7948-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_OM_Europe_OM10571E
OPMERKING
■Een noodreparatie uitvoeren
● Een band mag alleen met de bandenreparatieset worden gerepareer d
indien de beschadiging is veroorzaakt door perforatie van het l oopvlak
door een scherp voorwerp, zoals een spijker of een schroef.
Verwijder de spijker of de schroef niet uit de band. Door het verwijderen
van de spijker of de schroef kan het gat groter worden waardoor de band
niet meer tijdelijk gerepareerd kan worden.
● De reparatieset is niet waterbestendig. Zorg dat de bandenrepar atieset
niet in aanraking komt met water, bijvoorbeeld bij gebruik tijd ens regen.
● Zet de bandenreparatieset niet op een stoffige ondergrond, zoal s in het
zand of in de berm. Als de reparatieset stof e.d. opzuigt, kunn en er storin-
gen optreden.
● Houd de fles tijdens het gebruik niet ondersteboven, om schade aan de
compressor te voorkomen.
■ Voorzorgsmaatregelen voor de bandenreparatieset
● De reparatieset heeft als voeding 12V-gelijkstroom nodig. Sluit de repara-
tieset niet aan op andere voedingsbronnen.
● Als er benzinedruppels op de reparatieset terechtkomen, kan de set defect
raken. Zorg dat de set niet met benzine in aanraking kan komen.
● Berg de reparatieset op, zodat de set beschermd is tegen vuil en vocht.
● Berg de reparatieset op in de gereedschapshouder onder de afdek mat,
buiten bereik van kinderen.
● Demonteer de reparatieset niet en breng geen wijzigingen aan. Stel
onderdelen als de bandenspanningsmeter niet bloot aan schokken. Hier-
door kunnen storingen optreden.
■ Voorkomen van schade aan de bande nspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werke n de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op m et een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang na het gebruik van ban-
denreparatievloeistof de bandenspanningssensor en -zender wanne er de
band wordt gerepareerd of vervangen. ( →Blz. 695)
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 794 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
8068-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_OM_Europe_OM10571E
■Het compacte reservewiel (indien aanwezig)
●Op de band van het compacte reservewiel staat aan de zijkant de aandui-
ding TEMPORARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk gebruik).
Gebruik het compacte reservewiel alleen tijdelijk en alleen in noodgevallen.
● Controleer de bandenspanning van het compacte reservewiel.
(→Blz. 838)
■ Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
Het compacte reservewiel is niet voorzien van een bandenspannin gssensor
en -zender, waardoor een te lage bandenspanning hiervan niet wo rdt aange-
geven door het bandenspanningswaarschuwingssysteem. Verder zal, als u
het reservewiel monteert nadat het waarschuwingslampje voor een lage ban-
denspanning is gaan branden, dit lampje blijven branden.
■ Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is ge monteerd dan
wanneer er gereden wordt met de standaardbanden.
■ Als uw auto een lekke voorband krijgt op een weg die bedekt is met
sneeuw of ijs (auto's met een compact reservewiel)
Vervang een van de achterwielen van de auto door het compacte r eserve-
wiel. Voer onderstaande stappen uit en monteer sneeuwkettingen op de voor-
wielen:
Vervang het wiel links of rechts achter door het compacte reser vewiel.
Vervang het wiel met de lekke voorband door het wiel dat van de achter-
zijde afkomstig is.
Monteer sneeuwkettingen op de voorwielen.
1
2
3
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 806 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
8088-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_OM_Europe_OM10571E
WAARSCHUWING
■Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
● Houd er rekening mee dat het reservewiel speciaal ontworpen is voor
gebruik onder uw auto. Gebruik uw reservewiel daarom niet onder een
andere auto.
● Monteer niet gelijktijdig meer dan één compact reservewiel onde r uw auto.
● Vervang het reservewiel zo snel mogelijk door een wiel met een stan-
daardband.
● Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en
schakelhandelingen die een plotselinge motorremwerking veroorza ken.
■ Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet goed wordt weergegeve n en dat
de volgende systemen niet goed werken:
Niet alleen kan het volgende systeem niet optimaal worden gebru ikt, maar
ook kan dit een negatief effect hebben op de onderdelen van de aandrijflijn:
• Dynamic Torque Control AWD-systeem (AWD-uitvoeringen)
■ Snelheidsbeperking bij gebruik van het compacte reservewiel (in dien
aanwezig)
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een compact reservewiel ond er de auto
is gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontworpen voor gebruik bij hog e snelhe-
den. Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregel kan leiden t ot een
ongeval en ernstig letsel.
■ Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereedschap en de krik weer goed zijn
opgeborgen en bevestigd. Dit om te voorkomen dat een van deze v oorwer-
pen bij een aanrijding of bij hard remmen letsel veroorzaakt.
• ABS en Brake Assist
•VSC
•TRC
•EPS
• Automatic High Beam-systeem
*
• PCS (Pre-Crash Safety-sys-
teem)
*
• LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling)
*
• Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik
*
*
: Indien aanwezig • Dynamic Radar Cruise Control
*
• Cruise control*
• BSM (Blind Spot Monitor)*
• Toyota Parking Assist-sensor*
• S-IPA (Simple Intelligent Parking
Assist-systeem)
*
• Rear View Monitor-systeem*
• Navigatiesysteem*
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 808 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
8098-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
C-HR_OM_Europe_OM10571E
OPMERKING
■Rijd voorzichtig over oneffenheden in het wegdek heen als het c om-
pacte reservewiel onder de auto g emonteerd is (indien aanwezig)
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is ge monteerd
dan wanneer er gereden wordt met de standaardbanden. Wees voorz ichtig
bij het rijden over slechte wegen.
■ Rijden met sneeuwkettingen en het compacte reservewiel (indien aan-
wezig)
Monteer geen sneeuwketting op het compacte reservewiel.
De sneeuwketting kan de carrosserie beschadigen en het rijgedra g in nega-
tieve zin beïnvloeden.
■ Bij het vervangen van banden
Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of ban denspan-
ningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota-dea ler of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige, omdat de bandenspanningssensoren en -zenders
beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgeg aan.
■ Voorkomen van schade aan de bande nspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werke n de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op m et een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang bij het vervangen van
de band de bandenspanningssensor en -zender. ( →Blz. 695)
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 809 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
8469-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
C-HR_OM_Europe_OM10571E
*1: De standaardinstelling verschilt per land.
*2: Auto's met monochroomdisplay:Frans, Duits, Spaans, Italiaans, Portugees, Russisch, Turks
Auto's met kleurendisplay:
Duits, Frans, Spaans, Italiaans, Portugees, Nederlands, Zweeds, Noors,
Deens, Russisch, Fins, Grieks, Pools, Oekraïens, Turks, Hongaars, Tsje-
chisch, Slowaaks, Roemeens
*3: Alleen auto's met kleurendisplay
*4: 2 van de volgende items: actueel brandstofverbruik (weergave m eter),
actueel brandstofverbruik (numeriek display), gemiddeld brandst ofverbruik
(sinds resetten), gemiddeld brandstofverbruik (sinds starten), gemiddeld
brandstofverbruik (sinds tanken) , gemiddelde rijsnelheid (sinds resetten),
gemiddelde rijsnelheid (sinds starten), verstreken tijd (sinds resetten), ver-
streken tijd (sinds starten), afstand (actieradius), afstand (sinds starten),
leeg.
■
Instrumentenpaneel ( →Blz. 136, 146)
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke voorkeurs-
instelling
Sensorgevoeligheid voor
vermindering van de hel-
derheid van het instru-
mentenpaneel afhankelijk
van de lichtsterkte buiten
Standaard-2 - 2––O
Sensorgevoeligheid voor
terugzetten van de helder-
heid van het instrumen-
tenpaneel op het
oorspronkelijke niveau
afhankelijk van de licht-
sterkte buiten
Standaard-2 - 2––O
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 846 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
8509-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
C-HR_OM_Europe_OM10571E■
Automatische verlichting (
→Blz. 309)
■Toyota Parking Assist-sensor* (→ Blz. 457)
*: Indien aanwezig
■
Follow Me Home-systeem ( →Blz. 310)
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke voorkeurs- instelling
Gevoeligheid lichtsensorNiveau 0Niveau -2 - 2–OO
Tijd die verstrijkt voordat
de koplampen worden uit-
geschakeld (Follow Me
Home-systeem)
30 seconden
60 seconden
––O90 seconden
120 seconden
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke
voorkeurs- instelling
Detectieafstand van de
zijsensorenVe r w e gDichtbij––O
Zoemervolume31 - 5––O
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke voorkeurs-
instelling
Tijd die verstrijkt voordat
de koplampen automa-
tisch worden uitgescha-
keld
30 seconden
60 seconden
––O90 seconden
120 seconden
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 850 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
861Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
C-HR_OM_Europe_OM10571E
●Het controlelampje van de veiligheidsgordel knippert
Dragen de bestuurder en de voorpassagier hun veiligheidsgordel?
