36
Actueel brandstofverbruik
(mpg of km/l of l/100 km)
B erekend over de laatste seconden.
Deze functie wordt alleen weergegeven bij
snelheden vanaf 30
km/h.
Gemiddeld brandstofverbruik
(mpg of km/l of l/100 km)
B erekend sinds de laatste nulstelling
van de dagteller.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de dagteller.
Afgelegde afstand
(km of mijl)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de dagteller.
Teller Stop & Start
of (minuten/seconden of uren/minuten)
Als uw auto is uitgerust met het Stop & Start-
systeem, houdt een teller bij hoelang de STOP-
stand tijdens een rit is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u het contact
aanzet weer op nul gezet.
Datum en tijd instellen
Met audiosysteem
F Druk op de toets " 5" of " 6" om het menu
Configuratie display , te selecteren en
bevestig uw keuze door op de knop OK te
drukken.
F
D
ruk op de toets MENU
om het hoofdmenu
weer te geven.
F
D
ruk op de toets "
7" of " 8" om het menu
" Persoonlijke instellingen – configuratie "
te selecteren en bevestig ver volgens uw
keuze door op de toets OK te drukken.
F
D
ruk op de toetsen " 5" of " 6" en " 7" of " 8"
om de gewenste waarden voor de datum en
de tijd in te stellen en druk op de toets OK
om uw keuze te bevestigen.
Instrumentenpaneel
45
Als u deze knop ingedrukt
houdt, worden de ruiten
gesloten (afhankelijk van de
uitvoering). Als u de knop
loslaat, stopt de beweging van
de ruit.Let erop dat niets of niemand het correcte
sluiten van de ruiten in de weg staat.
Wees extra alert op kinderen, zodat deze
zich tijdens het bedienen van de ruit niet
kunnen bezeren.
"
Keyless entry and start"
met de elektronische
sleutel op zak
Met dit systeem kunt u de auto ontgrendelen en
vergrendelen en de motor starten ter wijl u de
afstandsbediening op zak houdt. De functie handsfree-toegang werkt niet
als het contact A AN (stand Accessoires) is
gezet met de knop "START/STOP".
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over het star ten en
afzetten van de motor, Keyless entr y
and star t en in het bijzonder de stand
A AN van het contact.
De centrale vergrendeling/ontgrendeling en
supervergrendeling werken niet:
-
a
ls het contact is aangezet,
-
a
ls een van de te openen
carrosseriedelen nog geopend is,
-
a
ls een sleutel van het Keyless entry and
start-systeem zich nog in de auto bevindt.
Als de auto is vergrendeld en per ongeluk
wordt ontgrendeld (met de afstandsbediening
of via het Keyless entry and start-systeem),
wordt de auto binnen 30 seconden
automatisch weer vergrendeld tenzij binnen
deze tijd een portier wordt geopend.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt
in dat geval weer ingeschakeld (inclusief
de interieurbeveiliging, zelfs als u deze had
uitgeschakeld).
F
D
ruk op deze knop.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de
uitvoering van de auto, de buitenspiegels
elektrisch ingeklapt. F
D
ruk binnen vijf seconden na het
vergrendelen nogmaals op deze
knop.
Als uw auto niet is uitgerust met het
alarmsysteem, wordt de supervergrendeling
bevestigd door het gedurende ongeveer
2
seconden branden van de richtingaanwijzers.
Vergrendelen van de auto:
Inschakelen van de supervergrendeling van de auto:
2
Toegang tot de auto
51
Lokaliseren van de auto
Met deze functie kunt u uw auto op afstand
lokaliseren, wat vooral praktisch is bij weinig
licht. De auto moet minimaal 5 seconden
vergrendeld zijn.
Verlichting inschakelen met
de afstandsbediening
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto.
Druk kort op deze knop om de
verlichting via de afstandsbediening
in te schakelen (inschakelen van
het parkeerlicht, het dimlicht en de
kentekenplaatverlichting).
Door deze knop een tweede keer
in te drukken ter wijl de verlichting
nog brandt, wordt de verlichting
via de afstandsbediening weer
uitgeschakeld.
Diefstalbeveiliging
Elektronische startblokkering
In de afstandsbediening is een chip
aangebracht die over een geheime code
beschikt. Om te kunnen starten, moet bij het
aanzetten van het contact deze code worden
herkend door de startblokkering.
Een aantal seconden na het afzetten
van het contact blokkeert dit systeem het
motormanagementsysteem zodat bij een
eventuele inbraak de motor niet kan worden
gestart.
Bij een storing in het systeem wordt
u gewaarschuwd door dit lampje in
combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display.
Uw auto kan dan niet gestart worden. Neem
zo snel mogelijk contact op met het CITROËN-
netwerk.
F
D
ruk op deze knop.
Hierna zullen gedurende ongeveer tien
seconden de plafonniers gaan branden en de
richtingaanwijzers gaan knipperen.
Noodbediening(en)
Geïntegreerde sleutel
Als het inbraakalarm is geactiveerd,
zal het geluidssignaal dat klinkt bij
het met de sleutel (geïntegreerd in de
afstandsbediening) openen van een portier,
bij het aanzetten van het contact stoppen.
Hiermee kan de auto vergrendeld en
ontgrendeld worden als de afstandsbediening
niet werkt:
-
l
ege batterij, accu ontladen of losgekoppeld,
enz.
-
a
uto bevindt zich in een omgeving met veel
elektromagnetische straling.
F
T
rek aan de knop 1 om de geïntegreerde
sleutel 2 te verwijderen.
2
Toegang tot de auto
53
Vergrendelen van de achterdeuren
F Controleer of de elektrische kinderbeveiliging (indien aanwezig) niet is
ingeschakeld.
F
O
pen de linker achterdeur.
Ontgrendelen
F Gebruik de binnenportiergreep.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de kinderbeveiliging.
Probleem met de afstandsbediening
Na het losnemen en weer aansluiten van de
accukabels, het ver vangen van de batterij
van de afstandsbediening of een storing in de
afstandsbediening kan de auto niet meer met
de afstandsbediening worden ontgrendeld,
vergrendeld en gelokaliseerd.
F
S
teek eerst de geïntegreerde sleutel in het
slot om de auto te openen of te sluiten.
F
S
ynchroniseer vervolgens de
afstandsbediening.
Synchroniseren
F Ontgrendel het bestuurdersportier met de geïntegreerde sleutel.
F
S
teek de geïntegreerde sleutel in het slot
om de auto te openen.
F
S
teek de geïntegreerde sleutel (zonder te
forceren) in het vergrendelingssysteem aan
de zijkant van de deur en schuif het omhoog.
F
V
erwijder de sleutel.
F
S
luit de deur en controleer van buitenaf of de
auto correct is vergrendeld. F
D
ruk op een van de knoppen van
de afstandsbediening. F
H oud de afstandsbediening tegen de lezer.
F
H
oud hem in deze positie en zet het contact
aan door op de knop "START/STOP" te
drukken.
De afstandsbediening werkt nu weer volledig.
Raadpleeg zo snel mogelijk het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats als de storing niet is verholpen.
2
Toegang tot de auto
63
Bij een aanrijding wordt de elektrische
bediening uitgeschakeld. Het handmatig
openen en sluiten blijft mogelijk.
Tijdens het starten van de motor wordt
de beweging van de deur onderbroken.
De beweging wordt her vat als de motor is
aangeslagen.Afhankelijk van de motoruitvoering:
als u, ter wijl de Stop-stand van het
Stop & Start-systeem is geactiveerd,
de gesloten deur wilt openen, gaat
de deur een klein beetje open
waarna hij tot stilstand komt. Op het
moment dat de motor automatisch
overgaat op de Start-stand, gaat de
deur verder open.Schuifdeuren en breedte van uw
auto
Een geopende schuifdeur steekt uit. Houd
hier rekening mee wanneer u de auto langs
een muur, een paaltje of een hoge stoeprand
parkeert.
De achterzijde van een geopende
schuifdeur zal nooit voorbij de
achterbumper van de auto komen.
Beveiliging / Detectie van obstakels
elektrisch bedienbare schuifdeur(en)
Het obstakeldetectiesysteem wordt geactiveerd op
het moment dat de schuifdeur tijdens het bewegen
tegen een obstakel met een bepaalde weerstand
komt.
-
A
ls bij het sluiten van de schuifdeur een
obstakel wordt gedetecteerd, stopt de
schuifdeur met bewegen en wordt deze
vervolgens volledig geopend.
-
A
ls bij het openen van de schuifdeur een
obstakel wordt gedetecteerd, stopt de
schuifdeur met bewegen en wordt deze
vervolgens gesloten.
-
A
ls tijdens de beweging van de deur twee keer
achter elkaar een obstakel wordt gedetecteerd,
wordt de deur niet meer elektrisch gesloten.
Hierdoor wordt de deur gereset.
O
p een stijle helling: een veiligheidssysteem
vertraagt het opengaan van de deur.
W
acht in elk geval enkele seconden alvorens
de deur te bedienen (sluiten of openen).
2
Toegang tot de auto
73
Als de auto automatisch opnieuw wordt
vergrendeld (als 30 seconden zijn
verstreken zonder dat een van de te
openen carrosseriedelen is geopend),
wordt het alarmsysteem automatisch weer
ingeschakeld.
Beveiliging – met alleen
de omtrekbeveiliging
ingeschakeld
Schakel de interieurbeveiliging uit om te
voorkomen dat het alarm onnodig wordt
ingeschakeld als bijvoorbeeld:
-
p
ersonen in de auto aanwezig zijn,
-
e
en ruit op een kier blijft staan,
-
d
e auto wordt gewassen,
-
e
en wiel wordt ver wisseld,
-
d
e auto wordt gesleept,
-
d
e auto op een boot wordt ver voerd.
Interieurbeveiliging
Uitschakelen F
Z
et het contact af en druk binnen
tien seconden op de knop tot het
verklikkerlampje blijft branden.
F
V
erlaat de auto. F
V
ergrendel de auto onmiddellijk
met de afstandsbediening of
het "Keyless entry and start"-
systeem.
Alleen de omtrekbeveiliging wordt
ingeschakeld; het verklikkerlampje knippert één
keer per seconde.
De interieur- en wegsleepbeveiliging worden
uitsluitend uitgeschakeld als deze procedure
elke keer na het afzetten van het contact wordt
uitgevoerd.
Opnieuw activeren F
S
chakel de omtrekbeveiliging
uit door de auto te ontgrendelen
met de afstandsbediening of met
het "Keyless entry and start"-
systeem.
Het verklikkerlampje gaat uit.
F
S
chakel het alarmsysteem
weer volledig in door de
auto te vergrendelen met de
afstandsbediening of met het
"Keyless entry and start"-
systeem.
Het verklikkerlampje van de knop zal opnieuw
één keer per seconde knipperen.
Afgaan van het alarm
Als gevolg treedt de sirene in werking en
knipperen de richtingaanwijzers gedurende
dertig seconden.
Als het alarm voor de 11e keer afgaat, worden
de alarmsystemen uitgeschakeld.
Als het lampje snel knippert bij het
ontgrendelen van de auto met de
afstandsbediening of het "Keyless
entry and start"-systeem, is het alarm
tijdens uw afwezigheid afgegaan.
Het lampje stopt met knipperen als
het contact wordt aangezet.
Storing in afstandsbediening
Om de alarmsystemen uit te schakelen:
F O ntgrendel de auto met de sleutel (in de
afstandsbediening bij uitvoeringen met
Keyless entry and start) in het slot van het
bestuurdersportier.
F
o
pen het portier; het alarm gaat af,
F
Z
et het contact aan; het alarm stopt. Het
verklikkerlampje van de knop gaat uit.
2
Toegang tot de auto
74
Vergrendelen van de auto
zonder het alarm in te schakelen
F Vergrendel de auto of schakel de super vergrendeling in met de sleutel (in
de afstandsbediening bij uitvoeringen met
Keyless entry and start) in het slot van het
bestuurdersportier.
Storing
Als bij het aanzetten van het contact
het verklikkerlampje van de knop blijft
branden, duidt dit op een storing in
het systeem.
Laat het systeem controleren door
het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Automatisch inschakelen
Deze functie is niet beschikbaar, optioneel of
standaard.
