Page 54 of 220

LAMPJES OP INSTRUMENTENPANEEL
Rode waarschuwingslampjes
Wat het betekent Wat te doen
roodREMVLOEISTOF BENEDEN PEIL/HANDREM
AANGETROKKEN
Het waarschuwingslampje gaat branden wanneer de
contactsleutel naar de stand MAR wordt gedraaid en
moet enkele seconden later doven.
Remvloeistofniveau te laag
Dit lampje gaat branden wanneer het
remvloeistofniveau in het reservoir zich onder het
minimumpeil bevindt, bijvoorbeeld door een lek in het
remcircuit.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op
het display.Herstel het remvloeistofniveau, controleer daarna of
het lampje gedoofd is.
34)
Handrem aangetrokken
Het lampje gaat branden wanneer de handrem is
aangetrokken.
Op enkele uitvoeringen wordt het
waarschuwingslampje tijdens de beweging van het
voertuig begeleidt door een geluidssignaal.Wanneer het waarschuwingslampje tijdens het rijden
geactiveerd wordt, controleer dan dat de handrem niet
is aangetrokken.
Zet de handrem los, controleer daarna of het lampje
gedoofd is.
Als het waarschuwingslampje blijft branden, contact
opnemen met het Fiat Servicenetwerk.
52
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 55 of 220
Wat het betekent Wat te doen
rood
geel
geelSTORING EBD
Wanneer de waarschuwingslampjes
(rood),
(geel) en(geel) bij draaiende motor tegelijk
gaan branden, dan is er een storing in het EBD-
systeem of is het systeem niet beschikbaar. In dit geval
kunnen de achterwielen bij hard remmen plotseling
blokkeren waardoor de auto begint te slippen.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op
het display.Rijd zeer voorzichtig naar de dichtstbijzijnde dealer van
het Fiat Servicenetwerk om het systeem onmiddellijk te
laten controleren.
roodSTORING AIRBAGSYSTEEM
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel
naar de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet
even later doven.
Het lampje blijft continu branden als er een storing in
het airbagsysteem aanwezig is.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op
het display.
35) 36)
53
Page 56 of 220

Wat het betekent Wat te doen
roodGORDELVERKLIKKER
(voor bepaalde versies/markten)
Het waarschuwingslampje gaat continu branden
wanneer, bij stilstaand voertuig, de veiligheidsgordel
aan bestuurders- of passagierszijde (voor uitvoeringen/
markten waar voorzien) niet bevestigd is.
Het waarschuwingslampje gaat knipperen en er wordt
een geluidssignaal afgegeven wanneer de
veiligheidsgordels van bestuurder en passagier (voor
uitvoeringen/markten waar voorzien) niet correct
bevestigd zijn tijdens de voortbeweging van het
voertuig.De zoemer van het S.B.R.-systeem (Seat Belt
Reminder) kan alleen door het Fiat Servicenetwerk
uitgeschakeld worden.
Op sommige uitvoeringen kan het systeem weer
worden ingeschakeld in het Setup-menu.
roodSTORING VERSNELLINGSBAK
(voor bepaalde versies/markten)
Wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid,
gaat het lampje branden, maar dit moet na enkele
seconden doven.
Het waarschuwingslampje gaat knipperen (samen met
een bericht op het display en een geluidssignaal) om
een defect in de versnellingsbak aan te geven.
Het waarschuwingslampje kan ook gaan branden bij
oververhitting van de versnellingsbak na bijzonder
zwaar gebruik. In dit geval worden de motorprestaties
beperkt.Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk in geval van een storing in de
transmissie om het systeem te laten controleren.
54
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 57 of 220

Wat het betekent Wat te doen
rood
roodTE HOGE KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel
naar de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet
even later doven. Het lampje gaat branden wanneer
de motor oververhit is.
Op het display verschijnt een speciaal bericht.Tijdens een normale rit: breng de auto tot stilstand, zet
de motor af en controleer of het koelvloeistofniveau in
het reservoir onder het MIN-teken staat. Als dit het
geval is, wacht dan enkele minuten op het afkoelen
van de motor en draai de dop dan langzaam en
voorzichtig open. Vul bij met koelvloeistof en zorg
ervoor dat het peil zich tussen de markeringen MIN en
MAX op het reservoir bevindt. Controleer ook op de
aanwezigheid van vloeistoflekken. Als na het starten
het lampje opnieuw gaat branden, neem dan contact
op met een Fiat Servicenetwerk.
Wanneer het voertuig onder veeleisende
omstandigheden wordt gebruikt (bijvoorbeeld bij het
bergop trekken van een aanhanger of wanneer de
auto volgeladen is): minder snelheid en breng het
voertuig tot stilstand als het lampje blijft branden.
Wacht 2 of 3 minuten met draaiende motor en geef
ietwat gas om de koelvloeistofcirculatie te bevorderen,
schakel daarna de motor uit. Controleer of het
koelvloeistofpeil correct is, zoals hiervoor beschreven
is.
BELANGRIJK Het is raadzaam om onder zware
bedrijfsomstandigheden de motor voor het afzetten
enkele minuten te laten draaien met het gaspedaal iets
ingetrapt.
55
Page 58 of 220
Wat het betekent Wat te doen
roodLAADSTROOM ACCU ONVOLDOENDE
Wanneer de contactsleutel in de stand MAR wordt
gedraaid, gaat het lampje branden. Het moet doven
nadat de motor is gestart (als de motor stationair
draait, kan het voorkomen dat het lampje iets later
dooft).
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op
het display.Als het lampje blijft branden, neem dan contact op met
het Fiat Servicenetwerk.
56
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 59 of 220

