2984-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS +_OM_OM47D30E_(EE)●
Ook wanneer een verkeersbord niet van toepassing is op de rijst rook waar
op dat moment op wordt gereden, staat dit bord wel direct na ee n vertakking
van de snelweg of bij een aangrenzende rijstrook net voordat ri jstroken
samenkomen.
● Er zitten stickers op de achterzijde van de voorligger.
● Er wordt een verkeersbord herkend dat lijkt op een verkeersbord dat com-
patibel is met het systeem.
● Er wordt met de auto in een land gereden waar het verkeer aan d e andere
kant rijdt.
● Mogelijk worden verkeersborden met de snelheidslimiet voor para llelwegen
gesignaleerd en weergegeven (wanneer deze in het zicht van de c amera-
sensor staan) terwijl de auto op de hoofdweg rijdt.
● Mogelijk worden verkeersborden met de maximaal toegestane snelh eid
voor afslagen van rotondes gesignaleerd en weergegeven (wanneer deze in
het zicht van de camerasensor staan) terwijl de auto op de roto nde rijdt.
● De snelheidsinformatie die op het instrumentenpaneel wordt weer gegeven
verschilt mogelijk van de informatie die wordt weergegeven op h et naviga-
tiesysteem als gevolg van de gebruikte kaartgegevens van het na vigatie-
systeem.
■ In-/uitschakelen van het systeem
■ Weergave verkeersbord snelheidslimiet
Als het contact de laatste keer UIT werd gezet terwijl er een v erkeersbord
met de maximaal toegestane snelheid op het hoofdscherm of het multi-infor-
matiedisplay werd weergegeven, wordt datzelfde verkeersbord wee r weerge-
geven wanneer het contact AAN wordt gezet.
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde instellingen (bijvoorbeeld de drempelwaarde voor de wa arschu-
wing voor te hard rijden) kunnen worden gewijzigd. (Systemen met mogelijk-
heden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: Blz. 539)
Selecteer op het instelscherm
(
Blz. 126)
Druk op op het stuurwiel.
1
2
PRIUS +_OM_OM47D30E_(EE).book Page 298 Friday, February 8, 20 19 4:01 PM
299
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
PRIUS +_OM_OM47D30E_(EE)
Dynamic Radar Cruise Control
Wanneer de afstandsregelmodus is ingeschakeld, accelereert en
decelereert de auto automatisch overeenkomstig de veranderingen in
snelheid van de voorligger, zelfs wanneer het gaspedaal niet wordt
ingetrapt. In de constante-snel heidsregelmodus rijdt de auto me t een
constante snelheid.
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control op autowegen en snelwe-
gen.
● Afstandsregelmodus ( Blz. 302)
● Constante-snelheidsregelmodus ( Blz. 308)
Afstandsschakelaar
Indicatoren
Ingestelde snelheid
Display
Cruise contro l-schakelaar
: Indien aanwezig
Overzicht van functies
1
2
3
4
5
PRIUS +_OM_OM47D30E_(EE).book Page 299 Friday, February 8, 20 19 4:01 PM
3044-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS +_OM_OM47D30E_(EE)
Druk op de toets ON-OFF om
de cruise control in te schake-
len.
Het controlelampje van de Dyna-
mic Radar Cruise Control gaat
branden en er wordt een melding
weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay.
Druk nogmaals op de toets om de
cruise control uit te schakelen.
Als de toets ON-OFF gedurende
ten minste 1,5 seconden ingedrukt
wordt gehouden, schakelt het sys-
teem over op de constante-snel-
heidsregelmodus. ( Blz. 308)
Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar
de gewenste rijsnelheid (hoger
dan ongeveer 50 km/h) en druk
de hendel naar beneden om de
snelheid op te slaan.
Het controlelampje cruise control
SET gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat
de hendel wordt losgelaten, wordt
de ingestelde snelheid.
Instellen van de rijsnelh eid (afstandsregelmodus)
1
2
PRIUS +_OM_OM47D30E_(EE).book Page 304 Friday, February 8, 20 19 4:01 PM
3104-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS +_OM_OM47D30E_(EE)■
Automatisch uitschakelen van de constante-snelheidsregelmodus
De constante-snelheidsregelmodus wordt automatisch uitgeschakeld in de
volgende situaties:
●Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan ongeveer 16 km/h onder de ingestelde
rijsnelheid.
● Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer 40 km/h.
● De VSC is geactiveerd.
● De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
● Pre Crash Brake-systeem wordt ingeschakeld.
