93
Het systeem wordt automatisch geactiveerd
wanneer de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld.
Ontwasemen – ontdooien
voorruit en voorste zijruiten
Met handbediende
airconditioning
F Zet de temperatuur op de hoogste stand (rood).
F Z et de aanjager op de hoogste stand; alle oranje
lampjes gaan branden.
F
Z
et de luchtverdeling in de stand " Voorruit"; het
desbetreffende oranje lampje gaat branden.
F
C
ontroleer of de luchtrecirculatie is
uitgeschakeld; het desbetreffende lampje moet
uit zijn.
F
S
chakel de airconditioning in door de toets A/C
in te drukken; het desbetreffende oranje lampje
gaat branden.
Als bij auto's met Stop & Start de
ontwaseming, de airconditioning en de
aanjager zijn ingeschakeld, is de STOP-stand
niet beschikbaar.
Met semi-automatische en
automatische airconditioning
Automatisch programma "zicht "
F Druk op deze toets om de
voorruit en de zijruiten sneller te
ontwasemen of te ontdooien. Het
oranje lampje van de toets gaat
branden.
Het systeem regelt automatisch de airconditioning
(afhankelijk van de uitvoering), de luchtopbrengst en
de luchttoevoer en stelt de luchtverdeling zodanig
in dat de voorruit en de zijruiten zo snel mogelijk
schoon worden.
F
D
ruk nogmaals op deze toets om het programma
uit te schakelen. Het lampje van de toets gaat uit.
De luchtopbrengst kan handmatig worden gewijzigd
zonder dat het automatische programma "zicht"
wordt uitgeschakeld.
Bij auto's met een Stop & Start-systeem geldt
dat zolang de voorruitontwaseming in werking
is, de STOP-functie niet beschikbaar is. Verwijder in winterse omstandigheden alle
sneeuw of ijs van de camera op de voorruit
voordat u
wegrijdt.
Anders kan de werking van de apparatuur van
het camerasysteem worden aangetast.
Voorruitverwarming
Bij koud weer ver warmt deze functie de onderzijde
van de voorruit en het gedeelte langs de
voorruitstijlen.
Zonder dat u
daar voor de instellingen van de
airconditioning hoeft te wijzigen, zorgt deze functie
ervoor dat de ruitenwisserbladen sneller loskomen
van de voorruit als ze zijn vastgevroren en dat
opeenhoping van sneeuw door de werking van de
ruitenwissers wordt voorkomen.
3
Ergonomie en comfort
172
Voor uw comfort tijdens parkeermanoeuvres
zal de STOP-stand enkele seconden na het
schakelen uit de achteruitversnelling niet
werken.
Het Stop & Start-systeem heeft geen invloed
op de werking van andere componenten
van de auto, zoals de remmen, de
stuurbekrachtiging enz.
Bijzonderheden: STOP-stand niet
beschikbaar
In dit geval knippert dit lampje een paar
seconden, waarna het uitgaat.
Overgang naar de START-stand
Dit lampje gaat uit en de motor wordt
automatisch gestart:
Bijzonderheden: START-stand wordt
automatisch geactiveerd
- de rijsnelheid hoger is dan 25 km/h bij de
uitvoering 2.0 BlueHDi 180 met automatische
transmissie in stand D , of 3
km/h bij andere
uitvoeringen,
-
d
e elektrische parkeerrem wordt aangetrokken,
-
e
r bepaalde bijzondere omstandigheden
zijn (laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, instelling airconditioning enz.)
waarbij controle van het systeem of van de auto
is vereist.
In dat geval knippert dit verklikkerlampje
een paar seconden, waarna het uitgaat.
De STOP-stand wordt niet geactiveerd als:
-
d
e auto op een steile helling staat (bergopwaarts
of bergafwaarts),
-
he
t bestuurdersportier is geopend,
-
d
e veiligheidsgordel van de bestuurder niet is
vastgemaakt,
-
d
e auto sinds de laatste start (met de sleutel
of de " START/STOP "-knop) niet sneller dan
10
km/h heeft gereden,
-
d
e elektrische parkeerrem wordt /is
aangetrokken,
-
d
e klimaatregeling in het interieur dat niet
toelaat,
-
d
e ruitontwaseming is ingeschakeld,
-
b
epaalde tijdelijke omstandigheden
(laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, buitentemperatuur enz.) dit
niet toelaten. Dit is volkomen normaal.
-
a
ls u, bij een handgeschakelde
versnellingsbak , het koppelingspedaal volledig
intrapt,
-
B
ij een automatische transmissie:
•
a
ls u, ter wijl de stand D of M is geselecteerd,
het rempedaal loslaat,
•
o
f als u, ter wijl de stand N is geselecteerd en
het rempedaal is losgelaten, de stand D of M
selecteert,
•
o
f als u
de achteruitversnelling inschakelt.
