— Waarschuwingslampje voor het
airbagsysteem
Dit lampje wijst op een storing in de airbag.
Het lampje gaat ter controle vier tot acht
seconden branden als de contactschakelaar
in de stand ON/RUN of ACC/ON/RUN wordt
gezet. Dit lampje gaat branden met één ge-
luidssignaal wanneer er een storing in de
airbag is gedetecteerd en blijft branden tot-
dat de storing is verholpen. Wanneer het
lampje niet brandt tijdens het starten, blijft
branden of gaat branden tijdens het rijden,
moet het systeem zo snel mogelijk door een
erkende dealer worden nagekeken.
— Waarschuwingslampje voor het
remsysteem
Dit lampje geeft verschillende functies van
het remsysteem aan, zoals het remvloeistof-
peil en het aantrekken van de handrem. Als
het waarschuwingslampje voor het remsys-
teem gaat branden, is het mogelijk dat de
handrem is aangetrokken, het vloeistofpeil in
het remvloeistofreservoir te laag is of dat zich
een probleem voordoet met het ABS-
systeem.Als het lampje blijft branden wanneer de
handrem niet is aangetrokken en het rem-
vloeistofpeil in het reservoir van de hoofd-
remcilinder zich ter hoogte van het Full-
merkteken bevindt, kan er sprake zijn van
een storing in het hydraulische remcircuit of
is er een probleem met de rembekrachtiging
gedetecteerd door het ABS-systeem / elektro-
nisch stabiliteitsregelsysteem (ESC). In dat
geval blijft het lampje branden tot de oorzaak
is verholpen. Als het probleem verband houdt
met de rembekrachtiging, zal de ABS-pomp
actief zijn tijdens het remmen en voelt u
mogelijk een trilling in het rempedaal.
De dubbel uitgevoerde remcircuits zorgen
voor reserve-remvermogen als ergens een sto-
ring optreedt in het hydraulisch systeem. Als
er in één helft van het dubbele remsysteem
sprake is van lekkage, geeft het waarschu-
wingslampje voor het remsysteem dit aan;
het lampje gaat branden wanneer het rem-
vloeistofpeil in de hoofdcilinder is gedaald
tot onder een bepaald niveau.
Het lampje blijft branden tot de oorzaak is
verholpen.OPMERKING:
Het lampje kan bij het nemen van een
scherpe bocht even knipperen, doordat dan
het vloeistofpeil verandert. Breng de auto
naar de dealer voor onderhoud en laat het
remvloeistofpeil controleren.
Als een storing van het remsysteem wordt
aangegeven, laat de auto dan onmiddellijk
repareren.
WAARSCHUWING!
Blijven doorrijden terwijl het rode waar-
schuwingslampje voor het remsysteem
brandt, is gevaarlijk. Een deel van het
remsysteem is mogelijk defect. De remweg
wordt dan langer. U kunt een aanrijding
veroorzaken. Laat de auto onmiddellijk
controleren.
Auto’s die met een ABS-systeem zijn uitge-
rust, beschikken ook over elektronische rem-
krachtverdeling (EBD). Bij een storing van
EBD, gaat het waarschuwingslampje voor het
remsysteem branden, samen met het ABS-
lampje. Het ABS-systeem moet dan onmid-
dellijk worden gerepareerd.
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
66
LET OP!
geadviseerd dat u uw voertuig naar uw
erkende dealer brengt om de werking van
de sensor te laten controleren.
— Waarschuwingslampje antiblok-
keerremsysteem (ABS)
Dit lampje is een indicator van het ABS-
systeem. Het lampje gaat branden wanneer u
het contact in de stand ON/RUN of ACC/ON/
RUN zet en kan daarna nog vier seconden
blijven branden.
Als het ABS-lampje tijdens het rijden blijft of
gaat branden, wijst dit erop dat het ABS-
gedeelte van het remsysteem niet functio-
neert en dat onderhoud zo snel mogelijk moet
worden uitgevoerd. Het gewone remsysteem
zal echter normaal functioneren ervan uit-
gaande dat het waarschuwingslampje rem-
systeem niet brandt.
Wanneer het ABS-lampje niet gaat branden
als het contact in de stand ON/RUN of ACC/
ON/RUN wordt gezet, moet het remsysteem
worden gecontroleerd door een erkende dea-
ler.
— Waarschuwingslampje laag brand-
stofpeil
Als het brandstofpeil is gezakt tot ongeveer
9,1 liter (2,4 gal), gaat dit lampje aan en
blijft het branden tot er brandstof wordt bij-
gevuld.
