneel moet verwijderen of
aanbrengen.
DAUM3780
Stroomlijnpanelen A en B
Verwijderen van een stroomlijnpaneel
Verwijder de bouten van het stroomlijnpa-
neel en trek het paneel dan los zoals ge-
toond.Aanbrengen van een stroomlijnpaneel
Plaats het stroomlijnpaneel in de oorspron-
kelijke positie en breng dan de schroeven
aan.
Stroomlijnpaneel C
Verwijderen van stroomlijnpaneel
1. Verwijder de stroomlijnpanelen A en
B.
2. Verwijder de aangegeven bouten en
neem het stroomlijnpaneel los.
Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
Plaats het stroomlijnpaneel in de oorspron-
kelijke positie en breng dan de schroeven
aan.
1. Stroomlijnpaneel B
2. Stroomlijnpaneel A
3. Stroomlijnpaneel C
1. Bout
2. Stroomlijnpaneel A
3 1
2
ZAUM1412
1
2ZAUM1413
1. Bout
2. Stroomlijnpaneel B
1. Bout
2. Stroomlijnpaneel C
122
ZAUM1432
12
ZAUM1414
UBC6D2D0.book Page 8 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM
Page 55 of 102

Periodiek onderhoud en afstelling
6-9
6
DAU19653
Controleren van de bougies
Bougies vormen belangrijke onderdelen
van de motor die periodiek moeten worden
gecontroleerd, bij voorkeur door een
Yamaha dealer. Omdat bougies door ver-
hitting en neerslag altijd langzaam slijten,
moeten de bougies worden verwijderd en
gecontroleerd volgens de tijden genoemd
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema. De conditie van de bougies kan
daarnaast veel duidelijk maken over de
conditie van de motor.
De porseleinen isolator rond de centrale
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin
verkleurd zijn (de ideale kleur als normaal
met het voertuig wordt gereden), en alle
bougies in de motor horen dezelfde ver-
kleuring te hebben. Wanneer een bougie
een heel andere kleur vertoont, werkt de
motor mogelijk niet naar behoren. Probeer
dergelijke problemen niet zelf vast te stel-
len. Laat in plaats daarvan uw machine na-
kijken door een Yamaha dealer.
Vervang een bougie als de elektroden blij-
ken te zijn afgesleten en als overmatige
koolaanslag of andere neerslag gevonden
wordt.
Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; breng indien
nodig de elektrodenafstand op specificatie.Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.
OPMERKING
Als geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4…1/2 slag
verder te draaien. De bougie moet echter
zo snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid.
LET OP
DCA10841
Gebruik geen gereedschap om de bou-
giedop te verwijderen of aan te brengen,
om de bobinekabel niet te beschadigen.
De bougiedop is mogelijk lastig te ver-
wijderen omdat de rubber afdichting aan
het uiteinde stevig vastzit. Haal de bou-
giedop los door hem heen en weer te
draaien en tegelijkertijd los te trekken;
breng de bougiedop aan door heen en
weer te draaien en teg
elijkertijd aan te
drukken.
Voorgeschreven bougie:
NGK/LMAR8A-9
1. Elektrodenafstand
Elektrodenafstand:
0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)
Aanhaalmoment:
Bougie:
13 N·m (1.3 kgf·m, 9.4 lb·ft)
UBC6D2D0.book Page 9 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM
Page 56 of 102

Periodiek onderhoud en afstelling
6-10
6
DAU36112
Filterbus
Dit model is voorzien van een filterbus die
voorkomt dat brandstofdampen naar de at-
mosfeer ontsnappen. Controleer alvorens
met deze machine te rijden het volgende:
Controleer alle slangaansluitingen.
Controleer de slangen en de filterbus
op barsten of beschadiging. Vervang
indien beschadigd.
Controleer de ontluchtingsinrichting
van de filterbus op verstopping en rei-
nig deze indien nodig.
DAU60471
Motorolie en oliefilterpatroon
Vóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon
worden vervangen volgens de intervalperi-
oden vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop. Wan-
neer de machine iets schuin staat, kan
het niveau al foutief worden afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten tot de olie tot
rust is gekomen en controleer dan het
olieniveau via het kijkglas voor het
motorolieniveau linksonder in het car-
ter.
OPMERKING
Het motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
4. Als de motorolie beneden de merk-
streep voor minimumniveau staat, vul
dan voldoende olie van de aanbevolen
soort bij tot het correcte niveau.
ZAUM1386
1. Olievuldop
2. Kijkglas olieniveau
3. Merkstreep maximumniveau
4. Merkstreep minimumniveau
1
2 3
4
UBC6D2D0.book Page 10 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM