165
Schakel de achteruitversnelling alleen in als de
auto stilstaat en de motor stationair draait.
Voor uw veiligheid en om het starten van
de motor te vergemakkelijken: zorg dat de
versnellingshendel altijd in de vrijstand staat en
trap het koppelingspedaal in.
Inschakelen van de 5e of de 6e
versnelling
F Beweeg de versnellingshendel zo ver mogelijk
naar rechts om de 5e of de 6e versnelling in te
schakelen.
Als u
dit niet doet, kan de versnellingsbak
onherstelbaar beschadigd raken (door
per ongeluk inschakelen van de 3
e of 4e
versnelling).
Automatische transmissie
( E AT 6 / E AT 8)
Automatische transmissie met zes of acht
versnellingen en een impulsselectiehendel. De
transmissie biedt ook de mogelijkheid handmatig
te schakelen met de schakelflippers aan de
stuurkolom.
Standen van de transmissie
P. Parkeerstand.
Parkeren van de auto: de voor wielen worden
geblokkeerd.
R. Achteruitversnelling (Reverse).
N. Neutraalstand.
Om de auto te verplaatsen met afgezet
contact: in bepaalde wasstraten, bij het slepen
van de auto enz.
D. Automatische stand.
De transmissie schakelt zelf de juiste
versnelling in, afhankelijk van uw rijstijl, het
wegprofiel en de belading van de auto.
M. Handbediende stand.
De bestuurder schakelt met de schakelflippers
aan de stuurkolom.
Impulsselectiehendel
A.To e t s P .
Om de transmissie in stand P te schakelen.
B. To e t s Unlock .
Om de transmissie te deblokkeren en vanuit
de stand P , met ingetrapt rempedaal, een
andere stand in te schakelen, of de stand R in
te schakelen.
Druk eerst op deze toets voordat u
de
selectiehendel bedient.
C. To e t s M .
Om vanuit de stand D over te schakelen op de
handbediende stand.
D. Verklikkerlampjes voor transmissiestand ( P,
R, N, D) .
6
Rijden
167
Weergave op het
instrumentenpaneel
Als het contact aan staat, wordt bij het openen
van het bestuurdersportier een melding
weergegeven waarin u wordt gevraagd de
transmissie in de stand P te zetten.
Bij het afzetten van het contact blijft de stand
van de transmissie nog enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel.
Werking
U kunt de functie activeren/deactiveren:
- d oor op deze toets te drukken,
of
-
v
ia de functie i-Cockpit Amplify , door de
configuratie van een ambiance via het het
touchscreen te wijzigen.
Raadpleeg de desbetreffende rubrieken voor meer
informatie over het Driver Spor t Pack en de functie
i-Cockpit Amplify .
Als het contact aan staat, wordt de stand
van de transmissie weergegeven op het
instrumentenpaneel:
P : parkeren.
R : achteruitversnelling.
N : neutraalstand.
D1…D6
of D8: automatische stand.
S : programma Sport of Driver Sport Pack.
M1…M6
of M8: handbediende stand.
- : schakelcommando van de bestuurder in de
handbediende stand niet opgevolgd.
Als bij draaiende motor het rempedaal moet worden
ingetrapt en/of de toets Unlock moet worden
ingedrukt om van stand te veranderen, wordt dit
aangegeven met een waarschuwingsmelding op het
instrumentenpaneel.
Alleen de verzoeken voor het veranderen van de
stand die correct uitvoerbaar zijn, worden uitgevoerd.
Als bij draaiende motor en vrijgezette
parkeerrem de stand R , D of M wordt
geselecteerd, zet de auto zich in beweging
zonder dat u
het gaspedaal hoeft in te trappen.
Laat nooit kinderen alleen achter in de auto als
de motor nog draait.
Trap nooit tegelijkertijd op het gas- en het
rempedaal – Kans op beschadiging van de
transmissie!
Plaats bij een lege accu altijd de met het
boordgereedschap meegeleverde wielblokken
tegen een van de wielen om de auto op zijn
plaats te houden.
Algemeen
Deblokkeren van de transmissie:
- v anuit stand P :
F
t
rap het rempedaal volledig in,
F
d
ruk op de toets Unlock ,
F
se
lecteer een andere stand terwijl u
het
rempedaal ingetrapt en de toets Unlock
ingedrukt houdt.
-
A
ls de neutraalstand N is geselecteerd en bij een
snelheid lager dan 5
km/h:
F
t
rap het rempedaal volledig in,
F
se
lecteer een andere stand terwijl u
het
rempedaal ingetrapt houdt.
Om de achteruitversnelling te selecteren:
F
b
reng de auto volledig tot stilstand,
F
d
ruk op de toets Unlock ,
F
b
eweeg de selectiehendel één of twee keer naar
voren.
Om de handbediende stand te selecteren:
F
s
electeer eerst de stand D ,
F
d
ruk op de toets M ; het groene lampje van de
toets gaat branden.
Om de handmatige bediening af te sluiten:
F
b
eweeg de selectiehendel één keer naar voren
om de stand D weer te selecteren.
of
F
d
ruk op de toets M ; het lampje van de toets gaat
uit.
6
Rijden