14
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties / Opmerkingen
STOP Permanent, in
combinatie met een
ander lampje, een
geluidssignaal en een
melding. Dit waarschuwingslampje
gaat branden in het geval van
een ernstige storing van de
motor, het remsysteem, de
stuurbekrachtiging enz. of een
ernstige elektrische storing. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Zet het contact af en raadpleeg het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Parkeerrem Permanent. De parkeerrem is aangetrokken
of niet goed vrijgezet. Zet de parkeerrem vrij zodat het lampje uitgaat; trap
het rempedaal in.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de parkeerrem
.
Remsysteem Permanent. Het remvloeistofniveau is te
laag. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Vul het niveau bij met een vloeistof voorzien van een
artikelnummer van PEUGEOT.
Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem
dan controleren door het PEUGEOT-netwerk of door
een gekwalificeerde werkplaats.
Permanent, in
combinatie met het
waarschuwingslampje
ABS. Er is een storing in de
elektronische remdrukregelaar
(REF).
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Instrumentenpaneel
19
Intrappen van
het rempedaalPermanent.
Het rempedaal moet worden
ingetrapt. Bij de automatische transmissie of elektronisch
gestuurde versnellingsbak moet u bij een draaiende
motor en voordat u de parkeerrem vrijzet het
rempedaal intrappen om vanuit de stand P of N een
andere stand te kunnen selecteren.
Als u de parkeerrem vrijzet zonder het rempedaal in
te trappen, zal dit lampje blijven branden.
Voet op het
koppelingspedaalPermanent.
In de STOP-stand van het
Stop & Start-systeem wordt
de motor niet gestart als u
het koppelingspedaal slechts
gedeeltelijk intrapt. Trap bij een handgeschakelde versnellingsbak het
koppelingspedaal volledig in zodat de motor kan
starten.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Antiblokkeersysteem
(ABS)Permanent.Er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg
zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Waarschuwing
kans op
aanrijding/
Active Safety
Brake Knippert.
Het systeem wordt geactiveerd. Het systeem remt de auto kort af om de snelheid van
de aanrijding met de voorligger te beperken.
Permanent, in combinatie
met een melding en een
geluidssignaal.Storing in het systeem.Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Permanent, in
combinatie met een
melding. Het systeem is uitgeschakeld (via
het menu).
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de Waarschuwing kans op
aanrijding
/ Active Safety Brake.
1
Instrumentenpaneel
143
Alarmknipperlichten
Lichtsignaal van de richtingaanwijzers om het
overige verkeer te waarschuwen in het geval
van file, pech, slepen of een ongeval.
F
W
anneer u deze knop indrukt, knipperen
alle richtingaanwijzers tegelijkertijd.
De alarmknipperlichten werken ook als het
contact is afgezet.
Automatisch inschakelen
van de alarmknipperlichten
Bij een noodstop, afhankelijk van de mate
van remvertraging, als het ABS ingrijpt, maar
ook als er een aanrijding wordt gedetecteerd,
worden de alarmknipperlichten automatisch
ingeschakeld.
Zodra er weer gas wordt gegeven gaan de
alarmknipperlichten uit.
F
U k
unt de alarmknipperlichten echter ook
uitschakelen door de knop in te drukken.
Noodoproep of
pechhulpoproepPeugeot Connect SOS
Druk in geval van nood langer
dan 2 seconden op deze toets.
Het groene LED-lampje en een
gesproken bericht bevestigen de
oproep naar de alarmcentrale
"Peugeot Connect SOS"*.
Door deze toets meteen
opnieuw in te drukken, wordt de
oproep geannuleerd.
Het groene lampje dooft.
Het groene lampje blijft branden (zonder te knipperen)
wanneer de verbinding tot stand is gebracht.
Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
De alarmcentrale "Peugeot Connect SOS"
lokaliseert onmiddellijk uw auto, neemt in uw
landstaal contact met u op** en roept indien nodig
de hulp in van de bevoegde hulpdiensten. In
landen waar de alarmcentrale niet operationeel
is of wanneer de lokalisatie uitdrukkelijk is
geweigerd, wordt de oproep meteen doorgestuurd
naar de hulpdiensten (112), zonder lokalisatie.
** afhankelijk van de geografische dekking van "Peugeot Connect SOS", "Peugeot Connect
Assistance" en van de officiële landstaal die door
de eigenaar van de auto is gekozen.
D
e lijst van de landen waar het systeem werkzaam
is en de lijst van beschikbare diensten PEUGEOT
CONNECT kunt u bij uw verkooppunt opvragen of
op de website voor uw land bekijken.
* in overeenstemming met de algemene gebruiksvoor waarden, die u bij uw
verkooppunt kunt opvragen, en de
technische beperkingen van het systeem.
5
Veiligheid
145
Claxon
F Druk op het middelste gedeelte van het stuurwiel.
Elektronisch
stabiliteitsprogramma
(ESP)
Het elektronische stabiliteitsprogramma (ESP)
omvat de volgende systemen:
-
a
ntiblokkeersysteem (ABS) en elektronische
remdrukregelaar (EBD),
-
n
oodremassistentie (EBA),
-
an
tislipregeling (ASR),
-
d
ynamische stabiliteitscontrole (DSC)
Om technische redenen, zoals het
verbeteren van de diensten PEUGEOT
CONNECT aan de klant, behoudt de
fabrikant zich het recht voor om op elk
willekeurig moment het telematicasysteem
in de auto te wijzigen.
Indien u gebruikmaakt van de dienst
Peugeot Connect Packs met SOS-pakket
en pechhulpser vice, beschikt u over
aanvullende diensten via uw persoonlijke
pagina MyPeugeot op de website voor uw
land.
Begrippen
Antiblokkeersysteem (ABS) en
elektronische remdrukregelaar
(EBD)
Deze systemen zorgen tijdens het remmen
voor een betere stabiliteit en bestuurbaarheid
van uw auto en dragen bij tot een betere
controle in bochten, vooral op een slecht of
glad wegdek.
Het ABS voorkomt het blokkeren van de wielen
in het geval van een noodstop.
De elektronische remdrukregelaar (EBD)
verdeelt de remdruk over de wielen.
5
Veiligheid
146
Noodremassistentie (NRA)
Dit systeem zorgt er voor dat in noodgevallen
de optimale remdruk sneller wordt bereikt,
zodat de remafstand kleiner wordt.
Het systeem wordt geactiveerd als het
rempedaal sneller wordt ingetrapt dan een
bepaalde grenswaarde. Het systeem zorgt er
dan voor dat de benodigde bedieningskracht
minder wordt en dat de effectiviteit van het
remmen wordt vergroot.
Antislipregeling (ASR)
De ASR (ook wel aangeduid met
tractieregeling) past de aandrijfkracht aan om
het doorspinnen van de wielen te beperken
via de remmen van de aangedreven wielen
en de motor. De ASR zorgt ook voor meer
koersstabiliteit bij het accelereren.
Dynamische stabiliteitscontrole
(DSC)
De dynamische stabiliteitscontrole bewaakt de
vier wielen en grijpt, als de koers van de auto
afwijkt van de door de bestuurder gewenste
richting, automatisch in via de remmen van een
of meerdere wielen en het motorkoppel om de
auto voor zover mogelijk weer in de juiste koers
te brengen.
Intelligente tractiecontrole
Afhankelijk van de uitvoering is uw auto
uitgerust met een systeem dat zorgt voor extra
tractie op besneeuwde wegen: intelligente
tractiecontrole.
Deze functie detecteert situaties met weinig
grip, zoals wegrijden en voortbewegen van
de auto in verse en diepe sneeuw of over
platgereden sneeuw.
In dergelijke omstandigheden regelt de
intelligente tractiecontrole het doorslippen
van de voor wielen om zo voor een optimale
grip te zorgen en de aandrijving en de
bestuurbaarheid te verbeteren.
Onder gladde omstandigheden is het
raadzaam te rijden op winterbanden.
Antiblokkeersysteem
(ABS) en elektronische
remdrukregelaar (EBD)
Als dit lampje blijft branden, duidt dit
op een storing in het ABS-systeem.Als dit lampje gaat branden in
combinatie met de lampjes STOP
en ABS, een geluidssignaal
en een melding, duidt dit op
een storing in de elektronische
remdrukregelaar (EBD).
Stop zo snel mogelijk op een
veilige plaats.
Laat in beide gevallen zo snel
mogelijk uw auto controleren
door het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Zorg er bij ver vanging van de wielen
(banden en velgen) voor dat wielen
worden gemonteerd die voor uw auto zijn
gehomologeerd.
De normale werking van het
antiblokkeersysteem kan merkbaar zijn
door het trillen van het rempedaal.
