Page 57 of 277

Stoelen, veiligheidssystemen551:zo ver als nodig de stoel naar voren brengen en de rugleuning naar een verticale stand brengen om ervoor te zorgendat de gordel naar voren loopt vanaf het bovenste verankeringspunt2:zo ver als nodig de stoel naar boven brengen en de rugleuning naar een verticale stand brengen om ervoor tezorgen dat de gordel aan de kant van de gesp strak zit3:de betreffende voorstoel vóór het kinderveiligheidssysteem zo ver als nodig naar voren brengen4:de betreffende rugleuning zo ver mogelijk naar achteren 3 67 brengen, de betreffende hoofdsteun zo nodig
bijstellen of zo nodig verwijderen 3 355:ISOFIX/Top-tether bevestigingspunten optioneel voor de passagiersstoel voor (niet leverbaar voor sportstoelen)
ISOFIX-maatklasse en zitgelegenheid
A - ISO/F3:voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse
9 tot 18 kgB - ISO/F2:voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kgB1 - ISO/F2X:voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kgC - ISO/R3:achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse tot 18 kgD - ISO/R2:achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse tot 18 kgE - ISO/R1:achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor jonge kinderen in de gewichtsklasse tot 13 kg
Page 58 of 277

56OpbergenOpbergenOpbergruimten............................. 56
Opbergvakken ........................... 56
Handschoenenkastje .................56
Bekerhouders ............................ 56
Opbergruimte voor ....................57
Opbergvak onder passagiersstoel ........................58
Draagsysteem achterzijde .........58
Bagageruimte .............................. 67
Bagageruimte-afdekking ...........68
Vloerafdekking bagageruimte ....70
Sjorogen .................................... 71
Gevarendriehoek .......................71
Verbanddoos ............................. 72
Dakdragersysteem .......................72
Dakdrager .................................. 72
Beladingsinformatie .....................73Opbergruimten
Opbergvakken9 Waarschuwing
Berg geen zware of scherpe
objecten in de opbergruimten op.
Anders kan de klep van de
opbergruimte open gaan en
kunnen de inzittenden bij krachtig
remmen, plotseling afslaan of een ongeval letsel door rondslinge‐
rende voorwerpen oplopen.
Handschoenenkastje
Open de klep van het handschoenen‐
kastje door aan de hendel te trekken.
Het handschoenenkastje is uitge‐
voerd met een muntenbakje en een
adapter voor de wielborgbouten.
Het handschoenenkastje tijdens het
rijden gesloten houden.
Bekerhouders
De bekerhouders zitten in de midden‐
console.
Page 59 of 277
Opbergen57
In de portiervakken in de portieren
kunt u flessen opbergen.
In de zijpanelen achter zitten extra
fleshouders.
Flexibele bekerhouderband
In het opbergvak vóór de keuzehen‐
del bevindt zich een beweegbare
rubberen band. Trek de band eruit om een beker of asbak vast te zetten.
Opbergruimte voor
Opbergruimten bevinden zich onder
de lichtschakelaar, in de middencon‐
sole, in de portiervakken en in de
zijpanelen bij de achterbank.
Page 60 of 277

58OpbergenOpbergvak onder
passagiersstoel
Opbergvak aan handgreepuitsparing
optillen en uittrekken. Maximale
belasting: 1,5 kg . Om te sluiten, indu‐
wen en vastklikken.
Draagsysteem achterzijde
Met het draagsysteem aan de achter‐
zijde (Flex-Fix-systeem) kunnen fiet‐
sen worden vastgezet op een
uitschuifbare drager die geïntegreerd is in de vloer van de auto. Het trans‐
porteren van andere voorwerpen is
niet toegestaan.
De maximale belading van het draag‐
systeem achterzijde is 40 kg. De maximale belading per fiets is 20 kg.
De wielbasis van een fiets mag niet
meer dan 1,2 m zijn. Anders kan de betreffende fiets niet veilig worden
vastgezet.
Het niet-gebruikte draagsysteem
achterzijde kan terug in de bodem‐
plaat worden geschoven.
Op de fietsen mogen zich geen voor‐ werpen bevinden die tijdens het
transport kunnen loskomen.Voorzichtig
Plaats geen fietsen met carbon
pedaalkrukken op fietsendragers.
De fietsen kunnen beschadigd
raken.
Let op
De achterlichten van de auto worden
gedeactiveerd als de achterlichten
van het draagsysteem achterzijde
worden aangesloten.
Uitschuiven
Achterklep openen.
9 Waarschuwing
Omstanders uit het uitschuifge‐
bied van het Flex-Fix draagsys‐
teem halen, gevaar voor letsel.
Page 61 of 277
Opbergen59
Ontgrendelingshendel omhoogtrek‐
ken. Het systeem komt los en
verplaatst zich snel uit de bumper.
Het draagsysteem er volledig uittrek‐
ken totdat het hoorbaar vastklikt.
Controleren of het draagsysteem niet naar binnen kan worden geschoven
zonder opnieuw aan de ontgrende‐
lingshendel te trekken.9 Waarschuwing
Het is alleen toegestaan voorwer‐
pen op het Flex-Fix draagsysteem
te vervoeren, als het systeem op
de juiste manier uitgeschoven is.
Als het Flex-Fix draagsysteem niet goed uitgeschoven kan worden,
breng dan geen voorwerpen op
het systeem aan en schuif het
weer in. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Achterlichten aanbrengen
Eerst het achterste ( 1), vervolgens
het voorste ( 2) achterlicht uit de
uitsparingen nemen.
Page 62 of 277
60OpbergenOpen de lampsteun aan de achter‐
kant van het achterlicht volledig tot
deze loskomt.
Druk de klemhendel naar onder en
druk de lampsteun in de houder tot hij loskomt.
Deze procedure voor beide achter‐
lichten uitvoeren.
De kabel- en lamppositie controleren
om er zeker van te zijn dat deze goed
zijn aangebracht en stevig vastzitten.
Draagsysteem achteraan
vergrendelen
Draai de linker klemhendel ( 1) eerst,
vervolgens de rechter klemhendel ( 2)
tot ze stoppen. Beide spanhefbomen
moeten naar achteren gericht zijn. Zo niet, is geen veilige werking gewaar‐
borgd.
Let op
Achterklep sluiten.
Page 63 of 277
Opbergen61Crankhouders uitklappen
Een of beide crankhouders omhoog‐
klappen totdat de diagonale steun
vastklikt.
Crankbevestigingen uit de crankhou‐
ders verwijderen.
Draagsysteem achteraan aan
een fiets aanpassen
Ontgrendelingshendel indrukken en
wielhouders er uittrekken.
Ontgrendelingshendel aan de span‐
band indrukken en spanband er
uittrekken.
Page 64 of 277
62OpbergenFiets voor bevestiging
voorbereiden
Let op
De maximale breedte voor het
pedaal is 38,3 mm en de maximale
diepte is 14,4 mm.
Linker crank (zonder kettingblad)
verticaal omlaagdraaien. Het pedaal
van de linker crank moet horizontaal
staan.
De voorste fiets moet met het voor‐
wiel naar links staan.
De achterste fiets moet met het voor‐
wiel naar rechts staan.
Fiets aan het draagsysteem
achteraan bevestigen
De verstelbare crankunit met de
draaigreep op de crankhouder
ruwweg aan de kraag van de crank
aanpassen.
Als de fiets rechte cranks heeft, de
crankunit volledig uitdraaien (stand
5 ).
Als de fiets gebogen cranks heeft, de
crankunit volledig indraaien (stand 1).