Page 57 of 214

Instrumentenpaneel - Rijden
W anneer de Model S rijdt (of klaar is om weg te rijden), geeft het instrumentenpaneel uw huidige
rijstatus weer, samen met een real-time visualisatie van de weg zoals gedetecteerd door de
Bestuurdersassistentie-componenten van de Model S (zie Over Driver Assistance op pagina 78).
Opmerking: De onderstaande afbeelding is uitsluitend bedoeld ter verduidelijking. Afhankelijk van
de voertuigopties, de softwareversie en het land van bestemming kan de informatie op het
touchscreen enigszins afwijken. 1.
C
ontrolelampjes bovenaan geven de status weer (zie Instrumentenpaneel op pagina 52).
2. Wanneer u actief naar een bestemming navigeert, worden hier navigatie-instructies
weergegeven. Gebruik de linkerknoppen op het stuur om te wijzigen wat u links op het
instrumentenpaneel ziet wanneer er geen navigatie-instructies worden weergegeven (zie
Toetsen links op het stuur gebruiken op pagina 43).
3. Traffic-aware cruise control rijdt op een ingestelde snelheid. Wanneer Traffic-aware cruise
c
ontrol beschikbaar is maar u geen cruisesnelheid hebt ingesteld, is dit pictogram grijs en
wordt de snelheid niet weergegeven (zie Traffic-aware cruise control op pagina 81).
4. Rijsnelheid.
5. A
utosteer stuurt de Model S actief. Wanneer Autosteer beschikbaar maar niet geactiveerd is,
wordt het pictogram grijs weergegeven (zie Autosteer op pagina 87).
6. Op de Energy-grafiek verschijnen stippellijnen op de vermogensmeter als de Model S de
ener
gie beperkt. De stippellijnen verschijnen in het bovenste gedeelte (energie die wordt
gebruikt) wanneer de beschikbare energie voor het accelereren wordt beperkt, en in het
onderste gedeelte (energie die wordt herwonnen) wanneer de energie die kan worden
gewonnen door regeneratief remmen wordt beperkt. Model S beperkt de energie om
verschillende redenen. Hieronder vindt u enkele voorbeelden:
Page 58 of 214

7.
Let op belangrijke berichten die hier worden weergegeven. Als er waarschuwingen zijn, kunt u
aanvullende informatie opvragen door het pictogram (uitroepteken) op de statusbalk aan de
bovenzijde van het touchscreen aan te raken.
8. Gebruik de rechterknoppen op het stuur om te wijzigen wat er rechts op het
instrumentenpaneel wordt weergegeven op het moment dat geen telefoongesprek actief is
(zie Toetsen rechts op het stuur gebruiken op pagina 44).
9. Beschikbare, geschatte actieradius (of energie). In plaats van de rijafstand kan hier ook de
resterende hoeveelheid energie van de batterij worden weergegeven. Tik daartoe op
Controls > Settings > Language & Units > Energy & Charging (zie Instellingen op pagina
115).
Opmerking: Gebruik de geschatte actieradius alleen als een algemene richtlijn om uit te
vinden wanneer u de Model S moet opladen.
Opmerking: Bij koud weer is bepaalde energie in de batterij mogelijk niet beschikbaar tijdens
de rit omdat de batterij te koud is. Wanneer dit gebeurt, is een deel van de batterijmeter
blauw en verschijnt er een sneeuwvlokje naast de rijafstand. Als de Model S is aangesloten,
kunt u uw batterij opwarmen via de netvoeding door Climate control in te schakelen met de
mobiele app. Wanneer de batterij opgewarmd is, worden het blauwe deel van de meter en het
sneeuwvlokje niet meer weergegeven.
10. De maximumsnelheid (indien beschikbaar) die momenteel wordt gedetecteerd door
Snelheidslimietherkenning (zie Snelheidslimietherkenning op pagina 105).
11. De auto voor u (indien van toepassing).
12. Let goed op belangrijke mededelingen over het rijden die in het midden onder op het
instrumentenpaneel worden weergegeven.
13. Uw Model S.
14. Wanneer Autosteer actief is en de rijstrook detecteert, wordt de rijstrook blauw gemarkeerd
(zie Autosteer op pagina 87).
15. Huidige versnelling: Park, Reverse, Neutral of Drive. Instrumentenpaneel
Rijden
57
Page 59 of 214
Bediening verlichting
T ik op Controls linksonder op het touchscreen om de verlichting te bedienen.
Naast de verlichting die u via het touchscreen kunt bedienen, heeft de Model S voor uw gemak
verlichting die automatisch aan- en uitgaat op basis van wat u op dat moment doet. Zo gaan de
binnenverlichting, contourverlichting, achterlichten, instapverlichting en de verlichting van de
portierkrukken branden wanneer u de Model S ontgrendelt, een portier opent en de selectiehendel
in stand P (Parkeren) zet. Na ongeveer 2 minuten gaat de verlichting automatisch weer uit of
eerder als u een versnelling inschakelt of de Model S vergrendelt.
Opmerking: Afhankelijk van de gekozen opties bij de aankoop van de auto, is de auto mogelijk
niet uitgerust met mistlampen. Verlichting
58 Handleiding Model S
Page 60 of 214