Het systeem wordt 2
minuten nadat het
laatste te openen carrosseriedeel is gesloten,
automatisch ingeschakeld.
F
O
m het afgaan van het alarm bij het
openen van een portier of de achterklep
te voorkomen, moet u eerst op de
ontgrendelknop van de afstandsbediening
drukken of moet u de auto ontgrendelen met
het Keyless entry and start-systeem.
Elektrische ruitbediening
Handbediening
Duw of trek aan de schakelaar zonder het
zware punt te passeren. De ruit stopt zodra de
schakelaar wordt losgelaten.
Automatische bediening
Duw of trek de schakelaar tot voorbij het zware
punt. Als u de schakelaar hebt losgelaten,
opent of sluit de ruit volledig. Bedien de
schakelaar opnieuw om het openen of sluiten
te stoppen.
Antiklemvoorziening
Als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit,
stopt de ruit en gaat deze direct gedeeltelijk
weer open.
Als de ruit niet wil sluiten, druk dan op de
schakelaar tot de ruit volledig wordt geopend.
Trek ver volgens binnen 4
seconden de
schakelaar omhoog tot de ruit wordt gesloten.
Tijdens deze handelingen is de
antiklemvoorziening uitgeschakeld.
Resetten
Als de accu losgekoppeld is geweest, moet de
antiklemvoorziening worden gereset.
F
O
pen de ruit volledig en sluit de ruit. Telkens
als de schakelaar omhoog wordt bewogen,
sluit de ruit enkele centimeters.
F
L
aat de schakelaar los en trek deze
opnieuw omhoog totdat de ruit volledig is
gesloten.
F
B
lijf de schakelaar na het sluiten nog
minimaal 1
seconde vasthouden.
1
S
chakelaar ruitbediening links
2
S
chakelaar ruitbediening rechts De elektrische ruitbediening wordt
uitgeschakeld:
-
o
ngeveer 45 seconden na het afzetten van
het contact.
-
a
ls bij afgezet contact een voorportier wordt
geopend.
Toegang tot de auto
83
Langdurig gebruik in de hoogste instelling
wordt afgeraden voor personen met een
gevoelige huid.
Personen waarvan de warmtewaarneming
beperkt is (ziekte, medicijnen enz.) kunnen
brandwonden krijgen.
Het systeem kan over verhit raken als
materiaal met isolerende eigenschappen
zoals kussens of stoelhoezen wordt gebruikt.
Gebruik het systeem niet:
-
a
ls vochtige kleding wordt gedragen,
-
al
s kinderzitjes zijn aangebracht.
Om breken van het verwarmingselement in
de stoel te voorkomen:
-
p
laats geen zware voor werpen op de
stoel,
-
k
niel of sta niet op de stoel,
-
p
laats geen scherpe voor werpen op de
stoel,
-
m
ors geen vloeistoffen op de stoel.
Voorkomen van de kans op kortsluiting:
-
g
ebruik geen vloeibare producten om de
stoel te reinigen,
-
g
ebruik de ver warmingsfunctie nooit
wanneer de stoel vochtig is. F
D
ruk de schakelaar in om de lendensteun
naar wens in te stellen.
Massagefunctie
Deze functie zorgt voor een massage van
de lendenen bij de inzittenden voorin en
werkt alleen bij draaiende motor en als de
STOP-stand van het Stop & Start-systeem is
geactiveerd.
Inschakelen
F Druk op deze knop.
Het controlelampje van de functie gaat branden en de
massagefunctie wordt voor een tijdsduur van 1 uur ingeschakeld.
Gedurende deze tijdsduur wordt de massage in 6
cycli van
10
minuten uitgevoerd (6 minuten massage worden gevolgd door
4
minuten rust).
Na een uur wordt de functie uitgeschakeld, het controlelampje
gaat dan uit.
Uitschakelen
U kunt de massagefunctie op elk
gewenst moment uitschakelen
door op deze knop te drukken, het
controlelampje gaat dan uit.
Intensiteit instellen
Druk op deze knop om de intensiteit
van de massage in te stellen.
U hebt de keuze uit twee standen
voor de intensiteit van de massage.
Elektrisch verstelbare lendensteun
3
Ergonomie en comfort