7007-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_OM_Europe_OM10571E■
De initialisatieprocedure
●Voer de initialisatie uit na het op spanning brengen van de ban den.
Zorg er daarnaast voor dat de banden koud zijn bij de initialis atie en bij het
aanpassen van de bandenspanning.
● Als u het contact tijdens de initialisatie per ongeluk UIT hebt gezet, dan is
het niet noodzakelijk de resetschakelaar in te drukken, omdat d e initialisatie
automatisch herstart wordt wanneer het contact de volgende keer AAN
wordt gezet.
● Als u per ongeluk de resettoets indrukt wanneer initialiseren n iet nodig is,
breng de banden dan op de juiste spanning wanneer ze koud zijn en voer
opnieuw de initialisatie uit.
■ Waarschuwingen bandenspanningswaarschuwingssysteem
De eventuele waarschuwing van het bandenspanningswaarschuwingss ys-
teem is gebaseerd op de omstandigheden waaronder het systeem ge ïnitiali-
seerd is. Daarom laat het systeem mogelijk zelfs een waarschuwi ng zien
wanneer de bandenspanning niet laag genoeg is of wanneer de dru k hoger is
dan de druk die was ingesteld tijdens het initialiseren van het systeem.
■ Als de initialisatie van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
niet voltooid is
De initialisatie kan worden uitgevoerd in enkele minuten. In de volgende
gevallen worden de instellingen echter niet opgeslagen en zal h et systeem
niet goed werken. Laat, als herhaalde pogingen de bandenspannin g op te
slaan mislukken, zo snel mogelijk de auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekw alificeerde
en uitgeruste deskundige.
● Als het systeem wordt geïnitialiseerd, knippert het waarschuwin gslampje
lage bandenspanning niet 3 keer en verschijnt de melding voor h et instellen
niet op het multi-informatiedisplay.
● Nadat er na de initialisatie gedurende een bepaalde tijd gereden is, gaat het
waarschuwingslampje branden nadat het gedurende 1 minuut heeft geknip-
perd.
■ Registreren van identificatiecodes
De identificatiecodes van de bandenspanningssensoren en -zender s van
twee sets banden kunnen worden geregistreerd.
Als de identificatiecodes voor zowel de normale banden als de w interbanden
vooraf zijn geregistreerd, is het niet nodig om de identificati ecodes te registre-
ren wanneer de normale banden worden vervangen door winterbande n.
Neem voor meer informatie over het wijzigen van de identificati ecodes con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 700 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
7107-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_OM_Europe_OM10571E
OPMERKING
■Repareren of vervangen van banden, velgen, bandenspanningssenso-
ren, -zenders en ventieldopjes
● Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of ban den-
spanningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota -dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwali ficeerde en
uitgeruste deskundige omdat de bandenspanningssensoren en -zend ers
beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgeg aan.
● Vergeet niet de dopjes weer op de ventielen aan te brengen. Als de ven-
tieldopjes niet geplaatst worden, dan kan er water in de bandenspannings-
sensoren terechtkomen en kunnen ze vast gaan zitten.
● Gebruik bij het vervangen van de ventieldopjes geen andere vent ieldopjes
dan voorgeschreven. Anders kunnen de dopjes vast komen te zitte n.
■ Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig bij het rijden over onverharde wegen en wegen met
kuilen.
Dergelijke omstandigheden hebben mogelijk een verlaging van de banden-
spanning tot gevolg, waardoor de verende werking van de banden vermin-
dert. Bovendien kunnen de banden zelf en de velgen en carrosser ie
beschadigd raken bij het rijden over onverharde wegen.
■ Voorkomen van schade aan de bande nspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werke n de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op m et een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang na het gebruik van ban-
denreparatievloeistof de bandenspanningssensor en -zender wanne er de
band wordt gerepareerd of vervangen. ( →Blz. 695)
■ Als tijdens het rijden in elke band een te lage bandenspanning ontstaat
Rijd niet verder als de bandenspanning te laag is, anders kunne n de ban-
den en/of velgen ernstig beschadigd raken.
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 710 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
7147-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_OM_Europe_OM10571E
■Vervangen van velgen
De velgen van uw auto zijn uitgerust met bandenspanningssensore n en -zen-
ders (behalve het compacte reservewiel) voor het bandenspanning swaar-
schuwingssysteem, dat in een vroegtijdig stadium waarschuwt als de
bandenspanning te laag wordt. Bij het vervangen van velgen moet en er ban-
denspanningssensoren en -zenders worden geplaatst. ( →Blz. 695)
WAARSCHUWING
■Vervangen van velgen
● Gebruik alleen de in deze handleiding aanbevolen maat velgen en ban-
den. Een andere maat kan resulteren in een slechtere controle o ver de
auto.