Uitschakelen/weer inschakelen
In bepaalde gevallen, bijvoorbeeld om het
thermische comfort in het interieur op peil te houden,
kan het nuttig zijn het Stop & Start-systeem uit te
schakelen.
Het systeem kan bij aangezet contact op elk gewenst
moment worden uitgeschakeld.
Als het systeem in de STOP-stand wordt
uitgeschakeld, dan wordt de motor direct weer
gestart.
Het Stop & Start-systeem wordt automatisch weer
ingeschakeld als het contact wordt aangezet.
Uit veiligheids- of comfortover wegingen wordt de
START-stand automatisch geactiveerd als:
-
he
t bestuurdersportier wordt geopend,
-
d
e veiligheidsgordel van de bestuurder los wordt
gemaakt, Dit is volkomen normaal.
Rijden
227
Onderhoud
De correcte werking van het systeem is alleen
gegarandeerd als de kogel en de steun schoon
blijven.
Voordat de auto met een hogedrukreiniger wordt
schoongemaakt moet de kogel zijn ver wijderd en
moet de beschermdop zijn aangebracht.Breng het bijgevoegde label op een goed
zichtbare plaats aan, in de buurt van de steun
of in de bagageruimte.
Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats voor
werkzaamheden aan het trekhaaksysteem.
Spaarfase
De spaar fase stuurt de elektrische functies van
de auto aan om het ontladen van de accu te
voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband met de
laadtoestand van de accu enkele functies
(airconditioning, achterruitverwarming,…) tijdelijk
worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch ingeschakeld
zodra de laadtoestand van de accu dit toelaat.
F
V
erwijder de kogel via de onderzijde van de
bevestigingssteun 1 .
F
L
aat de draaiknop los; deze wordt automatisch
geblokkeerd in de ontgrendelde stand (stand B ).
F
M
onteer de beschermdop 2
op de steun 1 .
F
B
erg de kogel zorgvuldig op in de hoes, zodat
de kogel geen schokken kan oplopen en niet vuil
kan worden.
Eco-mode
De eco-mode bepaalt de maximale gebruiksduur
van een aantal functies om te voorkomen dat de
accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u
een aantal
elektrische functies zoals het audio- en
telematicasysteem, de ruitenwissers, dimlichten,
interieurverlichting, enz. gecombineerd maximaal
veertig minuten gebruiken.
Inschakelen van deze modus
Een melding op het display van het
instrumentenpaneel geeft aan dat de eco-mode is
ingeschakeld en de actieve functies worden in de
ruststand gezet.
Als u
op het moment dat de eco-mode wordt
ingeschakeld aan het telefoneren bent, kan het
gesprek nog gedurende ongeveer 10
minuten
worden voortgezet via het Bluetooth-systeem
van het audiosysteem in uw auto.
Eco-mode afsluiten
De door de eco-mode uitgeschakelde functies
worden automatisch weer ingeschakeld als de motor
gestart wordt.
Start om de functies direct weer te kunnen gebruiken
de motor en laat deze draaien:
-
m
inder dan tien minuten om de functies
ongeveer vijf minuten te kunnen gebruiken,
7
Praktische informatie
235
Bijvullen
Het reser voir moet snel worden bijgevuld door het
PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Niveau AdBlue
Er verschijnt een waarschuwing zodra het
reserveniveau is bereikt.
Om te voorkomen dat de motor niet meer gestart
kan worden – conform de voorschriften – dient u het
reser voir bij te vullen met AdBlue.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over AdBlue
®, het SCR -systeem en in
het bijzonder het bijvullen ervan.
Controles
Controleer, tenzij anders aangegeven,
deze componenten overeenkomstig de
onderhoudsschema van de fabrikant en
overeenkomstig uw motor.
Laat de controles eventueel uitvoeren door
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
12V-accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om regelmatig
te controleren of de accupoolklemmen
goed vastzitten (bij uitvoeringen zonder
snelsluiting voor de accupoolklemmen)
en of de aansluitingen schoon zijn.
Raadpleeg voordat u werkzaamheden
u itvoert aan de 12V-accu de desbetreffende
rubriek voor meer informatie en de te nemen
voorzorgsmaatregelen.
Uitvoeringen met het Stop & Start-systeem zijn
voorzien van een speciale 12V-loodaccu.
Deze accu mag uitsluitend worden vervangen
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Interieurfilter
Als de omgeving (veel stof…) en het
gebruik (veel stadsverkeer…) daar toe
aanleiding geven, moet dit filter twee
keer zo vaak worden ver vangen .
Een verstopt interieur filter kan de prestaties
van de airconditioning verstoren en
onaangename geuren veroorzaken.
Luchtfilter
Als de omgeving (veel stof…) en het
gebruik (veel stadsverkeer…) daar toe
aanleiding geven, moet dit filter twee
keer zo vaak worden ver vangen .
Oliefilter
Laat bij het olie ver versen tevens het
oliefilter vervangen.
Roetfilter (diesel)
Als het roetfilter verzadigd begint te
raken, wordt u
hierop geattendeerd
door het tijdelijk branden van dit
lampje in combinatie met een
waarschuwingsmelding over het risico
van verstopping van het filter.
Ga om het roetfilter te regenereren, zodra
de omstandigheden het toelaten, met een
snelheid van minimaal 60
km/h rijden tot het
lampje dooft.
Als het lampje blijft branden, is het minimale
dieseladditiefniveau bereikt.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van de
niveaus .
7
Praktische informatie
2
12:13
18,5 21,5
23 °CDe eerste stappen
Als u bij draaiende motor op de toets
d rukt, wordt het geluid onderbroken.
Als u
bij afgezet contact op de toets
wordt drukt, wordt het systeem
ingeschakeld.
Volumeregeling.
Gebruik de toetsen aan weerszijden van of onder
het touchscreen om de menu's te openen en
druk ver volgens op de virtuele toetsen op het
touchscreen.
Gebruik al naar gelang het model de toetsen "Bron"
of "Menu" aan weerszijden van het touchscreen om
de menu's te openen en druk ver volgens op de op
het touchscreen weergegeven toetsen.
U kunt op elk gewenst moment het menu oproepen
door het scherm kort met drie vingers aan te raken.
Alle aanraakfuncties op het touchscreen zijn wit.
Druk op de "X" om een niveau lager te gaan.
Druk op "OK" om te bevestigen. Het touchscreen is een capacitief scherm.
Voor het schoonmaken van het scherm is
het raadzaam gebruik te maken van een niet
schurende zachte doek (bijvoorbeeld een
brillendoekje), zonder schoonmaakmiddel.
Raak het scherm niet aan met scherpe
voorwerpen.
Raak het scherm niet aan met natte handen.
*
A
fhankelijk van de apparatuur.
Bepaalde informatie wordt permanent weergegeven
in de bovenste balk van het touchscreen:
-
B
asisinformatie van de airconditioning
(afhankelijk van de uitvoering) en rechtstreekse
toegang tot het desbetreffende menu.
-
R
echtstreekse toegang tot de keuze van de
geluidsbron, de lijst met zenders (of titels,
afhankelijk van de geluidsbron).
-
T
oegang tot de notificaties van meldingen,
e-mailberichten, updates van kaartgegevens
en – afhankelijk van beschikbaarheid – de
aanwijzingen van het navigatiesysteem
-
T
oegang tot de instellingen van het touchscreen
en het digitale instrumentenpaneel. Selecteren van de geluidsbron (afhankelijk van de
uitvoering):
-
FM-/DAB*-/AM*-radiozenders.
-
T
oets USB.
-
C
D-speler (afhankelijk van het model).
-
V
ia de AUX-aansluiting aangesloten mediaspeler
(afhankelijk van het model).
-
T
elefoon verbonden via Bluetooth en multimedia-
uitzending Bluetooth* (streaming).
PEUGEOT Connect Nav
3
21,518,5
12:1323 °C
Via het menu "Instellingen" kunt u een
p rofiel voor één persoon of voor een groep
personen met gemeenschappelijke instellingen
aanmaken, waarbij vele instellingen mogelijk
zijn (voorkeuzezenders radio, audio-
instellingen, navigatiegeschiedenis, favoriete
contacten, enz.). De instellingen worden
automatisch aangepast.
Onder zeer warme omstandigheden kan het
volume worden beperkt om het systeem te
beschermen. Het systeem kan gedurende ten
minste 5
minuten stand-by (scherm en geluid
uitgeschakeld) worden gezet.
Zodra de temperatuur in het interieur is gezakt,
zal de oorspronkelijke instelling weer worden
gebruikt.
Stuurkolomschakelaars
Afhankelijk van het model.
Gesproken commando's :
Deze knop bevindt zich op het stuur wiel
of op het uiteinde van de lichtschakelaar
(afhankelijk van de uitvoering).
Kort indrukken: gesproken commando's
van het systeem.
Lang indrukken: gesproken commando's
smartphone via het systeem. of
Geluidsvolume verhogen.
of Geluid onderbreken/herstellen.
Of
Geluidsweergave onderbreken
door gelijktijdig indrukken van de
volumetoetsen.
Geluid weer inschakelen: druk op één
van de twee volumetoetsen.
of Geluidsvolume verlagen.
of Media
(kort indrukken): veranderen van
multimediabron.
Telefoon (kort indrukken): start
telefoongesprek.
Tijdens telefoongesprek (kor t
indrukken): toegang tot het
telefoonmenu.