Veiligheid
307
180° te openen .........................................................7 7-78
180° zicht naar achteren .....................................230-233
Aanhanger
.................................................... 17 7-178 , 242
Aanhangergewichten
......................... 29
4-296, 298-299
Aanjager, regeling
................................................ 117-11 8
Aansluiten MirrorLink
......................................... 19, 12-14
Aansluiting 12V
........................................................... 111
ABS
...................................................................... 14
5 -14 6
Accessoires
......................................................... 142, 18 3
Accu
.............................. 15, 242-243, 250, 288, 290 -292
Accucapaciteit
............................................................. 292
Accu laden
........................................................... 289-290
Achterbank
.................................................................. 105
Achterdeuren
............................... 5
4-56, 77-79, 278-279
Achterklep
........................................ 54-56, 80, 280 -281
Achterklep sluiten .......................................................... 80
Achterportieren
........................................................ 7
7-78
Achterruitverwarming
...................................8 5, 121-12 2
Achterstoel en -bank op rails...................................... 105
Achteruitrijcamera
............................................... 230-233
Achteruitrijcamera (op binnenspiegel)
.......................229
Achteruitrijlicht
............................................ 278, 280, 282
Actieradius
............................................................... 36 -37
Actieradius AdBlue
® ................................................ 31 - 32
Active Safety Brake ....................................... 19, 218 -220
Adaptieve snelheidsregelaar
............................. 20
4-205,
211-215, 217-218
AdBlue
® ................................................... 2 2, 31, 252-255
Afmetingen .................................................................. 301
Afstandsbediening
........................................... 39 - 42, 44,
46 -50, 57- 61, 63 - 64
Afstandsbediening, batterij
................45 - 46, 59 - 60, 127
Afstellen van de koplamphoogte
................................137
AFU
...................................................................... 145 -14 6
Afzetten van de motor ......................................... 178 -18 0
Airbags .......................................................... 20, 15 4, 159
Airbags vóór
............................................... 15 4, 15 6, 16 0
Airconditioning
............................................................ 11 6
A
Airconditioning (handbediend) ....115 -116, 120, 123 -124
Airconditioning met gescheiden regeling .................. 12
0
Alarmknipperlichten
........................................... 14
3, 257
Alarmsysteem
......................................................... 81
- 83
Algemeen menu
.............................................................. 4
Allesdragers
........................................................ 24
3 -244
Antiblokkeersysteem (ABS)
.........................19, 145 -14 6
Antispinregeling (ASR)
......................... 2
1, 145 -14 6, 148
Apple
®-speler .................................................... 27, 11, 10
Armleuning vóór ............................................................ 91
ASR
................................................................ 2
1, 145 -14 6
Audio-aansluitingen
............................................. 111 -112
Audiokabel
............................................................... 26, 10
Autoradio, bedieningen aan stuurkolom ................3, 3, 3
Airconditioning (automatisch)
.............................123 -124
Automatische airconditioning met gescheiden regeling .......................................... 117-11 8
Automatische ruitenwissers
...............................13 8 -13 9
Automatische transmissie
.......................... 18
, 179, 18 6,
189 -193, 198 -20 0, 251
Automatisch inschakelen alarmknipperlichten
.........143
Automatisch inschakelen verlichting
......... 13
0, 132-13 4
Automatisch noodremsysteem
....................19, 218 -221
AUX-aansluiting
........................................... 26-27, 10-11
Bagagenet voor hoge belading
........................... 11
3 -114
Bagageruimte openen
..................................... 3
9, 50, 80
Bagageruimte
................................................................ 8
0
Banden, noodreparatie
....................................... 260-265
Banden
........................................................................\
305
Bandencompressor
.................................................... 260
Bandenreparatieset
................................... 2
59, 260-265
Bandenspanning
........................................ 2
61, 265, 305
Bandenspanningscontrole (met set)
..................260-265
Bandenspanning te laag (detectie)
..................... 1
8, 234
Batterij afstandsbediening vervangen
.......45 - 46, 59 - 60
Bekerhouder
................................................................ 10
8
Beladen ........................................................................\
243
Bijvullen AdBlue
® ........................................................ 25 5
B
Binnenspiegel.......................................................... 86 - 87
BlueHDi .......................................................... 23, 31, 252
Bluetooth (handsfree set)
.................28 -2 9, 15 -16 , 11-12
Bluetooth streaming audio
...............................27, 11, 10
Bluetooth (telefoon)
...................................... 2 8 - 3 0, 15 -17
Bluetooth-telefoon met spraakherkenning
..................15
Bluetooth-verbinding ..................21-22, 28 -30, 15 -17, 12
Bochtverlichting, statisch ....................................13 4 -13 5
Boordcomputer
....................................................... 3
5 -37
Boordgereedschap
............................................. 258-260
Brandstof
..................................................................... 240
Brandstofniveau .....................................................1 6, 237-238Brandstofadditief ................................................. 250-251
Brandstofniveaumeter ........................................ 237-238
Brandstoftank
................................................ 16, 237-238
Brandstoftank (inhoud) ..............................................23 7-238Brandstof tanken ......................................... 237-238, 240
Brandstoftank leeg (diesel) ........................................ 2
57
Brandstofverbruik .................................................... 36 -37
Brandstofvuldop
.................................................. 237-238
Brandstofvulklep
................................................. 237-238
Buitenlandse reizen
.................................................... 131
Buitenspiegels
......................... 85-86, 121-122, 225-226
CarPlay-verbinding
................................................. 1
8, 13
CD
................................................................... 26 -27, 11, 9
CD MP3
.................................................... 26 -27, 11, 9 -10
CD-/MP3-speler
.................................................. 2 6 , 9 -10
Centrale vergrendeling
.....................................50, 54-55
Claxon
........................................................................\
.. 145
Contact
.......................................................... 181, 183, 31
Contact aangezet
........................................................ 183
Controlelampjes
............................................................ 13
Controles
..................................................... 2
47, 250-252
C
.
Trefwoordenregister