KENNISMAKING MET HET
INSTRUMENTENPANEEL
In dit deel van het instructieboek vindt u
alle informatie die u nodig hebt om het
instrumentenpaneel goed te begrijpen,
te interpreteren en te gebruiken.DASHBOARD EN
INSTRUMENTENPANEEL ............... 55
DIGITALE DISPLAY ......................... 57
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY ....... 58
TRIP COMPUTER ........................... 60
LAMPJES EN BERICHTEN ............. 62
-REMVLOEISTOF LAAG / HANDREM
GEACTIVEERD / LAGE
VACUÜMDRUK
REMBEKRACHTIGING ........................ 62
-STORING EBD ................................... 64
-STORING AIRBAGSYSTEEM ............. 64
-GORDELVERKLIKKER ....................... 65
-STORING COMFORT-MATIC- /
DUALOGIC™-VERSNELLINGSBAK ... 65
-TE HOGE
KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR ....... 66
-LAADSTROOM ACCU
ONVOLDOENDE ................................. 66
-MOTOROLIEDRUK TE LAAG ............. 67
-MOTOROLIE VERSLECHTERD .......... 67
-MOTOROLIEPEIL TE LAAG................ 68
-PORTIER OPEN ................................. 68
-STORING
INSPUIT-/EOBD-SYSTEEM ................. 70
-STORING ABS ................................... 71
-BRANDSTOFRESERVE...................... 71
-STORING VOORGLOEIBOUGIES/-
VOORGLOEISYSTEEM ....................... 72
-WATER IN HET DIESELFILTER ........... 72
-STORING STARTBLOKKERING -
FIAT CODE .......................................... 73
-MISTACHTERLICHTEN ...................... 73
-INDICATIE AANVULLENDE
STORING ............................................ 74-DPF (ROETFILTER) WORDT
SCHOONGEMAAKT ............................ 75
-REMBLOKSLIJTAGE .......................... 76
-ASR-SYSTEEM UITGESCHAKELD .... 77
-INSCHAKELING TRACTION PLUS
SYSTEEM............................................ 77
-TPMS................................................. 78
-STORING PARKEERSENSOR ............ 78
-STORING START&STOP SYSTEEM ... 79
-DIMLICHT .......................................... 80
-FOLLOW ME HOME .......................... 80
-RICHTINGAANWIJZER LINKS............ 80
-RICHTINGAANWIJZER RECHTS........ 80
-MISTLAMPEN .................................... 80
-CRUISE CONTROL ............................ 81
-GROOTLICHT .................................... 81
-STORING CNG-SYSTEEM ................. 81
54
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
km x 1000 30 60 90 120 150 180
Jaren 2 4 6 8 10 12
Motorolie verversen en oliefilter vervangen (2)●●●●●●
Bougie vervangen (3)●●●●●●
De getande distributieriem vervangen (4)●
Aandrijfriem(en) hulporganen vervangen (4)●
Luchtfilterelement vervangen (5)●●●●●●
Remvloeistof vervangen (of elke 24 maanden)●●●
Het interieurfilter vervangen (of elke 24 maanden) (5)●●●●●●
(2) Als het voertuig jaarlijks minder dan 10.000 km rijdt, moeten de motorolie en het filter iedere 12 maanden vervangen worden. Motorolie en oliefilter elke 12
maanden vervangen als met het voertuig in stoffige omgevingen wordt gereden. Voor Natural Power-versies: in ieder geval elke twee jaar verversen.
(3) Voor 1.4 Turbo benzineversies zijn de volgende zaken zijn van vitaal belang om de correcte werking te verzekeren en om ernstige schade aan de motor te
voorkomen: gebruik uitsluitend bougies die speciaal gecertificeerd zijn voor deze motoren; alle bougies moeten van hetzelfde type en merk zijn (ziede paragraaf
“Motor” in het hoofdstuk “Technische gegevens”); houd u strikt aan de vervangingsintervallen die vermeld zijn in het Geprogrammeerde Onderhoudsschema; het
is raadzaam om de bougies te laten vervangen bij een Fiat Servicepunt.
(4) Ongeacht de kilometerstand moet de distributieriem bij zware bedrijfsomstandigheden (koud klimaat, gebruik in de stad, langdurig stationair draaien) iedere 4
jaar worden vervangen of in elk geval iedere 5 jaar.
(5) Als het voertuig gebruikt wordt in stoffige omgevingen, moet dit filter om de 15.000 km vervangen worden.
163
km x 1000 30 60 90 120 150 180
Jaren 2 4 6 8 10 12
Stand en conditie van wisrubbers van ruitenwissers voor/achter
(waar voorzien) controleren●●●●●●
Werking van de ruitenwisser/ruitensproeier controleren en
sproeiers afstellen●●●●●●
Slot van motorkap op aanwezigheid van vuil controleren,
schoonmaken en mechanismen smeren●●●●●●
Controleren of de onderste rails van de zijschuifdeuren schoon zijn
(of elke 6 maanden)●●●●●●
Slag van handrem controleren en zo nodig afstellen●●●●●●
Conditie en slijtage remblokken van schijfremmen voor
controleren en de werking van remblokslijtagesensor controleren●●●●●●
Remvoeringen van trommelremmen achter op conditie en slijtage
controleren●●●
Conditie van aandrijfriem(en) hulporganen visueel controleren●●
De spanning controleren van aandrijfriem van hulporganen
(uitvoeringen zonder automatische riemspanner)●●
Ververs de motorolie en vervang het oliefilter (of elke 24 maanden)●●●●●●
Getande distributieriem vervangen (1.6 MultiJet-versie) (2)●
Aandrijfriem(en) hulporganen vervangen●
(2) Ongeacht de kilometerstand moet de distributieriem bij zware bedrijfsomstandigheden (koud klimaat, gebruik in de stad, langdurig stationair draaien) iedere 4
jaar worden vervangen of in elk geval iedere 5 jaar.
