Page 25 of 214
Attentie: L
eg de gordel niet over harde,
kwetsbare of scherpe voorwerpen in uw
kleding zoals pennen, sleutels, een bril
enz. Deze kunnen verwondingen
veroorzaken als de gordel gespannen
wordt. Attentie: Z
org dat de riem op geen
enkele plaats gedraaid is. Attentie: Elk
e veiligheidsgordel mag maar
door
Page 26 of 214
Richtlijnen voor kinderzitjes
Neem bab y
Page 27 of 214
Een kinderzitje kiezen
Raadpleeg de onders taande tabellen voor richtlijnen in verband met het type van de
ge
Page 28 of 214
Kinderzitjes met ISOFIX*-bevestiging
Gewichtsklasse
KlasseBevestiging ISOFIX-positie
buit enste
zitplaatsen achterin
Groep 0 tot 10 kg ER1
Opmerking: Be
vestig
zitverhogingen alleen met
veiligheidsgordel s (gebruik geen ISOFIX-
bevestiging). IL
Groep 0+ tot 13 kg E
R1ILA, C
D R2ILA, C
C R3ILA, C
Groep I 9 - 18 kg D
R2 ILB
C R3 ILB
B F2IUF, ILB, D
B1 F2XIUF, ILB, D
A F3IUF, ILB, D
IL: Geschikt voor elk semi-universeel kinderzitje (in rijrichting/tegen rijrichting met
v
oetensteun).
IUF: Geschikt voor elk universeel kinderzitje (in rijrichting geplaatst met verankeringspunt).
AAanbeveling: Takata Mini E4 04443717.
BAanbeveling: Takata Midi E4 04444204.
CAanbeveling: Maxi-cosi Cabriofix/Easyfix
E4 04443517.
DAanbeveling: Maxi-cosi Pearl/familyfix E4 043908. Opmerking: ISOFIX is de int
ernationale standaard voor bevestigingspunten voor kinderzitjes in
personenauto
Page 29 of 214
Grotere kinderen
Gebruik een geschik
te zitverhoging als een
kind te groot is voor een kinderzitje maar nog
niet groot genoeg om de veiligheidsgordel
goed te kunnen gebruiken. Volg de
aanwijzingen van de fabrikant om de
zitverhoging vast te zetten.
Kinderzitjes installeren
Er zijn twee manieren om kinderzitjes te
installeren:
Page 30 of 214

3.
Als het kinder zitje met
veiligheidsgordelbevestiging een
bevestiging aan de bovenzijde heeft, maak
deze dan vast aan de rugleuning van de
stoel (zie Bovenste riemen bevestigen op
pagina 29).
ISOFIX-kinderzitjes installeren In de buitenste stoelen van de tweede zitrij
zijn de onderste verankeringspunten voor
ISOFIX-kinderzitjes aanwezig. De
verankeringspunten bevinden zich tussen de
rugleuning en zitting van de betreffende
stoelen. De precieze plaats van elk
v
erankeringspunt is aangegeven met een
identificatieknop
voor het zitje, zie
onderstaande afbeelding. De knop bevindt
zich op de rugleuning van de stoel, direct
boven het bijbehorende verankeringspunt. Plaats ISOFIX-kinderzitjes alleen op de
buit
enste stoelen. Gebruik in het midden
alleen een zitje dat met de veiligheidsgordel
bevestigd moet worden. Schuif een ISOFIX-kinderzitje met de
sluitingen op de v
erankeringspunten tot ze
vastklikken. Volg altijd de aanwijzingen van de
fabrikant van het zitje. Controleer na het plaatsen of het zitje goed
v
astzit voordat u er een kind in plaatst.
Probeer het zitje heen en weer te draaien en
van de bank af te trekken en controleer dan of
de verankeringspunten stevig vast blijven
zitten.
Opmerking: De onderste verankeringspunten
voor LATCH mogen niet worden gebruikt met
kinderzitjes of zitverhogingen die een
ingebouwde veiligheidsgordel hebben, in
situaties waarin het gecombineerde gewicht
van het kind plus het kinderzitje meer dan 29
kg (65 lbs) bedraagt. Gebruik in deze situaties
de veiligheidsgordel.
Bovenste riemen bevestigen
Als het zitje aan de bovenzijde een riem heeft,
bevestig de haak van deze riem dan aan het
verankeringspunt aan de achterkant van de
achterstoelen.
Opmerking: De locatie van
verankeringspunten is mogelijk niet direct
zichtbaar, maar de punten kunnen worden
gevonden aan de hand van een markering in
het materiaal van de stoel. Attentie: Z
et de bovenste
bevestigingsriemen vast volgens de
aanwijzingen van de fabrikant van het
kinderzitje. Attentie: GEBRUIK IN HET MIDDEN
ALLEEN EEN ZIT
JE DAT MET DE
VEILIGHEIDSGORDEL BEVESTIGD MOET
WORDEN.
Bij dubbele bevestigingsriemen dient er aan
w
eerszijden van de hoofdsteun een riem te
worden aangebracht. Kinderzitjes
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen
29
Page 31 of 214

Breng enkelvoudige bevestigingsriemen altijd
z o aan dat zij over de hoofdsteun heen lopen.
Opmerking: Om te voorkomen dat de
enkelvoudige bevestigingsriem naar links of
naar rechts verschuift, vervormt de bovenkant
van de hoofdsteun. Een kinderzitje testen
C
ontroleer altijd of een kinderzitje goed
vastzit voordat u er een kind inzet: 1.
P
ak het zitje vast waar de riem door het
zitje loopt, en probeer het zitje heen en
weer en van voor naar achter te schuiven.
2. Als het zitje meer dan 2,5 cm speling
heeft, zit het te los. Trek de gordel
strakker of klik het ISOFIX-kinderzitje
opnieuw vast.
3. Plaats het zitje op een andere zitplaats of
gebruik een ander kinderzitje als het niet
lukt om het zitje goed vast te zetten.
Waarschuwingen kinderzitjes Attentie: Plaa
ts nooit een kind in een
kinderzitje of op een zitverhoging op de
passagiersstoel als de airbag is
ingeschakeld. Dit kan tot ernstig letsel of
de dood leiden. Attentie: Gebruik nooit een naar acht
eren
gericht zitje op een stoel met een actieve
airbag. Dit kan ernstig letsel veroorzaken
met de dood tot gevolg. Raadpleeg het
waarschuwingslabel op de zonneklep. Attentie: S
ystemen voor de bescherming
van kinderen in auto
Page 32 of 214
Attentie: Kinder
en moeten zo lang
mogelijk in een naar achteren gericht
kinderzitje vervoerd worden en stevig
worden vastgezet met de 5-punts
harnasgordel van het zitje. Attentie: Gebruik geen gor
delverlengers
voor een gordel die wordt gebruikt om
een kinderzitje of zitverhoging te
bevestigen. Attentie: Z
org er bij het vervoer van
grotere kinderen voor dat het hoofd
wordt ondersteund en dat de
veiligheidsgordels goed zijn afgesteld en
bevestigd. Het schoudergedeelte van de
gordel mag niet tegen het gezicht of de
nek komen en het heupgedeelte mag niet
op de buik rusten. Attentie: Maak nooit tw
ee zitjes vast aan