Belangrijkste
veiligheidsvoorschriften
voor het vervoeren van
kinderen:
monteer de kinderzitjes op de
achterbank, omdat die plaats bij een
ongeval de meeste bescherming biedt;
indien u de passagiersairbag moet
deactiveren, controleer dan altijd of
die daadwerkelijk is gedeactiveerd door
te controleren of het
waarschuwingslampje continu
brandt, hetzij alleen of in het SBR-
systeem (voor bepaalde versies, waar
voorzien);
volg de aanwijzingen, die de
producent verplicht bij het kinderzitje
moet leveren, zorgvuldig op. Bewaar
deze aanwijzingen samen met de
overige documenten en dit
instructieboek in het voertuig. Installeer
geen gebruikte kinderzitjes waarvan
de gebruiksaanwijzingen ontbreken;
controleer of de gordel goed is
vastgemaakt door eraan te trekken;
elk kinderzitje is bedoeld voor
slechts één kind: vervoer nooit twee
kinderen in één zitje;
controleer altijd of de
veiligheidsgordel niet langs de nek van
het kind loopt;
controleer tijdens het rijden dat het
kind geen verkeerde houding aanneemt
of de gordels losmaakt;
vervoer kinderen nooit op schoot,
ook geen pasgeborenen. Niemand is in
staat om een kind vast te houden bij
een ongeval.
Als de auto betrokken is geweest bij
een aanrijding, vervang het kinderzitje
dan door een nieuwe. Bovendien,
en afhankelijk van het type kinderzitje
dat geïnstalleerd is, moeten de
Isofix-verankeringen of de
veiligheidsgordel waarmee het
kinderzitje vastzat ook worden
vervangen.
De achterste hoofdsteun kan zo
nodig verwijderd worden om een
kinderzitje te monteren. De hoofdsteun
moet altijd in de auto aanwezig zijn
en worden aangebracht als de stoel
door een volwassen passagier wordt
gebruikt of als een kind in een zitje
zonder rugleuning zit.
68) 69) 70) 71) 72) 73) 74) 75)
BELANGRIJK
67)Monteer het kinderzitje alleen bij
stilstaand voertuig. Het kinderzitje is op de
juiste wijze aan de bevestigingsbeugels
bevestigd als de vergrendeling hoorbaar
vastklikt. De instructies voor montage,
demontage en plaatsing moeten in elk
geval worden opgevolgd. De fabrikant van
het kinderzitje is verplicht deze instructies
bij het kinderzitje te leveren.
68)Plaats NOOIT een kinderzitje tegen de
rijrichting in op de passagiersstoel van
auto's met een actieve passagiersairbag.
Schakel altijd de passagiersairbag uit
als een kinderzitje tegen de rijrichting in
gemonteerd wordt op de voorste
passagiersstoel.
69)Op de zonneklep is een etiket met
symbolen aangebracht dat eraan herinnert
dat de airbag verplicht uitgeschakeld
moet worden als een tegen de rijrichting in
gemonteerd kinderzitje op de voorstoel
wordt gemonteerd. Neem altijd de
aanwijzingen op de zonneklep aan
passagierszijde in acht (zie de paragraaf
"Airbags").
70)Verplaats de voorste passagiersstoel of
de achterbank niet als er een kind op zit
of als het kind in een geschikt kinderzitje zit.
105
71)Onjuiste montage van het kinderzitje
kan ertoe leiden dat het
beschermingssysteem inefficiënt wordt. Bij
een ongeval kan het kinderzitje loskomen
en kan het kind zelfs dodelijk gewond
raken. Houd u, bij het monteren van
kinderzitjes voor pasgeborenen of kinderen,
strikt aan de aanwijzingen van de
Fabrikant.
72)Wanneer het kinderzitje niet in gebruik
is, zet het dan vast met de
veiligheidsgordel of met de ISOFIX-
bevestigingen, of verwijder het uit de auto.
Laat het kinderzitje niet los in het interieur
liggen. Op die manier kan het geen letsel bij
de inzittenden veroorzaken, als er
plotseling moet worden geremd of in geval
van een ongeval.
73)Verplaats de stoel niet als er een
kinderzitje is geplaatst: verwijder altijd eerst
het kinderzitje alvorens de stoel anders in
te stellen.
74)Zorg er altijd voor dat het diagonale
gedeelte van de veiligheidsgordel niet
onder de armen door of achter de rug van
het kind langs loopt. Bij een ongeval zal
de veiligheidsgordel het kind niet vast
kunnen houden, met het risico van zelfs
dodelijk letsel. Daarom moet het kind
de veiligheidsgordel altijd correct
omleggen.
75)Gebruik één onderste verankeringspunt
niet voor de installatie van meer dan één
kinderzitje.76)Als een universeel ISOFIX-kinderzitje
niet aan alle drie de verankeringspunten is
vastgemaakt, zal het kinderzitje het kind
niet goed kunnen beschermen. In geval
van een ongeval zou het kind ernstig
gewond kunnen raken of zelfs kunnen
overlijden.FRONTAIRBAGS
Het voertuig is uitgerust met een
frontairbag voor de bestuurder en, voor
bepaalde versies/markten, waar
voorzien, een frontairbag voor de
passagier.
FRONTAIRBAGS
De frontairbags voor bestuurder en
passagier (voor bepaalde versies/
markten, waar voorzien) zijn ontworpen
om de inzittenden voorin te
beschermen bij middelzware en zware
frontale botsingen, door de airbag
tussen de inzittende en het stuurwiel of
het dashboard op te blazen.
Als de airbags niet worden opgeblazen
bij andere soorten botsingen (botsingen
opzij, achterop, over de kop slaan,
enz.), wijst dit niet op een storing van
het systeem.
