Page 45 of 180

43
12 V-aansluiting
Neem het maximale vermogen van de
aansluiting in acht (kans op beschadiging
van uw accessoire).
Het aansluiten van elektrische apparatuur
die niet door PEUGEOT is goedgekeurd,
zoals een lader met USB-aansluitingen, kan
leiden tot storingen in de werking van de
elektrische componenten van de auto, zoals
een slechte radio-ontvangst of storingen in
de weergave van de displays.
USB-poort
Op de USB-poort kunt u draagbare apparatuur,
z oals een digitale audiospeler (iPod®) of een
USB-stick aansluiten.
Via deze aansluiting kunt u
de audiobestanden
op uw draagbare apparatuur beluisteren via de
luidsprekers van het audiosysteem.
U kunt deze bestanden beheren met de
toetsen op het stuur wiel of de toetsen van de
audiosysteem.
Tijdens het gebruik van de USB-poort
kan de draagbare apparatuur automatisch
worden opgeladen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de Audio en
telematica en in het bijzonder over het
gebruik van deze voorziening.
AUX-aansluiting (JACK)
Hierop kunt u draagbare apparatuur aansluiten
om muziekbestanden via de geluidsinstallatie van
de auto te kunnen beluisteren.
De muziekbestanden worden beheerd via het
draagbare apparaat.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de Audio en
telematica en in het bijzonder over het
gebruik van deze voorziening.
De USB-poort en de AUX-aansluiting kunnen ook
gebruikt worden om een smartphone aan te sluiten:
-
a
ls een MirrorLink
TM-verbinding via alleen de
USB-poort
-
o
f als een iPhone
®-verbinding via de USB-poort
en tegelijkertijd ook via de AUX-aansluiting.
Via deze verbindingen kunnen bepaalde apps
van uw telefoon op het het touchscreen gebruikt
worden.
F Open, wanneer u een 12 V-accessoire
(maximaal vermogen: 120 W) wilt aansluiten,
het kapje en sluit een geschikte adapter aan.
3
Ergonomie en comfort
Page 53 of 180

51
Algemene aanbevelingen
met betrekking tot de
veiligheid
Op verschillende plaatsen in uw auto
zijn labels aangebracht. Ze bevatten
veiligheidswaarschuwingen en informatie
over de identificatie van uw auto. Ver wijder
ze niet: ze horen namelijk bij de auto.
Neem voor alle werkzaamheden aan uw
auto contact op met een gekwalificeerde
werkplaats die beschikt over de juiste
technische informatie, vakkennis en
apparatuur. Het PEUGEOT-netwerk is in
staat u dit te bieden.
Afhankelijk van de landelijke wetgeving
kan de aanwezigheid van bepaalde
veiligheidsuitrusting verplicht zijn:
veiligheidsvesten, gevarendriehoeken,
alcoholtests, een set reservelampen,
reservezekeringen, een brandblusser,
een verbandtrommel, spatlappen aan de
achterzijde van de auto, enz. Belangrijke informatie:
-
H
et monteren van elektrische
uitrustingen of accessoires die niet onder
een artikelnummer in het assortiment
van PEUGEOT voorkomen, kan tot een
hoger verbruik leiden en storingen in
het elektronische systeem van uw auto
veroorzaken. Neem contact op met het
PEUGEOT-netwerk voor meer informatie
over het aanbod aan accessoires met
een artikelnummer.
-
U
it veiligheidsoverwegingen is toegang
tot de diagnose-aansluiting, die is
gekoppeld aan de elektronische
systemen in de auto, uitsluitend
voorbehouden aan het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats waar de beschikking is over
geschikt gereedschap (kans op storingen
in de elektronische systemen die kunnen
leiden tot pech of ernstige ongevallen).
De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld als deze aanwijzing niet
wordt opgevolgd.
-
W
ijzigingen of aanpassingen die
niet door PEUGEOT zijn voorzien of
toegestaan, of die niet volgens de
technische voorschriften van de fabrikant
zijn uitgevoerd, leiden tot het ver vallen
van de wettelijke en contractuele
garanties. Monteren van als accessoire geleverde
radiocommunicatiezenders
Voordat u
een radiocommunicatiezender
met buitenantenne monteert, moet u bij
het PEUGEOT-netwerk de technische
gegevens (frequentieband, maximaal
uitgangsvermogen, positie antenne,
specifieke installatievoorschriften) van de
voor montage geschikte zenders opvragen,
conform de Richtlijn Elektromagnetische
Compatibiliteit (2004/104/EG).
