107
GESCHIKTHEID VAN DE PASSAGIERSSTOELEN
VOOR HET GEBRUIK VAN UNIVERSELE
KINDERZITJES
De Fiat 500 voldoet aan de nieuwe Europese 2000/3/EG-richtlijn inzake de
montage van kinderzitjes op de verschillende zitplaatsen in de auto
overeenkomstig de volgende tabel:
GroepGewichts
groepVoor passagier ()
Airbag aanAirbag uitAchter passagier
Groep 0, 0+ up to 13 kg X U U
Groep 1 9-18 kg X U
Groep 2 15-25 kg U U U
Groep 3 22-36 kg U U U
U = geschikt voor kinderzitjes van de “Universele” categorie overeenkomstig de Europese EEG-
R44-norm voor de aangegeven “Groepen”.
X = Kinderzitje ongeschikt voor kinderen in deze gewichtscategorie.
(
) BELANGRIJK: Plaats NOOIT kinderzitjes achterstevoren op de voorstoel
met een ingeschakelde airbag aan passagierszijde. Schakel de respectievelijke airbag uit om een
achterstevoren gericht kinderzitje te plaatsen
(zie instructies in de paragraaf “Aanvullend veiligheidssysteem
(SRS) - Airbag”).
MONTAGE VAN EEN
ISOFIX-
KINDERZITJE 24)
Het voertuig is uitgerust met
ISOFIX-bevestigingsbeugels, een
nieuwe standaard die het monteren van
een kinderzitje snel, eenvoudig en veilig
maakt.
Met het ISOFIX-systeem kunt u het
ISOFIX-kinderzitje monteren zonder
gebruik van de veiligheidsgordels van
de auto maar door dit rechtstreeks vast
te maken aan de stoel met behulp van
de drie bevestigingspunten in de auto.
Traditionele kinderzitjes kunnen worden
geplaatst naast ISOFIX kinderzitjes op
verschillende stoelen in hetzelfde
voertuig.
VEILIGHEID
108
Om een ISOFIX kinderzitje te
installeren, deze bevestigen aan de
twee metalen bevestigingspunten
Een fig. 76, geplaatst achter het kussen
van de achterbank, waar het kussen
tegen de hoofdsteun aan komt en
gemarkeerd door het -symbool.
Verwijder dan de hoedenplank en
bevestig de bovenste riem (beschikbaar
samen met het kinderzitje) aan het
bevestigingspunt B fig. 77, achter de
hoofdsteun, onderop.
76DVDF0S227c
77DVDF0S051c
78DVDF0S049c
Ter illustratie is een Isofix Universeel-
kinderzitje voor gewichtsgroep 1
weergegeven in fig. 78.Voor andere gewichtsgroepen zijn
specifieke Isofix-kinderzitjes voorzien.
Deze kinderzitjes kunnen alleen
worden gebruikt als ze speciaal voor
deze auto ontworpen, getest en
goedgekeurd zijn (zie overzicht auto’s
met bijbehorende kinderzitje).
WAARSCHUWING De afbeelding
dient slechts ter illustratie van de
montage. Monteer het kinderzitje
overeenkomstig de aanwijzingen, die
bijgesloten moeten zijn.
OPMERKING Wanneer een universeel
ISOFIX-kinderzitje wordt gebruikt,
kunnen alleen ECE R44 “ISOFIX
Universal” (R44/03 of latere updates)
typegoedgekeurde kinderzitjes
gebruikt worden.
In het assortiment van Lineaccessori
Mopar
®is een universeel Isofix
“Duo Plus”-kinderzitje en het speciale
“G 0/1” zitje beschikbaar.
Zie het betreffende instructieboekje
voor meer informatie over de montage
en/of het gebruik van het kinderzitje.
109
GESCHIKTHEID VAN DE PASSAGIERSSTOELEN VOOR HET GEBRUIK VAN
ISOFIX KINDERZITJES
In de onderstaande tabel worden, in overeenstemming met de Europese norm ECE 16, de verschillende montagemogelijkheden
getoond voor Isofix-kinderzitjes op stoelen die zijn uitgerust met Isofix-bevestigingen.
GewichtsgroepUitrichting
kinderzitjeorientationIsofix maatklasseIsofix positie
Achter
Groep 0 tot 10 kg Achterstevoren E X
Groep 0+ tot 13 kg Achterstevoren E X
Achterstevoren D X
Achterstevoren C X
Groep 1 van 9 tot 18 kg Achterstevoren D X
Achterstevoren C X
In de rijrichting B IUF
In de rijrichting B1 IUF
In de rijrichting A IUF (*)
X: Isofix plaats niet geschikt voor Isofix-kinderzitjes in deze gewichtsgroep en/of maatklasse.