In geval van een frontale botsing wordt
de airbag opgeblazen door een
elektronische regeleenheid.
Het kussen blaast onmiddellijk op
tussen de inzittende voorin en
het stuurwiel of het dashboard,
waardoor het lichaam van de inzittende
wordt opgevangen en de kans op
verwondingen wordt beperkt. Na het
opblazen loopt de airbag ook direct
weer leeg.
106
VEILIGHEID
ALFABETISCH
REGISTER
A
anhangers trekken...............133
ABS ................................85
Achterdeuren.......................16
Achterlichtunits....................139
Achterruitsproeier...................35
Achterruitwisser..................34-35
Achteruitkijkspiegels.................29
Actieve veiligheidssystemen..........85
Afmetingen........................197
Afsluitsysteem
brandstoftoevoer................156
Alarmknipperlichten................135
ASR-systeem.......................87
Automatische klimaatregeling........41
Bagageruimte......................45
Banden............................193
Bandenspanning...................196
Belangrijke opmerkingen...........112
Beschermingssystemen
inzittenden.......................89
Bevestiging van het sleepoog.......157
Binnenlampen vervangen...........141
Binnenspiegel.......................29
Bougies (type).....................190
Brandstofverbruik..................214
Buitenspiegels......................29
Buitenverlichting.....................30
Chassisnummer...................188
CO2-emissie.......................229
Comfort-Matic/
Dualogic-versnellingsbak.........119
Cruise-control......................126
Dagrijlichten........................30
Dashboard en
instrumentenpaneel...............55
De accu opladen...................183
De auto parkeren..................117
De gestarte motor opwarmen.......115
De motor afzetten..................116
De motor starten...................115
Dead Lock-systeem.................11
Derde remlicht.....................140
Digitaal display......................57
Bedieningsknoppen.............57
Setup menu.....................57
Dimlicht........................30-138
Een lamp vervangen...............135
Een wiel vervangen.................147
Elektrische ruitbediening.............43
ESC-systeem.......................86
Fiat CODE systeem.................13
Follow Me Home....................31
Follow Me Home-systeem...........31
Frontairbag bestuurderszijde........107
Frontairbag passagierszijde.........107
Frontairbags.......................106
Gebruik van de versnellingsbak. . . .118
Gebruik van het voertuig onder
zware omstandigheden..........171
Geprogrammeerd onderhoud.......160
Gewichten en belastingen..........203
Gordelspanners.....................93
Grootlicht......................31-139
Handbediende klimaatregeling......39
Handmatige uitschakeling van
de frontairbag en de zijairbag
voor de bescherming van
borst/hoofd aan
passagierszijde..................108
Handrem..........................116
Het voertuig opkrikken.............157
Hill Holder-systeem..................87
Hoofdsteunen.......................27
Identificatiegegevens...............188
Identificatieplaatje
carrosserielak...................188
Inbouwvoorbereiding
Isofix-kinderzitje...................99
Interieurverlichting...................32
Kentekenplaatverlichting
(voor hatchbackversies)..........140
Kentekenplaatverlichting (voor
versies met zijdeuren)............141
Kinderen veilig vervoeren............95
kinderzitjes.....................101
Kinderslot...........................15
Kinderzitjes (geschikt voor
gebruik)..........................97
Koplampen.........................49
Koplampsproeiers...................35
Koplampunits......................138
Krachtbegrenzers...................93
Lamp buitenverlichting
vervangen.......................138
Lampjes en berichten................62
Markering cilinder.................189
Mistachterlichten....................31
Mistlampen........................139
Mistvoorlichten......................31
Montage universeel
Isofix-kinderzitje.................101
Motor
technische gegevens...........190
Motorcode.........................189
Motorkap...........................44
Motorkoelvloeistof..................181
Motorolie..........................181
Motorruimte.......................172
MSR-systeem.......................88
Multifunctioneel display..............58
Bedieningsknoppen.............58
Multifunctioneel display
Setup menu.....................59
Noodstart....................116-155
Officiële typegoedkeuringen........267Onderhoud van de
veiligheidsgordels.................94
Onderhoudsschema...............161
Parkeersensoren..................128
Plafondverlichting voorin............141
Portieren............................14
Prestaties..........................212
Procedure voor benzineversies......115
Regelmatige controles.............171
Remvloeistof.......................182
Richtingaanwijzers..............31-138
Richtlijnen voor de behandeling
van het voertuig aan het einde
van de levensduur..............240
Rollend starten.....................155
Ruitensproeier.......................34
Ruitenwisser........................34
Ruitenwisser / achterruitwisser
(vervangen)......................185
SBR-systeem......................91
Scheidingswanden..................25
Slepen van het voertuig............157
Sleutels.............................10
Mechanische sleutel.............10
Sleutel met
afstandsbediening...............10
Sneeuwkettingen..................186
Snelle bandenreparatiekit
Fix&Go Automatic...............152Speed block.......................125
Stadslicht...........................30
Stadslichten.......................138
Start&Stop-systeem................121
Starten met hulpaccu..............155
Startinrichting.......................12
Stoelen.............................18
Achterbank.....................20
Bestuurdersstoel................18
Passagiersstoel.................19
Stuurbekrachtigingsvloeistof........182
Stuurwiel............................28
Symbolen............................5
Tanken.......................130-206
Tips, bediening en algemene
informatie.......................242
TPMS.............................123
Traction Plus systeem..............128
Trip Computer.......................60
Typen lampen......................136
Uconnect 5” LIVE –
Uconnect 5” Nav LIVE...........254
Uconnect Radio....................244
Veiligheidsgordels..................89
Velgen en banden..................193
Versie met aardgassysteem
(Natural Power)...................50
Verwarming en ventilatie.............37
VIN-plaatje.........................188
ALFABETISCH REGISTER