Wat het betekent Wat te doen
roodONVOLDOENDE MOTOROLIEDRUK/MOTOROLIE
VERSLECHTERD
Wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid,
gaat het lampje branden maar moet het doven zodra
de motor is gestart.
Continu brandend lampje: Motoroliedruk te laag
Het waarschuwingslampje gaat continu branden,
samen met een bericht op het display (voor
uitvoeringen/markten, waar voorzien), wanneer het
systeem en onvoldoende druk van de motorolie
detecteert.
37)
Aan, knipperend: Motorolie verslechterd
(alleen voor uitvoeringen Multijet)
Het lampje gaat knipperen en (voor uitvoeringen/
markten, waar voorzien) verschijnt er een bericht op
het display wanneer het systeem detecteert dat de
motorolie verslechterd is.
Het knipperen van het lampje moet niet als een storing
worden beschouwd, maar wil de bestuurder erop
wijzen dat de motorolie moet worden ververst na een
normaal gebruik van het voertuig. Als de olie niet is
vervangen, zal het waarschuwingslampje
ook
gaan branden en wordt het motortoerental beperkt tot
3000 tpm als een tweede drempel wordt bereikt.
Als de olie nog steeds niet wordt ververst en het
systeem meet een verdere verslechtering tot de derde
graad, dan wordt het toerental beperkt tot 1500 tpm
om motorschade te voorkomen.Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
9)
Vergeet niet dat verslechtering van de motorolie wordt
versneld door:
– overwegend gebruik van het voertuig in de stad,
waardoor het DPF-regeneratieproces vaker wordt
uitgevoerd
– gebruik van het voertuig voor korte ritten, waardoor
de motor de bedrijfstemperatuur niet kan bereiken
– herhaald onderbreken van het regeneratieproces,
hetgeen wordt aangegeven door het branden van het
DPF-lampje.
57
Page 60 of 220

Wat het betekent Wat te doen
roodMOTOROLIEPEIL TE LAAG
Wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid,
gaat het lampje branden dat na enkele seconden moet
doven.
Dit waarschuwingslampje verschijnt op het paneel
wanneer het motoroliepeil onder de aanbevolen
minimumwaarde zakt.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op
het display.Herstel het correcte motoroliepeil (zie “Vloeistofpeilen
controleren” in het hoofdstuk "Service en zorg").
roodPORTIER OPEN
Dit lampje gaat branden wanneer een of meerdere
portieren of het kofferdeksel niet goed gesloten zijn.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op
het display.Controleer dat alle portieren en het kofferdeksel (voor
uitvoeringen/markten, waar voorzien) perfect gesloten
zijn.
roodSTORING STUURBEKRACHTIGING
Wanneer de contactsleutel in de stand MAR gedraaid
wordt, gaat het lampje op het instrumentenpaneel
branden, maar het moet na enkele seconden uitgaan.
Als het lampje blijft branden, het bericht op het display
niet verdwijnt en er een geluidssignaal (zoemer) klinkt,
dan werkt de stuurbekrachtiging niet goed, het
voertuig kan wel bestuurd worden maar er is meer
kracht nodig voor de bediening van het stuurwiel.Neem contact op met het Fiat Servicenetwerk.
58
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 61 of 220

BELANGRIJK
34)Als hetwaarschuwingslampje tijdens het rijden gaat branden (bij sommige versies verschijnt ook een bericht op het display), zet dan
de motor onmiddellijk af en neem contact op met het Fiat Servicenetwerk.
35)Het kan zijn dat het waarschuwingslampje
niet gaat branden wanneer de contactsleutel in de stand MAR staat of zou kunnen blijven
branden om te wijzen op een fout van een systeem van veiligheidsgordels. In dat geval kunnen de airbags of gordelspanners niet geactiveerd
worden bij een ongeval of, in een zeer beperkt aantal gevallen, op verkeerde wijze geactiveerd worden. Laat het systeem onmiddellijk
controleren door het Fiat Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
36)Een storing van het waarschuwingslampje
wordt aangegeven door het knipperen van het waarschuwingslampjeof, afhankelijk van
de versie, door het permanent branden van het symboolop het display. In dat geval kan het lampjeeen eventueel probleem met het
airbagsysteem misschien niet aangeven. Laat het systeem onmiddellijk controleren door het Fiat Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
37)Als het
lampje tijdens het rijden gaat branden (bij sommige versies verschijnt ook een bericht op het display), zet dan de motor
onmiddellijk af en neem contact op met het Fiat Servicenetwerk.
BELANGRIJK
9)Wanneer het lampje gaat branden, moet de afgewerkte motorolie zo spoedig mogelijk, en elk geval binnen 500 km nadat het lampje voor
het eerst gaat branden, worden ververst. Het niet naleven van deze instructie kan leiden tot ernstige beschadiging van de motor en de
garantie ongeldig maken. Vergeet niet dat het branden van dit lampje niets te maken heeft met het oliepeil in de motor. Voeg dus absoluut
geen motorolie toe als het lampje begint te knipperen.
59