Een enkel waarschuwingssignaal klinkt bij
een laag brandstofpeil.
— Waarschuwingslampje onderhoud
Stop/Start-systeem — indien aanwezig
Dit waarschuwingslampje gaat branden wan-
neer het Stop/Start-systeem niet correct
werkt en onderhoud noodzakelijk is. Neem
contact op met uw erkende dealer voor ser-
vice.
— Lampje Service Forward Collision
Warning (FCW) — indien aanwezig
Dit lampje gaat branden om aan te geven dat
er een storing aanwezig is in het Forward
Collision Warning-systeem. Neem contact op
met uw erkende dealer voor service. Raad-
pleeg de paragraaf "Forward Collision War-
ning (FCW)" in het hoofdstuk "Veiligheid" voor
meer informatie.
— Waarschuwingslampje laag niveau
ruitensproeiervloeistof — indien aanwezig
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
het peil van de ruitensproeiervloeistof laag is.
— Waarschuwingslampje storing
adaptieve cruisecontrol (ACC) — indien
aanwezig
Dit lampje gaat branden om aan te geven dat
er een storing aanwezig is in het ACC-
systeem. Neem contact op met uw erkende
dealer voor service. Voor meer informatie,
raadpleeg de paragraaf "Adaptieve cruise
control (ACC)" in het hoofdstuk "Starten en
rijden."
SERV4WD— Waarschuwingslampje onderhoud
vierwielaandrijving — indien aanwezig
Dit waarschuwingslampje gaat branden om
aan te geven dat er sprake is van een storing
van het vierwielaandrijvingssysteem. Als het
lampje blijft branden of tijdens het rijden
gaat branden, duidt dit erop dat de vierwiel-
aandrijving niet correct werkt en moet wor-
den nagekeken. Wij raden u aan naar het
dichtstbijzijnde service center te rijden en de
auto onmiddellijk te laten repareren.
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
72
VEILIGHEID
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN . .80
Antiblokkeersysteem (ABS).........80
Elektronisch remregelsysteem.......81
ONDERSTEUNENDE RIJSYSTE-
MEN......................93
Dodehoekbewaking..............93
Forward Collision Warning (FCW).....94
Bandenspanningscontrolesysteem....96
BEVEILIGINGSSYSTEMEN VOOR
INZITTENDEN..............101
Beveiligingssystemen voor inzittenden .101
Belangrijke veiligheidsmaatregelen . . .101
Veiligheidsgordelsystemen........102
Aanvullend veiligheidssysteem (SRS) . .110
Kinderzitjes — Kinderen veilig
vervoeren...................121Vervoer van huisdieren...........133VEILIGHEIDSTIPS...........134
Passagiers vervoeren............134
Uitlaatgas...................134
Aanbevolen veiligheidscontroles
in de auto..................135
Veiligheidscontroles buiten de auto . . .137
VEILIGHEID
79
VEILIGHEIDSVOORZIENIN-
GEN
Antiblokkeersysteem (ABS)
Het ABS-systeem zorgt voor extra voertuigs-
tabiliteit en meer remwerking onder de
meeste remomstandigheden. Het systeem
voorkomt automatisch het blokkeren van de
wielen en verbetert de beheersbaarheid van
het voertuig tijdens remmen.
Het ABS-systeem voert een zelftest uit om te
controleren of het ABS naar behoren functi-
oneert telkens wanneer de auto wordt gestart
en wordt gereden. Tijdens de zelftest hoort u
mogelijk ook een zacht klikkend geluid en
enkele hieraan gerelateerde motorgeluiden.
ABS wordt geactiveerd wanneer het systeem
detecteert dat één of meer wielen beginnen
te blokkeren tijdens het remmen. Als de auto
over ijs, sneeuw, grint, kuilen, spoorrails of
voorwerpen rijdt of wanneer u een noodstop
maakt neemt de kans dat ABS ingrijpt toe.
Wanneer het ABS-systeem actief is, kunt u
dit als volgt merken:• Geluid van de ABS-pompmotor (deze kan
nog korte tijd blijven draaien nadat de auto
al tot stilstand is gekomen).
• De magneetventielen maken klikgeluiden.
• U voelt pulsaties in het rempedaal.
• Het rempedaal daalt iets bij de
eindaanslag.
Dit zijn normale kenmerken van het
ABS-systeem.
WAARSCHUWING!
