Page 209 of 592

2094-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12M49E)
4
Rijden
■Acceleratie/stuurcommando's/bochtengedrag
In te krappe bochten kan de aanhangwagen de auto raken. Redu-
ceer uw snelheid voordat u een bocht nadert en neem bochten met
een zodanige snelheid dat plo tseling remmen niet nodig is.
■Belangrijke punten met betrekking tot het aansnijden van
bochten
De wielen van de aanhangwagen maken een krappere bocht dan
de wielen van de auto. Snijd boc hten daarom ruimer aan dan u zo u
doen als u niet met e en aanhangwagen rijdt.
■Belangrijke punten met betre kking tot de stabiliteit
Een slecht wegdek en kr achtige zijwind zullen de wegligging en het
rijgedrag beïnvloeden. Ook bij het inhalen van bussen of grote
vrachtwagens of het ingehaald word en door dergelijke voertuigen,
kunnen de aanhangwagen en de auto gaan slingeren. Kijk bij het
rijden langs dergelijke voertui gen veelvuldig in uw spiegels. V ermin-
der vaart door voorzichtig het rempedaal in te trappen zodra u ziet
dat de aanhangwagen gaat slingeren. Houd tijdens het remmen het
stuurwiel altijd in de rechtuitstand.
■Passeren van andere auto's
Houd rekening met de totale lengte van uw auto en de aanhangwa-
gen en zorg ervoor dat er voldoende tussenafstand is voordat u van
rijstrook verandert.
■Informatie over de transmissie
Om maximaal te kunnen profiteren van de motorremwerking en de
laadstroom tijdens het afremmen, mag de transmissie niet in stand
D staan. Zet de selectiehendel in stand B.
■Als de motor oververhit raakt
Het rijden met een aanhangwagen op een lange, steile helling bi j
buitentemperaturen hoger dan 30 C kan ertoe leiden dat de motor
oververhit raakt. Als de koelvloeistoftemperatuurmeter aangeeft dat
de motor oververhit raakt, schak el dan direct de airconditioning uit
en breng de auto op een veili ge plaats tot stilstand. (Blz. 544)
■Bij het parkeren
Plaats altijd wielblokken onder de wielen van de auto en de aan -
hangwagen. Activeer de parkeerre m en zet de selectiehendel in
stand P.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M49E.book Page 209 Wednesday, October 4, 2017 6:32 PM
Page 210 of 592

2104-1. Voordat u gaat rijden
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12M49E)
WAARSCHUWING
Volg alle aanwijzingen in dit hoofdstuk op. Anders kunnen zich ongevallen
voordoen die tot ernstig letsel kunnen leiden.
■ Voorzorgsmaatregelen bij het rijden met een aanhangwagen
Controleer bij het rijden met een aanhangwagen of de maximaal t oege-
stane gewichten niet worden overschreden. ( Blz. 203)
■ Rijsnelheid bij het rijden met een aanhangwagen
Overschrijd de maximum snelheid voor het rijden met een aanhang wagen
niet.
■ Voor het afrijden van een lange helling
Verminder de snelheid en rem af op de motor.
■ Werking van het rempedaal
Trap het rempedaal niet veelvuldig of gedurende een langere periode ach-
tereen in.
Anders kan het remsysteem oververhit raken of kan de remwerking teruglo-
pen.
■ Voorkomen van een ongeval of letsel
● Auto's met cruise control: Gebruik de cruise control niet als a chter de auto
een aanhangwagen is gekoppeld.
● Auto's met compact reservewiel: Rijd niet met een aanhangwagen wan-
neer het compacte reservewiel onder uw auto is gemonteerd.
● Auto's met bandenreparatieset: Rijd niet met een aanhangwagen w anneer
een band is gemonteerd die is gerepareerd met de bandenreparatieset.
OPMERKING
■ Sluit de aanhangwagenverlichting op de juiste wijze aan
Onjuiste aansluiting van de aanhangwagenverlichting kan schade toebren-
gen aan het elektrische systeem van uw auto en storingen veroor zaken.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M49E.book Page 210 Wednesday, October 4, 2017 6:32 PM
Page 211 of 592