(→Blz. 763)
●Het waarschuwingslampje remsysteem (rood) brandt
Is de parkeerrem gedeactiveerd? ( →Blz. 300)
Afhankelijk van de situatie klinken er mogelijk ook andere soor ten waarschu-
wingszoemers. ( →Blz. 759, 769)
●Heeft iemand een portier geopend tijdens het instellen van het alarm?
De sensor signaleert dit en laat het alarm klinken. ( →B l z . 111 )
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop:
Zet het contact AAN of start de motor om het alarm uit te schak elen.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop:
Zet het contact AAN of start de motor om het alarm uit te schak elen.
●Bevindt de elektronische sleutel zich in de auto?
Controleer de melding op het multi-informatiedisplay. (→Blz. 769)
Tijdens het rijden klinkt een waarschuwingszoemer
Er wordt een alarm geactiveerd en de claxon klinkt
(auto's met alarmsysteem)
Bij het verlaten van de auto klinkt een waarschuwingszoemer
(auto's met Smart entry-systeem en startknop)
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 861 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
865Alfabetische index
C-HR_OM_Europe_OM10571E
Banden...................................... 693Als uw auto een lekke
band heeft .................... 775, 795
Bandenmaat ........................... 838
Bandenreparatieset ................ 775
Bandenspanning .................... 838
Bandenspanningswaar- schuwingssysteem............... 695
Controleren ............................ 693
Reservewiel............................ 795
Sneeuwkettingen.................... 523
Vervangen .............................. 795
Waarschuwingslampje ........... 763
Winterbanden ......................... 520
Wisselen van wielen............... 694
Bandenreparatieset ................. 775
Bandenspanning...................... 711 Onderhoudsgegevens ............ 838
Bandenspannings- waarschuwingssysteem ....... 695Initialisatie .............................. 695
Plaatsen van banden-
spannings-sensoren
en -zenders .......................... 695
Registreren van identificatiecodes ................. 697
Waarschuwingslampje ........... 763
Bekerhouders........................... 648
Benzineroetfilter ...................... 511
Bevestigingssteunen................. 83
Binnenspiegel .......................... 240 Blind Spot Monitor (BSM) ....... 439
BSM-functie ........................... 447
RCTA ..................................... 452
Blokkeerschakelaar ruitbediening ......................... 245
Bluetooth
®
Audiosysteem ........................ 591
Handsfree-systeem (voor mobiele telefoon) ........ 595
Bougie ...................................... 834
Bovenste gordel ........................ 83
Brake Assist ............................. 512
Brake Hold-systeem ................ 306
Brandstof.................................. 329 Brandstofmeter ...................... 133
Informatie ............................... 840
Inhoud .................................... 831
Tanken ................................... 329
Type ....................................... 831
Uitschakelsysteem brandstofpomp..................... 758
Waarschuwingslampje ........... 762
BSM (Blind Spot Monitor) ....... 439 BSM-functie ........................... 447
RCTA ..................................... 452
Buitenspiegels ......................... 242 BSM (Blind Spot Monitor) ...... 439
Buitenspiegelverwarming
..................................... 622, 630
Inklappen ............................... 243
Verstellen en inklappen.......... 242
Verwarming .................... 622, 630
*: Raadpleeg bij auto's met een navigatiesysteem of multimedia-
systeem de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem .
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 865 Monday, March 19, 2018 4:17 PM