3264-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
C-HR_OM_Europe_OM10571E
WAARSCHUWING
■Waarschuwing met betrekking tot h et gebruik van ruitensproeiervloei-
stof
Gebruik bij koud weer de ruitensproeiervloeistof pas wanneer de voorruit
warm is. De vloeistof kan anders op de voorruit bevriezen en zo het zicht
belemmeren. Dit kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig lets el kan ont-
staan.
■ Waarschuwing met betrekking tot h et gebruik van de ruitenwissers in
de stand AUTO (auto's met ruitenwissers met regensensor)
De ruitenwissers voor kunnen onverwacht in werking treden als d e sensor
wordt aangeraakt of als de voorruit aan trillingen wordt blootg esteld terwijl
de ruitenwissers in de stand AUTO staan. Let erop dat bijvoorbe eld uw vin-
gers niet bekneld raken als de ruitenwissers in werking treden.
OPMERKING
■ Als de voorruit droog is
Gebruik de ruitenwissers niet als de voorruit droog is omdat hierdoor de
voorruit beschadigd kan worden.
■ Als er geen ruitensproeiervloeistof uit de sproeierkoppen komt
Als u de hendel gedurende langere tijd naar u toe getrokken hou dt, kan de
sproeierpomp beschadigd raken.
■ Wanneer een sproeier verstopt raakt
Neem in dit geval contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitger uste des-
kundige.
Probeer als een sproeierkop verstopt is geraakt deze niet schoon te maken
met een naald of iets dergelijks. Hierdoor kan de sproeierkop beschadigd
raken.
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 326 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
3364-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10571E
Twee soorten sensoren, die zich achter de grille en de voorruit bevin-
den, signaleren informatie die nodig is voor de werking van de onder-
steunende systemen.
Radarsensor
Camerasensor
Sensoren
WAARSCHUWING
■Voorkomen van storingen in de radarsensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, werkt de radarsensor mogelijk niet goed, hetgeen kan
leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
● Houd de radarsensor en het grille-embleem te allen tijde schoon .
Radarsensor
Grille-embleem
Reinig de voorzijde van de radarsen-
sor of de voor- of achterzijde van het
grille-embleem als ze vuil zijn of als
er waterdruppels, sneeuw, enz. op
zit(ten).
Reinig de radarsensor en het grille-
embleem met een zachte doek zodat
er geen krassen of beschadigingen
ontstaan.
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 336 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
3374-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10571E
WAARSCHUWING
●Bevestig geen accessoires, (doorzichtige) stickers of andere zaken op de
radarsensor, het grille-embleem of het omliggende gebied.
● Stel de radarsensor en de omgeving van de sensor niet bloot aan krach-
tige schokken.
Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste d eskun-
dige als de radarsensor, de grille of de voorbumper is blootgesteld aan
krachtige schokken.
● Haal de radarsensor niet uit elkaar.
● Breng geen verf aan en breng geen wijzigingen aan op de radarse nsor,
het grille-embleem of het omliggende gebied.
● Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/rep arateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun dige als
de radarsensor, de grille of de voorbumper moet worden verwijde rd en
geplaatst of vervangen.
■ Voorkomen van storinge n in de camerasensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, werkt de camerasensor mogelijk niet goed, hetgeen kan
leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
● Houd de voorruit te allen tijde schoon.
• Reinig de voorruit als deze vuil is of als er een dun olielaag je, water-
druppels, sneeuw, enz. op zit(ten).
• Als er een ruitencoating op de voorruit is aangebracht, moeten water-
druppels e.d. nog steeds met de ruitenwissers voor worden verwi jderd
van het gedeelte van de voorruit vóór de camerasensor.
• Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/re para-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste d eskun-
dige als de binnenzijde van de voorruit waar de camerasensor is
geplaatst vuil is.
B: Ongeveer 20 cm (ongeveer 10 cm rechts en links van het midden van de camerasensor)
●Bevestig geen voorwerpen, zoals (door-
zichtige) stickers e.d. op de buitenzijde
van de voorruit vóór de camerasensor
(het grijze gebied in de afbeelding).
A: Vanaf de bovenzijde van de voorruit
tot ongeveer 1 cm onder de onder-
zijde van de camerasensor
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 337 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
3384-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10571E
WAARSCHUWING
●Als het gedeelte van de voorruit vóór de camerasensor is beslag en of
wanneer er condens of ijs op de voorruit zit, gebruik dan de voorruitver-
warming om de condens van de voorruit te verwijderen of de voorruit te
ontdooien. ( →Blz. 622, 630)
● Vervang het ruitenwisserrubber of het ruitenwisserblad als waterdruppels
niet goed kunnen worden verwijderd van het gedeelte van de voor ruit vóór
de camerasensor met de ruitenwissers voor.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/rep arateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun dige
indien de ruitenwisserrubbers of ruitenwisserbladen moeten word en ver-
vangen.
● Plak geen ruitfolie op de voorruit.
● Vervang de voorruit als deze beschadigd is of als er een barst in zit.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/rep arateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun dige
indien de voorruit moet worden vervangen.
● Zorg ervoor dat de camerasensor niet nat wordt.
● Zorg ervoor dat er geen fel licht op de camerasensor schijnt.
● Zorg ervoor dat de camerasensor niet vuil wordt of beschadigd r aakt.
Zorg er bij het reinigen van de binnenzijde van de voorruit voo r dat er geen
glasreiniger op de lens terechtkomt. Raak de lens ook niet aan.
Neem, als de lens vuil of beschadigd is, contact op met een erk ende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behor en gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
● Stel de camerasensor niet bloot aan sterke schokken.
● Wijzig de montagepositie of -richting van de camerasensor niet en verwij-
der de sensor niet.
● Neem de camerasensor niet uit elkaar.
● Wijzig geen onderdelen van de auto rond de camerasensor (binnen spie-
gel, enz.) of het dak.
● Bevestig geen accessoires die de camerasensor mogelijk hinderen op de
motorkap, de grille of de voorbumper. Neem voor meer informatie contact
op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of ee n andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Zorg er als een surfplank of een ander lang voorwerp op het dak moet
worden geplaatst voor dat deze de camerasensor niet hindert.
● Breng geen wijzigingen aan de koplampen of andere lichten aan.
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 338 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
345
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10571E
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)*
∗: Indien aanwezig
Het Pre-Crash Safety-systeem maakt gebruik van een radar-
sensor en een camerasensor om voertuigen en voetgangers
voor uw auto te signaleren. Wanneer het systeem oordeelt dat
een aanrijding aan de voorzijde met een voertuig of een voet-
ganger waarschijnlijk is, wordt een waarschuwing geactiveerd
om de bestuurder aan te sporen om uit te wijken en wordt de
potentiële remdruk verhoogd om d e bestuurder te helpen een
aanrijding te voorkome n. Wanneer het systeem oordeelt dat een
aanrijding aan de voorzijde met een voertuig of een voetganger
zeer waarschijnlijk is, worden de remmen automatisch bekrach-
tigd om te helpen een aanrijding te voorkomen of om de impact
van een aanrijding te helpen verminderen.
Het Pre-Crash Safety-systeem kan worden in-/uitgeschakeld en he t
waarschuwingstijdstip k an worden gewijzigd. (→Blz. 349)
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 345 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
3484-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10571E
WAARSCHUWING
■Wanneer moet het Pre-Crash Saf ety-systeem worden uitgeschakeld
Schakel in de volgende situaties het systeem uit, omdat het mog elijk niet
juist werkt, hetgeen kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan:
● Als de auto wordt gesleept
● Als uw auto een andere auto sleept
● Bij het vervoeren van de auto op een vrachtwagen, boot, trein o f vergelijk-
baar transportmiddel
● Wanneer de auto wordt opgetakeld terwijl de motor aan staat en de wielen
vrij kunnen draaien
● Tijdens controle van de auto met een rollentestbank, zoals een vermo-
gensbank of snelheidsmetertester, of bij gebruik van een wielst abilisator
● Als de voorbumper of grille wordt blootgesteld aan krachtige sc hokken ten
gevolge van een ongeval o.i.d.
● Als niet op een stabiele wijze kan worden gereden met de auto, bijvoor-
beeld als hij betrokken is geweest bij een ongeval of als er storingen zijn
● Als met een sportieve rijstijl of in het terrein wordt gereden
● Als de banden niet op de juiste spanning zijn
● Als de banden erg versleten zijn
● Als er een andere maat banden dan voorgeschreven is gemonteerd
● Als er sneeuwkettingen worden gebruikt
● Als er een compact reservewiel of een bandenreparatieset wordt gebruikt
● Als er tijdelijk uitrusting (sneeuwploeg, enz.) die de radarsen sor of de
camerasensor kan hinderen op de auto is geplaatst
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 348 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
3574-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10571E■
Situaties waarin het systeem mogelijk niet goed werkt
● In sommige situaties, zoals onderstaande, wordt een voertuig mo gelijk niet
gesignaleerd door de radarsensor en de camerasensor, waardoor h et sys-
teem niet goed werkt:
• Als een tegenligger de auto nadert
• Als de voorligger een motorfiets of fiets is
• Bij het naderen van de zijkant of voorkant van een voertuig
• Als de achterzijde van de voorligger smal is, zoals een lege t ruck
• Als de voorligger een lading vervoert die uitsteekt voorbij de achterbum-
per
• Als de voorligger een onregelmatige vorm heeft, zoals een trac tor of een
zijspan
• Als de zon of ander licht rechtstreeks op een voorligger schij nt
• Als een voertuig de auto snijdt of plotseling opdoemt van naast een ander
voertuig
• Als de voorligger een abrupte beweging maakt (zoals een uitwij kmanoeu-
vre, plotseling versnellen of afremmen)
• Bij het plotseling invoegen vlak achter een voorligger • Als de voorligger een lage achterzijde heeft, zoals een oprijwagen
• Als de voorligger een extreem grote bodemvrijheid heeft
• Als de voorligger zich niet direct voor uw auto bevindt
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 357 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
3584-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10571E• Bij slecht weer zoals bij hevige regen, mist, sneeuw of een za
ndstorm
• Als de auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz. van een voorlig- ger
• Bij het rijden door stoom of rook
• Bij het rijden in een omgeving waarbij de helderheid van het o mgevings-
licht plotseling verandert, zoals bij het in- of uitrijden van een tunnel
• Wanneer een zeer fel licht, bijvoorbeeld de zon of de koplampen van
tegemoetkomend verkeer, rechtstreeks in de camerasensor schijnt
• Als er weinig omgevingslicht is, zoals tijdens de schemering, of 's nachts
of in een tunnel
• Nadat de motor gestart is, is er gedurende een bepaalde tijd n iet met de
auto gereden
• Bij het afslaan naar links/rechts en gedurende een paar second en na het
afslaan naar links/rechts
• Tijdens het rijden in een bocht en gedurende een paar seconden na het
rijden in een bocht
• Wanneer uw auto slipt
• Als de wielen niet goed zijn uitgelijnd
• Als een ruitenwisserblad de camerasensor blokkeert
• De auto schommelt
• Er wordt gereden met extreem hoge snelheden
• Als op een helling wordt gereden
• Wanneer de radarsensor of de camerasensor niet goed is uitgeli jnd
• Als de voorzijde van de auto omhoog
of omlaag staat
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 358 Monday, March 19, 2018 4:17 PM