WAARSCHUWING!
onjuiste bandenspanning of ongelijkma-
tige bandenslijtage kan leiden tot een
verslechterde werking van ESC. Elk wij-
ziging van het voertuig of onvoldoende
onderhoud van het voertuig die leidt tot
een afname van de effectiviteit van het
ESC-systeem kan het risico van verlies
van de macht over het stuur, het over de
kop slaan en (dodelijk) letsel vergroten.
Bedrijfsmodi van ESC
OPMERKING:
Afhankelijk van het model en de bedrijfsmo-
dus, heeft het ESP-systeem meerdere stan-
den.
ESC ingeschakeld
Dit is de normale bedrijfsmodus voor het
ESP-systeem. Als de auto wordt gestart, be-
vindt het ESP-systeem zich in deze modus.
Deze modus moet worden gebruikt voor het
merendeel van de rijomstandigheden. Alter-natieve ESP-modi mogen alleen om speci-
fieke redenen worden gebruikt, zoals wordt
beschreven in de volgende paragrafen.
Gedeeltelijk uitgeschakeld
De modus "Gedeeltelijk uit" is bedoeld voor
situaties waarin een meer dynamische rijer-
varing gewenst is. Deze modus wijzigt moge-
lijk de drempelwaarden voor activering van
ASR en ESP, waardoor meer wielspin wordt
toegestaan dan normaal. Deze modus kan
nuttig zijn wanneer u met de auto vast komt
te zitten.
Als u de modus "Gedeeltelijk uit" wilt active-
ren, drukt u kort op de toets "ESC Off",
waarna het controlelampje "ESC Off" gaat
branden. Als u ESP opnieuw wilt inschake-
len, drukt u nogmaals kort op de toets "ESC
Off". Het controlelampje "ESC Off" gaat uit.
OPMERKING:
Voor voertuigen met meerdere gedeeltelijke
ESP-modi kan met een drukknop worden ge-
schakeld tussen de ESC-modi. Om terug te
keren naar ESP Aan moet meermaals op de
knop worden gedrukt.
WAARSCHUWING!
• Wanneer ESC in de stand "Gedeeltelijk
uit" staat, wordt de ASR-functie van ESC
uitgeschakeld (behalve de slipbeperking
die is beschreven de paragraaf over ASR)
en brandt het indicatielampje "ESC uit".
Wanneer ESC in de stand "Gedeeltelijk
uit" staat, wordt de functie voor het ver-
minderen van het motorvermogen van
ASR uitgeschakeld en neemt de verbe-
terde voertuigstabiliteit die het ESC-
systeem biedt af.
• Trailer Sway control (TSC) is uitgescha-
keld wanneer het ESC-systeem in de
stand "Gedeeltelijk uit" staat.
Volledig uit — indien aanwezig
Deze modus is uitsluitend bedoeld voor ge-
bruik buiten openbare wegen en voor terrein-
rijden en mag niet gebruikt worden op de
openbare weg. In deze modus, zijn de func-
ties ASR en ESP uitgeschakeld. Om de volle-
dig uitgeschakelde modus in te schakelen,
houdt u de schakelaar "ESP uit" gedurende
vijf seconden ingedrukt, terwijl het voertuig
stilstaat en de motor draait. Na vijf seconden,
97
Om het bandenspanningscontrolesysteem uit
te schakelen, moeten alle vier de (originele)
banden met wielen met bandenspannings-
sensoren weer vervangen worden door ban-
den zijn voorzien van bandenspanningssen-
soren. Rijd vervolgens gedurende 10 minuten
met een snelheid van meer dan 24 km/u
(15 mph). Het bandenspanningscontrolesys-
teem geeft een geluidssignaal af, het ban-
denspanningslampje knippert 75 seconden
lang en blijft daarna branden. In de instru-
mentengroep wordt de melding "SERVICE
TPM SYSTEM" (onderhoud bandenspan-
ningscontrolesysteem) weergegeven en ver-
volgens worden er streepjes (--) weergegeven
in plaats van de bandenspanningswaarden.
