163
Hier volgen de instructies voor een
goede zorg:
❒ vermijd het wassen met rollen en/of
borstels in autowasstraten. Gebruik
voor het wassen van het voertuig,
uitsluitend met de hand, pH-neutrale
reinigingsmiddelen; afdrogen met
een vochtige zeem.
Schuur- en/of polijstmiddelen mogen
niet gebruikt worden om het voertuig
schoon te maken.
❒ Vogelpoep moet zo snel en zo goed
mogelijk verwijderd worden, omdat
hierin bijzonder agressieve zuren
aanwezig zijn.
❒ Vermijd (indien mogelijk) om het
voertuig onder bomen te parkeren;
verwijder plantaardige harsen
onmiddellijk omdat deze, als ze
drogen, alleen verwijderd kunnen
worden met schuur- en/of
polijstmiddelen die ten zeerste
afgeraden zijn omdat ze de
karakteristieke matheid van de lak
kunnen aantasten.
❒ Gebruik geen onverdunde
ruitensproeiervloeistof om de voorruit
en achterruit te reinigen; verdun dit
met minstens 50% water.Sommige versies zijn voorzien van
exclusieve decoraties op de
buitenspiegelkappen; gebruik tijdens
het wassen geen stralen met hoge
druk of hoge temperatuur.
Versies met stickers of wrapping
4)
Ga als volgt te werk om de auto
correct te reinigen en te wassen:
❒ Vermijd het wassen met rollen en/of
borstels in autowasstraten. Gebruik
voor het wassen van het voertuig,
uitsluitend met de hand, pH-
neutrale reinigingsmiddelen;
afdrogen met een vochtige zeem.
Schuur- en/of polijstmiddelen
mogen niet gebruikt worden om het
voertuig schoon te maken.
❒ Als voor het wassen van het
voertuig hogedrukreinigers worden
gebruikt, houd dan een afstand van
minimaal 40 cm t.o.v. de
carrosserie aan om beschadiging of
aantasting te voorkomen. Onthoud
dat stagnerend water op lange
termijn de auto kan beschadigen;
❒ Was de carrosserie met een straal
met lage druk;
❒ Gebruik een spons om een licht
zeepachtige oplossing over de
carrosserie te vegen, en spoel de
spons regelmatig uit;
❒ Spoel goed af met schoon water en
droog met een luchtstraal of een
zeemleren lap. Droog de minder
zichtbare delen (bijv. randen van
portieren, motorkap,
koplampranden) zorgvuldig,
aangezien in deze zones water
makkelijker kan stagneren. De auto
moet na het wassen niet
onmiddellijk binnen gezet worden,
maar even buiten gelaten worden
zodat waterresten kunnen
verdampen.
Was de auto niet nadat deze in de zon
geparkeerd heeft gestaan.
De kunststof carrosseriedelen moeten
op dezelfde wijze als de rest van het
voertuig gewassen worden.
Parkeer de auto zo min mogelijk onder
bomen: de hars die uit de bomen
druppelt, maakt de lak mat en vergroot
de kans op roestvorming.
BELANGRIJK Vogelpoep moet
onmiddellijk en grondig worden
verwijderd omdat dit zuur bevat dat
bijzonder agressief is.
BELANGRIJKE INFORMATIE EN AANBEVELINGEN
206(GAAT DOOR)
25) PARKEERSENSOREN
• De sensor moet vrij zijn van modder, vuil, sneeuw of ijs om
het systeem te laten werken. Zorg ervoor dat ze tijdens het
reinigen niet gekrast of beschadigd worden. Vermijd het
gebruik van droge, ruwe of harde doeken. De sensoren
moeten met schoon water worden gewassen, waaraan
eventueel autoshampoo is toegevoegd.
Wanneer speciale reinigingsapparaten worden gebruikt, zoals
stoomreinigers of hogedrukreinigers, reinig dan de sensoren
zeer snel en houd de straal op minstens 10 cm afstand.
• Voor werkzaamheden aan de bumper in de buurt van de
sensoren, dient u zich uitsluitend tot het Fiat Servicenetwerk te
wenden. Werkzaamheden aan de bumper die niet goed
worden uitgevoerd, kunnen de werking van de sensoren in
gevaar brengen.
26) UITGEWERKTE MOTOROLIE
Om motorschade te voorkomen, wordt geadviseerd de
motorolie te verversen wanneer het rode
vlampje aangaat,
of het gele vlampje vast gaat branden (voor bepaalde versies/markten).
Neem contact op met het Fiat Servicenetwerk.
27) CARROSSERIE
• Vermijd het wassen met rollen en/of borstels in
autowasstraten. Gebruik voor het wassen van het voertuig,
uitsluitend met de hand, pH-neutrale reinigingsmiddelen;
afdrogen met een vochtige zeem. Schuur- en/of polijstmiddelen
mogen niet gebruikt worden om het voertuig schoon te maken.
• Vogelpoep moet zo snel en zo goed mogelijk verwijderd
worden, omdat hierin bijzonder agressieve zuren aanwezig zijn. • Vermijd (indien mogelijk) om het voertuig onder bomen te
parkeren; verwijder plantaardige harsen onmiddellijk omdat deze,
als ze drogen, alleen verwijderd kunnen worden met schuur- en/of
polijstmiddelen die ten zeerste afgeraden worden omdat ze de
karakteristieke matheid van de lak kunnen aantasten.
• Het is niet raadzaam te reinigen met een hogedrukreiniger,
mocht u er toch een gebruiken moet u een minimale afstand van
40 cm aanhouden en het water moet op kamertemperatuur zijn.
28) RUITEN
Gebruik geen onverdunde ruitensproeiervloeistof om de voor- en
achterruit te reinigen; verdun dit met minstens 50% water.
29) LPG
• De auto is uitgerust met een gasvormig LPG-inspuitsysteem dat
speciaal ontworpen is voor deze auto: daarom is het absoluut
verboden de configuratie van het systeem of de componenten
ervan te wijzigen. Het gebruik van andere componenten of
materialen zou kunnen leiden tot een slechte werking en
verminderde veiligheid; neem dus in geval van problemen altijd
contact op met het Fiat Servicenetwerk.
• Het systeem werkt bij temperaturen tussen -20°C en 100°C.
• Volg, om beschadiging aan onderdelen van het LPG-systeem te
voorkomen, wanneer het voertuig wordt gesleept of opgekrikt, de
aanwijzingen op die beschreven zijn in de paragraaf “Slepen van
het voertuig” van het Instructieboek.
• Bij gebruik van een lakoven moet de LPG-tank uit de auto
verwijderd worden en later weer gemonteerd worden door het Fiat
Servicenetwerk.
(DOORGEGAAN)
VEILIGHEID VAN HET VOERTUIG