33
Uit veiligheidsoverwegingen mag de
bestuurder de instellingen van het
multifunctionele display uitsluitend bij
stilstaande auto veranderen.
Monochroom display C
Weergave op het display
Dit display kan de volgende informatie weergeven:
- d e tijd,
-
d
e datum,
-
de
buitentemperatuur (de temperatuur knippert
bij kans op gladheid),
-
d
e status van de te openen carrosseriedelen
(portieren, achterklep enz.),
-
d
e audiofuncties (radio, CD, USB-/Jack-
aansluiting enz.),
-
d
e informatie van de boordcomputer,
-
d
e waarschuwingsmeldingen en andere
meldingen,
-
d
e configuratiemenu's van het display en de
voorzieningen van de auto.
Toetsen Hoofdmenu
Menu "Audiofuncties "
Als het audiosysteem is ingeschakeld
en dit menu is geselecteerd, kunnen
de functies van de radio (RDS, REG,
RadioText), de CD-speler (introscan,
willekeurig afspelen, herhalen van
CD) of de MP3 -speler (USB-/Jack-
aansluiting) worden geactiveerd of
gedeactiveerd.
Menu "Boordcomputer "
Via dit menu kunt u
informatie met
betrekking tot de auto raadplegen
(logboek waarschuwingen, status van
verschillende systemen enz.).
Druk op het bedieningspaneel van het
audiosysteem op:
F
d
e toets "
MENU" om het hoofdmenu weer te
geven,
F
d
e toets "
5" of " 6" om door de items op het
display te scrollen,
F d
e toets MODE om de permanent weergegeven
informatie te wijzigen (boordcomputer,
audiobron enz.),
F
d
e toets " 7" of " 8" om de waarde van een
instelling te wijzigen,
F
d
e toets " OK" om te bevestigen,
of
F
d
e toets " Te r u g" om de uitgevoerde handeling af
te breken. F
D
ruk op de toets "
MENU" om het hoofdmenu te
openen:
-
a
udiofuncties,
-
b
oordcomputer,
-
pe
rsoonlijke instellingen – configuratie,
-
t
elefoon (handsfree set).
F
D
ruk op de toets "
5" of " 6" om het gewenste
menu te selecteren en bevestig door op de toets
" OK " te drukken.
01
Instrumentenpaneel
78
Uitschakelen
De sfeer verlichting gaat automatisch uit als de
parkeerlichten worden uitgeschakeld.
De sfeerverlichting kan handmatig worden
uitgeschakeld met de dimmer van de verlichting van
het instrumentenpaneel.
F
D
ruk als de verlichting brandt meerdere keren
op de linkerknop van het instrumentenpaneel
om de lichtsterkte van de dashboardverlichting
geleidelijk te verminderen.
F
D
ruk nogmaals op de knop om de lichtsterkte
tot het minimumniveau te beperken en de
sfeerverlichting uit te schakelen.
Instellingen
Deze functie kan worden geactiveerd of
gedeactiveerd via het configuratiemenu van de
auto.
Voorzieningen interieur1. Zonneklep.
2. Dashboardkastje met verlichting
3. Portiervak
4. Bovenste opbergvak
5. Onderste opbergvak met antislipmat
6. USB-/Jack-aansluiting
(zie de volgende bladzijden voor meer
informatie)
7. 12 V-accessoireaansluiting
8. Middenarmsteun met opbergruimte
of
Bekerhouder/flessenhouder
9. Opbergvakken
Zonneklep
De zonnekleppen zijn voorzien van een make-
upspiegel met verlichting en een afdekkapje en, aan
bestuurderszijde, van een mogelijkheid voor het
opbergen van pasjes of kaartjes.
F
O
pen als het contact aan is het afdekkapje.
De verlichting van de make-upspiegel gaat
automatisch branden.
03
Ergonomie en comfort
79
F Trek de handgreep omhoog om het dashboardkastje te openen.
De schakelaar A voor het uitschakelen van de
airbag aan passagierszijde bevindt zich in het
dashboardkastje.
Het bevat ook een afsluitbare ventilatieopening B .
Via deze opening wordt dezelfde lucht als die voor
het interieur aangevoerd.
Middenarmsteun
Opbergvak
F Toegang tot het afgesloten opbergvak: til de handgreep op om het deksel op te tillen.
F
T
oegang tot het open opbergvak onder de
armsteun: klap de armsteun in zijn geheel naar
achteren.
In deze opbergvakken kunt u
draagbare apparatuur
(telefoon, MP3-speler enz.) opbergen die op de
USB-/Jack-aansluiting kan worden aangesloten of
via de 12 V-aansluiting van de middenconsole kan
worden opgeladen.
Jack-aansluiting
Dashboardkastje
Deze aansluiting bevindt zich op de AUX -unit op de
middenconsole.
Hierop kunt u
draagbare apparatuur aansluiten,
zoals een iPod
®. U kunt de audiobestanden
op de draagbare apparatuur beluisteren via de
luidsprekers van de autoradio.
De muziekbestanden worden beheerd via het
draagbare apparaat.
USB-aansluiting
De USB-aansluiting bevindt zich op de AUX -unit op
de middenconsole.
Hierop kunt u
draagbare apparatuur aansluiten,
zoals een digitale audiospeler van het type iPod
®
van de 5e generatie of hoger of een USB-stick.
03
Ergonomie en comfort
80
Via deze aansluiting kunt u verschillende soorten
a udiobestanden (mp3, ogg, wma, wav…) via de
luidsprekers van het audiosysteem beluisteren.
U kunt deze bestanden beheren met de toetsen
op het stuur wiel of het bedieningspaneel van het
audiosysteem en ze weergeven op het display van
het instrumentenpaneel.
Tijdens het gebruik kan de draagbare
apparatuur automatisch worden opgeladen.
12 V-accessoireaansluiting
F Open, wanneer u een 12 V-accessoire
(maximaal vermogen: 120 W) wilt aansluiten, het
kapje en sluit een geschikte adapter aan. Het aansluiten van elektrische apparatuur die
niet is goedgekeurd, zoals een lader met USB-
aansluitingen, kan leiden tot storingen in de
werking van de elektrische componenten van
de auto, zoals een slechte radio-ontvangst of
storingen in de weergave van de displays.
Matten
Plaatsen
Gebruik, wanneer u een nieuwe mat bevestigt aan
b estuurderszijde, uitsluitend de bevestigingen uit
het bijgeleverde zakje.
De overige matten worden gewoon op de
vloerbedekking gelegd.
Verwijderen
Verwijderen van de mat aan de bestuurderszijde:
F z et de stoel in de achterste stand,
F
m
aak de bevestigingen los,
F
v
erwijder vervolgens de mat.
Monteren
Terugplaatsen van de mat aan bestuurderszijde:
F leg de mat goed op zijn plaats,
F
d
ruk de bevestigingen vast,
F
c
ontroleer of de mat goed vastzit.
03
Ergonomie en comfort
184
Er zijn twee zekeringen voor het cabriodak.F
M
aak het bekledingspaneel aan de bovenzijde
van de bagageruimte los door het paneel
omlaag te trekken, te beginnen aan de
linkerzijde.
F
V
erwijder het bekledingspaneel door het omlaag
te kantelen.
Zekering nr.
Stroomsterkte Functies
F8 20
A Multifunctioneel display, audiosysteem, audio-/navigatiesysteem,
elektronische eenheid inbraakalarm, sirene inbraakalarm.
F9 30
A 12
V-aansluiting, voeding houder portable navigatiesysteem.
F10 15
A Stuurkolomschakelaars.
F11 15
A Contactslot, diagnoseaansluiting, elektronische eenheid automatische
transmissie.
F12 15
A Regen-/lichtsensor, servicecentrale trekhaak.
F13 5
A Hoofdremlichtschakelaar, servicecentrale motor.
F14 15
A Elektronische eenheid parkeerhulp, elektronische eenheid airbags,
instrumentenpaneel, automatische airconditioning, USB-aansluiting,
hifi-versterker.
F15 30
A Vergrendeling.
F16 -Niet gebruikt.
F17 40
A Achterruit- en buitenspiegelverwarming.
SH -Shunt tijdens opslag.
Zekeringen onder de
hoedenplank
F Vervang de zekeringen.
08
Storingen verhelpen
2
De eerste stappen
Gebruik de toetsen onder het touchscreen om de
menucarrousel te openen en druk vervolgens op de
op het touchscreen weergegeven toetsen.
Elk menu wordt op één pagina of op twee pagina's
(hoofdpagina en secundaire pagina) weergegeven.Als het bijzonder warm is, kan het systeem
gedurende minimaal 5
minuten overgaan in de
stand-by-stand (volledig uitschakelen van het
scherm en het geluid).
*
A
fhankelijk van de apparatuur.
Sneltoetsen: met behulp van de toetsen in de
bovenste balk van het touchscreen is het mogelijk
direct de geluidsbron of de lijst met zenders (of titels
afhankelijk van de geluidsbron) te kiezen. -
FM-/DAB*-/AM*-radiozenders.
- USB-stick.
- S martphone via MirrorLinkTM of CarPlay®.
-
T
elefoon verbonden via Bluetooth®* en
multimedia-uitzending Bluetooth®* (streaming).
- M
ediaspeler aangesloten via de AUX-aansluiting
(jack-aansluiting, kabel niet meegeleverd).
Druk op Menu om de menucarrousel
weer te geven.
Volumeregeling (voor elke bron afzonderlijk,
ook voor verkeersinformatieberichten (TA) en
navigatieaanwijzingen).
Geluidsvolume verhogen.
Geluidsvolume verlagen.
Geluid onderbreken door tegelijkertijd op de
toetsen voor het verhogen en verlagen van het
geluidsvolume te drukken.
Geluid weer inschakelen door een van de twee
volumetoetsen in te drukken. Als het zeer warm is in het interieur, kan
het geluidsvolume worden beperkt om
het systeem te beschermen. Zodra de
temperatuur in het interieur is gedaald, wordt
de oorspronkelijke instelling weer gebruikt.
Het is een "resistief " scherm dat voelbaar
aangeraakt moet worden, met name bij
bewegingen (door een lijst bladeren, scrollen
over de kaart, enz.). Lichtjes aanraken is niet
voldoende. Als het scherm met meerdere
vingers wordt aangeraakt, worden de
commando's niet opgevolgd.
Het scherm kan ook worden bediend met
handschoenen. Deze technologie werkt bij
elke temperatuur.
Gebruik voor het schoonmaken van het
scherm een zacht, niet-schurend doekje
(bijvoorbeeld een brillendoekje) zonder
schoonmaakmiddel.
Raak het scherm niet aan met scherpe
voorwerpen.
Raak het scherm niet aan met natte handen.
Selecteren van de geluidsbron (afhankelijk van de
uitvoering):
Touchscreen 7 inch
4
Te l e f o o n
Verbinding maken met een telefoon via
Bluetooth®.
Toegang tot de functie CarPlay® na het
aansluiten van de USB-kabel van uw
smartphone.
Instellingen
Instellen van het geluid (balans,
geluidssfeer,…) en de weergave (taal,
eenheden, datum, tijd,…).
Rijden
Toegang tot boordcomputer.
Activeren, deactiveren en configureren
van bepaalde functies van de auto.
Navigatie
Een bestemming kiezen
Naar een nieuwe bestemming
Druk op Navigatie om de hoofdpagina
weer te geven.
Druk op de secundaire pagina. Selecteer " Bestemming invoeren ".
Selecteer " Adres". Kies het "
Land" in de weergegeven lijst en
ver volgens op dezelfde manier de " Plaats" of de
postcode, de " Straat" en het " N°".
Bevestig telkens uw keuze.
Selecteer " Opslaan" om het adres als een contact-
item op te slaan.
U kunt maximaal 200 items opslaan.
Selecteer " Navigeren ".
Kies de navigatiecriteria: " Snelste"
of " Kor tste " of "Tijd/afstand " of
" Ecologisch ".
Kies de beperkingscriteria: " To l",
" Veerbot ", "Verkeer ", "Exact ",
" Dichtb. ".
Selecteer " Bevestigen".
of
Druk op " Bekijk route op de kaar t " om de
navigatie te starten.
Druk om de navigatie-informatie te wissen op
" Instellingen ".
Druk op " Navigatie stoppen ".
Druk om de navigatie te her vatten op
" Instellingen ".
Druk op " Navigatie hervatten ".
Touchscreen 7 inch
8
De radio-ontvangst kan worden verstoord door
het gebruik van elektrische apparatuur die
niet door DS AUTOMOBILES is goedgekeurd,
zoals een op de 12
V-aansluiting aangesloten
lader met USB-aansluiting.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden
door obstakels in de omgeving (bergen,
gebouwen, tunnels, parkeergarages enz.), ook
als de RDS-functie is ingeschakeld. Dit is een
normaal verschijnsel en heeft niets te maken
met een storing in het audiosysteem.
Wijzigen van een frequentie
Druk op Radio Media om de
hoofdpagina weer te geven.
Automatisch zoeken naar frequenties
Druk op 3
of 4
of verplaats de cursor om
automatisch te zoeken naar de zender met een
hogere of lagere frequentie.
VERVOLGENS
Selecteer het wijzigen van de audiobron.
Selecteer " FM-radio".
of "
AM-radio ".
OF Druk op Radio Media om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de secundaire pagina.
Druk op " Frequentie ".
VERVOLGENS Voer de volledige frequentie (bijv.:
92,10 MHz) in met het toetsenbord en
druk ver volgens op " Bevestigen".
Veranderen van radiozender
Door te drukken op de naam van de huidige
radiozender wordt de zenderlijst weergegeven.
Druk op de naam van de door u
gekozen andere
radiozender om van zender te veranderen.
Opslaan van een radiozender
Selecteer een zender of een frequentie (zie de
desbetreffende rubriek).
Druk op " Opslaan".
Selecteer een nummer in de lijst om de eerder
gekozen/ingestelde zender op te slaan.
Door een nummer ingedrukt te houden wordt de
zender onder dat nummer opgeslagen. of
Door op de toets rechts boven op het scherm te
drukken worden de zenders achtereenvolgend
opgeslagen.
Oproepen van opgeslagen zenders
Druk op Radio Media
om de
hoofdpagina weer te geven.
Selecteer " Opslaan".
In-/uitschakelen van het RDS
Druk op Radio Media om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de secundaire pagina. Selecteer " Instellingen ".
Selecteer " Radio".
Schakel " Volgen RDS " in/uit.
Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt
de radio steeds naar de sterkste frequentie
van een zender, zodat u
ernaar kunt blijven
luisteren zonder dat u
zelf de frequentie hoeft
te wijzigen. Sommige RDS-zenders zijn echter
niet in het hele land te ontvangen, omdat de
frequenties van de zender niet het hele land
dekken. Dit verklaart dat de zender tijdens het
rijden kan wegvallen.
Touchscreen 7 inch