Multimediabibliotheek beheren
Met de MEDIA-functie kan men digitale
audio op het USB-apparaat selecteren
door spraakherkenning of de
bedieningstoetsen op het stuurwiel te
gebruiken.
Nummers kunnen worden geselecteerd
op map, artists, muziekgenre, album
en afspeellijst.
Activeer het hoofdmenu via de knoppen
op het stuurwiel op het display van het
instrumentenpaneel, selecteer de
BLADEREN USB-optie en druk dan op
SRC/OK.
Selecteer een van de volgende items:
MAPPEN
ARTISTS
GENRES
ALBUMS
AFSPEELLIJST
en druk opSRC/OK.
selecteer “ALLES AFSPELEN” en
bevestig metSRC/OK;
selecteer het gekozen item en
bevestig metSRC/OK;
Het is ook mogelijk dezelfde functies te
bereiken met de spraakopdrachten:
druk op de knop op het stuurwiel
en zeg "BROWSE USB";
zeg een van de beschikbare opties:
"MAPPEN", "ARTISTS", "GENRES",
"ALBUMS", "AFSPEELLIJST";
selecteer “ALLES AFSPELEN” en
bevestig metSRC/OK;
selecteer het gekozen item en
bevestig metSRC/OK.
Pauze
Om het beluisterde nummer tijdelijk te
onderbreken: druk op de knop
op
het frontpaneel van de Uconnect Radio.
Om het tijdelijk onderbroken nummer
verder te beluisteren: druk op de knop
op het frontpaneel van de
Uconnect Radio.
Stop
Zeg, om het afspelen van een nummer
te stoppen, "Einde".
Zeg, om weer te beluisteren “Afspelen”.
OPMERKING De opdracht “Afspelen”
is alleen beschikbaar als het afspelen
gestopt is met de opdracht “Stoppen”.
Volgende nummer
Om handmatig naar het volgende
nummer te gaan: tijdens het luisteren
naar een digitaal nummer, druk op
(bediening op stuurwiel) of
(Uconnect Radiobediening) (waar
voorzien).Vorige nummer
Om handmatig naar het vorige nummer
terug te gaan: tijdens het luisteren
naar een digitaal nummer, druk
op
(bediening op stuurwiel) of
(Uconnect Radiobediening) (waar
voorzien).
Audiobron wisselen
Druk, om de actieve radiobron te
veranderen (Radio, USB/iPod, Tuner,
Bluetooth® Audio) op deSRC/OKof
MEDIAknop op het frontpaneel van de
Uconnect Radio, of, met spraakinterac-
tie: zeg “Selecteer bron USB/iPod,
Radio,Bluetooth® Audio”.
OPMERKING Tijdens het afspelen van
Bluetooth® audio zou er onjuiste infor-
matie met betrekking tot de telefoon
kunnen worden weergegeven. Dit ligt
niet aan de radio, maar is afhankelijk
van de informatie die door de telefoon
wordt verzonden.
BLUETOOTH® APPARAAT
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Toegang tot het naar het op het
systeem gekopieerde telefoonboek is
alleen mogelijk wanneer de mobiele
telefoon waaruit het telefoonboek
is gekopieerd, verbonden is.
221
De namen opgeslagen op de
SIM-kaart of in uw mobiele
telefoongeheugen kan op verschillende
manieren worden overgebracht naar
het systeem, afhankelijk van het model
mobiele telefoon.
De spraakopdrachten leren kennen
Tijdens de dialoog met het systeem,
kan altijd het spraakopdracht " Help "
gebruikt worden om gedetailleerde
informatie over de beschikbare
spraakopdrachten voor elke
interactieve fase te ontvangen.
Een Bluetooth® apparaat koppelen
OPMERKING Deze handeling mag
alleen uitgevoerd worden bij stilstaande
auto.
Ga als volgt te werk voor het koppelen
van uw mobiele telefoon met het
systeem.
Handmatige procedure:
Activeer het Hoofdmenu door op de
MENU-knop te drukken;
selecteer de INSTELLINGEN-optie,
dan de “Koppelen”-optie.
Spraakprocedure:
Druk open zeg “Instellingen”. Zeg
dan, aan het einde van het bericht,
“Koppelen”.
Het systeem toont dan een
PIN-nummer op het display dat
gebruikt moet worden voor het
koppelen.
