2018 OPEL CASCADA Gebruikershandleiding (in Dutch)

Page 161 of 271

OPEL CASCADA 2018  Gebruikershandleiding (in Dutch) Rijden en bediening159SPORT-modus
De instellingen van deze systemen
worden afgestemd op een sportie‐
vere rijstijl.
TOUR-modus
De instellingen van deze systemen
worden afgestemd op een comforta‐
b

Page 162 of 271

OPEL CASCADA 2018  Gebruikershandleiding (in Dutch) 160Rijden en bedieningMode Control de instellingen in de
rijmodus die u oorspronkelijk had
geselecteerd.
Persoonlijke instellingen in de
SPORT-modus
U kunt de functies van de SPORT-
modus selecteren w

Page 163 of 271

OPEL CASCADA 2018  Gebruikershandleiding (in Dutch) Rijden en bediening161Inschakelen
Accelereer tot de gewenste snelheid
en draai het stelwiel naar  SET/-, de
huidige snelheid wordt opgeslagen
en vastgehouden. De controlelamp
m  in de instrumentengroe

Page 164 of 271

OPEL CASCADA 2018  Gebruikershandleiding (in Dutch) 162Rijden en bedieningVia L voor het activeren van de snel‐
heidsbegrenzer of het uitschakelen
van het contact, wordt ook de cruise
control uitgeschakeld en wordt de
opgeslagen snelheid gewist.
Snel

Page 165 of 271

OPEL CASCADA 2018  Gebruikershandleiding (in Dutch) Rijden en bediening163
Snelheidslimiet wijzigenAls de snelheidsbegrenzer geacti‐
veerd is, het stelwiel naar  RES/+
draaien om te verhogen of naar
SET/-  om de gewenste snelheidsli‐
miet te verlag

Page 166 of 271

OPEL CASCADA 2018  Gebruikershandleiding (in Dutch) 164Rijden en bediening
Als een voorligger te snel nadert,
klinkt er een geluidssignaal en
verschijnt er een waarschuwing in het
Driver Information Centre.
Een voorwaarde is dat de frontaanrij‐
dings

Page 167 of 271

OPEL CASCADA 2018  Gebruikershandleiding (in Dutch) Rijden en bediening165
Wanneer de afstand tot een voorlig‐
ger te kort wordt of wanneer u een
ander voertuig te snel nadert en er een botsing dreigt, verschijnt het
botsingswaarschuwingssymbool op
h

Page 168 of 271

OPEL CASCADA 2018  Gebruikershandleiding (in Dutch) 166Rijden en bediening● Op bochtige wegen.
● Wanneer het zicht door weers‐ omstandigheden beperkt is,
zoals bijv. bij mist, regen of
sneeuw.
● Wanneer de sensor vervuild is door sneeuw, ijs, s