IUF: Geschikt voor in de rijrichting geplaatste Isofix kinderzitjes in de Universele categorie en typegoedgekeurd voor gebruik voor de
gewichtsgroep.
(*): Deze Isofix-plaats niet geschikt voor Isofix-kinderzitjes in deze gewichts- en/of maatklasse.
111
GewichtsgroepkinderzitjeSoort kinderzitjeInstallatie kinderzitje
++
++
Fair G0/1S
Nummer typegoedkeuring:
E4 04443718
Fiat bestelcode: 71807388 Groep 0+:
van baby’s tot 13 kg
van 40 cm tot 80 cm
Universal/ISOFIX kinderzitje. Dit mag zowel in
de rijrichting als tegen de rijrichting in
gemonteerd worden met behulp van alleen de
veiligheidsgordels van het voertuig of de
Isofix-bevestigingspunten. FCA adviseert
montage met het ISOFIX-platform
(RWF speciaal “A” type - dat apart aangeschaft
moet worden) voor montage tegen de rijrichting
in of het Isofix-platform (FWF speciaal “M”
type - dat apart aangeschaft moet worden)
voor montage in de rijrichting, de starre
hoofdsteun (die apart aangeschaft moet
worden) en de Isofix-bevestigingspunten in het
voertuig. Dit moet gemonteerd worden op de
achterstoelen aan de zijkanten.
FAIR starre hoofdsteun
Fiat bestelcode: 71807387
Fair ISOFIX RWF platform
“A” type voor G 0/1S
Fiat bestelcode: 71805368
or
Fair ISOFIX RWF platform
“M” type of G 0/1S
Fiat bestelcode: 71806374
Groep 1:
van 9 tot 18 kg
van 67 cm
tot 105 cm
VEILIGHEID
112
GewichtsgroepkinderzitjeSoort kinderzitjeInstallatie kinderzitje
Britax Römer KidFix XP
(voor bepaalde versies
markten) Groep 2:
van 15 tot 25 kg
van 95 cm tot 135 cmKan alleen naar voren gericht worden
geinstalleerd, met gebruik van de
driepuntsveiligheidsgordel en de ISOFIX-
bevestigingen, waar voorzien.Fiat beveelt
aan om dit kinderzitje te installeren met de
ISOFIX-bevestigingenvan het voertuig. Het
moet worden gemonteerd op de buitenste
achterstoelen.
Het kan alleen in de rijrichting gemonteerd
worden, met behulp van de
driepuntsveiligheidsgordel en de ISOFIX-
bevestigingen, indien aanwezig. Fiat beveelt
aan om dit kinderzitje te installeren met
de ISOFIX-bevestigingen van het voertuig.
Dit moet gemonteerd worden op de
achterstoelen aan de zijkanten.
Britax Römer KidFix XP
(voor bepaalde versies
markten) Groep 3:
van 22 tot 36 kg
van 136 cm
tot 150 cm
Het mag alleen geïnstalleerd worden in de
rijrichting met behulp van de
driepuntsveiligheidsgordels. Safety 1st Manga
E13 045072 Groep 3:
van 22 tot 36 kg
van 136 cm
tot 150 cm
113
Belangrijke aanbevelingen voor het
veilig vervoeren van kinderen
❒ Monteer kinderzitjes altijd op de
achterbank, omdat die plaats bij
een ongeval de meeste
bescherming biedt.
❒ Houd kinderen zo lang mogelijk in
kinderzitjes die tegen de rijrichting in
gemonteerd zijn, tot ze 3-4 jaar zijn.
❒ Houd kinderen zo lang mogelijk in
kinderzitjes die tegen de rijrichting in
gemonteerd zijn, tot ze 3-4 jaar zijn.
❒ Indien een kinderzitje tegen de
rijrichting in op de voorstoel is
gemonteerd, dan is het raadzaam
om het kinderzitje zo dicht mogelijk
tegen de voorstoel aan te
monteren.❒ Elk tegenhoudsysteem is bedoeld
voor slechts één kind.
❒ Controleer altijd of de gordel niet
langs de nek van het kind loopt.