211
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12M49E)
4
Rijden
4-2. Rijprocedures
Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
Controleer of de selectiehendel in stand P staat.
Trap het rempedaal stevig in.
en een melding worden op het multi-informatiedisplay weergege-
ven.
Als dit niet wordt weergegeven, kan het hybridesysteem niet wor den
gestart.
Druk kort en krachtig op de
startknop.
Eén keer kort en stevig indrukken
van de startknop is voldoende om
deze te bedienen. U hoeft de start-
knop niet ingedrukt te houden.
Als het controlelampje READY
gaat branden, werkt het hybride-
systeem normaal.
Houd het rempedaal ingetrapt tot
het controlelampje READY brandt.
Het hybridesysteem kan vanuit
iedere stand van het contact wor-
den gestart.
Controleer of het contro lelampje READY brandt.
Wanneer het controlelampje READY uit is, kunt u niet wegrijden.
Startknop
Als u de volgende handelingen uitv oert terwijl u een elektroni-
sche sleutel bij u hebt, wordt het hybridesysteem gestart of de
stand van het contact veranderd.
Starten van het hybridesysteem
1
2
3
4
5
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M49E.book Page 211 Wednesday, October 4, 2017 6:32 PM
Page 212 of 592
2124-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12M49E)
Breng de auto volledig tot stilstand.
Activeer de parkeerrem. (Blz. 228)
Druk op de schakelaar stand P.
( Blz. 221)
Controleer of de positie-indicator
op het instrumentenpaneel P aan-
geeft. ( Blz. 98)
Druk op de startknop.
Laat het rempedaal los en controleer of de melding “Power ON.”
(contact AAN) op het multi-i nformatiedisplay uit is.
Uitschakelen van het hybridesysteem
1
2
3
4
5
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M49E.book Page 212 Wednesday, October 4, 2017 6:32 PM
Page 213 of 592
2134-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12M49E)
4
Rijden
De standen kunnen worden gewijzigd door op de startknop te drukken
als het rempedaal niet wordt ingetrapt. (De stand verandert ied ere
keer dat op de knop wordt gedrukt.)
UIT
De alarmknipperlichten kunnen
worden gebruikt.
Stand ACC
Sommige elektrische componen-
ten zoals het audiosysteem kun-
nen worden gebruikt.
“Power ON.” (contact AAN) wordt
op het multi-informatiedisplay
weergegeven.
AAN
Alle elektrische componenten kun-
nen worden gebruikt.
“Power ON.” (contact AAN) wordt
op het multi-informatiedisplay
weergegeven.
Wijzigen van de standen van het contact
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M49E.book Page 213 Wednesday, October 4, 2017 6:32 PM
Page 214 of 592

2144-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12M49E)
■Auto power off-functie
Als het contact langer dan 20 minuten in stand ACC of langer da n een uur
AAN staat (hybridesysteem niet in werking) terwijl stand P is geselecteerd,
wordt het contact automatisch UIT gezet. Deze functie kan echter niet geheel
uitsluiten dat de 12V-accu ontladen raakt. Laat de auto niet gedurende lan-
gere tijd in stand ACC of AAN staan terwijl het hybridesysteem niet in werking
is.
■ Geluiden en trillingen die kenme rkend zijn voor een hybrideauto
Blz. 75
■ Leegraken batterij elektronische sleutel
Blz. 122
■ Als de buitentemperatuur laag is, bijvoorbeeld bij rijden in de winter
Als het hybridesysteem gestart wordt, knippert het controlelamp je READY
mogelijk lang. Bedien de auto niet totdat het controlelampje RE ADY continu
brandt. Continu branden betekent dat de auto in beweging kan ko men.
■ Omstandigheden die de werking kunnen beïnvloeden
Blz. 137, 156
■ Aanwijzingen voor de instapfunctie
Blz. 137
■ Als het hybridesysteem niet kan worden ingeschakeld
De startblokkering is mogelijk niet uitgeschakeld. ( Blz. 83)
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/rep arateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Als op het multi-informatiedis play “Check entry & start system.” (Con-
troleer Smart entry-systeem met startknop.) wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat uw aut o direct con-
troleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateu r of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Als het controlelampje READY niet gaat branden
Neem, als het controlelampje READY niet gaat branden nadat de juiste pro-
cedure voor het starten van de auto is gevolgd, direct contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Als de batterij van de elektronische sleutel ontladen is
Blz. 459
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M49E.book Page 214 Wednesday, October 4, 2017 6:32 PM
Page 215 of 592

