79
❒ Opties voertuig uit;
❒ Audio;
❒ Telefoon/ Bluetooth;
❒ Configur.SiriusXM
(voor bepaalde versies/markten);
❒ Configuratie Radio;
❒ Instellingen resetten;
❒ Persoonl. gegevens wissen.
Navigatie
(alleen Uconnect™ 5”
HD Nav LIVE)
Een route plannen
WAARSCHUWING In het belang van
de veiligheid en om afleiding tijdens het
rijden te beperken, kunt u het beste
altijd uw route plannen voordat u op
weg gaat.
Druk op de knop "Nav" om de kaart
voor navigatie weer te geven op het
display.
Ga als volgt te werk om een route te
plannen:
❒ tik op het scherm om het
Hoofdmenu te openen;
❒ Tik op “Navigeren naar”.
❒ Tik op “Adres”. U kunt de land- of
provincie-instelling wijzigen door de
vlag aan te raken voordat u een
stad selecteert.❒ Voer de naam of de postcode van
de plaats in. Tijdens het typen
worden plaatsen met vergelijkbare
namen in de lijst weergegeven.
❒ Voer de straatnaam in. TTijdens het
typen worden plaatsen met
vergelijkbare namen in de lijst
weergegeven.
Raak de gevraagde straat aan om
de bestemming te selecteren
wanneer deze in de lijst verschijnt.
❒ Voer het huisnummer in en raak
dan “Gereed” aan.
❒ Als de optie “Toon
locatievoorbeeld” in het menu
“Geavanceerde instellingen” actief
is, wordt uw positie op de kaart
aangegeven. Tik op “Selecteer” om
door te gaan of op “Terug” om een
ander adres in te voeren.
❒ Wanneer de nieuwe route wordt
weergegeven, tikt u op “Gereed”.
Voor nadere informatie over de
route tikt u op “Details”.
Als u uw route wilt wijzigen,
bijvoorbeeld als u via een bepaalde
locatie wilt reizen of een nieuwe
bestemming wilt selecteren, tik dan
op “Wijzig route”.
U wordt dan naar uw bestemming
geleid aan de hand van gesproken
instructies en aanwijzingen op het
scherm.OPMERKING: Het volume van het
navigatiesysteem kan alleen worden
aangepast tijdens de navigatie als er
gesproken aanwijzingen zijn
ingeschakeld.
De kaart updaten
De kaart kan op twee manieren
worden geüpdatet:
❒ Garantie meest recente kaarten: als
er een nieuwe kaart beschikbaar
komt binnen 90 dagen na het
eerste gebruik, kan deze eenmaal
gratis gedownload worden.
❒ Update van kaart: het is mogelijk
een nieuwe versie van de op het
systeem geïnstalleerde kaart aan te
schaffen.
Om de beschikbaarheid te controleren
of een kaart aan te schaffen, ervoor
zorgen dat u een USB-apparaat heeft
voorbereid en TomTom HOME op uw
computer heeft geïnstalleerd.
85
KnopFunctiesModus
Radio Toegang tot Radiomodus Kort indrukken
Media Bronselectie: USB, AUX (waar aanwezig), Bluetooth® Druk op grafische knop
Telefoon Toon Telefoongegevens Druk op grafische knop
Uconnect™ Toegang tot de systeemfuncties Druk op grafische knop
(Audio, Media, Telefoon, Radio, etc)
Nav (*) Toegang tot Navigatiefunctie Druk op grafische knop
Instellingen Toegang tot instellingenmenu Druk op grafische knop
Trip Toegang tot Trip menu Druk op grafische knop
(*) AlleenUconnect™7” HD Nav LIVE versies
OVERZICHTSTABEL DISPLAY-KNOPPEN
KENNISMAKING MET DE AUTO
88
Het systeem
in-/uitschakelen
Het systeem wordt in-/uitgeschakeld
door het indrukken van de g
toets/knop.
Draai de toets/knop respectievelijk
rechtsom/linksom om het radiovolume
te verhogen/verlagen. De elektronische
volumeregeling kan continu (360°) in
beide richtingen, zonder stopposities,
worden gedraaid.
Radiomodus
Nadat het gewenste radiostation is
gekozen, wordt de volgende informatie
op het display weergegeven:
Bovenaan: de lijst van opgeslagen
(voorkeuzes) radiostations wordt
weergegeven; het station dat
momenteel beluisterd wordt, is
gemarkeerd.
In het midden: weergave van de
naam van het huidige radiostation en
de toetsen om het vorige of het
volgende radiostation te selecteren.