❒ Controleer altijd of de gordel goed
is vastgemaakt door eraan te
trekken;
❒ Controleer tijdens het rijden of het
kind geen verkeerde houding
aanneemt of de gordels losmaakt.
❒ Laat tijdens het rijden het kind nooit
een verkeerde houding aannemen
of de gordels losmaken.
❒ Vervoer kinderen nooit op schoot,
ook geen pasgeborenen. Niemand
kan een kind vasthouden in het
geval van een ongeluk.❒ Als de auto betrokken is geweest bij
een ernstige aanrijding, vervang het
kinderzitje dan door een nieuwe.
Bovendien, en afhankelijk van het
type kinderzitje dat geïnstalleerd is,
moeten de isofix-verankeringen of
de veiligheidsgordel waarmee het
kinderzitje vastzat ook worden
vervangen.
❒ Zo nodig kan de achterste
hoofdsteun worden verwijderd om
een kinderzitje te monteren.
De hoofdsteun moet altijd geplaatst
zijn als de stoel door een
volwassene wordt gebruikt of door
een kind in een kinderzitje zonder
rugleuning.
BELANGRIJKE INFORMATIE EN AANBEVELINGEN
192
instrumentenpaneel brandt (zie “Frontairbag passagierszijde” in het
hoofdstuk “Frontairbags”). Bovendien moet de passagiersstoel zo
ver mogelijk naar achteren zijn geschoven om te voorkomen dat het
kinderzitje eventueel in aanraking komt met het dashboard.
•Aan beide zijden van de zonneklep aan passagierszijde is een etiket
aangebracht dat eraan herinnert dat de airbags verplicht
uitgeschakeld moeten worden als een naar achteren gericht
kinderzitje op de voorstoel wordt gemonteerd.
Neem altijd de aanwijzingen op de zonneklep aan passagierzijde in
acht (zie de paragraaf “Frontairbags”).
•Verplaats de voorste passagiersstoel of de achterbank niet als er
een kind op zit of als het kind in een geschikt kinderzitje zit.
24) MONTAGE ISOFIX-KINDERZITJE
•Monteer het kinderzitje overeenkomstig de aanwijzingen, die
bijgesloten moeten zijn.
•Er zijn kinderzitjes met Isofix bevestigingen beschikbaar,
waarmee het zitje veilig met de stoel verankerd kan worden zonder
de veiligheidsgordels van de auto te gebruiken. Zie voor dit type
zitjes paragraaf “Een Isofix kinderzitje monteren” in het hoofdstuk
“Veiligheid”.
•Als een universeel ISOFIX-kinderzitje niet aan alle drie de
verankeringspunten is vastgemaakt, zal het kinderzitje het kind niet
goed kunnen beschermen. In geval van een aanrijding zou het
kind ernstig gewond kunnen raken of zelfs kunnen overlijden.
•Monteer het kinderzitje alleen bij stilstaande auto. Het kinderzitje
is op de juiste wijze aan de beugels bevestigd als de vergrendeling
hoorbaar vastklikt. Volg altijd de aanwijzingen op voor montage,
demontage en plaatsing die de fabrikant van de autostoel
verplicht is mee te leveren.
(GAAT DOOR)
PERSOONLIJKE VEILIGHEID
(DOORGEGAAN)
•Voor optimale veiligheid moet de rugleuning rechtop gezet
worden, moet men goed tegen de rugleuning aanzitten en
moet de gordel goed aansluiten op de borst en het bekken.
Draag altijd veiligheidsgordels, zowel voor- als achterin!
•Travelling without wearing seat belts will increase the risk of
serious injury and even death in the event of an accident.
•Het demonteren of aanpassen van onderdelen van de
veiligheidsgordel of gordelspanner is ten strengste verboden.
Werkzaamheden aan deze onderdelen moeten worden
uitgevoerd door gekwalificeerd en bevoegd personeel. Wendt
u altijd tot het Fiat Servicenetwerk.
•Nadat een gordel aan een zware belasting is blootgesteld
(bijvoorbeeld bij een ongeval), moet de veiligheidsgordel
compleet met de verankeringen, bevestigingsbouten en de
gordelspanner worden vervangen. Ook als er geen zichtbare
schade is, kan de gordel toch verzwakt zijn.
23) KINDEREN VEILIG VERVOEREN
ERNSTIG GEVAAR: Plaats NOOIT een kinderzitje
achterstevoren op de passagiersstoel van auto’s met een
actieve passagiersairbag.
Bij een ongeval, hoe klein ook, kan de airbag ernstig letsel en
zelfs de dood van het kind tot gevolg hebben.
Het wordt geadviseerd kinderen altijd in kinderzitjes op de
achterbank te vervoeren, bij een ongeval biedt de achterbank
de meeste bescherming in geval van een botsing.
•Als een kind op de voorstoel in een tegen de rijrichting
gemonteerd kinderzitje vervoerd moet worden, dan is het
verplicht om de frontairbag aan passagierszijde uit te schakelen;
verzeker u ervan dat deze daadwerkelijk uitgeschakeld is door te
controleren of het speciale waarschuwingslampje op het
193
•Mocht het nodig zijn een kind achterstevoren in een kinderzitje
op de passagiersstoel te vervoeren, moeten de front- en
zijairbags aan de passagierszijde worden uitgeschakeld via het
hoofdmenu op het display. Uitschakeling moet worden
gecontroleerd via het waarschuwingslampje dat op het
“centrale deel van het dashboard is gaan branden. Bovendien
moet de passagiersstoel zo ver mogelijk naar achteren zijn
geschoven om te voorkomen dat het kinderzitje eventueel in
aanraking komt met het dashboard.
•Onjuiste montage van het kinderzitje kan ertoe leiden dat het
beschermingssysteem inefficiënt wordt. Bij een ongeval kan het
kinderzitje loskomen en kan het kind zelfs dodelijk gewond raken.
Houd u, bij het monteren van kinderzitjes voor pasgeborenen of
kinderen, strikt aan de aanwijzingen van de Fabrikant.
•Wanneer het kinderzitje niet in gebruik is, zet het dan vast met
de veiligheidsgordel of met de ISOFIX-bevestigingen, of verwijder
het uit het voertuig. Laat het kinderzitje niet los in het interieur
liggen. Zo kan het in geval van abrupt remmen of een ongeval
geen letsel bij de inzittenden veroorzaken.
•Verplaats de stoel niet als er een kinderzitje is geplaatst:
verwijder altijd eerst het kinderzitje alvorens de stoel anders in te
stellen.
•Zorg er altijd voor dat het borstgedeelte van de
veiligheidsgordel niet onder de armen door of achter de rug van
het kind langs loopt. Bij een ongeval zal de veiligheidsgordel het
kind niet vast kunnen houden, met het risico van zelfs dodelijk
letsel. Daarom moet het kind de veiligheidsgordel altijd correct
omleggen.
•Gebruik één onderste verankeringspunt niet voor de installatie
van meer dan één kinderzitje.25) AIR BAG
•Breng geen stickers of andere voorwerpen op het stuurwiel, op
het dashboard in de zone van de passagiersairbag, op de zijkant
van de dakbekleding en op de stoelen aan. Plaats nooit
voorwerpen (bijv. mobiele telefoons) op het dashboard aan
passagierszijde, omdat deze het correct openen van de
passagiersairbag kunnen hinderen en tevens de inzittenden
ernstig kunnen verwonden.
• ERNSTIG GEVAAR: Plaats NOOIT een kinderzitje tegen de
rijrichting in op de passagiersstoel van auto’s met een actieve
passagiersairbag.
Bij een ongeval, hoe klein ook, kan de airbag ernstig letsel en
zelfs de dood van het kind tot gevolg hebben. Het is raadzaam
kinderen altijd in kinderzitjes op de achterbank te vervoeren: bij
een ongeval biedt de achterbank de meeste bescherming.
•Plaats NOOIT een kinderzitje achterstevoren op de
passagiersstoel van auto’s met een actieve passagiersairbag. Bij
een ongeval, hoe klein ook, kan de airbag ernstig letsel en zelfs
de dood van het kind tot gevolg hebben.
•Steun niet met het hoofd, de armen of de ellebogen tegen het
portier, de ruiten of in het gebied van de Hoofdairbag om
mogelijke verwondingen tijdens het opblazen te voorkomen.
Steek nooit het hoofd, de armen of ellebogen uit het raam.
•Als de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid en het lampje
¬niet gaat branden of blijft branden tijdens het rijden, dan is er
mogelijk een storing in de veiligheidssystemen; in dat geval
kunnen de airbags of gordelspanners niet geactiveerd worden bij
een ongeval of, in een zeer beperkt aantal gevallen, op verkeerde
wijze geactiveerd worden.
Laat het systeem onmiddellijk controleren door het Fiat
Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
(GAAT DOOR)
PERSOONLIJKE VEILIGHEID
(DOORGEGAAN)