• Het ABS-systeem bevat geavanceerde
elektronica die mogelijk gevoelig is voor
storingen van onjuist geïnstalleerde of
krachtige zendapparatuur. Dergelijke
storingen kunnen ertoe leiden dat de
werking van het ABS-systeem volledig
uitvalt. Dergelijke apparatuur mag uit-
sluitend door bevoegde vakmensen wor-
den geïnstalleerd.
• Pompend remmen heeft op het ABS-
systeem een averechtse uitwerking. De
effectieve remkracht wordt hierdoor ver-
minderd en het risico van een ongeval
WAARSCHUWING!
neemt toe. Pompend remmen verlengt
de remweg. Wanneer u moet afremmen
of stoppen, trap dan alleen stevig het
rempedaal in.
• Met het ABS-systeem wordt niet voorko-
men dat de auto onderworpen blijft aan
de wetten van de natuur. De effectiviteit
van de remmen wordt door ABS niet
verder verhoogd dan de remmen, ban-
den en grip van de auto toelaten.
• Het ABS voorkomt geen ongelukken ten
gevolge van bijvoorbeeld te hoge snelhe-
den in bochten, te weinig afstand hou-
den of aquaplaning.
• Gebruik de mogelijkheden van een auto
met ABS nooit op een roekeloze of risi-
covolle wijze die de veiligheid van de
bestuurder of anderen in gevaar brengt.
ABS is ontworpen voor gebruik met originele
banden. Wijziging kan leiden tot verminderde
prestaties van het ABS.
VEILIGHEID
80
ABS-waarschuwingslampje
Het gele ABS-waarschuwingslampje gaat
branden wanneer het contact in de stand
ON/RUN staat en kan daarna nog vier secon-
den blijven branden.
Als het ABS-waarschuwingslampje tijdens
het rijden blijft of gaat branden, wijst dit erop
dat het ABS-gedeelte van het remsysteem
niet functioneert en dat onderhoud nodig is.
Het gewone remsysteem zal echter normaal
functioneren wanneer het ABS-
waarschuwingslampje brandt.
Wanneer het ABS-waarschuwingslampje
brandt, moet u het remsysteem zo spoedig
mogelijk laten controleren om weer van de
voordelen van ABS te kunnen profiteren. Als
het ABS-waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer het contact in de stand
ON/RUN is gezet, moet u het lampje zo snel
mogelijk laten repareren.
Elektronisch remregelsysteem
Uw auto is uitgerust met een geavanceerde
elektronische remkrachtregeling (EBC). Dit
systeem bestaat uit een elektronische rem-
krachtverdeling (EB), antiblokkeersysteem(ABS), een remassistent (Brake Assist Sys-
tem (BAS)), Hill Start Assist (HSA), een tran-
ctieregelsysteem (Traction Control System
(TCS)), elektronische stabiliteitsregeling
(ESC), elektronische kantelbeveiliging (Elec-
tronic Roll Mitigation (ERM)). Deze systemen
werken samen zodat de auto stabiel en be-
stuurbaar is bij verschillende rijomstandighe-
den.
Uw auto is mogelijk tevens uitgerust met
antislingerregeling (TSC), Ready Alert Bra-
king (RAB), Rain Brake Support (RBS), en
Dynamic Steering Torque (DST), Hill Descent
Control (HDC), and Selec-Speed Control
(SSC).
Elektronische remkrachtverdeling (EBD)
Deze functie regelt de verdeling van het rem-
koppel over de voor- en achteras door de
remdruk op de achteras te begrenzen. Dit
wordt gedaan om overmatige wielslip van de
achterwielen en instabiliteit van het voertuig
te voorkomen, en om te voorkomen dat ABS
eerder ingrijpt op de achteras dan op de
vooras.
Waarschuwingslampje remsysteem
Het rode waarschuwingslampje van het rem-
systeem gaat branden wanneer u het contact
in de stand ON/RUN zet en kan daarna nog
vier seconden blijven branden.
Als het waarschuwingslampje van het rem-
systeem tijdens het rijden aan blijft of gaat
branden, wijst dit erop dat het remsysteem
niet functioneert en dat onmiddellijk onder-
houd nodig is. Als het waarschuwingslampje
van het remsysteem niet gaat branden wan-
neer u het contact in de stand ON/RUN zet,
moet u het lampje zo snel mogelijk laten
repareren.