Links: de knoppen “AM”, “FM” en
“DAB” om de gewenste
frequentieband te selecteren (knop is
herconfigureerbaar afhankelijk van de
geselecteerde band: AM, FM of DAB);Rechts: de volgende knoppen:
❒ “Info”: aanvullende informatie over
de beluisterde bron;
❒ “Kaart”: navigatie met
kaartweergave (alleen versies met
Uconnect™ 7” HD
Nav LIVE).
Onderaan: weergave van de volgende
toetsen:
❒ “Bladeren”: lijst van beschikbare
radiostations;
❒
÷/ ˜: selectie van het
volgende/vorige radiostation;
❒ “Afstemm.”: handmatige
afstemming op het radiostation;
❒ “Audio”: togang tot het
❒ “Audio-instellingen” scherm.
Audiomenu
Om toegang te krijgen tot het “Audio”
menu, op de toets “Audio” drukken
aan de onderkant van het display.
Via het menu “Audio” kunnen de
volgende regelingen worden gemaakt:
❒ “Balans & Fade” (om audiobalans
rechts/links en voor/achter te
regelen); ❒ “Equalizer” (waar aanwezig);
❒ “Snelheidsafh. volumeregeling”
(automatische,
snelheidsafhankelijke
volumeregeling);
❒ “Loudness” (waar aanwezig);
❒ "AUX Volume Offset" (waar
aanwezig) (uit in de radiomodus,
kan alleen worden geselecteerd als
de AUX-bron actief is);
❒ “AutoPlay-functie”;
❒ “Auto-On Radio”;
Media-modus
Druk op de knop Media om de
gewenste audiobron onder de
beschikbare bronnen te selecteren:
USB, Bluetooth®, AUX (waar
aanwezig).
BELANGRIJK Applicaties die gebruikt
worden op draagbare apparaten
kunnen mogelijk niet compatibel zijn
met het Uconnect™systeem.
Nadat de media-modus is
geselecteerd, wordt de volgende
informatie op het display weergegeven:
89
In bovenste deel: informatie over het
nummer dat wordt afgespeeld en de
volgende grafische knoppen:
❒ “Herhalen”: het huidige nummer
opnieuw afspelen;
❒ “Shuffle”: de nummers in
willekeurige volgorde afspelen.
In het midden: informatie over het
nummer dat wordt afgespeeld.
Links: de volgende knoppen:
❒ Geselecteerd apparaat of
audiobron;
❒ “Bron selecteren”: de gewenste
audiobron selecteren.
Rechts: de volgende knoppen:
❒ “Info”: aanvullende informatie over
het nummer dat wordt afgespeeld;
❒ “Tracks”: een lijst met de
beschikbare tracks of nummers.
❒ “Kaart”: navigatie met
kaartweergave (alleen versies met
Uconnect™7” HD Nav LIVE).
Onderaan: informatie over het
nummer dat wordt afgespeeld en de
volgende grafische knoppen:Actief apparaat of audiobron;
❒
÷/ ˜: vorig/volgend nummer
selecteren;
❒
II: het afgespeelde nummer
pauzeren;
❒ “Audio”: toegang tot het scherm
“Audio-instellingen”.
Nummer selecteren
Met de “Tracks”-functie kunt u een
venster openen met de lijst van
nummers die afgespeeld worden.
De beschikbare keuzes hangen af van
het apparaat dat aangesloten is.
Bij een USB-apparaat kunt u
bijvoorbeeld de SCROLL TUNE knop
gebruiken om door de lijst beschikbare
artiesten, genres en albums te
bladeren, afhankelijk van de informatie
die aanwezig is op de nummers met
behulp van de toets/knop
SCROLL TUNE.
OPMERKING Deze knop kan voor
bepaalde Apple®-apparaten
uitgeschakeld zijn.
Draai aan de toets/knop om de
gewenste categorie te kiezen en druk
er vervolgens op om de keuze te
bevestigen.OPMERKING De toets "Tracks" staat
geen enkele handeling op het AUX-
apparaat toe (waar aanwezig).
OPMERKING De indexeringstijd van
een USB-apparaat kan variëren op
basis van het ingebrachte medium (in
sommige gevallen kan dit enkele
minuten duren).
Bluetooth® BRON
Deze functie wordt geactiveerd door
een Bluetooth®-apparaat met
muziekstukken aan het systeem te
koppelen.
EEN Bluetooth®
AUDIOAPPARAAT
KOPPELEN
Ga als volgt te werk om een
Bluetooth®audioapparaat te
koppelen:
❒ schakel de functie Bluetooth®in
op het apparaat;
❒ druk op de knop “Media” op het
display;
❒ druk op de knop “Bron selecteren”;
❒ selecteer de mediabron
Bluetooth®;
❒ druk op de grafische knop “Toestel
toev.”;
KENNISMAKING MET DE AUTO
90
❒ zoek naarUconnect™op het
Bluetooth®audio-apparaat
(tijdens de koppelingsfase verschijnt
op het scherm de voortgang van
het proces);
❒ voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt
getoond op het display van het
systeem of bevestig de op het
apparaat getoonde PIN;
❒ wanneer de koppelingsprocedure
met succes is voltooid, wordt de
gebruiker gevraagd “Deze uw
favoriet maken”?. Als “Ja” wordt
geselecteerd als antwoord op de
vraag, wordt het Bluetooth®
apparaat geregistreerd als favoriet
(het apparaat zal voorrang hebben
op de andere toestellen die later
gekoppeld zijn). Als "Nee" wordt
geselecteerd, wordt de prioriteit op
basis van de volgorde van
verbinding bepaald. Het laatst
verbonden apparaat heeft de
hoogste prioriteit;
❒ een audioapparaat kan ook
gekoppeld worden door te drukken
op “Telefoon” grafische knop op het
display en door het selecteren van
“Instellingen” of door in het
“Instellingen”-menu
“Telefoon/Bluetooth®” te
selecteren.BELANGRIJK als de Bluetooth®
verbinding tussen telefoon en systeem
verloren is gegaan, raadpleeg dan het
handboek van de mobiele telefoon.
OPMERKING: De radio kan het
nummer dat wordt gespeeld
veranderen door het wijzigen van het
naam-apparaat in de
Bluetoothinstellingen van de telefoon
(waar voorzien), als het apparaat is
aangesloten via USB na de
bluetoothverbinding.
USB BRON
Om de USB-modus te activeren, moet
het betreffende apparaat worden
gestoken in de USB-poort die zich op
de tunnelconsole bevindt.
Als een USB apparaat bij
ingeschakeld systeem wordt
ingebracht, zullen de nummers die op
het apparaat aanwezig zijn afgespeeld
worden.
AUX-BRON
(waar aanwezig)
Om de AUX-modus in te schakelen,
een geschikt apparaat aansluiten op
de AUX-aansluiting in het voertuig.
Als een apparaat wordt ingebracht met een
AUX-stekker, dan begint het systeem de
aangesloten AUX-bron af te spelen als
deze niet al aan het afspelen is.
Stel het volume in met de toets/knop
gop het voorpaneel of met de
volume-instelkop op het aangesloten
apparaat.
De functie "AUX Volume Offset" (waar
aanwezig) kan alleen worden
geselecteerd in de radiomodus als de
AUX-bron actief is.
BELANGRIJKDe functies van het
apparaat dat aangesloten is op het
AUX-stopcontact worden rechtstreeks
geregeld door het apparaat zelf; het is
niet mogelijk om nummer/map/playlist
te veranderen of start/einde/pauze te
bedienen met de bedieningstoetsen op
het voorpaneel of die op het stuurwiel.
Laat de kabel van uw draagbare speler
niet in de AUX-aansluiting zitten om
mogelijk geruis van de luidsprekers te
voorkomen.
TELEFOONMODUS
ACTIVERING TELEFOONMODUS
Druk op de knop “Telefoon” op het
display om de telefoonmodus in te
schakelen.
OPMERKING Als u de lijst met mobiele
telefoons en ondersteunde functies wilt
te raadplegen, gaat u naar de website
www.DriveUconnect.eu
91
❒ het telefoonnummer kiezen (met
behulp van het grafische
toetsenbord op het display);
❒ de contacten in het telefoonboek
weergeven en bellen;
❒ de contacten uit de registers van
recente gesprekken weergeven en
bellen;
❒ een maximum van 10
telefoons/audioapparaten koppelen
om de toegang en de verbinding
eenvoudiger en sneller te maken;
❒ gesprekken van het systeem naar
de mobiele telefoon en andersom
overzetten en het geluid van de
microfoon uitschakelen bij
privégesprekken.
Het geluid van de mobiele telefoon
wordt over het audiosysteem van het
voertuig uitgezonden: het systeem
schakelt automatisch het geluid van de
autoradio uit wanneer de
Telefoonfunctie wordt gebruikt.MOBIELE TELEFOON KOPPELEN
WAARSCHUWING Voer deze
handeling uit bij stilstaand voertuig en
onder veilige omstandigheden; deze
functie is uitgeschakeld wanneer het
voertuig rijdt. Hieronder wordt de
koppelingsprocedure van de mobiele
telefoon beschreven: raadpleeg in elk
geval ook de handleiding van de
mobiele telefoon.
