
2
.
.
Digitaal head-up instrumentenpaneel 8
W aarschuwings- en verklikkerlampjes 1 0
Indicatoren
2
3
Handmatige check
2
6
Kilometerteller en dagteller
26
D
immer dashboardverlichting
2
7
Boordcomputer
27
Touchscreen
29
Datum en tijd instellen
3
4
Afstandsbediening
35
Keyless entry and start
3
7
Noodprocedures
41
Centrale vergrendeling
4
3
Alarmsysteem
44
Portieren
46
Achterklep
47
Handsfree achterklep
4
8
Elektrisch bedienbare ruiten
5
2
Panoramisch schuif-/kanteldak
5
3Zitpositie
56
Voorstoelen
57
St
uurwielverstelling
61
Spiegels
61
Achterbank
63
i-Cockpit
® Amplify-functie 6 4
Verwarming en ventilatie 6 5
Automatische airconditioning
met gescheiden regeling
6
7
Recirculatie van de interieurlucht
7
0
Ontwasemen – ontdooien voorruit
7
0
Voorruitverwarming
71
Ontwasemen – ontdooien achterruit
7
1
Extra verwarming/ventilatie
7
2
Voorzieningen voorin
7
4
Aanraakgevoelige plafonniers
7
9
Sfeerverlichting interieur
7
9
Voorzieningen achter
8
0
Voorzieningen bagageruimte
8
1Lichtschakelaar
86
Dagrijverlichting/Parkeerlichten
87
Richtingaanwijzers
87
Koplampen verstellen
8
8
Automatische verlichting 8 9
Grootlichtassistent 90
Statische bochtverlichting
9
2
Night Vision
9
2
Ruitenwisserschakelaar
9
4
Ruitenwisserbladen vervangen
9
6
Automatische ruitenwissers
9
6
Algemene aanbevelingen met
betrekking tot de veiligheid
9
8
Alarmknipperlichten
9
8
Claxon
99
Noodoproep of pechhulpoproep
9
9
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP)
1
00
Veiligheidsgordels
103
Airbags
105
Actieve motorkap
1
09
Kinderzitjes
110
Uitschakelen van de airbag vóór aan
passagierszijde
112
ISOFIX-bevestigingen en -kinderzitjes
1
18
i-Size-kinderzitjes
121
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
1
22
InstrumentenpaneelToegang
Overzicht
Ergonomie en comfort
Verlichting en zicht
Veiligheid
Eco-rijden
Inhoudsopgave

8
Digitaal head-up
instrumentenpaneel
Te personaliseren digitaal instrumentenpaneel.
Afhankelijk van de gekozen weergavemodus
kan bepaalde informatie zijn gemaskeerd of op
een andere wijze worden weergegeven.
De onderstaande afbeelding komt overeen met
de weergavemodus "METERS".6.
Toerenteller (x 1000 t /min).
7. Koelvloeistoftemperatuurmeter (°C).
8. Geselecteerde rijmodus (anders dan de
stand " Normaal ").
9. Kilometerteller (km of mijl).
Weergave
Sommige lampjes hebben een vaste positie, de
positie van de andere lampjes is variabel.
Voor bepaalde functies die zowel een
verklikkerlampje hebben voor de ingeschakelde
status als voor de uitgeschakelde status, is
slechts één specifieke positie beschikbaar.
Permanent weergegeven
informatie
Ongeacht de geselecteerde weergavemodus
toont het instrumentenpaneel:
-
o
p vaste posities:
•
d
e informatie over de versnellingsbak en
de schakelindicator,
•
d
e brandstofniveaumeter,
•
de
koelvloeistoftemperatuurmeter,
•
d
e rijmodus,
•
d
e kilometerteller.
-
op
variabele posities:
•
d
e digitale snelheidsmeter,
•
s
tatus- resp. waarschuwingsmeldingen
die kortstondig worden weergegeven.
Optioneel weergegeven informatie
Afhankelijk van de geselecteerde
weergavemodus en de ingeschakelde functies
kan de volgende aanvullende informatie
worden weergegeven:
-
d
e toerenteller,
-
de
boordcomputer,
-
d
e rijhulpsystemen,
-
de
snelheidsbegrenzer of -regelaar,
-
d
e ingeschakelde audiobron,
-
d
e aanwijzingen van het navigatiesysteem,
-
d
e motorinformatie (in de Sport-modus),
-
h
et Night Vision-scherm, ...
Persoonlijke instellingen
voor het instrumentenpaneel
U kunt het uiterlijk van het instrumentenpaneel
aanpassen door te kiezen uit:
-
d
e kleuren voor de weergave op het
instrumentenpaneel (met de functie
i-Cockpit
® A mplif y),
- d
e weergavemodi.
Taal en eenheden
Deze zijn afhankelijk van de configuratie
van het touchscreen. Wanneer u reist naar
een land met andere officiële eenheden
voor de afstand en snelheid (km of miles,
km/h of mph), dient u de configuratie van
de eenheden te wijzigen.
1.
Brandstofniveaumeter.
2. Analoge snelheidsmeter (km/h of mph).
3. Schakelindicator.
Schakelen bij een automatische
transmissie.
4. Digitale snelheidsmeter (km/h of mph).
5. Instellingen van de snelheidsregelaar of
de snelheidsbegrenzer, weergave van
verkeersborden met een snelheidslimiet.
Instrumentenpaneel

