onjuist gebruik kan het starten met startka-
bels gevaarlijk zijn. Houd u daarom zorgvul-
dig aan de hier beschreven procedures.
OPMERKING:
Bij gebruik van een draagbare snellader moe-
ten instructies en vereiste voorzorgsmaatre-
gelen van de fabrikant worden uitgevoerd.
WAARSCHUWING!
Probeer het voertuig niet met startkabels
te starten wanneer de accu bevroren is. De
accu kan hierdoor openscheuren of explo-
deren, met kans op persoonlijk letsel.
LET OP!
Gebruik geen draagbare snellader of een
andere lader met een systeemspanning
groter dan 12 volt. Dit kan schade toebren-
gen aan de accu, startmotor, dynamo of
het elektrische systeem.
Voorbereiding voor het starten met
startkabels
De accu in uw auto bevindt zich voor in de
motorruimte, achter de linker
koplampeenheid.
WAARSCHUWING!
• Pas op voor de radiateurventilator wan-
neer de motorkap is geopend. Als het
contact is ingeschakeld, kan deze venti-
WAARSCHUWING!
lator op elk moment gaan draaien. Er
bestaat gevaar voor letsel door draaiende
ventilatorbladen.
• Verwijder alle metalen sieraden zoals
ringen, horloges en armbanden die on-
bedoeld elektrisch contact kunnen ma-
ken. Dit kan ernstig letsel veroorzaken.
• Accu's bevatten zwavelzuur dat in uw
huid en ogen kan branden en ze produ-
ceren waterstofgas dat ontvlambaar en
explosief is. Houd open vuur of vonken
uit de buurt van de accu.
1. Trek de handrem aan, zet de automati-
sche versnellingsbak in de stand PARK
(handgeschakelde versnellingsbak in
NEUTRAL) en zet de contactschakelaar in
de stand LOCK.
2. Schakel de verwarming, de radio en alle
overbodige stroomverbruikers uit.
3. Wanneer u de accu van een ander voertuig
gebruikt voor het starten met startkabels,
parkeer het voertuig dan zo, dat de accu
Positieve accupool
217
Kunststof- en gelakte onderdelen
Gebruik een speciaal product om vinylbekle-
ding te reinigen.
LET OP!
• Direct contact van luchtverfrissers, in-
sectenwerende middelen, zonnecrème
of handcrème met de kunststofopper-
vlakken, of gelakte of gedecoreerde op-
pervlakken in het interieur kan blijvende
schade veroorzaken. Veeg deze onmid-
dellijk af.
•
Schade veroorzaakt door dit type produc-
ten wordt mogelijk niet gedekt door de
standaardgarantie van een nieuw voertuig.
Kunststoflenzen van instrumentengroep
reinigen
De lenzen voor de instrumenten in deze auto
zijn gemaakt van doorzichtige kunststof.
Wees bij het reinigen van deze lenzen extra
voorzichtig om krassen te voorkomen.
1. Reinig met een vochtige, zachte doek.
Eventueel kan een zachte zeepoplossing
worden gebruikt, maar gebruik in geengeval reinigingsalcohol of bijtende of
schurende reinigingsmiddelen. Verwijder
de zeep met een schone, vochtige doek.
2. Drogen met een zachte doek.
Lederen onderdelen
De kwaliteit van lederen bekleding blijft het
best behouden door deze te reinigen met een
zachte, vochtige doek. Stofdeeltjes of vuil
kunnen een schurend effect hebben en de
lederen bekleding beschadigen. Verwijder
deze daarom direct met een vochtige doek.
Voorkom dat lederen bekleding wordt door-
drenkt met welke vloeistof dan ook. Reinig
uw lederen bekleding nooit met polish, olie,
reinigingsvloeistoffen, oplosmiddelen, af-
wasmiddelen of schoonmaakmiddelen op
ammoniakbasis. Het gebruik van speciale
onderhoudsmiddelen voor leder is niet vereist
om de originele kwaliteit te behouden.