De eerstvolgende keer dat het contact wordt
ingeschakeld, zal het bandenspanningscon-
trolesysteem niet langer een geluidssignaal
weergeven en wordt de melding "SERVICE
TPM SYSTEM" (onderhoud bandenspan-
ningscontrolesysteem) niet langer getoond in
de instrumentengroep. De streepjes (--) blij-
ven echter de plaats innemen van de span-
ningswaarden.Om het bandenspanningscontrolesysteem
weer in te schakelen, moeten alle vier de
banden met wielen weer vervangen worden
door banden die voorzien zijn van banden-
spanningssensoren. Rijd vervolgens maxi-
maal 10 minuten met een snelheid van meer
dan 24 km/u (15 mph). Het bandenspan-
ningscontrolesysteem geeft een geluidssig-
naal af, het bandenspanningslampje knip-
pert 75 seconden lang en gaat daarna uit. In
de instrumentengroep wordt de melding
"SERVICE TPM SYSTEM" (onderhoud ban-
denspanningscontrolesysteem) weergegeven
en vervolgens worden de spanningwaarden in
plaats van de streepjes weergegeven. Als het
voertuig opnieuw wordt gestart zal de mel-
ding "SERVICE TPM SYSTEM" (onderhoud
bandenspanningscontrolesysteem) niet meer
verschijnen zolang zich geen systeemstoring
voordoet.BEVEILIGINGSSYSTEMEN
VOOR INZITTENDEN
Een zeer belangrijke veiligheidsvoorziening
in uw auto zijn de veiligheidssystemen voor
inzittenden:
Beveiligingssystemen voor inzittenden
• Veiligheidsgordelsystemen
• Airbagsystemen
• Extra actieve hoofdsteunen
• Kinderzitjes
Sommige van de in dit hoofdstuk beschreven
veiligheidsvoorzieningen behoren voor be-
paalde modellen mogelijk tot de stan-
daarduitrusting en zijn optioneel voor andere
modellen. Vraag het bij twijfel aan uw er-
kende dealer.
Belangrijke veiligheidsmaatregelen
Lees de informatie in dit hoofdstuk aandach-
tig door. Hierin wordt uitgelegd hoe u het
beveiligingssysteem voor inzittenden op de
juiste wijze gebruikt om uw passagiers en
uzelf optimaal te beschermen.
113
De gewenste snelheid instellen.....187
De snelheid aanpassen...........187
Snelheid hervatten.............188
Accelereren om in te halen........188
Uitschakelen.................188
ADAPTIEVE CRUISECONTROL
(ACC) ....................189
Activering..................189
Gewenste snelheid instellen........189
De snelheid aanpassen...........190
Hervatten...................191
Uitschakelen................192
Volgafstand instellen............192
Werking van ACC bij stoppen.......192
Modus wijzigen...............193
PARKSENSE PARKEERHULPSYS-
TEEM....................194
ParkSense sensoren.............194
ParkSense in-/uitschakelen........194
Display in de instrumentengroep.....194
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van
ParkSense..................195
PARKSENSE PARKEERSENSOREN
VOOR EN ACHTER...........196
ParkSense sensoren.............196
In-/uitschakelen...............197
In- en uitschakelen.............197
Rijden met aanhanger...........197
Algemene waarschuwingen........197
ACTIEF PARKEERHULPSYSTEEM
PARKSENSE — INDIEN
AANWEZIG................198
RIJSTROOKDETECTIE........199
Werking van rijstrookdetectie.......199
Rijstrookdetectie in- of uitschakelen. . .200
PARKVIEW ACHTERUITRIJCA-
MERA ...................200
Symbolen en berichten op het display. .200
BRANDSTOF TANKEN — BENZINE-
MOTOR...................201
Noodontgrendeling voor
brandstofvulklep...............203
BRANDSTOF TANKEN — DIESEL-
MOTOR...................203
Gebruik van verontreinigde brandstof
vermijden...................205
Brandstofopslag — dieselbrandstof . . .205
Diesel Exhaust Fluid (DEF)........206
TREKKEN VAN EEN
AANHANGER..............209
Trekgewichten (maximale
aanhangergewichten) — Niet-SRT. . . .209
Trekgewichten (maximale
aanhangergewichten) — SRT.......211
Trekhaakkap verwijderen (Summit-
modellen) — indien aanwezig.......212
Trekhaakkap verwijderen (SRT-modellen) —
indien aanwezig...............213
DE AUTO SLEPEN ACHTER EEN
CAMPER..................214
Slepen van deze auto achter een ander
voertuig....................215
Slepen achter een camper - modellen met
tweewielaandrijving.............216
Slepen achter een camper — Quadra-Trac I
(tussenbak met één versnelling) modellen
met vierwielaandrijving...........216
Slepen achter een camper — Quadra–Trac
II/Quadra–Drive II modellen met
vierwielaandrijving.............217
STARTEN EN RIJDEN
154
tenpaneel om de ECO-modus in of uit te
schakelen. Een lampje op de schakelaar
geeft aan wanneer de ECO-modus is uitge-
schakeld (voor standaard modellen) of inge-
schakeld (voor SRT-modellen).
Wanneer de ECO-modus is ingeschakeld, ver-
anderen de voertuigregelsystemen als volgt:
• De transmissie schakelt eerder op en later
terug.
• Het algehele rijgedrag is meer conservatief.• Voertuigen met Quadra-Lift-luchtvering
werken in de stand "Aero" over een breder
snelheidsbereik. Raadpleeg het hoofdstuk
over Quadra-Lift voor meer informatie.
• Bij SRT-modellen, zal de transmissie (van-
uit stilstand) wegrijden in de tweede ver-
snelling, en de koppelomvormerkoppeling
kan inschakelen bij lagere motortoerental-
len en langer ingeschakeld blijven.
• Sommige functies van de ECO-modus kun-
nen tijdelijk worden uitgeschakeld vanwege
de temperatuur en andere factoren.
Actieve ruisonderdrukking — indien aanwe-
zig
Uw auto is uitgerust met een systeem voor
actieve ruisonderdrukking. Dit systeem
maakt gebruik van vier microfoons inge-
bouwd in de hemelbekleding om ongewenste
uitlaatgeluiden te detecteren die soms optre-
den in de ECO-modus. Een ingebouwde fre-
quentiegenerator wekt via de geluidsinstalla-
tie neutraliserende geluidsgolven op in de
auto het geluid te onderdrukken.
Achttraps automatische transmissie
Uw voertuig is uitgerust met een brandstof-
zuinige versnellingsbak met 8 versnellingen.
De versnellingshendel bevindt zich in de
middenconsole.
ECO-schakelaarVersnellingshendel
1 — Vergrendeltoets
2 — Versnellingshendel
STARTEN EN RIJDEN
164
Selec-Track biedt de volgende standen:
•Sport– Kalibratie voor droog weer en rijden
op de weg. Op prestaties gebaseerde tuning
die het gevoel van achterwielaandrijving
creëert maar met verbeterd rijgedrag en
optrekken in vergelijking met een tweewiel-
aangedreven voertuig. Deze functie wordt
gereset naar AUTO aan als het contact
wordt ingeschakeld.
•Snow– Tuning ingesteld op extra stabiliteit
onder slechte weersomstandigheden. Ge-
bruik dit op de weg en in het terrein op
ondergronden met weinig tractie, zoals
sneeuw. Deze functie wordt gereset naar
AUTO aan als het contact wordt ingescha-
keld.
•Auto– Volautomatische, continue vierwiel-
aandrijving kan worden gebruikt op de weg
en in het terrein. Zoekt een evenwicht tus-
sen tractie en naadloos stuurgevoel voor
verbeterd rijgedrag en optrekken in verge-
lijking met een tweewielaangedreven voer-
tuig.•Track– Kalibratie voor wegracen op onder-
gronden met veel tractie. De aandrijflijn is
geoptimaliseerd voor maximale tractie.
Enig slippen kan voelbaar zijn op moeilijke
ondergronden. Deze functie wordt gereset
naar AUTO aan als het contact wordt inge-
schakeld.
•To w- Gebruik deze modus voor het trekken
en vervoeren van zware lasten. De vering
van de auto gaat in de sportstand. Trailer
Sway Control wordt ingeschakeld in het
ESC-systeem. Deze functie wordt gereset
naar AUTO aan als het contact wordt
ingeschakeld.
Custom
In deze modus kan de bestuurder een aange-
paste autoconfiguratie maken, die wordt op-
geslagen voor een snelle keuze van de favo-
riete instellingen. Het systeem keert terug
naar de modus AUTO (automatisch) wanneer
de contactsleutel van RUN naar OFF wordt
gedraaid als deze modus is geselecteerd. In
de aangepaste modus kunnen de instellingen
voor stabiliteit, transmissie, stuurinrichting,ophanging, aandrijving op alle wielen en
schakelflippers worden geconfigureerd via de
instellingen voor de aangepaste modus.
OPMERKING:
Raadpleeg de paragraaf "SRT-rijmodi" in het
hoofdstuk "Multimedia" in uw instructie-
boekje voor meer informatie.
Actief dempingssysteem
Deze auto is uitgerust met een elektronisch
geregeld dempingssysteem. Dit systeem ver-
mindert het overhellen en de hellingshoek
van de carrosserie in veel rijomstandigheden
waaronder bochten, accelereren en remmen.
Er zijn 3 modi:
•Street Mode(Beschikbaar in de terreinstan-
den AUTO, SNOW en CUSTOM.) - wordt
gebruikt bij hoge snelheden waarbij een
gevoel van comfortabel rijden gewenst is.
•Sport Mode(Beschikbaar in de terreinstan-
den AUTO, SPORT, CUSTOM en TOW.) -
biedt een stevige vering voor betere rijei-
genschappen.
179
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
WAARSCHUWINGSKNIPPERLICH-
TEN .....................222
Bediening...................222
SOS-EMERGENCY CALL (ALLEEN
BESCHIKBAAR VOOR EURAZIATI-
SCHE DOUANE-UNIE)........222
GLOEILAMPEN VERVANGEN . . .226
Vervangingslampen.............226
Lampen vervangen.............227
ZEKERINGEN...............231
Algemene informatie............232
Zekeringen onder de motorkap......232
WIELEN VERWISSELEN EN GE-
BRUIK VAN DE KRIK.........237
Run-flat-banden — SRT-modellen. . . .237
Bergplaats krik...............237
Voorbereidingen voor het opkrikken . . .237
Instructies bij opkrikken.........238
Origineel wiel monteren..........242
Verklaring van conformiteit........242
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van de
krik.......................245
STARTEN MET STARTKABELS . .245
Voorbereiding voor het starten met
startkabels..................246
Starten met startkabels..........247
TANKEN IN NOODGEVALLEN . .248OVERVERHITTING VAN DE
MOTOR ..................248
HANDMATIGE PARKEERONTGREN-
DELING...................249
EEN VASTZITTENDE AUTO WEER
VRIJKRIJGEN..............250
SLEPEN VAN EEN AUTO MET
PECH ....................252
Zonder sleutelhouder............254
Uitvoeringen met tweewielaandrijving . .254
Uitvoeringen met vierwielaandrijving . .255
UITGEBREID ONGELUKKENRES-
PONSSYSTEEM (EARS).......255
EVENT DATA RECORDER (EDR) .255
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
221
Apps — indien aanwezig
Voor toegang tot Apps drukt u op de scherm-
toets "Uconnect Apps" om door de lijst met
toepassingen te bladeren:
• EcoDrive
• MyCar
• TuneIn
• Deezer
• Reuters
• Twitter
• Facebook Check-In
• Apple CarPlay
• Android Auto en nog veel meer.
UCONNECT 4C/4C NAV MET
8,4-INCH DISPLAY
Overzicht Uconnect 4C/4C NAV
Rijd ALTIJD veilig met beide handen aan het
stuurwiel. U bent volledig verantwoordelijk
voor en draagt alle risico's met betrekking tot
het gebruik van de Uconnect functies, inclu-
sief DAB, en toepassingen in deze auto. Ge-
bruik de functies en services van Uconnect
alleen wanneer dat veilig is. Anders bestaat
er een risico op een ongeval en ernstig of zelfs
dodelijk letsel.
LET OP!
Bevestig GEEN voorwerpen aan het aan-
raakscherm. Anders kan het scherm be-
schadigd raken.
OPMERKING:
Uconnect schermafbeeldingen zijn uitslui-
tend ter illustratie en geven de software van
uw voertuig mogelijk niet exact weer.
De tijd instellen
• Model 4C NAV synchroniseert de tijd auto-
matisch via GPS, dus het instellen van de
tijd zou hierbij niet nodig moeten zijn. Als u
de tijd handmatig moet instellen, volgt u de
onderstaande instructies voor model 4C
NAV.
• Voor model 4C schakelt u de eenheid in en
drukt u op de tijdweergave boven in het
scherm. Druk op "Yes" (ja).
• Als de tijd niet bovenaan in het scherm
wordt weergegeven, kiest u de schermtoets
"Settings" (instellingen). Druk in het
scherm Settings (instellingen) op de
schermtoets "Clock" (klok) en vink deze
optie aan of uit.
Uconnect 4/4C NAV Radio
MULTIMEDIA
338