Remassistent (BAS)
De remassistent (BAS) is ontworpen om de
remwerking van de auto te optimaliseren tij-
dens noodremsituaties. Het systeem herkent
een noodremsituatie aan de hand van de
snelheid en kracht waarmee het rempedaal
wordt ingetrapt en optimaliseert de remdruk
dienovereenkomstig. Dit draagt bij aan een
verkorting van de remweg. Het BAS-systeem
vult het ABS-systeem aan. Wanneer u het
rempedaal zeer snel intrapt, is de assistentie
81
5. Laat voorzichtig het uiteinde van de wis-
serarm op de ruit zakken.Het aanbrengen van de ruitenwisser achter
1. Trek het kapje op het draaipunt van de
arm van de achterruitwisser weg van de
ruit zodat het blad van de achterruitwisser
van de ruit kan worden getild.
OPMERKING:
De arm van de achterruitwisser kan niet
volledig van de ruit worden getild als niet
eerst het kapje op het draaipunt is losge-
klikt. Wanneer u probeert om de arm van
de achterruitwisser volledig probeert op te
tillen zonder het kapje van het draaipunt
van de wisserarm los te klikken, kan het
voertuig beschadigd raken.
2. Til de wisserarm helemaal van de ruit.
3. Plaats de ruitenwisserscharnierpen in de
opening aan het uiteinde van de wisser-
arm. Pak het onderste uiteinde van de
ruitenwisserarm met één hand vast en
druk het wisserblad op één lijn met de
ruitenwisserarm totdat het op zijn plaats
vastklikt.
4. Laat het wisserblad neer op de ruit en klik
de wisserarmscharnierdop weer op zijn
plaats.
HET VOERTUIG OMHOOG
TE BRENGEN
Indien het nodig is om het voertuig omhoog te
brengen, ga dan naar een erkende dealer of
naar een servicestation.
BANDEN
Banden — Algemene informatie
Tire Pressure (bandenspanning)
Voor de veiligheid en goede rijeigenschappen
is een juiste bandenspanning absoluut nood-
zakelijk. Als de bandenspanning niet juist is,
heeft dit gevolgen voor het onderstaande:
• Veiligheid en stabiliteit van de auto
• Slijtage en brandstofverbruik
• Bandenslijtage
• Rijcomfort
Wisserblad verwijderd van de
ruitenwisserarm
1 — Ruitenwisserarm
2 — Ruitenwisserblad
SERVICE EN ONDERHOUD
248
Aandrijving op alle wielen (AWD).....152
Aanhangergewicht..............181
Aanhangwagen trekken...........181
Aanvullend veiligheidssysteem -
Airbag...................112
ABS, waarschuwingslampje.........72
Accessoires..................275
Mopar...................275
Accu...................68, 243
Accu,
laadsysteemlampje............68
Achterklep................56, 57
Achterligger..................93
Achtermistlamp...............193
Achterruitwisser/-sproeier..........41
Achteruitrijcamera.............179
Achteruitrijden................179
Activeringssysteem (alarmsysteem)....22
Adaptieve cruisecontrol (ACC)
Aan .................166, 169
Uit .................166, 169
Adaptieve cruisecontrol (ACC)
(cruisecontrol)..............166
Additieven, brandstof............267Afstandsbediening,
startsysteem...............21
Airbag.....................112
Airbagwaarschuwingslampje.....111
Airbag,
als een airbag wordt opgeblazen . . .118
Airbag
Event Data Recorder (EDR)......225
Frontairbag...............112
Airbag,
kniebescherming............114
onderhoud................120
onderhoud van uw airbagsysteem . .120
Airbag
Redundant waarschuwingslampje
airbag..................112
Airbag,
uitgebreide ongelukkenrespons. . . .119
Airbag
Versnelde ongevalreactie........225
Vervoer van huisdieren.........133
Werking airbag..............113
Airbag Lampje
..........66, 111, 135
Airco, filter...................51
Aircosysteem..................49Airco, tips voor gebruik...........50
Alarm,
beveiligingsalarm.............67
Alarm
Het systeem inschakelen........22
Het systeem uitschakelen........23
Alarm (beveiliging)..............22
Alarmknipperlichten............186
Alarmsysteem...............22, 67
Alarm inschakelen............22
Alarm uitschakelen............23
Alarmsysteem (beveiliging).........22
Antiblokkeersysteem (ABS).........80
Anti-ongevalsysteem FCW
(Forward Collision Warning).......94
Antivries (motorkoelvloeistof).......272
assistentie..................186
Audio-aansluiting..............295
Automatische koplampen.......36, 37
Automatische portiervergrendelingen . . .27
Automatische temperatuurregeling
(ATC).....................49
Automatische transaxle..........149
Automatische versnellingsbak.......150
INDEX
339