Zoek met de zoekfunctie van de
Bluetooth®-apparaten van uw tele-
foon naar het "Radio BT"-apparaat.
Voer, wanneer de mobiele telefoon
hierom vraagt, met het toetsenbord van
de mobiele telefoon de PIN-code in
die op de display van het
instrumentenpaneel wordt getoond. Als
de registratie geslaagd is, zegt het
systeem "Bezig naar verbinden" en
daarna wordt op het display ter
bevestiging het identificatienummer van
de geregistreerde mobiele telefoon
weergegeven.
Zodra het apparaat geregistreerd is,
vraagt het systeem, als de functie
ondersteund is door de telefoon, om
het telefoonboek te downloaden op de
Uconnect Radio.
OPMERKING Na het updaten van de
telefoonsoftware voor eigen bediening
wordt het aanbevolen de telefoon te
verwijderen uit de lijst apparaten die
gelinkt zijn aan de radio, verwijder
de koppeling van het vorige systeem uit
de lijst metBluetooth®-apparaten op
de telefoon en maak een nieuwe kop-
peling.Een nummer bellen
Druk op de stuurwielbedieningen
zeg “Bel” en dan de naam van de
contactpersoon in het telefoonboek.
Als de naam herkend wordt, zal het
systeem de informatie over de
contactpersoon weergegeven op het
display.
Het systeem vraagt u uw verzoek te
bevestigen. Zeg om te bellen "Ja"; en
anders "Nee".
Anders is het mogelijk een nummer te
bellen dat niet in het telefoonboek staat
door het nummer cijfer voor cijfer te
zeggen.
Een inkomend gesprek beheren
Wanneer er een gesprek binnenkomt,
geeft het systeem de ID van de beller
weer, waar voorzien.
Een inkomend gesprek wordt
gesignaleerd door gepersonaliseerde
beltonen van uw mobiele telefoon
(de beschikbaarheid van deze functie
hangt af van de specifieke opties van
uw telefoon).
Een oproep beantwoorden:
Om de oproep te beantwoorden,
druk op
;
Druk, om het telefoongesprek te
beëindigen, langer dan 1 seconde op
.
222
MULTIMEDIA
BELANGRIJK
187)Een te hoog volume tijdens het rijden
kan zowel voor de bestuurder als de
passagiers gevaarlijk zijn. Regel het volume
altijd zodanig dat achtergrondgeluiden
blijven.
188)Het gebruik van sommige functies van
het systeem tijdens het rijden, kan de
aandacht van de weg afleiden en mogelijk
een ongeval of andere ernstige gevolgen
veroorzaken; om die reden mogen deze
functies uitsluitend gebruikt worden
wanneer de rijomstandigheden dit toelaten
en indien nodig alleen bij stilstaande
auto.
189)Deze aanwijzingen lezen en opvolgen:
voordat het systeem wordt gebruikt,
moeten alle veiligheidsinformatie en
-aanwijzingen in deze
gebruikershandleiding gelezen en
opgevolgd worden. Veronachtzaming van
de voorzorgsmaatregelen in deze
handleiding kan tot ongelukken of andere
ernstige gevolgen leiden.
190)Bewaar de handleiding in de auto: als
de gebruikershandleiding in de auto wordt
bewaard, kan deze makkelijk en snel
geraadpleegd worden door degenen die
nog niet vertrouwd zijn met het systeem.
Zorg ervoor dat iedereen toegang heeft tot
de handleiding en de instructie en de
veiligheidsinformatie zorgvuldig doorleest
bij het eerste gebruik van het systeem.191)Waarschuwing: het systeem tijdens
het rijden bekijken, kan de aandacht van de
weg afleiden; dit kan tot ongelukken of
andere ernstige gevolgen leiden. Wijzig
tijdens het rijden niet de
systeeminstellingen en voer niet handmatig
gegevens in (door middel van de
bedieningstoetsen). Zet het voertuig op een
veilige en wettelijk toegestane manier stil
voordat u deze handelingen verricht. Het
toepassen van deze voorzorgsmaatregelen
is belangrijk, aangezien voor het instellen
of wijzigen van bepaalde functies de
aandacht van de bestuurder van de weg
kan worden afgeleid en de handen van het
stuur moeten worden genomen.
192)Spraakopdrachten: de functies van
het systeem kunnen via spraakopdrachten
uitgevoerd worden. Door
spraakopdrachten te gebruiken tijdens het
rijden kan het systeem beheerd worden
zonder uw handen van het stuurwiel te
halen.
