BELANGRIJK
44)Als de controlelampniet dooft wanneer de sleutel naar MAR wordt gedraaid of als het blijft branden tijdens het rijden (terwijl er ook
een bericht op het display wordt weergegeven), dan kan er iets mis zijn met de veiligheidssystemen; in dat geval kunnen de airbags of
gordelspanners niet in werking treden bij een ongeval of, in een zeer beperkt aantal gevallen, onbedoeld in werking treden. Laat het systeem
onmiddellijk controleren door het Fiat Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
45)Een storing van het waarschuwingslampje
wordt aangegeven door het knipperen van het waarschuwingslampjeof, afhankelijk van
de versie, door het permanent branden van het symboolop het display. In dat geval kan het lampjeeen eventueel probleem met het
airbagsysteem misschien niet aangeven. Laat het systeem onmiddellijk controleren door het Fiat Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
46)Wanneer het lampje
gaat branden, moet de afgewerkte motorolie zo spoedig mogelijk, en elk geval binnen 500 km nadat het lampje
voor het eerst ging branden, worden ververst. Het niet naleven van deze instructie kan leiden tot ernstige beschadiging van de motor en de
garantie ongeldig maken. Vergeet niet dat het aangaan van dit lampje niets te maken heeft met het oliepeil in de motor; voeg dus absoluut
geen motorolie toe als het lampje begint te knipperen.
47)Als het
waarschuwingslampje tijdens het rijden gaat knipperen, contact opnemen met het Fiat Servicenetwerk.
BELANGRIJK
8)As de controlelamptijdens het rijden gaat branden, zet dan de motor onmiddellijk af en neem contact op met het Fiat Servicenetwerk.
68
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Wat het betekent Wat te doen
geelSTORING INSPUIT-/EOBD-SYSTEEM
Onder normale omstandigheden, wanneer de
contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, gaat het
lampje branden maar dit moet doven zodra de motor
is gestart.
De verkeerspolitie beschikt over speciale apparatuur
waarmee de werking van de controlelamp
kan
worden gecontroleerd. Neem in elk geval de wettelijke
voorschriften in acht van het land waarin u rijdt.
9)
Wanneer het lampje blijft branden of tijdens het rijden
gaat branden, wijst dit op een onjuiste werking van het
inspuitsysteem; met name duidt een continu brandend
lampje op een storing in het brandstoftoevoer-/
inspuitsysteem die zou kunnen leiden tot overmatige
uitlaatgasemissies, mogelijk prestatieverlies, slechte
rijeigenschappen en een hoog brandstofverbruik.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op
het display.
Het lampje dooft nadat de storing is verdwenen, maar
de storing wordt toch door het systeem in het
geheugen opgeslagen.Onder deze omstandigheden kan met gematigde
snelheid verder gereden worden zonder te veel eisen
aan de motor te stellen. Het langdurig rijden met
brandend lampje kan schade aan de motor
veroorzaken.
Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
69
Wat het betekent Wat te doen
geelSTORING UREUM-INSPUITSYSTEEM
Het waarschuwingslampje gaat branden en er wordt
een speciaal bericht op het display weergegeven (voor
bepaalde versies/markten), als een vloeistof die niet
voldoet aan de nominale eigenschappen wordt
ingespoten of als een gemiddeld UREUM-verbruik van
meer dan 50% wordt gedetecteerd.Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
Als het probleem niet wordt verholpen, worden verdere
meldingen gegeven op de volgende resterende
aantallen kilometers, voordat een herstart van het
voertuig wordt verhinderd:
400 km
320 km
240 km
Wanneer nog 200 km over zijn voordat het herstarten
van de motor wordt verhinderd, wordt op het
dashboard continu een speciaal bericht weergegeven
(voor bepaalde versies/markten) en klinkt er een
geluidssignaal.
geelSTORING ABS
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel
naar de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet
even later doven.