OPMERKING:
Lichtgekleurde lederen bekleding is besmet-
telijker voor vreemd materiaal, vuil en afge-
ven van weefselkleurstof dan donkere kleu-
ren. Het leer is ontworpen voor eenvoudige
reiniging.
LET OP!
Gebruik geen alcohol en reinigingsmidde-
len op basis van alcohol of keton om lede-
ren stoelbekleding te reinigen omdat der-
gelijke middelen de stoel kunnen
beschadigen.
Ruitoppervlakken
Alle ruiten behoren regelmatig met een nor-
male glasreiniger te worden gereinigd. Ge-
bruik nooit schurende reinigingsmiddelen.
Wees voorzichtig bij het reinigen van de bin-
nenkant van de achterruit, die is voorzien van
achterruitverwarming of ruiten die zijn voor-
zien van een radioantenne. Gebruik geen
schrapers of andere scherpe voorwerpen die
de elementen kunnen beschadigen.
Wanneer u de binnenspiegel schoonmaakt,
moet u reinigingsmiddel op de gebruikte
doek spuiten. Spuit de reinigingsvloeistof
niet rechtstreeks op de spiegel.
SERVICE EN ONDERHOUD
262
MULTIMEDIA
CYBERVEILIGHEID...........281
TIPS BEDIENINGSELEMENTEN EN
ALGEMENE INFORMATIE......282
Stuurbedieningselementen
geluidsinstallatie..............282
Ontvangstkwaliteit..............282
Verzorging en onderhoud..........283
Beveiliging tegen diefstal.........283
UCONNECT 3 MET 5-INCH DIS-
PLAY.....................284
Bedieningselementen op het
frontpaneel..................284
Klok instellen................285
Equalizer, Balans (links/rechts) en Fade
(balans voor/achter).............285
Radiomodus.................286
Media-modus.................287
Bluetooth-bron................289
UCONNECT 3C/3C NAV.......291
Overzicht Uconnect 3C/3C NAV.....291
Menubalk slepen en neerzetten......293Radiomodus.................293
Media-modus.................294
INSTELLINGEN VAN
UCONNECT................294
BEDIENING IPOD/USB/SD-KAART/
MEDIASPELER.............295
Audio-aansluiting (AUX)..........296
USB-poort..................296
SD-kaart....................296
Bluetooth Streaming Audio........297
NAVIGATIE................297
Volume van gesproken aanwijzingen van het
navigatiesysteem wijzigen.........297
Nuttige plaatsen vinden..........298
Een locatie vinden door de naam in te
voeren.....................298
Gesproken bestemming invoeren in één
stap......................298
Uw thuisadres instellen..........298
Go Home (naar huis)............299
Een tussenstop invoegen..........299
Een omleiding volgen............299
UCONNECT PHONE.........300
Bediening...................300
Functies van Uconnect Phone......302
Uconnect Phone (Handsfree bellen met
Bluetooth)..................302
Uw mobiele telefoon koppelen (draadloos
verbinden) met het Uconnect-systeem .302
Algemene telefoonopdrachten
(voorbeelden)................306
Microfoon uitschakelen (of inschakelen)
tijdens gesprek...............306
Actieve gesprekken doorverbinden tussen
handset en voertuig............306
Phonebook (telefoonboek).........306
Tips voor spraakbediening.........307
Het volume wijzigen............307
Do Not Disturb (niet storen) gebruiken .307
Binnenkomende SMS-berichten.....308
Gesproken tekstberichten beantwoorden
(niet compatibel met iPhone)......309
Handige tips en veelgestelde vragen voor
het verbeteren van de Bluetooth-prestaties
met uw Uconnect systeem.........310
MULTIMEDIA
279
SNELLE TIPS VOOR SPRAAKHER-
KENNING UCONNECT.........311
Introductie Uconnect............311
Aan de slag.................312
Basisspraakcommando's..........313Radio.....................313
Media.....................314
Phone (telefoon)..............315
Beantwoording gesproken
tekstberichten................315Klimaatregeling (3C/3C NAV)......317
Navigatie (3C/3C NAV)..........317
Siri Eyes Free — indien aanwezig. . . .318
Do Not Disturb (niet storen)........320
Meer informatie...............320
MULTIMEDIA
280
TIPS
BEDIENINGSELEMENTEN
EN ALGEMENE
INFORMATIE
Stuurbedieningselementen
geluidsinstallatie
De stuurbedieningselementen voor het au-
diosysteem bevinden zich aan de achterzijde
van het stuur.