Als de constante-snelheidsregelmodus om een andere dan de hierboven
genoemde redenen automatisch uitgeschakeld wordt, kan er een storing in
het systeem aanwezig zijn. Neem contact op met een erkende Toyo ta-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
■ Geluid remsysteem
Als de remmen automatisch worden geactiveerd wanneer de auto zich in de
afstandsregelmodus bevindt, kan het geluid van een geactiveerd remsysteem
hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
■ Waarschuwingsmeldingen en zoemers voor Dynamic Radar Cruise Con -
trol
Waarschuwingsmeldingen en zoemers worden gebruikt om een systee msto-
ring aan te geven of om de bestuurder te informeren dat hij tijdens het rijden
extra moet opletten. Lees de op het multi-informatiedisplay wee rgegeven
waarschuwingsmelding en volg de aanwijzingen op.
■ Omstandigheden waarin de sensor voorliggers mogelijk niet op de juiste
manier signaleert
Bedien in onderstaande gevallen en afhankelijk van de omstandig heden het
rempedaal wanneer het systeem onvoldoende decelereert of bedien het gas-
pedaal wanneer moet worden geaccelereerd.
Omdat de sensor deze voertuigen wellicht niet op de juiste manier signaleert,
wordt er mogelijk geen naderingswaarschuwing ( Blz. 307) gegeven.
● Auto's die plotseling voor u invoegen
● Auto's die met lage snelheden rijden
● Auto's die niet op dezelfde rijstrook rijden
PRIUS +_OM_OM47D30E_(EE).book Page 310 Friday, February 8, 20 19 4:01 PM
3154-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS +_OM_OM47D30E_(EE)
■De cruise control kan worden gebruikt als
●Schakelstand D is geselecteerd.
● De rijsnelheid hoger is dan ongeveer 40 km/h.
■ Accelereren na het instellen van de rijsnelheid
●Er kan normaal met de auto geaccelereerd worden. Na de accelera tie gaat
de auto weer rijden met de ingestelde snelheid.
● De ingestelde snelheid kan zelfs worden verhoogd zonder de crui se control
uit te schakelen, door eerst naar de gewenste snelheid te accel ereren en
vervolgens de hendel omlaag te drukken om de nieuwe snelheid in te stel-
len.
■ Automatisch uitschakelen van de cruise control
De snelheidsregeling door de cruise control wordt in de volgende gevallen
onderbroken:
● De werkelijke rijsnelheid zakt tot meer dan 16 km/h onder de geprogram-
meerde rijsnelheid.
In dit geval blijft de geprogrammeerde snelheid niet bewaard.
● Werkelijke rijsnelheid is lager dan ongeveer 40 km/h.
● De VSC is geactiveerd.
● De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
■ Als het controlelampje cruise control geel gaat branden (auto's zonder
multi-informatiedisplay)
Druk eenmaal op de toets ON-OFF om het systeem uit te schakelen en druk
vervolgens opnieuw op de toets om het systeem in te schakelen.
Als er geen snelheid kan worden geprogrammeerd of de cruise con trol direct
na het activeren weer wordt uitgeschakeld, is er mogelijk een d efect in het
cruise control-systeem aanwezig. Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behor en gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■ Als de waarschuwingsmelding voor de cruise control wordt weergege-
ven (auto's met multi-informatiedisplay)
Druk eenmaal op de toets ON-OFF om het systeem uit te schakelen en druk
vervolgens opnieuw op de toets om het systeem in te schakelen.
Als er geen snelheid kan worden geprogrammeerd of de cruise con trol direct
na het activeren weer wordt uitgeschakeld, is er mogelijk een d efect in het
cruise control-systeem aanwezig. Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behor en gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
PRIUS +_OM_OM47D30E_(EE).book Page 315 Friday, February 8, 20 19 4:01 PM
3746-3. Zelf uit te voeren onderhoud
PRIUS +_OM_OM47D30E_(EE)
WAARSCHUWING
In de motorruimte bevinden zich allerlei mechanismen en vloeistoffen die plot-
seling in beweging kunnen komen, heet kunnen worden of elektris ch geladen
kunnen worden. Neem onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht o m ern-
stig letsel te voorkomen.
■ Tijdens werkzaamhede n in de motorruimte
● Zorg ervoor dat POWER ON (contact AAN) niet wordt weergegeven o p
het multi-informatiedisplay en dat het controlelampje van het S mart entry-
systeem met startknop en het controlelampje READY niet branden.
● Houd handen, kleding en gereedschap uit de buurt van de ventila tor als
die in werking is.
● Raak de motor, de vermogensregeleenheid, de radiateur, het uitl aatspruit-
stuk, enz. niet direct na het rijden aan, aangezien deze onderdelen heet
kunnen zijn. De olie en andere vloeistoffen kunnen ook heet zij n.
● Laat geen brandbare voorwerpen, zoals een stuk papier of een doek, ach-
ter in de motorruimte.
● Rook niet, veroorzaak geen vonken en voorkom open vuur in de bu urt van
brandstof. Brandstofdampen zijn licht ontvlambaar.
● Wees voorzichtig, want remvloeistof is gevaarlijk voor uw hande n en ogen
en kan gelakte oppervlakken beschadigen. Als u remvloeistof op uw han-
den of in uw ogen krijgt, spoel ze dan onmiddellijk met schoon water.
Raadpleeg een arts als u last blijft houden.
■ Werkzaamheden bij de elektrische koelventilatoren of de radiateur
Zorg ervoor dat het contact UIT staat.
Wanneer het contact AAN staat, kunnen de elektrische koelventil atoren
automatisch worden ingeschakeld als de airconditioning wordt in gescha-
keld en/of als de koelvloeistoftemperatuur hoog is. ( Blz. 386)
■ Veiligheidsbril
Draag een veiligheidsbril om uw ogen te beschermen tegen rondvliegend of
vallend materiaal, een straal vloeistof, enz.
OPMERKING
■Wanneer u het lucht filter verwijdert
Rijden zonder luchtfilter kan leiden tot overmatige motorslijta ge door vuil in
de inlaatlucht.
■ Als het remvloeistofniveau te laag of te hoog is
Het is normaal dat het remvloeistofniveau iets lager wordt door slijtage van
de remblokken of door een hoog vloeistofniveau in de accumulato r.
Als het reservoir regelmatig moet worden bijgevuld, kan dit duiden op een
serieus probleem.
PRIUS +_OM_OM47D30E_(EE).book Page 374 Friday, February 8, 20 19 4:01 PM
4377-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
PRIUS +_OM_OM47D30E_(EE)
7
Bij problemen
Als uw auto moet worden gesleept
In de volgende gevallen kan de auto niet door een andere auto w or-
den gesleept met behulp van kabels of kettingen, doordat de voo rwie-
len mogelijk worden geblokkeerd do or de parkeerblokkering. Neem
contact op met een erkende Toyot a-dealer of hersteller/reparateur,
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundig e
of een professioneel bergingsbedrijf.
● Er zit een storing in de schakelregeling. ( Blz. 447, 460)
● Er is een storing aanwezig in de startblokkering. (Blz. 91)
● Er is een storing aanwezig in het Smart entry-systeem met start -
knop. ( Blz. 511)
● De 12V-accu is ontladen. (Blz. 513)
Het volgende kan duiden op een pr obleem in de hybridetransmissie.
Neem vóór het slepen contact op met een erkende Toyota-dealer o f
hersteller/reparateur, een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige of een professioneel bergingsbedrijf.
● Het waarschuwingslampje van het h ybridesysteem gaat branden of
er wordt een waarschuwingsmeld ing voor het hybridesysteem
weergegeven op het multi-informatiedisplay en de auto beweegt
niet.
● De auto maakt een abnormaal geluid.
Als uw auto moet worden gesleept, adviseren wij u dat te laten
doen door een erkende Toyota-deal er of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwal ificeerde en uitgeruste deskun-
dige of professioneel bergings bedrijf, en daarbij gebruik te
maken van een lepelwagen of een autoambulance.
Gebruik een stevige sleepkabel en neem de wettelijke voor-
schriften in acht.
Situaties waarbij het niet moge lijk is om door een ander voertu ig
te worden gesleept
Omstandigheden waaronder u vóór het slepen contact dient op
te nemen met de dealer
PRIUS +_OM_OM47D30E_(EE).book Page 437 Friday, February 8, 20 19 4:01 PM
4467-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
PRIUS +_OM_OM47D30E_(EE)
(Knippert of
brandt)
(indien aanwezig)
Waarschuwingslampje PCS
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PCS (Pre-
Crash Safety-systeem) of dat het systeem tijdelijk niet
beschikbaar is doordat de auto extreem warm/koud is, door-
dat er zich vuil rond de sensor voor bevindt, enz. ( Blz. 283,
458)
Volg de instructies die worden weergegeven op het
multi-informatiedisplay. ( Blz. 283, 458)
Controlelampje Traction Control
Geeft aan dat er ee n storing is in:
• Het VSC-systeem;
•De TRC; of
• De Hill Start Assist Control
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Het lampje knippert wanneer de hierboven genoemde syste-
men en/of het ABS in werking zijn.
(indien aanwezig)
Controlelampje LDA (waarschuwingszoemer) Geeft aan dat de LDA (Lane Departure Alert met stuurrege-
ling) tijdelijk niet beschikbaar is of een storing heeft gesign a-
leerd wanneer het waarschuwingslampje geel brandt en er
een waarschuwingsmelding wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay.
Blz. 293
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
PRIUS +_OM_OM47D30E_(EE).book Page 446 Friday, February 8, 20 19 4:01 PM