● Gebruik nooit een binnenband bij een poreuze velg die ontworpen is voor
een tubeless band. Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval
waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
■ Plaatsen van wielmoeren
● Breng nooit olie of vet aan op de wielbouten of -moeren.
Door het gebruik van olie of vet worden de wielmoeren mogelijk te vast
aangedraaid waardoor de bouten of de velg beschadigd kunnen rak en.
Daarnaast kunnen de wielmoeren loslopen en de wielen losraken, wat kan
leiden tot een ongeval met ernstig letsel als gevolg. Verwijder olie of vet
van de wielbouten of wielmoeren.
● Plaats de wielmoeren met de schuine
kant naar het wiel toe. Als de wielmoe-
ren worden geplaatst met de schuine
kant van het wiel af, kan de velg scheu-
ren waardoor het wiel tijdens het rijden
kan losraken. Dit kan leiden tot een
ongeval, met ernstig letsel als gevolg.
Taps
gedeelte
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 714 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
7157-3. Zelf uit te voeren onderhoud
7
Onderhoud en verzorging
C-HR_OM_Europe_OM10571E
WAARSCHUWING
■Gebruik van beschadigde velgen niet toegestaan
Gebruik geen gescheurde of vervormde velgen.
Als u dat wel doet, kan er tijdens het rijden lucht uit de band ontsnappen,
waardoor een ongeval zou kunnen ontstaan.
■ Vasthouden van de wielen ( auto's met 16 inch velgen)
OPMERKING
■Vervangen van bandenspanningssensoren en -zenders
● Omdat het repareren of vervangen van een band invloed kan hebbe n op
de bandenspanningssensoren en -zenders, adviseren we u deze wer k-
zaamheden uit te laten voeren door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en ui tgeruste
deskundige. Ga ook voor de aanschaf van bandenspanningssensoren en
-zenders naar een erkende Toyota- dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Gebruik voor uw auto alleen originele Toyota-velgen.
Bij niet-originele velgen kan niet worden gegarandeerd dat de b anden-
spanningssensoren en -zenders goed werken.
■ Omgaan met de decoratieve kunststo fdelen (auto's met 16 inch ban-
den)
Als tijdens het rijden een ratelend geluid te horen is in de de coratieve kunst-
stofdelen of een vreemd geluid uit de omgeving van de banden ko mt, laat
dan uw banden nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Gebruik niet de wieldop om het wiel vast
te houden, omdat de wieldop daarbij kan
losraken, waardoor het wiel op de grond
valt.
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 715 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
7618-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
C-HR_OM_Europe_OM10571E
Controlelampje Traction Control
Geeft aan dat er een storing is in:
• De VSC (Vehicle Stability Control);
• De TRC (Traction Control); of
• De Hill Start Assist Control.
Het lampje gaat knipperen wanneer de VSC of TRC in
werking is. ( →Blz. 513)
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
(Geel)
Waarschuwingslampje remsysteem
Geeft aan dat er een storing is in de elektrisch bedienbare
parkeerrem
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
*3
(Knippert)
Controlelampje Brake Hold-systeem in werking
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het Brake
Hold-systeem
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
(Knippert of
brandt)
Waarschuwingslampje PCS (indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PCS (Pre-
Crash Safety-systeem) of dat het systeem tijdelijk niet
beschikbaar is doordat de auto extreem warm/koud is,
doordat er zich vuil rond de sensor voor bevindt, enz.
(→Blz. 360, 769)
→ Volg de instructies die worden weergegeven op het
multi-informatiedisplay. ( →Blz. 360, 769)
Als het PCS (Pre-Crash Safety-systeem) of de VSC (Vehi-
cle Stability Control-systeem) wordt uitgeschakeld, gaat
het waarschuwingslampje PCS branden.
→ Blz. 360
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 761 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
7658-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
C-HR_OM_Europe_OM10571E
■Waarschuwingslampje (waarschuwin gszoemer) elektrische stuurbe-
krachtiging
Als de laadtoestand van de accu laag wordt of de spanning tijde lijk daalt, kan
het waarschuwingslampje van de elektrische stuurbekrachtiging g aan bran-
den en kan er een waarschuwingszoemer klinken.