Ga als volgt te werk voor het koppelen
van de mobiele telefoon:
❒ Schakel de Bluetooth®functie in
op de mobiele telefoon;
❒ druk op de knop “Telefoon” op het
display;
❒ als er nog geen telefoon aan het
systeem gekoppeld is, toont het
display een speciaal scherm;
❒ ga naar “Instellingen” en selecteer
"Toestel toev." om het koppelen te
starten en zoek dan naar het
Uconnect™ -toestel op de
mobiele telefoon;
❒ wanneer u gevraagd wordt door de
mobiele Telefoon, gebruik het
toetsenbord om de PIN-code in te
voeren die getoond wordt op het
systeemdisplay of bevestig de
weergegeven PIN op de mobiele
telefoon;❒ tijdens de koppelingsfase verschijnt
een scherm dat de voortgang van
het proces toont.
❒ wanneer de koppelingsprocedure
met succes is voltooid, wordt de
gebruiker gevraagd “Deze uw
favoriet maken”?. Antwoord "Ja" op
de vraag om de mobiele telefoon te
koppelen als favoriet (het apparaat
heeft voorrang op alle andere
apparaten die later worden
gekoppeld). Als geen andere
apparaten worden gekoppeld, zal
het systeem het eerst gekoppelde
apparaat als favoriet beschouwen.
OPMERKING Na het bijwerken van de
telefoonsoftware is het raadzaam voor
correcte bediening om de telefoon van
de lijst van aan de radio gekoppelde
apparaten te verwijderen, de
voorgaande koppeling van het
systeem te verwijderen ook van de
beschikbare Bluetooth®
apparatenlijst op de telefoon en deze
opnieuw te koppelen.
BELLEN
De hieronder beschreven procedures zijn
alleen toegankelijk indien ze door de
gebruikte mobiele telefoon worden
ondersteund.
Met de knoppen op het display kan
men:
KENNISMAKING MET DE AUTO
96
Apple CarPlay en Android Auto
verlaten
Als de applicatie CarPlay is
ingeschakeld, hebt u nog steeds
toegang tot de inhoud van het
Uconnect™-systeem door de
bediening te gebruiken die op het
display beschikbaar en zichtbaar is.
Om terug te keren naar de inhoud van
het Uconnect™-systeem als de
applicatie Android Auto is
ingeschakeld, moet de laatste optie op
de systeembalk van Android Auto
worden geselecteerd en daarna "Terug
naar Uconnect".
Om de sessie van Apple CarPlay of
Android Auto te beëindigen, moet de
smartphone fysiek van de
USB-aansluiting worden losgemaakt.
INSTELLINGEN
Druk op de toets Instellingen op het
display om het hoofdmenu Instellingen
weer te geven.
OPMERKING De weergegeven
menu-items hangen van de versie af.
Het menu bestaat indicatief uit de
volgende onderwerpen:
❒ Taal;
❒ Weergave;
❒ Meeteenheid;
❒ Spraakopdrachten;❒ Klok & Datum;
❒ Veiligheid & Hulp bij rijden
(voor bepaalde versies/markten);
❒ Portieren+Vergrendeling;
❒ Opties uitschakeling motor;
❒ Audio;
❒ Telefoon/Bluetooth®;
❒ Configuratie Radio;
❒ Terug naar standaardinstellingen;
❒ Persoonlijke gegevens wissen.
NAVIGATIE
(alleen Uconnect 7” HD
Nav LIVE)
Druk op de knop “Nav” om de kaart
voor navigatie weer te geven op het
display.
OPMERKING: Het volume van het
navigatiesysteem kan alleen worden
aangepast tijdens de navigatie als er
gesproken aanwijzingen zijn
ingeschakeld.
Hoofdnavigatiemenu
Tik in de navigatieweergave op de
hoofdmenuknop om het menu te
openen.
❒
“Zoek”: selecteer deze knop om te
zoeken naar een adres, een plaats of
een POI (Point Of Interest), en plan
vervolgens een route naar de locatie.
❒ Selecteer de “Huidige route” om de
geplande route te bewerken of te
verwijderen.
❒ U kunt “Mijn plaatsen” gebruiken
om een verzameling nuttige of
favoriete adressen te maken.
De volgende items zijn altijd
beschikbaar in “Mijn plaatsen”:
“Thuis” en “Recente
bestemmingen”.
❒ Selecteer de “Parkeer” knop om
parkeerplaatsen te vinden.
❒ Selecteer de “Weer” of
“Waarschuwingen voor flitsers”
knop om informatie over het weer te
krijgen om de positie van de flitsers
te zien.
OPMERKING De functies “Weer” en
“Waarschuwingen voor flitsers” zijn
alleen actief als TomTom Services is
geactiveerd. Anders wordt de knop
grijs weergegeven en is de functie niet
beschikbaar.
❒ Selecteer “Benzinestation” om
tankstations te vinden.
❒ Selecteer de grafische knop
“TomTom Services” om de
activeringsstatus te bekijken van de
volgende diensen (inschrijving
vereist): “Verkeersinformatie”,
“Flitsers”, “Weer”, “Online zoeken”.