166
ONDERHOUD EN ZORG
km x 1000 35 70 105 140 175
Jaren246810
Controle peil en bijvullen transmissie-olie voor hydraulisch
bedieningssysteem van koppeling (1.6 Multijet 90 pk met
Comfort-matic- enDualogic™-versnellingsbak)●●●●●
Motorolie verversen en oliefilter vervangen (versies met DPF)(2)
Verversing van de vloeistof voor hydraulisch bedieningssysteem
van koppeling (of elke 24 maanden) (1.6 Multijet 90 pk-versies
met Comfort-matic- enDualogic™-versnellingsbak)●●
Getande distributieriem vervangen (versie 1.6 MultiJet - 2.0
MultiJet) (3)●
Aandrijfriem(en) hulporganen vervangen●
Brandstoffilterelement vervangen (4)●●
Luchtfilterelement vervangen●●●●●
Remvloeistof vervangen (of elke 24 maanden)●●
Het interieurfilter vervangen (of elke 24 maanden)●●●●●
(2) Het werkelijke interval voor de vervanging van de olie en het motoroliefilter is afhankelijk van de gebruikscondities van het voertuig en wordt aangegeven met een
waarschuwingslampje of een melding (indien aanwezig) op het instrumentenpaneel (zie hoofdstuk "Lampjes en meldingen") Het mag echter nooit meer dan24
maanden bedragen. Als het voertuig overwegend in stadsverkeer gebruikt wordt, dan moeten de motorolie en het oliefilter elke 12 maanden vervangen worden.
(3) Ongeacht de kilometerstand moet de distributieriem bij zware bedrijfsomstandigheden (koud klimaat, gebruik in de stad, langdurig stationair draaien) iedere 4
jaar worden vervangen of in elk geval iedere 5 jaar.
(4) Als met het voertuig brandstof wordt getankt van een kwaliteit die niet voldoet aan de relevante Europese specificatie, moet dit filter iedere 35.000 km vervangen
worden
170
ONDERHOUD EN ZORG
PERIODIEKE
CONTROLES
Elke 1.000 km of vóór een lange reis
controleren en eventueel bijvullen:
niveau motorkoelvloeistof;
remvloeistofpeil;
ruitensproeiervloeistofpeil;
conditie en bandenspanning;
werking verlichting (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten,
etc.);
werking ruitenwissers/-sproeiers en
stand/slijtage wisserbladen voor/achter
(voor bepaalde versies/markten);
Elke 3.000 km controleren en eventueel
bijvullen: motorolieniveau.
GEBRUIK VAN HET
VOERTUIG ONDER
ZWARE
OMSTANDIGHEDEN
Als het voertuig voornamelijk gebruikt
wordt onder de volgende
omstandigheden:
het trekken van aanhanger of
caravan;
het rijden op stoffige wegen;
talrijke korte ritten (minder dan 7-8
km) en bij buitentemperaturen onder
het vriespunt;
vaak stationair lopende motor of
lange afstanden op lage snelheden of
als het voertuig langdurig niet gebruikt
wordt;
moeten de volgende controles vaker
worden uitgevoerd dan aangegeven in
het Geprogrammeerd
onderhoudsschema:
remblokken van schijfremmen voor
op conditie en slijtage controleren;
sloten van motorkap en achterklep
op aanwezigheid van vuil controleren,
mechanismen reinigen en smeren;
visueel de toestand controleren van:
motor, versnellingsbak, transmissie,
slangen en leidingen (uitlaat, brandstof-
en remsysteem) en rubber elementen
(hoezen, balgen, bussen enz.);
laadtoestand accu en niveau
accuvloeistof (elektrolyt) controleren;
visueel de conditie van de
hulpaandrijfriemen inspecteren;
motorolie en oliefilter controleren en
zo nodig vervangen;
pollenfilter controleren en zo nodig
vervangen;
luchtfilterelement om de 15.000 km
vervangen.
171
Wij, die uw auto hebben bedacht, ontworpen en gebouwd, kennen daarvan werkelijk elk detail en onderdeel.
In de erkende Fiat Service garagesvindt u technici die rechtstreeks door ons zijn opgeleid die kwaliteit
en professionaliteit bieden voor alle onderhoudswerkzaamheden.
De Fiat garages staan altijd tot uw beschikking voor het periodieke onderhoud, de seizoenscontroles
en voor praktische adviezen van onze deskundigen.
Met de Originele Vervangingsonderdelen gedistribueerd door MOPAR
®, worden de kenmerken
van betrouwbaarheid, comfort en prestaties, waarvoor u uw nieuwe voertuig gekozen heeft,
in de loop van de tijd in stand gehouden.
Vraag altijd om Originele Onderdelen van de componenten die wij gebruiken om onze auto’s te bouwen en
die wij u aanbevelen omdat die het resultaat zijn van ons engagement bij de research en de ontwikkeling
van steeds innovatievere technologieën.
Vertrouw om al deze redenen op Origenele Onderdelen:
de enige die speciaal door FCA voor uw auto ontworpen zijn.
WAAROM KIEZEN VOOR
ORIGINELE ONDERDELEN
VEILIGHEID:
REMSYSTEEMECOLOGIE: ROETFILTERS,
ONDERHOUD AIRCONDITIONINGCOMFORT: WIELOPHANGING
EN RUITENWISSERS PERFORMANCE: BOUGIES, INSPUIT-
VENTIELEN EN ACCU'SLINEACCESSORI:
STANGEN IMPERIAAL, VELGEN