■ Als het motorcontrolelampje ti jdens het rijden gaat branden
Bij sommige uitvoeringen gaat het motorcontrolelampje branden a ls de
brandstoftank geheel leeg gereden is. Vul de brandstoftank onmi ddellijk als
deze leeg is. Het motorcontrolelampje gaat na enkele ritten wee r uit.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/rep arateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundig e als het
motorcontrolelampje niet uitgaat.
■ Detectiesensor voorpassagier, controlelampje veiligheidsgordel en
waarschuwingszoemer
●Als er bagage wordt geplaatst op de passagiersstoel kan de dete ctiesensor
het controlelampje laten knipperen en de waarschuwingszoemer la ten klin-
ken, ook al zit er niemand op de passagiersstoel.
● Als er op de stoel een kussen wordt geplaatst, werkt de sensor wellicht niet
goed, waardoor ook het waarschuwingslampje niet goed werkt.
■ Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat branden
Controleer het uiterlijk van de band om na te gaan of de band n iet lek is.
Als de band lek is: →Blz. 775, 795
Als de band niet lek is:
Gebruik de volgende procedure wanneer de banden voldoende zijn afge-
koeld.
● Controleer de bandenspanning en breng hem op het juiste niveau.
● Als het waarschuwingslampje zelfs na enkele minuten niet uitgaa t, contro-
leer dan of de bandenspanning in orde is en voer de initialisat ie uit.
( →Blz. 696)
Het waarschuwingslampje kan weer gaan branden wanneer bovenstaa nde
handelingen zijn uitgevoerd zonder eerst de banden voldoende te laten
afkoelen.
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 765 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
7668-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_OM_Europe_OM10571E■
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk brand en
door een nat uurlijke oorzaak
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk brand en door
een natuurlijke oorzaak, zoals het onvermijdelijke spanningsver lies dat op
den duur optreedt of een veranderde bandenspanning die veroorzaakt wordt
door temperatuurveranderingen. In dat geval zal het waarschuwin gslampje
na een paar minuten uitgaan als de banden weer op de juiste spa nning
gebracht zijn.
■ Als een wiel is vervangen door een reservewiel (indien aanwezig )
Auto's met volwaardig reservewiel: Ook het volwaardige reservewiel is voor-
zien van een bandenspanningssensor en -zender. Als de bandenspa nning
van het reservewiel te laag is, zal het waarschuwingslampje lage banden-
spanning gaan branden. Bij een lekke band zal het waarschuwings lampje
lage bandenspanning niet uitgaan, ook al is het wiel met de lek ke band ver-
vangen door het reservewiel. Vervang het reservewiel door het w iel met de
gerepareerde band en breng de band op de juiste spanning. Het w aarschu-
wingslampje lage bandenspanning zal na een paar minuten uitgaan .
Auto's met compact reservewiel: Het compacte reservewiel is niet voorzien
van een bandenspanningssensor en -zender. Bij een lekke band za l het
waarschuwingslampje lage bandenspanning niet uitgaan, ook al is het wiel
met de lekke band vervangen door het reservewiel. Vervang het reservewiel
door het wiel met de gerepareerde band en breng de band op de j uiste span-
ning. Het waarschuwingslampje lage bandenspanning zal na een pa ar minu-
ten uitgaan.
■ Omstandigheden waaronder het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem mogelijk niet juist werkt
→Blz. 699
■ Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat
branden nadat het gedurende 1 minuut heeft geknipperd
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat branden
nadat het gedurende 1 minuut heeft geknipperd wanneer het contac t AAN
wordt gezet, laat het systeem dan nakijken door een erkende Toy ota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
■ Waarschuwingszoemer
De zoemer is in sommige gevallen niet hoorbaar, zoals in een lu idruchtige
omgeving of wanneer het volume van de audio hoog staat.
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 766 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
7898-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
C-HR_OM_Europe_OM10571E
■Als de band te hard wordt opgepompt
Controleer of de bandenspanningsmeter de voorgeschreven spannin g aan-
geeft.
Zet de compressor weer aan als de spanning onder de voorgeschre ven
waarde ligt en vul de band tot de juiste spanning is bereikt.
■ Het ventiel van een gerepareerde band
Nadat de band met de bandenreparatieset is gerepareerd, moet he t ventiel
bij een definitieve reparatie worden vervangen.
■ Nadat een band is gerepareer d met de bandenreparatieset
● Vervang de bandenspanningssensor en -zender.
● Zelfs als de bandenspanning op het voorgeschreven niveau ligt, gaat moge-
lijk het waarschuwingslampje lage bandenspanning branden/knippe ren.
Druk op de knop om wat lucht te laten
ontsnappen.
1
2
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 789 Monday, March 19, 2018
4:17 PM