11
Lijst met waarschuwings- en verklikkerlampjes
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Rode lampjes
STOPBrandt permanent, in
combinatie met een ander
waarschuwingslampje,
de weergave van
een melding en een
geluidssignaal.Geeft een ernstige storing van
de motor, het remsysteem, de
stuurbekrachtiging, de automatische
transmissie of een ernstige
elektrische storing aan.Voer (1) en ver volgens (2) uit.
Te hoge
koelvloeistof-
temperatuur Brandt permanent.
De temperatuur van de koelvloeistof
is te hoog. Voer (1) uit en wacht met het eventueel bijvullen van
de koelvloeistof tot de motor is afgekoeld. Voer (2) uit
als het probleem blijft bestaan.
Motoroliedruk Brandt permanent. Er is een probleem met de
motorsmering. Voer (1) en ver volgens (2) uit.
Laadtoestand
accu Brandt permanent.
Er is een storing in het
laadstroomcircuit van de accu
(vervuilde accuklemmen,
aandrijfriem dynamo niet correct
gespannen of gebroken enz.).
Voer (1) uit.
Als de elektrische parkeerrem niet werkt, beveilig de auto dan op
de volgende manier tegen wegrollen:
F
B
ij auto's met een handgeschakelde versnellingsbak: schakel
een versnelling in.
F
B
ij auto's met een automatische transmissie: plaats de
meegeleverde wielblokken voor en achter een van de wielen.
Reinig de accuklemmen en sluit de accukabels weer aan. Als het
waarschuwingslampje niet uitgaat wanneer de motor is gestart,
voer dan (2) uit.
1
Instrumentenpaneel

12
Portier(en)
geopendBrandt permanent, in combinatie met
een melding die het desbetreffende
carrosseriedeel aangeeft.Als een van de portieren of de
achterklep niet goed is gesloten
(snelheid lager dan 10 km/h).
Brandt permanent, in combinatie
met een melding die het
desbetreffende carrosseriedeel
aangeeft en een geluidssignaal.Als een van de portieren of de
achterklep niet goed is gesloten
(snelheid hoger dan 10 km/h).
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Veiligheidsgordels
losgemaakt of niet
vastgemaakt Brandt permanent of
knippert in combinatie
met een geluidssignaal. Een van de veiligheidsgordels is niet
vastgemaakt of weer losgemaakt.
Elektrische
parkeerrem Brandt permanent.
De elektrische parkeerrem is
aangetrokken.
Knippert. De elektrische parkeerrem wordt niet
automatisch aangetrokken.
Het aantrekken/vrijzetten werkt niet. Voer (1) uit: parkeer op een vlakke (horizontale)
ondergrond.
Bij auto's met een handgeschakelde versnellingsbak:
schakel een versnelling in.
Bij auto's met een automatische transmissie: zet de
selectiehendel in de stand P
.
Zet het contact af en voer (2) uit.
Remsysteem Brandt permanent. Het remvloeistofniveau is te laag. Voer (1) uit en vul het remvloeistofreser voir bij met de
door de fabrikant voorgeschreven remvloeistof. Voer
(2) uit als het probleem blijft bestaan.
+ Brandt permanent.
De elektronische remdrukregelaar
(EBD) is defect. Voer (1) en ver volgens (2) uit.
Instrumentenpaneel

13
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Oranje lampjes
ServiceBrandt tijdelijk in
combinatie met de
weergave van een
melding. Er zijn één of meer kleine storingen
gedetecteerd waarbij geen specifiek
lampje gaat branden.
Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van
de melding op het instrumentenpaneel.
Bepaalde storingen kunt u zelf verhelpen, zoals een
geopend portier of het begin van verzadiging van het
r o e t f i l t e r.
Voer bij andere problemen, zoals een storing in het
bandenspanningscontrolesysteem, (3) uit.
Brandt permanent,
in combinatie met de
weergave van een melding.Er zijn één of meer ernstige storingen
gedetecteerd waarbij geen specifiek
lampje gaat branden.Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van
de melding op het instrumentenpaneel en voer dan
(3) uit.
+ Lampje Service
brandt permanent en
onderhoudssleutel
knippert en brandt
vervolgens permanent.Het onderhoudsinterval is
overschreden.
Alleen bij uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor.
Laat de onderhoudswerkzaamheden aan uw auto zo
snel mogelijk uitvoeren.
Brandt permanent,
in combinatie met
de melding "Storing
parkeerrem".
De elektrische parkeerrem wordt niet
automatisch vrijgezet.
Voer (2) uit.
(1) : zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats en zet het contact af. (2): neem contact op met een PEUGEOT-
dealer of een gekwalificeerde werkplaats. (3)
: ga naar een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
1
Instrumentenpaneel