193)Langdurig naar het display kijken:
gebruik tijdens het rijden geen enkele
functie waarvoor langdurig naar het display
moet worden gekeken. Stop de auto op
een veilige manier en conform de
wegenverkeerswetgeving voordat u
probeert een functie van het systeem te
gebruiken die langdurige aandacht vereist.
Ook af en toe een korte blik op het display
werpen kan gevaarlijk zijn als de aandacht
van de bestuurder op een kritiek moment
van het rijden wordt afgeleid.194)Volume instellen: stel het volume niet
te hoog in. Houd tijdens het rijden het
volume op een niveau dat u in staat stelt
het verkeer en noodsirenes buiten te horen.
Rijden terwijl deze geluiden niet hoorbaar
zijn, kan ongelukken veroorzaken.
195)Spraakherkenning gebruiken: de
software van de spraakherkenning is
gebaseerd op een statistisch proces dat
aan fouten onderhevig is. Het is de
verantwoordelijkheid van de gebruiker de
functies van de spraakherkenning te
controleren en eventuele fouten te
corrigeren.
196)Gevaar voor afleiding: de functies
kunnen handmatige instellingen vereisen
(zonder gebruik van spraakopdrachten).
Dergelijke instellingen maken of gegevens
invoeren tijdens het rijden kan uw aandacht
danig afleiden en kan leiden tot een
ongeval of andere ernstige gevolgen. Zet
het voertuig op een veilige en wettelijk
toegestane manier stil voordat u deze
handelingen verricht.
224
MULTIMEDIA
ALFABETISCH
REGISTER
A
anhangers trekken...............115
Aanvullend veiligheidssysteem
(SRS) - Airbags...................93
ABS (systeem)......................66
Accu
opladen........................149
Achterlichtunits (lamp vervangen).................................122
Achterruitsproeier..................157
Achteruitkijkspiegels.................16
Achteruitrijlicht/Mistachterlicht......123
Actieve veiligheidssystemen..........66
Afmetingen........................177
Airbags.............................93
Alarmknipperlichten................118
ASR (systeem)......................67
Bagageruimte......................29
Bedieningspaneel en
boordinstrumenten................39
Beschermingssystemen
inzittenden.......................77
Brandstofafsluitsysteem............135
Brandstofverbruik..................195
Buitenverlichting....................17
CBC-systeem......................73
CO2-emissie.......................197
Contactslot.........................10
D.R.L. (dagrijverlichting).............17Dagrijlichten (DRL)
“Dagrijlichten”...................17
Dashboard...........................8
De motor starten...................101
Derde remlicht (lamp vervangen).................................123
Dimlicht
bediening.......................18
Display.............................40
Dualogic versnellingsbak...........104
ECO-functie.......................109
Een lamp vervangen................118
Elektrische ruitbediening.............27
Elektrische stuurbekrachtiging
"Dualdrive"......................108
ESC (systeem)......................66
Fiat CODE (systeem)................11
Fix&Go-kit.........................131
Follow me home (systeem)...........18
Frontairbags........................93
Geprogrammeerd onderhoud......139
Gewichten.........................180
Grootlicht
bediening.......................18
Handgeschakelde
versnellingsbak..................103
Handrem..........................103
HBA (systeem)......................68
Hendels op het stuurwiel
linkerhendel.....................17rechterhendel...................21
Het voertuig opkrikken.............158
HH (-systeem).......................66
Hoofdsteunen.......................15
Interieur (reiniging).................160
Interieurverlichting...................20
iTPMS..............................74
Kentekenverlichting (lamp
vervangen)......................123
Kinderzitjes.........................83
Klimaatregeling......................23
Koplampen dimlicht/grootlicht
(lamp vervangen)................120
Lampjes op instrumentenpaneel
....43
Mistachterlichten...................19
Mistlampen (lamp vervangen).......121
Mistlampen/mistachterlicht...........19
Modusselectiesysteem.............106
Motor.............................163
Motorkap...........................27
Motorruimte.......................151
Niveaus controleren...............151
Officiële typegoedkeuringen........225
Parkeerlichten......................18
Parkeersensoren...................110
Plafondverlichting voor...............20
Portieren............................11
centrale portiervergrendeling. . . . . . .11