Deze zijn ontworpen om het hoofd van
de inzittenden voorin en achterin te
beschermen bij flankbotsingen, dankzij
het grote oppervlak dat in opgeblazen
toestand wordt beslagen.
Bij lichte flankbotsingen is het opblazen
van de hoofdairbags niet vereist.
Het systeem biedt de beste
bescherming bij een zijdelingse botsing
als de passagier correct op zijn stoel
zit, zodat de hoofdairbag zo goed
mogelijk opgeblazen kan worden.
BELANGRIJKE
OPMERKINGEN
De frontairbags en/of zijairbags (waar
voorzien) kunnen in werking treden
bij krachtige stoten aan de onderzijde
van de carrosserie, bijv. heftige botsing
tegen drempels, stoepranden of lage
obstakels, of als het voertuig in grote
gaten of verzakkingen in het wegdek
rijdt.
Als de airbag geactiveerd wordt,
ontsnapt een kleine hoeveelheid
poeder. Dit poeder is niet schadelijk en
duidt niet op het begin van een brand.
Verder kan het oppervlak van de
opgeblazen airbag en het interieur van
het voertuig met een fijn poederlaagje
bedekt zijn: dit poeder kan irriterend zijn
voor ogen en huid. Na aanraking
onmiddellijk wassen met water en
neutrale zeep.Als een of meerdere
veiligheidsvoorzieningen zijn
geactiveerd ten gevolge van een
ongeval, neem dan contact op met het
Fiat Servicenetwerk om deze
veiligheidsvoorzieningen te laten
vervangen en om de werking van het
systeem te laten controleren.
De controle, reparatie en vervanging
van airbags mogen uitsluitend door het
Fiat Servicenetwerk worden uitgevoerd.
Als het voertuig wordt gesloopt, moet
men het systeem onwerkzaam laten
maken door het Fiat Servicenetwerk. Bij
verkoop van de auto moet de nieuwe
eigenaar op de hoogte worden
gebracht van de gebruiksmethode van
de airbags en bovenstaande
waarschuwingen, en moet dit
instructieboek worden overhandigd aan
de nieuwe eigenaar.
Gordelspanners, front- en zijairbags
worden op verschillende manieren
geactiveerd, afhankelijk van het type
botsing. Als een of meerdere van deze
voorzieningen niet in werking treden,
dan duidt dat niet op een storing in het
systeem.
83) 84) 85) 86) 87) 88) 89) 90)
BELANGRIJK
83)Als de controlelampniet gaat
branden wanneer de contactsleutel naar
MAR wordt gedraaid, of als het blijft
branden tijdens het rijden (en op bepaalde
versies een bericht op het display wordt
weergegeven), dan is er mogelijk een
storing in de veiligheidssystemen. In dat
geval is het mogelijk dat de airbags of
gordelspanners niet geactiveerd worden bij
een ongeval of dat ze abusievelijk worden
geactiveerd, wat minder waarschijnlijk
is. Laat het systeem onmiddellijk
controleren door het Fiat Servicenetwerk
alvorens verder te rijden.
84)Reis niet met voorwerpen op schoot of
voor de borst en houd niets in de mond
(pijp, pen, enz.): deze kunnen ernstig letsel
veroorzaken als de airbag in werking
treedt.
85)Bedek bij voertuigen met zijairbags de
rugleuning van de voorstoelen niet met
extra hoezen.
86)Laat na diefstal of poging tot diefstal,
vandalisme of overstromingen het
airbagsysteem door het Fiat
Servicenetwerk controleren.
112
VEILIGHEID
87)Als de contactsleutel in stand MAR
staat, ook wanneer de motor is uitgezet,
kunnen de airbags ook geactiveerd worden
als de auto door een andere auto wordt
aangereden. Daarom mag, wanneer de
passagiersairbag is ingeschakeld, en ook al
staat de auto stil, GEEN tegen de
rijrichting in gemonteerd kinderzitje op de
voorstoel gemonteerd worden. Als bij
een botsing de airbag wordt opgeblazen,
kan dit leiden tot ernstig letsel en zelfs
tot de dood van het kind. Daarom moet de
passagiersairbag altijd uitgeschakeld
worden als een kinderzitje tegen de
rijrichting in gemonteerd wordt op de
voorste passagiersstoel. Bovendien moet
de voorste passagiersstoel zo ver mogelijk
naar achteren zijn geschoven om te
voorkomen dat het kinderzitje eventueel in
aanraking komt met het dashboard.
Schakel de passagiersairbag onmiddellijk
weer in als het kinderzitje is verwijderd.
Onthoud tevens dat als de startinrichting in
de stand STOP staat, bij een ongeval
geen enkel veiligheidssysteem (airbags of
gordelspanners) geactiveerd wordt. In
dat geval duidt de uitgebleven activering
niet op een storing van het systeem.
88)Hang geen harde voorwerpen aan de
kledinghaken of de steunhandgrepen.
89)Steun niet met het hoofd, de armen of
de ellebogen tegen het portier, de ruiten
of in het gebied van de hoofdairbag om
mogelijke verwondingen tijdens het
opblazen te voorkomen.