Claxon
F Druk op een van de spaken van het stuur wiel.
5
Veiligheid
Page 76 of 180

74
Door op de knop "START/STOP" te drukken met
de elektronische sleutel in de auto, kunt u zonder
een pedaal in te trappen de stand van het
contact wijzigen.
F
D
ruk eenmaal op (stand " ACC"). De
accessoires (autoradio, 12
V-aansluiting, enz.)
kunnen worden gebruikt.
F
D
ruk een tweede maal op (stand " ON").
Contact aan.
F
D
ruk een derde maal op (stand " OFF").
Als u
langere tijd accessoires gebruikt,
keert het voertuig na ongeveerd 20
minuten
automatisch terug naar de stand " OFF".
Let op dat de accu niet ontladen raakt.
Starten van de motor
Wanneer de knop " START/STOP"
voor het eerst wordt ingedrukt,
knippert dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel langzaam. Elektronische sleutel in de auto
F
Z
et bij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak de versnellingshendel in de
neutraalstand en houd het koppelingspedaal
volledig ingetrapt.
F
Z
et bij auto's met een elektronisch gestuurde
versnellingsbak de selectiehendel in de stand
N en trap het rempedaal stevig in.
Op het instrumentenpaneel gaat dit
lampje branden.
Afhankelijk van de buitentemperatuur kan
elke startpoging circa 30 seconden duren.
Druk gedurende die tijd niet nogmaals
op de knop " START/STOP " en laat het
koppelingspedaal of rempedaal (afhankelijk
van het versnellingsbaktype) niet los.
Als de motor hierna niet is gestart, druk dan
nogmaals op de knop " START/STOP" voor
een nieuwe poging.
F
D
ruk op de knop "
START/STOP" en laat de
knop vervolgens los. Als aan een van de voor waarden voor het
starten niet wordt voldaan, dan knippert de
"Keyless entrée and start" systeemindicator
snel op het instrumentenpaneel. In sommige
gevallen moet het stuur wiel heen en weer
worden bewogen ter wijl de knop "
S TA R T/
STOP " wordt ingedrukt om het stuurslot te
ontgrendelen.
Voor het inschakelen van het contact en het
starten van de motor moet de elektronische
sleutel zich in de detectiezone bevinden.
Zorg er na het starten van de motor voor dat
de elektronische sleutel zich tot het einde
van de rit in de auto bevindt. U kunt het
voertuig anders niet vergrendelen.
Afzetten van de motor
F Breng de auto tot stilstand.
F Z et bij uitvoeringen met een handgeschakelde
versnellingsbak de versnellingshendel in de
neutraalstand.
F
Z
et bij uitvoeringen met een ETG -
versnellingsbak de selectiehendel in de
stand N .
Druk, ter wijl de elektronische sleutel zich in de
auto bevindt, op de knop " START/STOP".
De motor wordt afgezet.
Het stuurslot wordt vergrendeld wanneer een
portier geopend wordt of de auto vergrendeld
wordt.
Rijden
Page 131 of 180
1
MODE
Radio
Inhoud
Termenlijst audiosysteem
2
D
e eerste stappen
5
St
uurkolomschakelaars
6
R
adio
7
D
AB-radio (Digital Audio Broadcasting)
8
M
edia
9
T
elefoon
1
0
Bluetooth
® 13
I
nstellingen 1 4
Veelgestelde vragen
1
5De beschreven functies en instellingen
kunnen afwijken van die van het systeem in
uw auto. Om veiligheidsredenen mag de bestuurder
handelingen die zijn volledige aandacht
vragen uitsluitend uitvoeren bij stilstaande
auto
.
Om te voorkomen dat de accu ontladen
raakt, wordt het systeem bij auto's
met Keyless entry and start-systeem
uitgeschakeld als 20 minuten na het
afzetten van de motor de eco-mode wordt
geactiveerd.
.
Radio
Page 132 of 180
2
Termenlijst audiosysteem
Meer informatie over het systeemBetekenis/bijbehorende acties
Add contacts Een contact toevoegen.
Add SD Een toets aan een contact koppelen.
All calls Alle telefoongesprekken.
ASL Mid/Low/High/Off Geluidssferen (gemiddeld/zwak/sterk) instellen.
AUX On/Off AUX-modus in- of uitschakelen (extern apparaat).
Back Terug.
Balance Geluidsverdeling instellen.
Bass Lage tonen instellen.
Bluetooth info Bluetooth-informatie van het systeem.
BT Power On/Off Automatische Bluetooth-verbindingsmodus in- of uitschakelen.
B TA Bluetooth-audio.
BTA – BT audio player not found Het systeem herkent de audiospeler niet via Bluetooth.
Call volume Belvolume instellen.
Car device info Systeeminformatie.
Clock Tijd instellen.
Delete Verwijderen.
Delete call history Belgeschiedenis wissen.
Delete contact Een contact uit het telefoonboek ver wijderen.
Delete phonebook Telefoonboek wissen.
Radio
Page 133 of 180
3
Device addressAdres van het systeem.
Device name Naam van het systeem.
DAB Digitale radio.
Dial by number Een telefoonnummer invoeren.
Disconnect Uw telefoon loskoppelen.
Display Setting Automatische weergave van de verbinding in- of uitschakelen.
Enter new passkey Een nieuw wachtwoord invoeren.
FM AF On/Off FM-/AM-modus in- of uitschakelen.
FM Liste Lijst van FM-zenders weergeven.
FM TA On/Off FM TA-modus, waarschuwingsmelding in- of uitschakelen.
HF Sound Setting Instellingen HF-geluid.
Incoming calls Inkomende oproepen.
List Audio Lijst van opgeslagen audio-apparaten weergeven.
List Phone Lijst van opgeslagen telefoons weergeven.
Missed calls Gemiste oproepen.
No entry Geen gegevens beschikbaar.
No history Geen geschiedenis.
No connected Niet verbonden.
Outgoing calls Uitgaande oproepen.
Overwrite all Alles vervangen.
Pairing Bluetooth-apparaat koppelen.
.
Radio
Page 134 of 180
4
PasskeyWachtwoord wijzigen.
Phonebook Telefoonboek.
Radio Radiomodus weergeven.
Region Code RDS-modus in- of uitschakelen.
Reset Instellingen resetten.
Reset all Alles resetten.
Ringtone Beltoon kiezen.
Ringtone volume Beltoonvolume instellen.
Searching Zoeken.
Select Selecteren.
Setup Instellingen.
Skip Naar de volgende stap.
Sound Setting Lijst van geluidsinstellingen weergeven.
Speed dials Snelkiezen.
TA Waarschuwingsbericht verkeersinformatie.
TEL Lijst van instellingen van de telefoon weergeven.
Transfer history Gespreksgeschiedenis overbrengen.
Treble Hoge tonen instellen.
Update Lijst updaten.
Updating Update.
Radio
Page 135 of 180

5
MODE
MODE
De eerste stappen
Audiosysteem
On/Off.
Volumeregeling (voor elke geluidsbron
afzonderlijk).
Selecteren:
-
a
utomatisch, van een lagere/
hogere radiofrequentie.
-
v
an de vorige/volgende regel van
een lijst of een menu. Toetsen 1
t /m 6 radio AM: selecteren
van een opgeslagen voorkeuzezender.
Toetsen 1 t /m 5 radio FM: selecteren
van een opgeslagen voorkeuzezender.
FM-lijst: weergeven van de ontvangen
zenders.
Ingedrukt houden: een zender in het
geheugen opslaan.
Back: annuleren van de bewerking,
omhoog in de mappenstructuur.
Weergeven menu en instellen opties.
Draaien: scrollen door de lijst of
afstemmen op een radiozender.
Indrukken: bevestigen van de op het
scherm weergegeven optie.
Selecteren van het golfbereik AM en
FM.
Selecteren van de bron AUX.
Selecteren van de vorige/volgende
media-index.
Audiosysteem met Bluetooth®
Aan/uit.
Volumeregeling (voor elke geluidsbron
afzonderlijk).
Aannemen van een inkomende
oproep.
Weigeren van een inkomende oproep.
Telefoongesprek beëindigen.
.
Radio