1.
Als u DOME-v erlichting inschakelt, gaat alle binnenverlichting automatisch aan bij het
ontgrendelen van de auto, bij het openen van een portier om de auto te verlaten en als de
selectiehendel in de stand P (Park) wordt gezet. De verlichting gaat na 60 seconden vanzelf
weer uit of eerder als de Model S vergrendeld wordt of als er een versnelling wordt
ingeschakeld. Indien ingesteld op AUTO, gaat de binnenverlichting alleen aan wanneer weinig
of geen licht wordt gedetecteerd.
U kunt de binnenverlichting ook handmatig in- en uitschakelen door op de lens te drukken. Als
de binnenverlichting met de hand is ingeschakeld, gaat deze automatisch uit als de Model S
uitgeschakeld wordt. Als de auto al was uitgeschakeld toen u de binnenverlichting handmatig
inschakelde, gaat deze na 60 minuten automatisch weer uit. 2.
Als u de AMBIENT
-verlichting inschakelt, gaat de verlichting van de armleuningen op de
portieren branden als de koplampen branden.
3. Als u AUTO HIGH BEAM inschakelt, gaat het grootlicht automatisch aan en uit afhankelijk van
of er licht v
Page 61 of 214
5.
De Model S met schr oefveren heeft koplamphoogteverstelling om te voorkomen dat
tegenliggers verblind worden als de auto zwaar beladen is. U kunt bij een zwaar beladen auto
de lichtbundel naar beneden stellen om te voorkomen dat tegenliggers verblind worden
wanneer u veel bagage bij u hebt in de bagageruimte achter. Tik op LEVEL en sleep het
schuifknopje in de gewenste stand.
0 Koplampen in hoogste stand Verstellen is niet nodig als alle stoelen bezet zijn en er
alleen bagage in de bagageruimt
e voor is opgeborgen.
1 Koplampen worden
Page 62 of 214
Grootlicht
Duw de hendel aan de link erzijde van het stuur
van u af. Trek de hendel naar u toe om het
grootlicht weer uit te schakelen. Het grootlicht kan automatisch worden
gedimd w
anneer er licht v
Page 63 of 214

Als het AFS niet werkt, verschijnt er
een w
aarschuwing op het
instrumentenpaneel. Neem contact
op met Tesla Service.
Richtingaanwijzers
Duw de hendel aan de link
erzijde van het stuur
omhoog (rechtsaf) of omlaag (linksaf). De richtingaanwijzers gaan automatisch uit als
het s
tuur weer recht staat of wanneer u de
hendel in de middenpositie zet. Het controlelampje van de
desbetreffende
richtingaanwijzers
op het instrumentenpaneel gaat
knipperen als de richtingaanwijzers
zijn ingeschakeld. U hoort ook een
klikkend geluid. Attentie: Als u het optionele Enhanc
ed
Autopilot- of Full Self-Driving Capability-
pakket hebt aangeschaft en Traffic-aware
cruise control actief is, kan de Model S bij
gebruik v
an de richtingaanwijzer
accelereren wanneer u in bepaalde
situaties
Traffic-aware cruise control
gebruik
t (zie Acceleratie bij inhalen op
pagina 85). Attentie: Als u het optionele Enhanc
ed
Autopilot- of Full Self-Driving Capability-
pakket hebt aangeschaft en Autosteer
actief is, kan de Model S bij gebruik van
de richtingaanwijzer van rijstrook
veranderen (zie Auto Lane Change op
pagina 90).
Passeerfunctie
Duw de hendel e
ven tegen de veerdruk in
omhoog of omlaag en laat hem dan weer los.
De
desbetreffende richtingaanwijzers
knipperen 3 keer. Alarmknipperlichten
Om de alarmknipperlicht
en in te schakelen
drukt u op de knop aan de zijde van het
touchscreen het dichtst bij het stuur. Alle
richtingaanwijzers knipperen. Druk nog een
keer op de schakelaar om de
alarmknipperlichten weer uit te schakelen.
Opmerking: De alarmknipperlichten werken
ook als er geen sleutel in de buurt van de
Model S is. Verlichting
62 Handleiding Model S
Page 64 of 214
Ruitenwissers
Dr aai het uiteinde van de hendel aan de
linkerzijde van het stuur naar voren om de
ruitenwissers te gebruiken. De hendel op de
stuurkolom heeft vijf standen: