184
Om te voorkomen dat de pedalen blijven
hangen:
-
g
ebruik uitsluitend matten die op de
bevestigingen van de auto passen;
het gebruik van deze bevestigingen is
verplicht,
-
l
eg nooit meerdere matten boven op
elkaar.
Bij gebruik van niet door CITROËN
goedgekeurde matten kunnen de
bediening van de pedalen en de werking
van de snelheidsregelaar/-begrenzer
worden gehinderd.
De door CITROËN goedgekeurde matten
zijn voorzien van twee bevestigingen
onder de stoel.
Zet het contact aan
(zonder te starten)
Het contact kan worden aangezet
door, ter wijl de elektronische sleutel
van het Keyless entry and start-
systeem zich in de auto bevindt,
zonder pedalen in te trappen op
de knop "START/STOP" te drukken.
U kunt dan ook verschillende elektrische
functies activeren (radio, verlichting enz.).
F
D
ruk op de "START/STOP"-knop:
de verlichting en lampjes van het
instrumentenpaneel gaan branden
zonder dat de motor wordt gestart.
F
D
ruk nogmaals op deze knop
om het contact af te zetten en
de auto te kunnen vergrendelen.
Als het contact aanstaat, gaat het systeem
na een bepaalde tijd automatisch over op
de eco-mode om de laadtoestand van de
accu op peil te houden.
Noodprocedure voor het starten
Als de auto de elektronische sleutel niet
herkent in het detectiegebied doordat de
batterij van de afstandsbediening leeg is, kan
de noodsleutellezer links achter het stuur wiel
worden gebruikt om de auto te starten. F
H
oud de afstandsbediening tegen de
noodsleutellezer.
F
B
lijf bij een handgeschakelde
versnellingsbak met de versnellingshendel
in neutraal, het koppelingspedaal tot op
de vloer ingetrapt houden tot de motor is
aangeslagen.
Rijden
185
F Als uw auto is uitgerust met een elektronisch gestuurde versnellingsbak, selecteer dan de stand N
en houd vervolgens het rempedaal stevig ingetrapt.
F Druk op de knop "START/ STO P ".
De motor wordt gestart.
Geforceerd afzetten van de motor
Uitsluitend in noodgevallen en bij stilstaande
auto kunt u de motor geforceerd afzetten. F
H
oud daar voor de
knop "START/STOP"
ongeveer 3
seconden
ingedrukt.
In dat geval wordt het stuurslot vergrendeld
zodra de auto stilstaat.
Afstandsbediening wordt
niet herkend
F Houd de knop "START/ STOP" ongeveer
3
seconden ingedrukt
als u de motor
geforceerd wilt afzetten
en neem vervolgens
contact op met het
CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde
werkplaats.
F
S
electeer bij een auto met een
automatische transmissie de stand P en
trap ver volgens het rempedaal stevig in.
Als de afstandsbediening zich niet meer in het
detectiegebied bevindt als u een portier sluit of
wanneer u (op een later moment) de motor wilt
afzetten, wordt een melding weergegeven op
het display van het instrumentenpaneel.
6
Rijden
189
Schakelindicator
Dit systeem geeft aan welke versnelling moet
worden ingeschakeld om het brandstofverbruik te
verminderen.
Afhankelijk van de rijomstandigheden en de
uitrusting van uw auto kan het systeem u adviseren
één of meer versnellingen op te schakelen.
U kunt deze aanwijzing opvolgen zonder de
tussenliggende versnellingen in te hoeven
schakelen.
Bij bepaalde BlueHDi-dieseluitvoeringen
met handgeschakelde versnellingsbak
kan het systeem u onder bepaalde
rijomstandigheden verzoeken om de
versnellingsbak in de neutraalstand te
zetten (weergave van de letter N op het
instrumentenpaneel), om het tijdelijk
afzetten van de motor mogelijk te maken
(STOP-fase van het Stop & Start-systeem).
Het is niet verplicht om de aanbevolen
versnellingen ook daadwerkelijk in te
schakelen.
De keuze van de optimale versnelling
hangt namelijk altijd af van de situatie
op de weg, de verkeersdrukte en de
veiligheid.
De bestuurder moet derhalve altijd
waakzaam blijven. Voorbeeld:
-
U r
ijdt in de derde versnelling.
-
U t
rapt het gaspedaal in.
De informatie wordt in de vorm van een pijl op het
instrumentenpaneel weergegeven.
Bij auto's met handgeschakelde versnellingsbak
kan naast de pijl ook de geadviseerde versnelling
worden weergegeven. Het systeem past het schakeladvies
aan de rijomstandigheden (helling,
belading van de auto enz.) en de rijstijl
van de bestuurder (veel vermogen nodig,
accelereren, remmen enz.) aan.
Het systeem zal u nooit adviseren om:
-
d
e eerste versnelling in te schakelen,
-
d
e achteruitversnelling in te schakelen.
Deze functie kan niet worden
uitgeschakeld.
-
H
et systeem kan u adviseren een hogere
versnelling in te schakelen.
6
Rijden
194
U kunt bij het selecteren van de stand P
een zwaar punt voelen.
Als de keuzeschakelaar niet in de stand P
staat, klinkt bij het openen van het
bestuurdersportier of na ongeveer
45 seconden een geluidssignaal en
verschijnt een melding op het display.
F
Z
et de keuzeschakelaar in de stand P ;
het geluidssignaal stopt en de melding
verdwijnt.
Wanneer de auto zwaar beladen is en u
deze op een steile helling parkeert, houd
dan het rempedaal ingetrapt , selecteer
de stand P , trek de parkeerrem aan en laat
vervolgens het rempedaal weer los.
Controleer voordat u uitstapt altijd of de
keuzeschakelaar in de stand P staat.Storing
Bij aangezet contact wordt een melding op het
display van het instrumentenpaneel weergegeven
die duidt op een storing in de transmissie.
De transmissie werkt dan met een
noodprogramma en de 3
e versnelling blijft
ingeschakeld. U kunt dan een hevige schok
voelen bij het selecteren van R vanuit de stand P,
of R vanuit de stand N . Dit is niet schadelijk voor
de transmissie.
Rijd niet harder dan 100
km/h (afhankelijk van de
geldende snelheidslimiet).
Laat het systeem controleren door een
CITROËN-dealer of door een gekwalificeerde
werkplaats.
De automatische transmissie kan
beschadigd raken:
-
a
ls u het gaspedaal en het rempedaal
gelijktijdig intrapt (bedien deze pedalen
uitsluitend met uw rechtervoet),
-
a
ls u, indien de accu geen stroom
levert, de keuzeschakelaar vanuit de
stand P geforceerd naar een andere
stand schakelt. Zet, om het brandstofverbruik tijdens
langdurig stilstaan met draaiende
motor (file, enz...) te beperken, de
keuzeschakelaar in de stand N en trek
de parkeerrem aan.
Het aanduwen om de motor te starten
is bij een auto met een automatische
transmissie niet toegestaan.
Rijden
198
Stilzetten van de auto
Selecteer wanneer u de auto met
draaiende motor stilzet altijd de
neutraalstand N.
Controleer voordat u werkzaamheden
onder de motorkap uitvoert altijd of de
keuzeschakelaar in de neutraalstand N
staat en de parkeerrem is aangetrokken.
Storing
Als de aanduiding A of AUTO bij het aanzetten
van het contact gaat knipperen, in combinatie
met een geluidssignaal en een melding, duidt
dit op een storing in de versnellingsbak.
Laat dit zo snel mogelijk controleren door het
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Houd bij het starten van de motor altijd het
rempedaal ingetrapt.
Trek bij het parkeren de parkeerrem altijd
aan om de auto volledig te blokkeren.
Voordat u de motor afzet, kunt u:
-
d
e keuzeschakelaar in de stand N zetten om
de neutraalstand te selecteren,
of
-
d
e versnellingsbak in de ingeschakelde
versnelling laten staan. In dat geval kan de
auto niet worden verplaatst.
Trek in beide gevallen altijd de parkeerrem aan
om de auto volledig stil te zetten.
Stop & Start
Het Stop & Start-systeem zet de motor
tijdelijk af (STOP-stand) als u stopt (bij rood
licht, opstoppingen enz.). De motor wordt
automatisch opnieuw gestart (START-stand)
als u weer weg wilt rijden.
Het starten gebeurt direct, snel en stil.
Het Stop & Start-systeem is per fect afgestemd
op stadsgebruik en zorgt voor een lager
brandstofverbruik, minder uitstoot van
schadelijke stoffen en een aangename rust in
het interieur tijdens het wachten.
Overgang naar de STOP-
stand
Voor uw gebruiksgemak tijdens
parkeermanoeuvres zal het systeem
enkele seconden na het schakelen uit de
achteruitversnelling niet werken.
Het Stop & Start-systeem heeft geen
invloed op andere componenten, zoals de
remmen en de stuurbekrachtiging; deze
blijven normaal functioneren.
Nadat de auto tot stilstand is gekomen,
kan het een ogenblik duren voordat de
motor wordt afgezet.
Rijden
199
Bij auto's met een
handgeschakelde
versnellingsbak: wanneer de
rijsnelheid lager is dan 20
km/h
of wanneer de auto stilstaat
(afhankelijk van de motor, gaat het
Stop & Start-verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel branden
en wordt de motor automatisch
afgezet als de versnellingsbak in de
neutraalstand wordt gezet en het
koppelingspedaal wordt losgelaten.
Bij een auto met een automatische
transmissie : wanneer de auto stilstaat, gaat
het Stop & Start-verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel branden en wordt de motor
automatisch afgezet als u het rempedaal intrapt
of de keuzeschakelaar in de stand N zet.
Bij een auto met een elektronisch gestuurde
versnellingsbak : wanneer de rijsnelheid
lager is dan 8
km/h, gaat het Stop & Start-
verklikkerlampje op het instrumentenpaneel
branden en wordt de motor automatisch
afgezet als u het rempedaal intrapt of de
selectiehendel in de stand N zet.
Teller Stop & Start
Als uw auto is uitgerust met het Stop & Start-
systeem, houdt een teller bij hoelang de STOP-
stand tijdens een rit is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u het contact
aanzet weer op nul gezet.
Bijzonderheden: STOP-
stand niet beschikbaar
De STOP-stand wordt niet geactiveerd onder
bepaalde bijzondere omstandigheden (met
betrekking tot bijvoorbeeld de laadtoestand
van de accu, de koelvloeistoftemperatuur,
de werking van de rembekrachtiging of de
buitentemperatuur) en in de volgende gevallen:
-
d
e auto staat op een steile helling
(bergopwaarts of bergafwaarts),
-
he
t bestuurdersportier is geopend,
-
e
en schuifdeur is geopend,
-
d
e veiligheidsgordel van de bestuurder is
losgemaakt,
-
d
e auto heeft sinds de laatste start door
de bestuurder niet sneller dan 10
km/h
gereden, Dan knippert dit verklikkerlampje
een paar seconden, waarna het
uitgaat.
Overgang naar de START-
stand
Bij een auto met een automatische
transmissie
dooft het Stop & Start-
verklikkerlampje op het instrumentenpaneel en
wordt de motor automatisch opnieuw gestart
als:
-
u h
et rempedaal loslaat ter wijl de
keuzeschakelaar in de stand D of M staat,
-
u
, met de keuzeschakelaar in de stand N
en het rempedaal niet ingetrapt, de
keuzeschakelaar in de stand D of M zet,
-
u
de achteruitversnelling inschakelt.
of
(minuten/seconden of uren/minuten) -
d
e elektrische parkeerrem wordt /is
aangetrokken,
-
h
et draaien van de motor is nodig om het
interieur op een aangename temperatuur te
houden,
-
d
e voorruitontwaseming is ingeschakeld.
Dit is volkomen normaal.
Tank nooit als de motor in de STOP-stand
is gezet. Zet in dat geval altijd het contact
af.
Bij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak
dooft het Stop & Start-
verklikkerlampje op het instrumentenpaneel
en wordt de motor automatisch opnieuw
gestart als u het koppelingspedaal volledig
intrapt.