Linker schakelaar
• Druk de schakelaar omhoog of omlaag om
het volgende station te zoeken dat kan
worden beluisterd of het volgende of vorige
nummer van de cd te selecteren.
• Druk op de toets in het midden om naar de
volgende vooraf ingestelde zender te gaan
(radio) of om een andere cd te kiezen (als
de auto is uitgerust met een cd-speler).Rechter schakelaar
• Druk de schakelaar omhoog of omlaag om
het volume te verhogen of verlagen.
• Druk op de toets in het midden om een
andere modus te kiezen (keuze uit
AM/FM/CD).
Ontvangstkwaliteit
De ontvangstkwaliteit verandert steeds tij-
dens het rijden door de wisselende omstan-
digheden. De ontvangstkwaliteit kan negatief
worden beïnvloed door de aanwezigheid van
bergen, gebouwen of bruggen, met name
wanneer u zich op grote afstand van de zen-
der bevindt.
Het volume kan worden verhoogd bij de ont-
vangst van verkeersinformatie en nieuwsbe-
richten.
Stuurbedieningselementen
geluidsinstallatie
MULTIMEDIA
282
UCONNECT 3 MET 5-INCH DISPLAY
Bedieningselementen op het frontpaneel
Radio Uconnect 3 met 5-inch display
1 — Toets RADIO
2 — Toets COMPASS (kompas)3 — Toets CLIMATE (klimaat)
4 — Toets MORE (meer, voor meer functies)5 — Toets Uconnect PHONE
6 — Toets MEDIA
MULTIMEDIA
284
Klok instellen
Ga als volgt te werk om de klok in te stellen:
1. Druk op de toets MORE (meer) op het
front. Kies vervolgens de schermtoets
"Settings" (instellingen) en vervolgens de
schermtoets "Clock and Date" (klok en
datum).
2. Kies de schermtoets "Set Time" (tijd
instellen).
3. Druk op de pijl omhoog of pijl omlaag om
de uren en minuten aan te passen, en kies
vervolgens de schermtoets "AM" of "PM".
U kunt ook de 12-uurs of 24-uurs tijdno-
tatie selecteren door de gewenste scherm-
toets te kiezen.
4. Kies de schermtoets "Done" (klaar) zodra
de tijd is ingesteld om het tijdscherm af te
sluiten.
OPMERKING:
In het menu voor het instellen van de klok
kunt u ook de schermtoets "Show Time Sta-
tus" (tijdstatus weergeven) kiezen en vervol-
gens "On" (aan) of "Off" (uit) kiezen om de tijd
al dan niet in de statusbalk weer te geven.
Equalizer, Balans (links/rechts) en Fade
(balans voor/achter)
1. Druk op de toets MORE (meer) op het
front. Kies vervolgens de schermtoets
"Settings" (instellingen).
2. Scroll vervolgens omlaag en kies de
schermtoets "Audio" om naar het menu
Audio te gaan.
3. Het menu Audio toont de volgende opties
om de audio-instellingen aan uw persoon-
lijke wensen aan te passen.