14
Voorgloeien
dieselmotorBrandt tijdelijk.
(tot ongeveer 30
seconden bij slechte
weersomstandigheden) Wanneer het contact wordt aangezet,
als de weersomstandigheden en de
motortemperatuur dit noodzakelijk
maken.Wacht met starten tot het lampje uitgaat.
Wanneer het lampje uitgaat, wordt het starten onmiddellijk
uitgevoerd wanneer u:
-
b
ij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak het koppelingspedaal ingetrapt houdt,
-
b
ij een auto met een automatische transmissie het
rempedaal ingetrapt houdt.
Als de motor niet wordt gestart, druk dan nogmaals op
de knop "START/STOP" ter wijl u het rempedaal ingetrapt
houdt.
Laag
brandstofniveau Brandt permanent,
waarbij de resterende
hoeveelheid brandstof
in het rood wordt
weergegeven, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding. Als het lampje gaat branden zit er nog
ongeveer 6 liter brandstof in de tank
(reservevoorraad).
er niet voldoende brandstof is
getankt, wordt deze waarschuwing
iedere keer herhaald wanneer het
contact wordt aangezet, en vaker
naar mate het brandstofniveau verder
zakt en de nul nadert. Tank bij de eerstvolgende gelegenheid om een lege
brandstoftank te voorkomen.
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is
,
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd raken.
Zelfdiagnose-
systeem motor Knippert.
Er is een storing in het
motormanagementsysteem. De katalysator kan onherstelbaar beschadigd raken.
Voer verplicht
(2) uit.
Brandt permanent. Er is een storing in de
emissieregeling. Het lampje moet na het starten van de motor uitgaan.
Voer snel (3) uit.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Instrumentenpaneel

15
AdBlue®Brandt ongeveer
30 seconden zodra het
contact is aangezet,
in combinatie met een
geluidssignaal en een
melding van het aantal
kilometers dat u nog
kunt rijden. De actieradius ligt tussen de 2400 en
800
km. Vul AdBlue® bij.
Brandt permanent
zodra het contact is
aangezet, in combinatie
met een geluidssignaal
en een melding van het
aantal kilometers dat u
nog kunt rijden. De actieradius ligt tussen de 800 en
10 0
km. Vul zo snel mogelijk AdBlue
® bij of voer (3) uit.
Knippert, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding van het aantal
kilometers dat u nog
kunt rijden. De actieradius is kleiner dan 100
km. U moet AdBlue
® bijvullen om te voorkomen dat het
starten wordt geblokkeerd of (3) uitvoeren.
Knippert, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding dat het starten
van de motor wordt
geblokkeerd. Het AdBlue
®-reservoir is leeg:
het starten van de motor wordt
geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem. Vul AdBlue® bij of voer (2) uit om de motor opnieuw te
kunnen starten.
U moet het reser voir bijvullen met minimaal 5 liter
AdBlue
®.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
1
Instrumentenpaneel

16
+
+SCR-
emissieregel-
systeem
Branden permanent wanneer het
contact wordt aangezet, in combinatie
met een geluidssignaal en een melding. Er is een storing in het SCR-
emissieregelsysteem.
Deze waarschuwing verdwijnt zodra de
uitstoot van uitlaatgassen weer aan de
normen voldoet.
Het lampje AdBlue
® knippert zodra het
contact is aangezet, in combinatie met
het permanent branden van het lampje
Service en het lampje Zelfdiagnose
motor, een geluidssignaal en een
melding met betrekking tot de
actieradius. Afhankelijk van de weergegeven
melding kunt u nog 1.100
km rijden
voordat het systeem het starten van
de motor blokkeert. Voer zo snel mogelijk (3) uit om te
voorkomen dat het star ten wordt
geblokkeerd
.
Het lampje AdBlue
® knippert zodra het
contact is aangezet, in combinatie met
het permanent branden van het lampje
Service en het lampje Zelfdiagnose
motor, een geluidssignaal en een
melding. Een startblokkering voorkomt het
opnieuw starten van de motor (limiet
toegestane rijfase overschreden na
bevestiging van een storing in het
emissieregelsysteem).
Voer (2) uit om de motor weer te
kunnen starten.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
OorzaakActies/Opmerkingen
Uitschakeling
van de
automatische
functies (met
elektrische
parkeerrem) Brandt permanent.
De functies "automatisch aantrekken"
(bij het afzetten van de motor)
en "automatisch vrijzetten" (bij
wegrijden) zijn uitgeschakeld.
Bij een storing gaat het branden
van dit lampje vergezeld van een
waarschuwingsmelding.Voer (3) uit als automatisch aantrekken/
vrijzetten niet meer mogelijk is.
De parkeerrem kan handmatig worden
aangetrokken of vrijgezet.
+ Automatisch
aantrekken (met
elektrische
parkeerrem)
Branden permanent, in combinatie
met de weergave van de melding
"Storing parkeerrem".
De functie automatisch aantrekken is
niet beschikbaar, de parkeerrem kan
alleen handmatig worden bediend.Gebruik de hendel van de elektrische
parkeerrem.
Als de functie automatisch vrijzetten
tevens niet beschikbaar is, zet de
parkeerrem dan handmatig vrij.
Instrumentenpaneel