2154-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12M49E)
4
Rijden
■Bedienen van de startknop
●Als de knop niet kort en krachtig wordt ingedrukt, wijzigt de s tand van het
contact mogelijk niet of wordt het hybridesysteem niet gestart.
● Als u probeert het hybridesysteem opnieuw te starten direct nad at het con-
tact UIT is gezet, dan start het hybridesysteem in sommige gevallen moge-
lijk niet. Wacht nadat u het contact UIT hebt gezet een paar seconden
voordat u het hybridesysteem opnieuw start.
■ Functie automatisch selecteren van stand P
●Als een andere schakelstand dan stand P is geselecteerd, wordt stand P
automatisch ingeschakeld als u op de startknop drukt wanneer de auto vol-
ledig tot stilstand is gekomen, waarna het contact UIT gaat.
● Wanneer u het contact uit zet terwijl de selectiehendel niet in stand P staat:
Trap het rempedaal goed in en controleer of de schakelstand
* gewijzigd is
naar stand P voordat u het rempedaal langzaam loslaat.
*: Zelfs nadat het display van het dashboard uitgezet is, wordt de positie-indi-
cator gedurende enkele seconden weergegeven.
■ Als het regelsysteem voor stand P defect is
Het contact kan niet worden uitgezet. In dergelijke gevallen ka n de knop uit-
gezet worden door de parkeerrem te activeren.
Laat de auto direct controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige wanneer een storing in het systeem optreedt.
■ Als het Smart entry-systeem met s tartknop of de startknopfunctie is uit-
geschakeld via persoonlijke voorkeursinstellingen
Blz. 536
WAARSCHUWING
■ Starten van het hybridesysteem
Ga altijd op de bestuurdersstoel zitten alvorens het hybridesys teem te star-
ten. Trap onder geen enkele voorwaarde het gaspedaal in bij het starten
van het hybridesysteem.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval waarbij erns tig letsel kan
ontstaan.
■ Uitschakelen van het hybri desysteem in noodgevallen
Als u in een noodgeval het hybridesysteem tijdens het rijden wi lt stoppen,
houdt u de startknop langer dan 2 seconden ingedrukt of drukt u deze min-
stens 3 keer kort achter elkaar in. ( Blz. 483)
Raak de startknop echter tijdens het rijden niet aan, behalve i n geval van
nood. Door het uitschakelen van het hybridesysteem tijdens het rijden ver-
liest u niet de controle over het stuurwiel of de remmen. De stuurbekrachti-
ging werkt echter niet meer. Hierdoor zal het sturen veel zwaar der gaan dan
normaal. Zet in dat geval de auto aan de kant zodra dit veilig kan.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M49E.book Page 215 Wednesday, October 4, 2017 6:32 PM
Page 216 of 592

2164-2. Rijprocedures
UK AURIS_HV_HB_EE (OM12M49E)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
● Laat het contact niet gedurende langere tijd in de stand ACC of AAN staan
wanneer het hybridesysteem niet in werking is.
● Als het hybridesysteem uitgeschakeld is maar het controlelampje in de
startknop nog brandt, geeft dit aan dat het contact nog AAN is. Controleer
voordat u uitstapt altijd of het contact UIT is.
■ Starten van het hybridesysteem
● Trap het gaspedaal niet onnodig in.
● Indien het hybridesysteem moeilijk start, laat uw auto dan onmi ddellijk
controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara teur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Symptomen die kunnen duiden op een defect in de startknop
Als de startknop anders lijkt te werken dan normaal, bijvoorbee ld als de
knop iets blijft hangen, kan de startknop defect zijn. Neem dir ect contact op
met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
AURIS_HV_OM_Europe_OM12M49E.book Page 216 Wednesday, October 4, 2017 6:32 PM