90)Steek nooit het hoofd, de armen of
ellebogen uit het raam.
113
Zekeringenkasten in passagierscompartiment
fig. 161 - fig. 162
STROOMVERBRUIKER ZEKERING AMPÈRE
Motoren portiervergrendeling/ontgrendeling, motoren dead lock-actuator, motor
ontgrendeling achterklepF38 20
Voeding + accu voor EOBD diagnose-aansluiting, radio, regeleenheid bewaking
bandenspanningF36 10
Pomp ruitensproeiers/achterruitsproeier F43 15
Ruitmotor voor voorportier passagierszijde F48 20
Dimlicht links, hoogteregeling koplampen F13 7,5
Ruitmotor voor voorportier bestuurderszijde F47 20
Verwarming bestuurdersstoelF1 10
Verwarming passagiersstoelF2 10
AanstekerF3 15
Derde stopcontact op dashboard F4 20
Elektrische achterruitbediening bestuurderszijde F5 20
Elektrische achterruitbediening passagierszijde F6 20
BELANGRIJK
118)Als de zekering opnieuw doorbrandt, neem dan contact op met het Fiat Servicenetwerk.
119)Vervang een zekering nooit door een exemplaar met een grotere stroomsterkte (ampère); BRANDGEVAAR. Als een hoofdzekering
(MEGA-FUSE, MIDIFUSE) doorbrandt, neem dan contact op met het Fiat Servicenetwerk. Controleer voordat een zekering wordt vervangen,
of de contactsleutel verwijderd is en of alle stroomverbruikers uitstaan en/of zijn ontkoppeld.
120)Als een hoofdzekering voor veiligheidsinrichtingen (airbagsysteem, remsysteem), motorsystemen (motor, versnellingsbak) of
stuurinrichting doorbrandt, neem dan contact op met het Fiat Servicenetwerk.
145
ALFABETISCH
REGISTER
A
anhangers trekken...............133
ABS ................................85
Achterdeuren.......................16
Achterlichtunits....................139
Achterruitsproeier...................35
Achterruitwisser..................34-35
Achteruitkijkspiegels.................29
Actieve veiligheidssystemen..........85
Afmetingen........................197
Afsluitsysteem
brandstoftoevoer................156
Alarmknipperlichten................135
ASR-systeem.......................87
Automatische klimaatregeling........41
Bagageruimte......................45
Banden............................193
Bandenspanning...................196
Belangrijke opmerkingen...........112
Beschermingssystemen
inzittenden.......................89
Bevestiging van het sleepoog.......157
Binnenlampen vervangen...........141
Binnenspiegel.......................29
Bougies (type).....................190
Brandstofverbruik..................214
Buitenspiegels......................29
Buitenverlichting.....................30
Chassisnummer...................188
CO2-emissie.......................229
Comfort-Matic/
Dualogic-versnellingsbak.........119
Cruise-control......................126
Dagrijlichten........................30
Dashboard en
instrumentenpaneel...............55
De accu opladen...................183
De auto parkeren..................117
De gestarte motor opwarmen.......115
De motor afzetten..................116
De motor starten...................115
Dead Lock-systeem.................11
Derde remlicht.....................140
Digitaal display......................57
Bedieningsknoppen.............57
Setup menu.....................57
Dimlicht........................30-138
Een lamp vervangen...............135
Een wiel vervangen.................147
Elektrische ruitbediening.............43
ESC-systeem.......................86
Fiat CODE systeem.................13
Follow Me Home....................31
Follow Me Home-systeem...........31
Frontairbag bestuurderszijde........107
Frontairbag passagierszijde.........107
Frontairbags.......................106
Gebruik van de versnellingsbak. . . .118
Gebruik van het voertuig onder
zware omstandigheden..........171
Geprogrammeerd onderhoud.......160
Gewichten en belastingen..........203
Gordelspanners.....................93
Grootlicht......................31-139
Handbediende klimaatregeling......39
Handmatige uitschakeling van
de frontairbag en de zijairbag
voor de bescherming van
borst/hoofd aan
passagierszijde..................108
Handrem..........................116
Het voertuig opkrikken.............157
Hill Holder-systeem..................87
Hoofdsteunen.......................27
Identificatiegegevens...............188
Identificatieplaatje
carrosserielak...................188
Inbouwvoorbereiding
Isofix-kinderzitje...................99
Interieurverlichting...................32
Kentekenplaatverlichting
(voor hatchbackversies)..........140
Kentekenplaatverlichting (voor
versies met zijdeuren)............141
Kinderen veilig vervoeren............95
kinderzitjes.....................101
Kinderslot...........................15
Vloeistof voor ruitensproeiers/
achterruitsproeier................181
Vloeistoffen en smeermiddelen......209
Voorbank...........................23
Wielen............................193
Wielen en banden..................186
Zekeringen op bedradingskast
in passagierscompartiment.......143
Zekeringen regeleenheid
motorruimte.....................142
Zekeringen vervangen..............142
Zijairbag...........................111
Zijairbags..........................111
Zijdeuren............................14