Page 65 of 277
Opbergen63Zet de fiets op het draagsysteem
achteraan. Hierbij moet het crankstel
van de pedalen zoals op de afbeel‐
ding in de schacht van de crankhou‐ der worden geplaatst.Voorzichtig
Zorg ervoor dat het pedaal het
oppervlak van het fietsenrek niet
raakt. Anders zou de onderste
krukas tijdens het vervoer bescha‐
digd kunnen raken.
Plaats de cranksteun van bovenaf in
de buitenste rail van elke cran‐
kuitsparing en duw de steun minstens
tot onder de karteling omlaag.
Crank bevestigen door aan de klem‐
schroef op de crankbevestiging te
draaien.
Plaats de wieluitsparingen zodanig
dat de fiets grofweg horizontaal staat.
Daarbij moet de afstand tussen de
pedalen en de achterklep minstens
5 cm bedragen.
Beide fietsbanden moeten in de wiel‐ houders zitten.
Voorzichtig
Zorg dat de wieluitsparingen zo
ver als noodzakelijk uitgetrokken
zijn om beide fietsbanden in de
uitsparingen te laten vallen.
Anders wordt horizontaal monte‐
ren van de fiets niet gewaarborgd.
Page 66 of 277

64OpbergenHet negeren hiervan kan leiden tot
schade aan de fietswielen als
gevolg van hete uitlaatgassen.
Fiets in de lengterichting van de auto
uitlijnen: Crankbevestiging iets
losdraaien.
Fiets verticaal plaatsen met behulp van de draaigreep op de crankhou‐ der.
Wanneer de twee fietsen elkaar in de weg staan, kan de onderlinge plaat‐
sing van de fietsen worden aange‐
past door de wielhouders en de draai‐
greep op de crankhouder bij te stellen
totdat de fietsen elkaar niet meer
raken. Zorg daarbij voor voldoende
tussenruimte tot de auto.
Klemschroef op de crankbevestiging
handmatig maximaal vastdraaien.
Beide fietswielen met spanbanden aan wielhouders vastmaken.
Controleren of fiets goed vastzit.
Voorzichtig
Zorg dat de ruimte tussen de fiets
en de auto minstens 5 cm is.
Stuurstang zo nodig losdraaien en opzij zwenken.
De instellingen voor de wielhouders
en de draaigreep van de crankhouder moeten voor elke fiets worden geno‐
teerd en bewaard. Een correcte voor‐ instelling vergemakkelijkt het
opnieuw aanbrengen van de fiets.
Let op
Er wordt aangeraden om een waar‐
schuwing bij de achterste fiets te
bevestigen voor beter zicht.
Fiets van het draagsysteem
achteraan verwijderen
Spanbanden van beide fietswielen
losmaken.
Page 67 of 277
Opbergen65Fiets vasthouden, de klemschroef op
de crankbevestiging losdraaien, de
crankbevestiging optillen en verwijde‐
ren.
Draagsysteem achteraan
inschuiven
Druk de houders van de pedaalcrank
in de uitsparing van de pedaalcrank
zoals op de afbeelding wordt
getoond.
Spanband erin steken en zo ver
mogelijk stevig omlaagtrekken.
Ontgrendelingshendel indrukken en
wielhouders er volledig tot aan de
aanslag inschuiven.
De vergrendelingshendel aan de
diagonale steun losmaken en beide
crankhouders inklappen.
9 Waarschuwing
Gevaar voor beknelling.
Page 68 of 277
66Opbergen
Eerst rechter spanhendel (1), vervol‐
gens linker spanhendel ( 2) naar
voren draaien totdat ze in hun
houders kunnen vastklikken.
Spanhendel omlaagduwen en beide
lampsteunen uit de houders trekken.
Klap de lampsteunen aan de achter‐
kant van de achterlichten in.
Plaats eerst het voorste ( 1), en
daarna het achterste achterlicht ( 2) in
de uitsparingen en duw ze zo ver
mogelijk omlaag. Kabels volledig in
alle geleiders duwen om schade te
voorkomen.
Achterklep openen.
Ontgrendelingshendel omhoogdu‐
wen en vasthouden. Het systeem een
beetje heffen en in de bumper duwen
tot het vastzit.
Ontgrendelingshendel moet naar
uitgangspositie terugkeren.
9 Waarschuwing
De hulp van een werkplaats inroe‐
pen, als het systeem niet goed kan
worden uitgeschoven.
Page 69 of 277

Opbergen67Bagageruimte
Bagageruimte vergroten
De rugleuningen van de achterbank
kunnen in twee standen worden
vergrendeld. Rechtop vergrendelen
bij het vervoeren van volumineuze
voorwerpen.
Gescheiden rugleuning
Aan de ontgrendelingshendel aan de
betreffende zijde trekken, de rugleu‐
ning tot in verticale stand naar voren
trekken en laten vastklikken.
Eendelige rugleuning
Aan de ontgrendelingshendel aan
beide zijden trekken, de rugleuning
tot in verticale stand naar voren trek‐
ken en laten vastklikken.
Bij ontgrendelen verschijnt een rode
markering naast de ontgrendelings‐
hendel. De rugleuning is goed
vergrendeld wanneer de rode merk‐
tekens aan beide zijden dichtbij de
ontgrendelingshendel niet meer
zichtbaar zijn.
Achterste rugleuningen
neerklappen
Verwijder zo nodig de hoedenplank.
Duw de hoofdsteunen omlaag door
de vergrendeling in te drukken.
Leid de gordels door de zijsteunen en bescherm ze tegen beschadiging.
Trek bij inklappen van de rugleuning
de veiligheidsgordels mee.
Gescheiden rugleuning
Trek aan de ontgrendelingshendel
aan de betreffende zijde en klap hem
op de zitting neer.
Eendelige rugleuning
Trek aan de ontgrendelingshendel
aan beide zijden en klap hem op de
zitting neer.
Page 70 of 277

68Opbergen
Als de auto via het achterportier gela‐den moet worden, neem de gordeldan uit de rugleuninggeleider en
steek het slot in de uitsparing zoals
weergegeven in de illustratie.
U klapt de rugleuning weer omhoog
door deze zover rechtop te zetten dat
deze hoorbaar vastklikt.
De veiligheidsgordels van de buiten‐
ste zitplaatsen moeten in de bijbeho‐
rende geleiders zitten.De rugleuning is goed vergrendeld
wanneer de rode merktekens aan
beide zijden dichtbij de ontgrende‐ lingshendel niet meer zichtbaar zijn.
9 Waarschuwing
Rijd uitsluitend met goed vergren‐
delde rugleuningen. Als dat niet
het geval is, is er een kans op
letsel of schade aan de lading of het voertuig bij krachtig remmen of een botsing.
Bij te snel opklappen van de rugleu‐
ning kan de veiligheidsgordel van de
middelste zitplaats geblokkeerd zijn.
Ontgrendel het oprolmechanisme
door de veiligheidsgordel in te steken of door deze ongeveer 20 mm naar
buiten te trekken en vervolgens los te laten.
Bagageruimte-afdekking Leg niets op de afdekking.
Page 71 of 277

Opbergen693-deurs/5-deurs hatchbackDemonteren
Haak de ophangkoorden los van de
achterklep.
Til de afdekking achteraan op en druk ze vooraan omhoog.
Verwijder het deksel.
Opbergen
Wanneer de bagageruimte vol gela‐
den is, de bagageruimte-afdekking op
de achterbank opbergen of uit de auto verwijderen.
Vastmaken
Steek de hoedenplank in de zijgelei‐
ders en klap deze omlaag. Haak de ophangkoorden vast aan de achter‐
klep.
Bestelwagen
De hoedenplank bestaat uit vier
segmenten die afzonderlijk kunnen
worden verwijderd en aangebracht.
Demonteren
Maak voor het verwijderen van de
hoedenplank de ophangkoorden los van de achterklep.
Til de afdekking achteraan op en druk ze vooraan omhoog. Verwijder het
deksel.
Om de drie overige segmenten (volg‐ orde 1 tot 3) uit te bouwen: deze
achteraan optillen, losklikken,
draaien en verwijderen.
Vastmaken
De segmenten in de volgorde 3 tot 1
inbouwen. Segmenten in houders
aan de zijkant vastklikken.
Wanneer gesloten, overlappen de
segmenten elkaar bij de aansluitings‐ punten.
Page 72 of 277

70OpbergenPlaats de hoedenplank door deze in
de zijgeleiders te steken en omlaag te
klappen. Haak de ophangkoorden
vast aan de achterklep.
Vloerafdekking
bagageruimte
Afdekking laadruimte
Til de afdekking laadruimte op om bij
het pechhulpgereedschap te kunnen
komen.
Gereedschap 3 216.
In modellen met een bandenrepara‐
tieset aan de rechterkant in de baga‐
geruimte kan de uitsparing voor het
reservewiel als extra opbergruimte
worden gebruikt. Bandenreparatieset
3 225.
Dubbele bagagevakvloer De dubbele bagagevakvloer kan in
twee standen in de bagageruimte
worden geschoven:
● direct boven de afdekking van de
uitsparing voor het reservewiel of de vloerafdekplaat
● of in de bovenste openingen in de
bagageruimte
Neem de bagagevakvloer weg door
de uitsparing naar achteren te trek‐
ken.
Schuif de bagagevakvloer erin door
deze in de betreffende geleider te
duwen en te laten zakken.
In de bovenste stand kan de ruimte
tussen de bagagevakvloer en de
afdekking voor de uitsparing van het
reservewiel als opbergruimte dienen.
In deze stand, als de leuningen van
de achterbank naar voren zijn
geklapt, ontstaat er een bijna geheel
vlak bagagevak.
De dubbele laadvloer mag met maxi‐
maal 100 kg worden belast. In de
onderste positie kan de dubbele
bagagevakvloer de maximale toege‐
stane lading dragen.