systeem. Raadpleeg de paragraaf "Instellin-
gen van Uconnect" in het hoofdstuk "Multi-
media" in het instructieboekje voor meer in-
formatie.
Het ParkSense waarschuwingsscherm be-
vindt zich op het display in de instrumenten-
groep. Het zorgt voor visuele waarschuwingen
om de afstand tussen de achterzijde - bum-
per en het gedetecteerde obstakel weer te
geven. Raadpleeg de paragraaf "Display in de
instrumentengroep" in het hoofdstuk "Uw in-
strumentenpaneel leren kennen" in het in-
structieboekje voor meer informatie.
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van
ParkSense
OPMERKING:
• Zorg ervoor dat de achterbumper vrij is van
sneeuw, ijs, modder en vuil om te zorgen
dat het ParkSense systeem correct werkt.
• Drilboren, grote vrachtwagens en andere
bronnen van trillingen kunnen de werking
van ParkSense nadelig beïnvloeden.• Wanneer u ParkSense uitschakelt, wordt in
de instrumentengroep de melding
"PARKSENSE OFF" (parkeerhulp uitge-
schakeld) weergegeven. Zodra u ParkSense
uitschakelt, blijft het systeem bovendien
uitgeschakeld totdat u het weer inschakelt,
zelfs als u het contact uit- en inschakelt.
• Als u de schakelhendel in REVERSE zet en
ParkSense is uitgeschakeld, wordt op het
display in de instrumentengroep de mel-
ding "PARKSENSE OFF" (ParkSense uitge-
schakeld) weergegeven zolang de schakel-
hendel in REVERSE staat.
• ParkSense, indien ingeschakeld, zal het
volume van de radio verlagen wanneer het
systeem een geluidssignaal voortbrengt.
• Reinig de ParkSense sensoren regelmatig,
maar let daarbij op dat u geen krassen of
andere schade toebrengt. De sensoren mo-
gen niet bedekt zijn met ijs, sneeuw, mod-
der, vuil of afval. Verontreiniging van de
sensoren kan ertoe leiden dat het systeem
niet goed werkt. Het ParkSense systeem
kan obstakels achter de auto/bumper over
het hoofd zien of abusievelijk aangeven dat
er een obstakel achter de auto/bumper aan-
wezig is.• Gebruik de ParkSense schakelaar om het
ParkSense systeem uit te schakelen wan-
neer voorwerpen, zoals fietsendragers, trek-
haken, enz., op minder dan 30 cm
(12 inch) vanaf de achterkant/
achterbumper worden geplaatst. Als dit wel
het geval is, zal het systeem een nabijgele-
gen object mogelijk interpreteren als een
sensorprobleem en verschijnt de melding
"PARKSENSE UNAVAILABLE SERVICE
REQUIRED" (parkeerhulp niet beschikbaar,
onderhoud noodzakelijk) op het display in
de instrumentengroep.
• ParkSense moet worden uitgeschakeld
wanneer de achterklep in de open stand
staat en de achteruitversnelling is inge-
schakeld. Een open achterklep zou ten on-
rechte kunnen worden aangezien voor een
obstakel achter de auto.
WAARSCHUWING!
• Ga altijd voorzichtig te werk tijdens het
achteruitrijden, ook als u ParkSense ge-
bruikt. Controleer het gebied achter de
auto altijd zorgvuldig, kijk naar achteren
en wees bedacht op voetgangers, dieren,
195
met betrekking tot andere soorten storin-
gen. In dit geval werkt het systeem alleen
als het wordt gevoed door de accu van het
voertuig.
• De instrumentengroep geeft een bericht
weer en een waarschuwingslampje om u
erop te attenderen contact op te nemen
met het servicenetwerk.
Zelfs als het SOS-Emergency Call-systeem
goed werkt, kunnen externe of onbeheersbare
factoren ervoor zorgen dat het systeem niet
werkt of stopt met werken. Dit kunnen de
volgende factoren zijn:
• De sleutelhouder is uit het voertuig verwij-
derd en de vertraagde accessoiremodus is
actief.
• De contactschakelaar staat in de stand
OFF.
• De elektrische systemen van het voertuig
zijn defect.
• De software en/of hardware van het SOS-
Emergency Call systeem is beschadigd tij-
dens een aanrijding.• Er zijn netwerkproblemen die de werking
van het systeem kunnen beperken of be-
lemmeren (bijv. fout van de medewerker
van de alarmcentrale, druk netwerk, slecht
weer, enz.).
Als de aansluiting van de accu niet werkt als
gevolg van een botsing of een ongeval, kan
het systeem gedurende een beperkte tijd een
SOS-Emergency Call ondersteunen. Als de
accu wordt losgekoppeld voor onderhoud,
wordt het systeem uitgeschakeld. In dit geval
kunt u alleen een SOS-Emergency Call plaat-
sen wanneer de accu opnieuw wordt aange-
sloten op het elektrische systeem van het
voertuig.
Systeemvereisten
• Deze functie is alleen beschikbaar voor
voertuigen die worden verkocht in de Eu-
raziatische douane-unie.
• Het voertuig moet een werkende 3G-
netwerkverbinding hebben.
• Het voertuig moet worden gevoed door een
goed functionerend elektrisch systeem.• Het contact moet in de stand RUN of ACC
staan, of de stand OFF tot de achtergrond-
verlichting blijft branden.
WAARSCHUWING!
• Plaats nooit voorwerpen op of in de
buurt van 3G- en GPS-antennes van het
voertuig. Dat zou de ontvangst van het
3G- en GPS-signaal kunnen verhinde-
ren, waardoor uw voertuig mogelijk geen
noodoproep meer kan plaatsen. Een wer-
kende 3G-netwerkverbinding en een
GPS-signaal zijn nodig voor de goede
werking van het SOS-Emergency Call-
systeem.
• Breng later geen elektrische apparatuur
aan in het elektrisch systeem van de
auto. Dit kan ertoe leiden dat uw auto
geen noodoproepsignaal meer kan uit-
zenden. Om storing te voorkomen die tot
uitval van het SOS-Emergency Call sys-
teem kan leiden, dient u nooit later
apparatuur (bijv. mobiele zend- en ont-
vangstapparatuur of CB-radio, datare-
corder, etc.) in het elektrisch systeem
van uw voertuig aan te brengen of de
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
224
WAARSCHUWING!
Probeer het voertuig niet met startkabels
te starten wanneer de accu bevroren is. De
accu kan hierdoor openscheuren of explo-
deren, met kans op persoonlijk letsel.
LET OP!
Gebruik geen draagbare snellader of een
andere lader met een systeemspanning
groter dan 12 volt. Dit kan schade toebren-
gen aan de accu, startmotor, dynamo of
het elektrische systeem.
OPMERKING:
Bij gebruik van een draagbare snellader moe-
ten de door de fabrikant geleverde bedie-
ningsvoorschriften en vereiste voorzorgmaat-
regelen worden uitgevoerd.
Voorbereiding voor het starten met
startkabels
De accu van uw auto bevindt zich onder de
voorstoel aan passagierszijde. Om het voer-
tuig te starten met startkabels, bevinden zich
onder de motorkap externe accupolen.
WAARSCHUWING!
• Pas op voor de radiateurventilator wan-
neer de motorkap is geopend. Als het
contact is ingeschakeld, kan deze venti-
lator op elk moment gaan draaien. Er
WAARSCHUWING!
bestaat gevaar voor letsel door draaiende
ventilatorbladen.
• Verwijder alle metalen sieraden zoals
ringen, horloges en armbanden die on-
bedoeld elektrisch contact kunnen ma-
ken. Dit kan ernstig letsel veroorzaken.
• Accu's bevatten zwavelzuur dat in uw
huid en ogen kan branden en ze produ-
ceren waterstofgas dat ontvlambaar en
explosief is. Houd open vuur of vonken
uit de buurt van de accu.
OPMERKING:
Zorg ervoor dat de losgekoppelde kabeluitein-
den elkaar of het voertuig niet raken totdat ze
goed zijn aangesloten voor het starten met
startkabels.
1. Trek de handrem aan, zet de automati-
sche versnellingsbak in de stand PARK en
zet de contactschakelaar in de stand
OFF/LOCK.
2. Schakel de verwarming, de radio en alle
overbodige stroomverbruikers uit.
Plaatsen voor starten met startkabels
(+) — Positieve hulppool
(-) — Negatieve hulppool
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
246
Kunststoflenzen van instrumentengroep
reinigen
De lenzen voor de instrumenten in deze auto
zijn gemaakt van doorzichtige kunststof.
Wees bij het reinigen van deze lenzen extra
voorzichtig om krassen te voorkomen.
1. Reinig met een vochtige, zachte doek.
Eventueel kan een zachte zeepoplossing
worden gebruikt, maar gebruik in geen
geval reinigingsalcohol of bijtende of
schurende reinigingsmiddelen. Verwijder
de zeep met een schone, vochtige doek.
2. Drogen met een zachte doek.
Lederen onderdelen
De kwaliteit van lederen bekleding blijft het
best behouden door deze te reinigen met een
zachte, vochtige doek. Stofdeeltjes of vuil
kunnen een schurend effect hebben en de
lederen bekleding beschadigen. Verwijderdeze daarom direct met een vochtige doek.
Voorkom dat lederen bekleding wordt door-
drenkt met welke vloeistof dan ook. Reinig uw
lederen bekleding nooit met polish, olie, rei-
nigingsvloeistoffen, oplosmiddelen, afwas-
middelen of schoonmaakmiddelen op ammo-
niakbasis. Het gebruik van speciale
onderhoudsmiddelen voor leder is niet vereist
om de originele kwaliteit te behouden.
OPMERKING:
Lichtgekleurde lederen bekleding is besmet-
telijker voor vreemd materiaal, vuil en afge-
ven van weefselkleurstof dan donkere kleu-
ren. Het leer is ontworpen voor eenvoudige
reiniging.LET OP!
Gebruik geen alcohol en reinigingsmidde-
len op basis van alcohol of keton om lede-
ren stoelbekleding te reinigen omdat der-
LET OP!
gelijke middelen de stoel kunnen bescha-
digen.
Ruitoppervlakken
Alle ruiten behoren regelmatig met een nor-
male glasreiniger te worden gereinigd. Ge-
bruik nooit schurende reinigingsmiddelen.
Wees voorzichtig bij het reinigen van de bin-
nenkant van de achterruit, die is voorzien van
achterruitverwarming of ruiten die zijn voor-
zien van een radioantenne. Gebruik geen
schrapers of andere scherpe voorwerpen die
de elementen kunnen beschadigen.
Wanneer u de binnenspiegel schoonmaakt,
moet u reinigingsmiddel op de gebruikte
doek spuiten. Spuit de reinigingsvloeistof
niet rechtstreeks op de spiegel.
303
MULTIMEDIA
CYBERVEILIGHEID..........325
TERREINRIJDENPAGINA'S — IN-
DIEN AANWEZIG...........326
Statusbalk terreinpagina's.........326
Voertuigdynamiek..............327
Vering.....................327
Hellingshoek en rol — indien aanwezig .328
Accessoiremeters..............328
Selec-Terrain — indien aanwezig.....329
TIPS BEDIENINGSELEMENTEN EN
ALGEMENE INFORMATIE......330
Stuurbedieningselementen
geluidsinstallatie..............330
Ontvangstkwaliteit..............330
Verzorging en onderhoud..........330
Beveiliging tegen diefstal.........331
UCONNECT 4 MET 7-INCH DIS-
PLAY.....................331
Overzicht Uconnect 4...........331
Menubalk slepen en neerzetten......333
Radio.....................334
Android Auto — indien aanwezig.....335Integratie Apple CarPlay — indien
aanwezig...................337
Apps — indien aanwezig..........338
UCONNECT 4C/4C NAV MET 8,4-
INCH DISPLAY..............338
Overzicht Uconnect 4C/4C NAV.....338
Menubalk slepen en neerzetten......340
Radio.....................341
Android Auto — indien aanwezig.....342
Integratie Apple CarPlay — indien
aanwezig...................346
Apps — indien aanwezig..........348
INSTELLINGEN VAN
UCONNECT................349
BEDIENING IPOD/USB/
MEDIASPELER.............350
Audio-aansluiting (AUX)..........350
USB-poort..................350
Bluetooth Streaming Audio........351
UCONNECT REAR SEAT ENTER-
TAINMENT (RSE) SYSTEEM — IN-
DIEN AANWEZIG............351
Beginnen...................351
Dual Video Screen (systeem met twee
videoschermen)...............353
Blu-ray-speler................353
Games spelen................355
NAVIGATIESYSTEEM — INDIEN
AANWEZIG................356
Volume van gesproken aanwijzingen van het
navigatiesysteem wijzigen.........356
Nuttige plaatsen vinden..........358
Een locatie vinden door de naam in te
voeren.....................358
Gesproken bestemming invoeren in één
stap......................358
Uw thuisadres instellen..........358
Home.....................359
Een tussenstop invoegen..........360
Een omleiding volgen............360
Kaartupdate.................360
UCONNECT PHONE..........361
Uconnect Phone (Handsfree bellen met
Bluetooth)..................361
MULTIMEDIA
323
Uw mobiele telefoon koppelen (draadloos
verbinden) met het Uconnect-systeem .363
Algemene telefoonopdrachten
(voorbeelden)................366
Microfoon uitschakelen (of inschakelen)
tijdens gesprek...............367
Actieve gesprekken doorverbinden tussen
handset en voertuig............367
Telefoonboek.................367
Tips voor spraakbediening.........367
Het volume wijzigen............367Do Not Disturb (niet storen) gebruiken .368
Binnenkomende SMS-berichten.....368
Handige tips en veelgestelde vragen voor
het verbeteren van de Bluetooth-prestaties
met uw Uconnect systeem.........369
SNELLE TIPS VOOR SPRAAKHER-
KENNING UCONNECT........370
Introductie Uconnect............370
Aan de slag..................371
Basisspraakcommando's..........372
Radio.....................372Media.....................372
Phone (telefoon)...............373
Beantwoording gesproken
tekstberichten................374
Klimaatregeling...............375
Navigatie (4C NAV).............375
Siri Eyes Free — Indien aanwezig. . . .376
Do Not Disturb (niet storen)........376
Android Auto — indien aanwezig.....377
Apple CarPlay — indien aanwezig. . . .377
Meer informatie...............378
MULTIMEDIA
324
TIPS
BEDIENINGSELEMENTEN
EN ALGEMENE
INFORMATIE
Stuurbedieningselementen
geluidsinstallatie
De stuurbedieningselementen voor het au-
diosysteem bevinden zich aan de achterzijde
van het stuur.Linker schakelaar
• Druk de schakelaar omhoog of omlaag om
het volgende station te zoeken dat kan
worden beluisterd of het volgende of vorige
nummer van de cd te selecteren.