6
Rijden
200
Bij een auto met een elektronisch
gestuurde versnellingsbak dooft het Stop
& Start-verklikkerlampje en wordt de motor
automatisch opnieuw gestart als:
-
u h
et rempedaal loslaat ter wijl de
keuzeschakelaar in de stand A of M staat,
-
u
, met de keuzeschakelaar in de stand
N en het rempedaal niet ingetrapt, de
keuzeschakelaar in de stand A of M zet,
-
u
de achteruitversnelling inschakelt.
Bijzonderheden: START-
stand wordt automatisch
geactiveerd
De START-stand wordt automatisch
geactiveerd onder bepaalde tijdelijke
omstandigheden (bijv. laadtoestand accu,
motortemperatuur, rembekrachtiging of
instelling airconditioning) om een goede
werking van het systeem te garanderen en in
de volgende gevallen:
-
he
t bestuurdersportier wordt geopend,
-
e
en schuifdeur wordt geopend,
-
de
veiligheidsgordel van de bestuurder
wordt losgemaakt,
-
d
e rijsnelheid van de auto hoger is dan
25
km/h of 3 km/h (afhankelijk van de
motoruitvoering) bij een handgeschakelde
versnellingsbak,
-
d
e rijsnelheid van de auto hoger is dan
3
km/h bij een automatische transmissie. In dat geval knippert dit
verklikkerlampje een paar seconden,
waarna het uitgaat.
Uitschakelen/inschakelen
Met audiosysteem
Met touchscreen
Activeer of deactiveer in het menu
" Rijden/Auto " de functie "Stop and
Start-systeem ". Als het systeem met de motor in de STOP-
stand wordt uitgeschakeld, dan wordt de
motor onmiddellijk opnieuw gestart.
Dit is volkomen normaal.
Uitschakelen van het systeem:
F
D
ruk op deze knop: het lampje
ervan gaat branden, het
systeem is uitgeschakeld.
Inschakelen van het systeem: F
D
ruk op deze knop: het lampje
er van dooft, het systeem is
ingeschakeld. Het systeem wordt automatisch weer
ingeschakeld zodra u de motor opnieuw
start.
Openen van de motorkap
Schakel omwille van uw veiligheid het Stop &
Start-systeem altijd uit alvorens werkzaamheden
onder de motorkap uit te voeren om
verwondingen als gevolg van het automatisch
inschakelen van de START-stand te voorkomen.
Rijden
201
Storing
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto:Bij een storing in het systeem
gaat dit lampje op het
instrumentenpaneel knipperen.
Het lampje van deze knop
knippert en er wordt een melding
weergegeven in combinatie met een
geluidssignaal. Laat het systeem controleren door een
CITROËN-dealer of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Als er in de STOP-stand een storing optreedt,
kan de auto afslaan.
Alle lampjes op het instrumentenpaneel gaan
branden.
Afhankelijk van de uitvoering kan er daarnaast
een waarschuwingsmelding verschijnen,
waarbij verzocht wordt om de keuzeschakelaar
in de stand N te zetten en opnieuw het
rempedaal in te trappen.
U moet, bij stilstaande auto, het contact
uitzetten en de motor opnieuw starten.
Head-up display
Systeem dat bepaalde informatie op een getint
scherm projecteert, in het directe gezichtsveld
van de bestuurder zodat deze zijn ogen niet
van de weg hoeft af te wenden.
Informatie op het head-up
display
A.
De rijsnelheid.
B. De informatie van de snelheidsregelaar/-
begrenzer.
C. Indien uw auto met deze systemen is
uitgerust: informatie van de Distance
Alert, de waarschuwingen van het
automatische noodremsysteem en de
aanwijzingen van het navigatiesysteem.
D. Indien uw auto met dit systeem is uitgerust:
informatie van de snelheidsbegrenzer.
Rijden op een overstroomde weg
Schakel het Stop & Start-systeem uit
wanneer u over een overstroomde weg
moet rijden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer rijadviezen
, met name over het
rijden op overstroomde wegen.
Als het head-up display is ingeschakeld, geeft
het de volgende informatie weer:
6
Rijden