Equalizer
Kies de schermtoets "Equalizer" om de lage
tonen, middentonen en hoge tonen in te
stellen. Gebruik de schermtoetsen "+" en "–"
om de equalizer naar wens in te stellen. Kies
de schermtoets met de pijl naar links wan-
neer u klaar bent.
Balans links/rechts - voor/achter
Kies de schermtoets "Balans/Fade" (balans
links/rechts - voor/achter) om het geluid van
de luidsprekers in te stellen. Kies de scherm-
toets met de pijl om het geluidsniveau van de
luidsprekers voor en achter of rechts en linksin te stellen. Kies de schermtoets C (Center,
midden) om de balans links/rechts en voor/
achter terug te stellen op de fabrieksinstellin-
gen. Kies de schermtoets met de pijl naar
links wanneer u klaar bent.
Snelheidsafhankelijke volumeregeling
Druk op de schermtoets "Speed Adjusted
Volume" (snelheidsafhankelijke volumerege-
ling) om te kiezen tussen OFF (uit), 1, 2 of 3.
Hierdoor wordt het volume van de radio ver-
laagd wanneer de rijsnelheid afneemt. Kies
de schermtoets met de pijl naar links wan-
neer u klaar bent.
Loudness
Kies de schermtoets "Loudness" (dynamiek)
om de dynamiekfunctie te selecteren. Als
deze functie is geactiveerd, wordt de geluids-
kwaliteit bij lagere volumes verbeterd.
Surround Sound
Kies de schermtoets "Surround Sound" en
vervolgens "On" (aan) of "Off" (uit), gevolgd
door de schermtoets met de pijl naar links.
Wanneer deze functie is geactiveerd, wordt
een ruimtelijke surround sound gesimuleerd.
285
Radiomodus
Toetsen voor zoeken vorige/volgende
Seek Up(vooruit zoeken)
Druk kort op de schermtoets "Seek Up" (voor-
uit zoeken)
om de radio af te stemmen op
het volgende station of kanaal dat kan wor-
den beluisterd.
Als tijdens het vooruit zoeken de radio de
beginzender weer passeert nadat de volledige
frequentieband tweemaal is doorlopen, zal
de radio stoppen bij de zender waar het
zoeken begon.
Fast Seek Up(snel vooruit zoeken)
Houd de schermtoets "Seek Up" (vooruit
zoeken)
ingedrukt om de radio de be-
schikbare stations of kanalen sneller te laten
doorlopen. Wanneer de schermtoets wordt
losgelaten, stopt de radio bij het volgende
beschikbare station of kanaal.Seek Down(achteruit zoeken)
Druk kort op de schermtoets "Seek Down"
(achteruit zoeken)
om de radio af te
stemmen op het volgende station of kanaal
dat kan worden beluisterd.
Als tijdens het achteruit zoeken de radio de
beginzender weer passeert nadat de volledige
frequentieband tweemaal is doorlopen, zal
de radio stoppen bij de zender waar het
zoeken begon.
Fast Seek Down(snel achteruit zoeken)
Houd de schermtoets "Seek Down" (achteruit
zoeken)
ingedrukt om de radio de be-
schikbare stations of kanalen sneller te laten
doorlopen. Wanneer de schermtoets wordt
losgelaten, stopt de radio bij het volgende
beschikbare station of kanaal.
Voorkeurzenders opslaan
De radio kan maximaal 12 voorkeurzenders
opslaan in elke radiomodus. Bovenaan in het
radioscherm worden vier voorkeurzenders
weergegeven. Als u de schermtoets "All" (alle)
kiest in het beginscherm van een radiomo-
dus, worden alle voorkeurzenders voor die
modus weergegeven.
Volg de onderstaande stappen om een voor-
keurzender handmatig op te slaan:
1. Stem af op de gewenste zender.
2. Houd de schermtoets met het gewenste
cijfer langer dan twee seconden ingedrukt
of tot u een bevestigingstoon hoort.
MULTIMEDIA
286