• Druk op de toets in het midden om naar de
volgende vooraf ingestelde zender te gaan
(radio) of om een andere cd te kiezen (als
de auto is uitgerust met een cd-speler).
Rechter schakelaar
• Druk de schakelaar omhoog of omlaag om
het volume te verhogen of verlagen.
• Druk op de toets in het midden om een
andere modus te kiezen (keuze uit
AM/FM/CD).
Ontvangstkwaliteit
De ontvangstkwaliteit verandert steeds tij-
dens het rijden door de wisselende omstan-
digheden. De ontvangstkwaliteit kan negatief
worden beïnvloed door de aanwezigheid van
bergen, gebouwen of bruggen, met name
wanneer u zich op grote afstand van de zen-
der bevindt.Het volume kan worden verhoogd bij de ont-
vangst van verkeersinformatie en nieuwsbe-
richten.
Verzorging en onderhoud
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht om te verzekeren dat het systeem volle-
dig operationeel is:
• De lens mag niet in contact komen met
scherpe of harde objecten die het oppervlak
van de lens kunnen beschadigen; gebruik
een zachte, droge antistatische doek om de
lens schoon te maken en oefen geen druk
uit op de doek.
• Gebruik nooit alcohol, benzine of derivaten
om de lens schoon te maken.
• Voorkom dat vloeistof het systeem binnen-
dringt; hierdoor kan het onherstelbaar wor-
den beschadigd.
Stuurbedieningselementen
geluidsinstallatie
MULTIMEDIA
330
Beveiliging tegen diefstal
Het systeem is uitgerust met een antidiefstal-
systeem dat is gebaseerd op informatie-
uitwisseling met de elektronische regeleen-
heid (carrosseriecomputer) van het voertuig.
Dit garandeert een maximale veiligheid en
voorkomt dat de geheime code wordt inge-
voerd nadat de voeding is losgekoppeld.
Als de controle een juist resultaat geeft, zal
het systeem in werking treden; als de verge-
lijkingscodes echter niet overeenkomen of als
de elektronische regeleenheid (carrosserie-
computer) is vervangen, wordt de gebruiker
gevraagd de geheime code in te voeren.
Neem contact op met een erkende dealer
voor meer informatie.
UCONNECT 4 MET 7-INCH
DISPLAY
Overzicht Uconnect 4
LET OP!
Bevestig GEEN voorwerpen aan het aan-
raakscherm. Anders kan het scherm be-
schadigd raken.OPMERKING:
Uconnect schermafbeeldingen zijn uitslui-
tend ter illustratie en geven de software van
uw voertuig mogelijk niet exact weer.
De tijd instellen
• Voor Uconnect 4 schakelt u de eenheid in
en drukt u op de tijdweergave bovenaan in
het scherm. Druk op "Yes" (ja).
• Als de tijd niet bovenaan in het scherm
wordt weergegeven, kiest u de schermtoets
"Settings" (instellingen). Druk in het
scherm "Settings" (instellingen) op de
schermtoets "Clock & Date" (klok en datum)
en vink deze optie aan of uit.
• Druk op "+" of "–" naast Set Time Hours
(uren instellen) en Set Time Minutes (mi-
nuten instellen) om de tijd in te stellen.
• Als deze functies niet beschikbaar zijn,
schakelt u het vakje Sync Time (tijdsaan-
duiding synchroniseren) uit.
• Druk op "X" om uw instellingen op te slaan
en het scherm Clock Setting (klok instellen)
af te sluiten.
Radioscherm Uconnect 4 met 7-inch
display
331