Telefoon (lang indrukken): inkomend
gesprek weigeren, einde gesprek; als de
telefoon niet wordt gebruikt, toegang tot
het telefoonmenu. of
Radio
(draaien): automatisch zoeken
naar vorige/volgende zender.
Media (draaien): vorige/volgende
nummer, scrollen door lijsten.
Kort indrukken : bevestigen van een
selectie. Indien niets geselecteerd:
toegang tot voorkeuzezenders.
Radio : weergeven van de zenderlijst.
Media : weergeven van de tracklijst.
Radio (ingedrukt houden): weergeven
van de lijst met beschikbare
radiozenders.
Menu's
Afhankelijk van uitvoering en uitrusting
Airconditioning
Instellen van de temperatuur en de
aanjagersnelheid.
.
PEUGEOT Connect Nav
2
De eerste stappen
Als u bij draaiende motor op de toets
d rukt, wordt het geluid onderbroken.
Als u
bij afgezet contact op de toets
wordt drukt, wordt het systeem
ingeschakeld.
Volumeregeling.
Gebruik de toetsen aan weerszijden van of onder
het touchscreen om de menu's te openen en
druk ver volgens op de virtuele toetsen op het
touchscreen.
Gebruik al naar gelang het model de toetsen "Bron"
of "Menu" aan weerszijden van het touchscreen om
de menu's te openen en druk ver volgens op de op
het touchscreen weergegeven toetsen.
U kunt op elk gewenst moment het menu oproepen
door het scherm kort met drie vingers aan te raken.
Alle aanraakfuncties op het touchscreen zijn wit.
Druk op het gearceerde gedeelte om een niveau
lager te gaan of om uw keuze te bevestigen.
Druk op de zwarte pijl om een niveau lager te gaan
of om uw keuze te bevestigen. Het touchscreen is een capacitief scherm.
Voor het schoonmaken van het scherm is
het raadzaam gebruik te maken van een niet
schurende zachte doek (bijvoorbeeld een
brillendoekje), zonder schoonmaakmiddel.
Raak het scherm niet aan met scherpe
voorwerpen.
Raak het scherm niet aan met natte handen.
*
A
fhankelijk van de apparatuur.
Bepaalde informatie wordt permanent weergegeven
in de bovenste balk van het touchscreen:
-
B
asisinformatie van de airconditioning
(afhankelijk van de uitvoering) en rechtstreekse
toegang tot het desbetreffende menu.
-
I
nformatie over de menu's Radio Media en
Telefoon.
-
T
oegang tot de Instellingen van het touchscreen
en het digitale instrumentenpaneel. Selecteren van de geluidsbron (afhankelijk van de
uitvoering):
-
FM-/DAB*-/AM*-radiozenders*.
- T elefoon verbonden via Bluetooth en multimedia-
uitzending Bluetooth* (streaming).
-
C
D-speler (afhankelijk van het model).
-
USB-stick.
-
V
ia de AUX-aansluiting aangesloten mediaspeler
(afhankelijk van het model).
Via het menu "Instellingen" kunt u
een
profiel voor één persoon of voor een groep
personen met gemeenschappelijke instellingen
aanmaken, waarbij vele instellingen mogelijk
zijn (voorkeuzezenders radio, audio-
instellingen, geluidssfeer enz.). De instellingen
worden automatisch aangepast.
PEUGEOT Connect Radio
4
21,518,5
of Geluidsvolume verlagen.
of Media
(kort indrukken): veranderen van
multimediabron.
Telefoon (kort indrukken): start
telefoongesprek.
Tijdens telefoongesprek (kor t
indrukken): toegang tot het
telefoonmenu.
Telefoon (lang indrukken): inkomend
gesprek weigeren, einde gesprek; als de
telefoon niet wordt gebruikt, toegang tot
het telefoonmenu.
of Radio
(draaien): vorige/volgende
voorkeuzezender.
Media (draaien): vorige/volgende
nummer, scrollen door lijsten.
Kort indrukken : bevestigen van een
selectie. Indien niets geselecteerd:
toegang tot voorkeuzezenders.
Radio : weergeven van de zenderlijst.
Media : weergeven van de tracklijst.
Radio (ingedrukt houden): weergeven
van de lijst met beschikbare
radiozenders.
Menu's
Afhankelijk van uitvoering en uitrusting
Airconditioning
Instellen van de temperatuur en de
aanjagersnelheid.
Applicaties
Toegang tot te configureren apparaten.
Radio Media
Een geluidsbron of radiozender
selecteren.
Telefoon
Verbinding maken met een telefoon via
Bluetooth®.
Gebruiken van bepaalde apps van de
smartphone met internetverbinding, via
MirrorLink
TM, CarPlay® of Android Auto.
PEUGEOT Connect Radio