Het lampje gaat branden om een systeemstoring aan
te geven. In dat geval blijft het remsysteem normaal
werken, maar met uitsluiting van het ABS-systeem. Op
het display verschijnt een speciaal bericht.Rijd zeer voorzichtig wendt u zo snel mogelijk tot het
Fiat Servicenetwerk.
70
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Wat het betekent Wat te doen
geelBRANDSTOFRESERVE
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel
naar de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet
even later doven. Het lampje gaat branden wanneer er
nog ongeveer 10-12 liter brandstof (voor versies met
tankinhoud van 90-120 liter) of 10 liter (voor versies
met tankinhoud van 60 liter) in de tank zit.Het lampje knippert om een storing in het systeem aan
te geven. Neem in dat geval contact op met het Fiat
Servicenetwerk om het systeem te laten controleren.
geelSTORING VOORGLOEIBOUGIES /
VOORGLOEISYSTEEM
Gloeibougies
Dit lampje gaat branden wanneer de contactsleutel in
de stand MAR wordt gedraaid. Het lampje dooft zodra
de voorgloeibougies de van te voren ingestelde
temperatuur hebben bereikt.
BELANGRIJK Als de buitentemperatuur erg hoog is,
kan het lampje al na zeer korte tijd doven.Start de motor onmiddellijk nadat het lampje is
gedoofd.
Storing voorgloeisysteem
Het lampje knippert om een storing in het
voorgloeisysteem aan te geven.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op
het display.Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
71
Wat het betekent Wat te doen
geelINDICATIE AANVULLENDE STORING
(Versies met multifunctioneel display)
Het lampje gaat onder de volgende omstandigheden
branden:
Als de brandstofnoodschakelaar in werking treedt
Storing in de verlichting (mistachterlichten,
richtingaanwijzers, remlichten,
kentekenplaatverlichting, stadslichten, dagverlichting,
automatisme grootlicht koplampen, richtingaanwijzers
aanhanger, stadslichten aanhanger)De storing kan de volgende oorzaken hebben: een of
meer lampen doorgebrand, de betreffende
zekering(en) doorgebrand of elektrische verbinding
onderbroken.
Storing waarschuwingslampje airbag (lampje
algemene storing knippert)In dergelijke gevallen kan het waarschuwingslampje
mogelijk geen storingen in de veiligheidssystemen
aangeven. Laat het systeem onmiddellijk controleren
door het Fiat Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
Storing regensensor
Storing sensor dieselfilter
Storing aankoppeling aanhanger
Storing audiosysteem
Storing motoroliedruksensor
Storing parkeersensor
Water in dieselfilterNeem zo snel mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk om de storing te laten verhelpen.
BIJ VERSIES MET EEN MULTIFUNCTIONEEL
DISPLAY GAAT HET WAARSCHUWINGSLAMPJE
OOK IN DE VOLGENDE GEVALLEN BRANDEN:
Storing motoroliepeilsensor
Te laag motoroliepeil
73
Wat het betekent Wat te doen
geelDPF (ROETFILTER) WORDT SCHOONGEMAAKT
(voor bepaalde versies/markten)
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel
naar de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet
even later doven.
Het lampje gaat continu branden om de bestuurder te
waarschuwen dat het DPF-systeem bezig is met het
verwijderen van de opgehoopte vervuilende deeltjes
(roet) middels regeneratie.
Wanneer het waarschuwingslampje gaat branden,
verschijnt er een specifiek bericht op het display (voor
uitvoeringen/markten, waar voorzien).Het lampje zal niet bij elk DPF-regeneratie branden,
maar alleen als de rijomstandigheden zodanig zijn dat
de bestuurder hiervan op de hoogte moet worden
gebracht. Het lampje dooft wanneer met het voertuig
wordt gereden tot het regeneratieproces is afgerond.
Dit proces duurt doorgaans ongeveer 15 minuten.
De optimale omstandigheden om het proces te
voltooien worden bereikt door te rijden aan 60 km/h en
met een toerental van meer dan 2000 tpm. Als dit
waarschuwingslampje gaat branden, wijst dit niet op
een storing en hoeft het voertuig dus niet naar een
garage te worden gebracht.
