Mistlamp op achterpaneel
1. Wrik voorzichtig met een staafje of plat-
kopschroevendraaier tussen de binnenste
rand van de lamp en het plaatwerk.
2. Verwijder de lamp uit de opening in het
plaatwerk.
3. Draai de fitting linksom.
4. Vervang de lamp.
5. Breng de fitting weer aan.
6. Sluit de binnenzijde van de lamp aan in
de houder in het plaatwerk.
7. Draai de lamp naar voren in de auto,
totdat de lamp vastklikt in de opening.
Derde remlicht
Het derde remlicht is een LED. Service door
een erkende dealer.
Kentekenverlichting achter
De kentekenverlichting achter is een LED.
Bezoek uw erkende dealer voor service.
ZEKERINGEN
WAARSCHUWING!
• Vervang doorgebrande zekeringen uit-
sluitend door exemplaren met dezelfde
ampèrewaarde. Vervang een zekering
nooit door een zekering met een hogere
ampèrewaarde. Vervang een doorge-
brande zekering nooit door een metalen
draad of enig ander materiaal. Plaats
geen zekering in de holte van een
stroomonderbreker of vice versa. Als u
nalaat de juiste zekeringen te gebruiken,
kan dit resulteren in ernstig persoonlijk
letsel, brand en/of schade aan eigen-
dommen.
• Voordat u een zekering vervangt, moet u
ervoor zorgen dat het contact is uitge-
schakeld en dat alle andere services zijn
uitgeschakeld.
• Als de vervangen zekering opnieuw door-
brandt, neem dan contact op met een
erkende dealer.
• Als een algemene beveiligingszekering
voor veiligheidssystemen (airbagsys-
teem, remsysteem), krachtbronsyste-
Mistlampen achterDerde remlicht (midden)
231
LET OP!
Monteer het reservewiel met het ventiel
naar buiten gericht. Het voertuig kan be-
schadigd raken als het opblaasbare reser-
vewiel op een verkeerde manier wordt ge-
monteerd.
WAARSCHUWING!
Om te voorkomen dat de auto door de op
de krik uitgeoefende kracht verschuift,
mogen de wielmoeren pas definitief wor-
den vastgezet als de auto weer vast op de
grond staat. Als u deze waarschuwing niet
opvolgt, kan dit ernstig letsel tot gevolg
hebben.
9. Laat de auto zakken door de krikschroef
linksom te draaien en verwijder de krik en
wielblokken.
10. Zet de wielmoeren stevig vast. Duw de
moersleutel aan het einde van de hendel
omlaag voor meer hefboomwerking. Trek
de wielmoeren in stervolgorde aan totdat
iedere moer twee keer aangetrokken is.
Raadpleeg de paragraaf "Voorgeschreven
aanhaalmomenten" in het hoofdstuk
"Technische gegevens" voor het juiste
aanhaalmoment voor de wielmoer. Als u
twijfelt of de moeren goed zijn vastgezet,
laat dit dan bij uw dealer of een banden-
servicebedrijf nog eens controleren met
een momentsleutel.11. Laat de krik weer zakken tot de sluit-
stand en leg de krik en het gereedschap
weer op hun plaats in de opbergruimte
van schuim.
12. Verwijder de kleine middendop en berg
de band veilig op in de laadruimte.
Reserviewiel/-band monteren
Reservewiel
241
SERVICE EN ONDERHOUD
GEPLAND ONDERHOUD......258
Gepland onderhoud — niet-SRT.....258
Gepland onderhoud — SRT........262
Gepland onderhoud — dieselmotor . . .267
MOTORCOMPARTIMENT......272
3.6-liter motor...............272
5,7-liter motor................273
6.2-liter supercharged motor.......274
6.4-liter motor................275
3.0-liter dieselmotor............276
Oliepeil controleren — benzinemotor . .277
Oliepeil controleren — 3.0-liter
dieselmotor..................277
Ruitensproeiervloeistof bijvullen.....277Remsysteem.................278
Automatische versnellingsbak......279
Onderhoudsvrije accu...........279
DEALERSERVICE...........280
Onderhoud van de airconditioning. . . .280
Ruitenwisserbladen............283
Koelsysteem.................288
HET VOERTUIG OMHOOG TE
BRENGEN.................288
BANDEN..................288
Banden — Algemene informatie.....288
Type banden.................293
Reservewielen — indien aanwezig. . . .294
Verzorging van velgen en wieldoppen . .297Sneeuwkettingen (tractiehulpmiddelen) —
niet-SRT...................298
Sneeuwkettingen (tractiehulpmiddelen) —
SRT ......................299
Aanbevelingen voor het rouleren van
banden....................299
HET VOERTUIG STALLEN.....300
CAROSSERIE...............301
Behoud van de carosserie.........301
INTERIEUR................302
Stoelen en bekleding............302
Kunststof- en gelakte onderdelen. . . .302
Lederen onderdelen.............303
Ruitoppervlakken..............303
SERVICE EN ONDERHOUD
257
GEPLAND ONDERHOUD
Gepland onderhoud — niet-SRT
De geplande onderhoudsbeurten in deze
handleiding moeten op de aangeduide tijd-
stippen of kilometerstanden worden uitge-
voerd om uw garantie te behouden en opti-
male betrouwbaarheid en prestaties van het
voertuig te garanderen. Bij veeleisend ge-
bruik, bijvoorbeeld door het rijden in stoffige
omgevingen of veel korte ritten, is mogelijk
meer onderhoud vereist. Laat ook telkens
inspectie en onderhoud uitvoeren wanneer u
een defect vermoedt.
De indicator voor olieverversing herinnert u
eraan dat uw auto een onderhoudsbeurt no-
dig heeft.
In de instrumentengroep wordt het bericht
"Oil Change Required" (olie verversen) weer-
gegeven en er klinkt een geluidssignaal om
aan te geven dat de olie ververst moet wor-
den.Het bericht voor olieverversing wordt telkens
ongeveer 11.200 km (7000 mijl) na de laat-
ste olieverversing weergegeven. Laat het on-
derhoud zo snel mogelijk, binnen 800 km
(500 mijl), uitvoeren.
OPMERKING:
• Het systeem houdt geen rekening met de
tijd die is verstreken sinds de laatste olie-
verversing. Ververs de olie van uw auto als
de laatste verversingsbeurt langer dan
twaalf maanden geleden is, ook wanneer
het bericht voor olieverversing NIET wordt
weergegeven.
• Ververs de olie van uw auto vaker als u de
auto gedurende langere tijd gebruikt als
terreinwagen.
• Onder geen beding mogen de intervalter-
mijnen voor olieverversing groter zijn dan
12.000 km (7500 mijl) of 12 maanden,
afhankelijk van wat eerst komt.
De erkende dealer reset de indicator voor
olieverversing nadat de geplande olieverver-
sing is uitgevoerd. Als deze geplande olie-
beurt wordt uitgevoerd door iemand anders
dan uw erkende dealer, kan het bericht wor-
den gereset door de stappen te volgen zoalsbeschreven in de paragraaf "Display in de
instrumentengroep" in het hoofdstuk "Uw in-
strumentenpaneel leren kennen" voor meer
informatie.
Bij elke tankstop
• Controleer het motoroliepeil ongeveer 5 mi-
nuten nadat de volledig warmgedraaide
motor is uitgezet. Controleer het oliepeil als
de auto op een vlakke ondergrond staat. De
meting is dan nauwkeuriger. Vul alleen olie
bij wanneer het oliepeil zich onder het
merkteken ADD of MIN bevindt.
• Controleer het ruitensproeiervloeistofpeil
en vul zo nodig vloeistof bij.
Eens per maand
• Controleer de bandenspanning en let op
ongewone slijtage of beschadigingen. Ban-
den rouleren bij de eerste tekenen van
ongelijkmatige slijtage.
• Inspecteer de accu, reinig de poolklemmen
en zet ze zo nodig vast.
• Controleer de vloeistofniveaus van het koel-
vloeistofreservoir en de hoofdremcilinder
en vul zo nodig vloeistof bij.
SERVICE EN ONDERHOUD
258
Afstand of verstreken tijd (wat het
eerst komt)
7500
15.000
22.500
30.000
37.500
45.000
52.500
60.000
67.500
75.000
82.500
90.000
97.500
105.000
112.500
120.000
127.500
135.000
142.500
150.000
Of maanden: 12 24 36 48 60 72 84 96 108 120 132 144 156 168 180 192 204 216 228 240
Afstand of verstreken tijd (wat het
eerst komt):
12.000
24.000
36.000
48.000
60.000
72.000
84.000
96.000
108.000
120.000
132.000
144.000
156.000
168.000
180.000
192.000
204.000
216.000
228.000
240.000
Visuele controle uitvoeren van:
carrosserie, bodemplaatbescher-
ming, pijpen en leidingen (uit-
laat - brandstof - remmen), rub-
berdelen (hoezen, bussen,
manchetten enz.)XXX X X X X X X X
Wielophanging vóór, spoorstang-
einden en stofhoezen inspecte-
ren en indien nodig vervangen.XX X X X X
Vloeistof in de voor- en achteras
controleren; verversen wanneer
de auto wordt gebruikt als poli-
tiewagen, taxi, bedrijfswagen,
voor terreinrijden of het veelvul-
dig trekken van aanhangers.XX X X X
Remvloeistof om de 24 maan-
den verversen bij gebruik van
DOT 4-remvloeistof.**XXX X X X X X X X
Aircofilter vervangen. X X X X X X X X X X
Handrem afstellen op voertuigen
met schijfremmen op alle vier de
wielen.XX X X X
Luchtfilter van motor vervangen. X X X X X
Bougies vervangen * X X
SERVICE EN ONDERHOUD
260
WAARSCHUWING!
• U kunt ernstig letsel oplopen tijdens het
werken aan of bij een motorvoertuig.
Voer alleen werkzaamheden uit waarvan
u kennis hebt en waarvoor u over het
juiste gereedschap beschikt. Als u twij-
felt over uw kunde om een bepaalde
werkzaamheid uit te voeren, breng dan
uw auto naar een vakkundige monteur.
• Het niet correct inspecteren en onder-
houden van uw auto kan tot gevolg heb-
ben dat een onderdeel niet correct func-
tioneert, wat de rijeigenschappen en
prestaties nadelig beïnvloedt. Dit kan
een aanrijding tot gevolg hebben.
Zware omstandigheden
†† Ververs de motorolie en vervang het motor-
oliefilter elke 4.500 mijl (7.500 km) of
12 maanden wanneer u uw auto onder een
van de volgende zware omstandigheden ge-
bruikt:
• Ritten met veelvuldig stoppen en optrek-
ken.• Rijden in stoffige omgevingen.
• Korte ritten van minder dan 16 km
(10 mijl).
• Trekken van een aanhanger.
• Taxi, politie of besteldiensten (gebruik als
bedrijfswagen).
• Rijden in het terrein of de woestijn.
Gepland onderhoud — SRT
De geplande onderhoudsbeurten in deze
handleiding moeten op de aangeduide tijd-
stippen of kilometerstanden worden uitge-
voerd om uw garantie te behouden en opti-
male betrouwbaarheid en prestaties van het
voertuig te garanderen. Bij veeleisend ge-
bruik, bijvoorbeeld door het rijden in stoffige
omgevingen of veel korte ritten, is mogelijk
meer onderhoud vereist. Laat ook telkens
inspectie en onderhoud uitvoeren wanneer u
een defect vermoedt.
De indicator voor olieverversing herinnert u
eraan dat uw auto een onderhoudsbeurt no-
dig heeft.Het display in de instrumentengroep geeft
het bericht "Oil Change Required" (olie ver-
versen) weer en er klinkt een geluidssignaal
om aan te geven dat de olie ververst moet
worden.
Afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden
van de motor wordt het bericht voor olie
verversen weergegeven. Dit betekent dat uw
auto een onderhoudsbeurt nodig heeft. Laat
het onderhoud zo snel mogelijk, binnen
805 km (500 mijl), uitvoeren.
OPMERKING:
• Het systeem houdt geen rekening met de
tijd die is verstreken sinds de laatste olie-
verversing. Ververs de olie van uw voertuig
wanneer de laatste verversingsbeurt langer
dan zes maanden geleden is, ook wanneer
het bericht voor olieverversing NIET wordt
weergegeven.
• Ververs de olie van uw auto vaker als u de
auto gedurende langere tijd gebruikt als
terreinwagen.
• Onder geen beding mogen de intervallen
voor olieverversing groter zijn dan
10.000 km (6000 mijl) of zes maanden,
afhankelijk van wat eerst komt.
SERVICE EN ONDERHOUD
262
Mijl:6000
12.000
18.000
24.000
30.000
36.000
42.000
48.000
54.000
60.000
66.000
72.000
78.000
84.000
90.000
96.000
102.000
108.000
114.000
120.000
126.000
132.000
138.000
144.000
150.000
Of maanden: 6 12 18 24 30 36 42 48 54 60 66 72 78 84 90 96 102 108 114 120 126 132 138 144 150
Of kilometer:
10.000
20.000
30.000
40.000
50.000
60.000
70.000
80.000
90.000
100.000
110.000
120.000
130.000
140.000
150.000
160.000
170.000
180.000
190.000
200.000
210.000
220.000
230.000
240.000
250.000
Rouleer de banden, rouleer ze bij
de eerste tekenen van ongelijkma-
tige slijtage, zelfs eerder dan het
geplande onderhoud.XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
Als u met de auto rijdt onder één
van de volgende omstandigheden:
stoffige wegen of terreinrijden. Mo-
torluchtfilter controleren en zo no-
dig vervangen.XXXXXXXXXXXX
Remvoeringen controleren en zo
nodig vervangen.XXXXXXXXXXXX
Homokinetische koppelingen con-
troleren.XXXXXXXXXXXX
Uitlaatsysteem controleren. X X X X X X X X X X X X
Visuele controle uitvoeren van: car-
rosserie, bodemplaatbescherming,
pijpen en leidingen (uitlaat -
brandstof - remmen), rubberdelen
(hoezen, bussen, manchetten
enz.).XXXXXXXXXXXX
Handrem afstellen op voertuigen
met schijfremmen op alle vier de
wielen.XXXXX
SERVICE EN ONDERHOUD
264
Mijl:6000
12.000
18.000
24.000
30.000
36.000
42.000
48.000
54.000
60.000
66.000
72.000
78.000
84.000
90.000
96.000
102.000
108.000
114.000
120.000
126.000
132.000
138.000
144.000
150.000
Of maanden: 6 12 18 24 30 36 42 48 54 60 66 72 78 84 90 96 102 108 114 120 126 132 138 144 150
Of kilometer:
10.000
20.000
30.000
40.000
50.000
60.000
70.000
80.000
90.000
100.000
110.000
120.000
130.000
140.000
150.000
160.000
170.000
180.000
190.000
200.000
210.000
220.000
230.000
240.000
250.000
PCV-klep controleren en zo nodig
vervangen. †X
Bougies vervangen 6.4-liter motor.
(**)XX
Bougies vervangen 6.2-liter motor.
(**)XXX X
Koelsysteem doorspoelen en koel-
vloeistof verversen na 120 maan-
den als dit niet bij 240.000 km
(150.000 mijl) heeft plaatsgevon-
den.XX
(*) Het verversingsinterval van remvloeistof
wordt uitgedrukt in tijd, niet in kilometers.(**) Het vervangingsinterval van de bougies
wordt uitgedrukt in afstand, niet in maanden.† Dit onderhoud wordt aanbevolen door de
fabrikant, maar is niet vereist om de emissie-
garantie te behouden.
SERVICE EN ONDERHOUD
266