10)
48)
geelSTORING ESC-ASR SYSTEEM/TRACTION PLUS
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op
het display.
Het lampje gaat tijdens het rijden knipperen om aan te
geven dat het ESC systeem in werking is getreden.Als het lampje niet uit gaat, of tijdens het rijden blijft
branden, contact opnemen met het Fiat
Servicenetwerk.
Storing Hill Holder
Het lampje gaat branden als het Hill Holdersysteem
defect is.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op
het display.Neem in dit geval zo snel mogelijk contact op met het
Fiat Servicenetwerk.
74
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Wat het betekent Wat te doen
geelREMBLOKSLIJTAGE
Het lampje gaat branden wanneer de remblokken voor
of achter versleten zijn.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op
het display.Laat de remblokken zo snel mogelijk vervangen.
geelDRIVING ADVISOR
Als de twee lampjes branden dan betekent het dat het
systeem begonnen is met het herkennen van de
bedrijfscondities.
Wanneer het systeem de bedrijfscondities herkent,
wordt het actief, d.w.z. het kan de bestuurder met
visuele en akoestische waarschuwingen assisteren.
Daarom gaan de lampjes uit.
BELANGRIJK Als de bedrijfscondities niet langer
aanwezig zijn, is het systeem ingeschakeld maar niet
actief, en daarom gaan de twee lampjes op het
instrumentenpaneel branden.
Wanneer het systeem actief is, wordt de bestuurder,
als het voertuig een van de zijdelingse grenslijnen of
een van de twee markeringslijnen van de zijstrook
nadert, gewaarschuwd met een geluidssignaal en het
aangaan van het lampje van de (rechter of linker)
richtingaanwijzer op het instrumentenpaneel.
Een storing van het systeem wordt aangegeven door
het aangaan van de waarschwingslampjes van de
richtingaanwijzers
enop het display, samen met
een geluidssignaal en een speciaal bericht.
75
Wat het betekent Wat te doen
geelTPMS-SYSTEEM
Storing TPMS
Het waarschuwingslampje knippert ongeveer 75
seconden en blijft daarna permanent branden (er
verschijnt ook een speciaal bericht op het display) om
aan te geven dat het systeem tijdelijk uitgeschakeld of
defect is.Neem in dit geval zo snel mogelijk contact op met het
Fiat Servicenetwerk.
Lage bandenspanning
Het waarschuwingslampje gaat branden om aan te
geven dat de spanning van een of meer banden lager
is dan de aanbevolen waarde en/of dat de band
langzaam leegloopt. Onder deze omstandigheden
kunnen de optimale levensduur van de banden en het
brandstofverbruik niet gegarandeerd worden.In dat geval wordt geadviseerd de correcte
bandenspanning te herstellen.
BELANGRIJK Rijd niet verder met een of meerdere
lekke banden, want dit kan de bestuurbaarheid van de
auto in gevaar brengen. Breng het voertuig tot
stilstand, voorkom bruusk remmen en sturen.
BELANGRIJK
48)Pas de rijsnelheid aan de verkeers- en weersomstandigheden aan en neem de wegenverkeerswetgeving in acht. De motor afzetten terwijl
het DPF lampje brandt is toegestaan, maar het meermaals onderbreken van het regeneratieproces kan leiden tot voortijdig kwaliteitsverlies
van de motorolie. Daarom wordt steeds aanbevolen te wachten tot het lampje is gedoofd alvorens de motor af te zetten, zoals hiervoor
is beschreven. Het wordt sterk afgeraden de DPF-generatie bij stilstaand voertuig te voltooien.
BELANGRIJK
9)Als, wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, het lampjeniet gaat branden, continu blijft branden of gaat knipperen
tijdens het rijden (bij bepaalde versies verschijnt er ook een bericht op het display), zo snel mogelijk contact opnemen met het Fiat
Servicenetwerk.
10)Tijdens de regeneratie kan de ventilator worden ingeschakeld.
76
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL