190
Laden met behulp van een
acculader
Voor een optimale levensduur van de accu is het
noodzakelijk om het laadniveau van de accu op een
voldoende peil te houden.
In sommige gevallen kan het dan ook nodig zijn om
de accu op te laden:
-
a
ls u voornamelijk korte ritten maakt,
-
v
oordat de auto meerdere weken niet wordt
gebruikt.
Neem contact op met het dealernetwerk of met een
gekwalificeerde werkplaats.
Als u
zelf de accu van uw auto gaat opladen,
gebruik dan uitsluitend een lader die geschikt
is voor loodaccu's en die een nominale
spanning van 12
V heeft.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de
acculader.
Sluit de kabels nooit aan op de verkeerde
polen. De accu hoeft niet te worden losgekoppeld.
Probeer nooit om een bevroren accu te laden
– Risico op explosie!
Als de accu bevroren is geweest, laat deze
dan door het dealernetwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats controleren op
beschadigingen van de inwendige delen en
op scheuren in de behuizing (kans op lekkage
van giftig en corrosief zuur).
Loskoppelen van de accu
Een aantal functies, waaronder het Stop &
Start-systeem, is niet beschikbaar als de
laadtoestand van de accu onvoldoende is.
F
Z
et het contact uit.
F
S
chakel alle stroomverbruikers (autoradio,
verlichting, ruitenwissers enz.) uit.
F
S
chakel om gevaarlijke vonken te voorkomen de
lader B uit alvorens de kabels op de accu aan te
sluiten.
F
C
ontroleer of de kabels van de lader in goede
staat zijn.
F
S
luit de kabels van de lader B als volgt aan:
-
d
e rode pluskabel (+) op de pluspool (+) van
de accu A ,
-
d
e zwarte minkabel (-) op het massapunt C
van de auto.
F
Z
et na afloop van het laden eerst acculader B uit
voordat u
de kabels losneemt van accu A.Als deze sticker is aangebracht, mag
uitsluitend een 12
V-lader worden gebruikt.
Anders kan de elektrische uitrusting van het
Stop & Start-systeem ernstig beschadigd
raken.
Als u
de auto gedurende langere tijd niet gaat
gebruiken, koppel dan de 12
V-accu los. Op deze
manier blijft het laadniveau van de accu voldoende
om de motor weer te starten.
Alvorens de accu los te koppelen moet u
de
volgende handelingen uitvoeren:
F
sl
uit alle te openen carrosseriedelen (portieren,
achterklep, ruiten, dak (Cabrio-uitvoeringen)),
08
Storingen verhelpen
191
F schakel alle stroomverbruikers uit (audiosysteem, ruitenwissers, verlichting enz.),
F
z
et het contact uit en wacht vier minuten.
U hoeft slechts de klem van de pluspool (+) van de
accu los te nemen.
Accupoolklem met snelsluiting
Loskoppelen van de plusklem (+)
F Trek de hendel A zo ver mogelijk omhoog om de
accupoolklem B te ontgrendelen.
Weer aansluiten van de plusklem (+)
F Plaats de geopende accupoolklem B op de
pluspool (+) van de accu.
F
D
ruk verticaal op de accupoolklem om hem
goed tegen de accu aan te drukken.
F
Z
et de accupoolklem vast door de hendel A
omlaag te bewegen. Forceer de hendel niet door erop te duwen,
aangezien de accupoolklem niet kan worden
vergrendeld als deze niet correct is geplaatst;
herhaal de procedure.
Na het opnieuw aansluiten van de
accu
Zet na het opnieuw aansluiten van de accu het
contact aan en wacht 1
minuut alvorens de motor
te starten, zodat de elektronische systemen
geïnitialiseerd kunnen worden.
Mochten er zich na deze handeling kleine storingen
blijven voordoen, raadpleeg dan het dealernetwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor het zelf
opnieuw initialiseren van bepaalde systemen of
instellingen, zoals:
-
d
e sleutel met afstandsbediening,
-
d
e elektrische ruitbediening,
-
d
e datum en tijd,
-
de
voorkeuzezenders.
Tijdens de rit die volgt op het de eerste keer
starten van de motor, werkt het Stop & Start-
systeem mogelijk niet.
In dat geval werkt het systeem pas weer als
de auto gedurende een bepaalde periode, die
afhankelijk is van de omgevingstemperatuur
en de laadtoestand van de accu (maximaal
8
uur), niet is gebruikt.
Slepen
U kunt de auto laten slepen door een andere auto
of een andere auto slepen met behulp van het
sleepoog.
Toegang tot het gereedschap
Het sleepoog is opgeborgen onder de vloerplaat
van de bagageruimte.
Toegang:
F
o
pen de bagageruimte,
F
t
il de vloerplaat op,
F
v
erwijder de opbergbak van polystyreen,
F
n
eem het sleepoog uit de houder.
08
Storingen verhelpen
4
Te l e f o o n
Verbinding maken met een telefoon via
Bluetooth®.
Toegang tot de functie CarPlay® na het
aansluiten van de USB-kabel van uw
smartphone.
Instellingen
Instellen van het geluid (balans,
geluidssfeer,…) en de weergave (taal,
eenheden, datum, tijd,…).
Rijden
Toegang tot boordcomputer.
Activeren, deactiveren en configureren
van bepaalde functies van de auto.
Navigatie
Een bestemming kiezen
Naar een nieuwe bestemming
Druk op Navigatie om de hoofdpagina
weer te geven.
Druk op de secundaire pagina. Selecteer " Bestemming invoeren ".
Selecteer " Adres". Kies het "
Land" in de weergegeven lijst en
ver volgens op dezelfde manier de " Plaats" of de
postcode, de " Straat" en het " N°".
Bevestig telkens uw keuze.
Selecteer " Opslaan" om het adres als een contact-
item op te slaan.
U kunt maximaal 200 items opslaan.
Selecteer " Navigeren ".
Kies de navigatiecriteria: " Snelste"
of " Kor tste " of "Tijd/afstand " of
" Ecologisch ".
Kies de beperkingscriteria: " To l",
" Veerbot ", "Verkeer ", "Exact ",
" Dichtb. ".
Selecteer " Bevestigen".
of
Druk op " Bekijk route op de kaar t " om de
navigatie te starten.
Druk om de navigatie-informatie te wissen op
" Instellingen ".
Druk op " Navigatie stoppen ".
Druk om de navigatie te her vatten op
" Instellingen ".
Druk op " Navigatie hervatten ".
Touchscreen 7 inch
206
Uitschakelen airbag passagier ~ Passagiersairbag uitschakelen ..........101-102, 10 6
Updaten risicozones
.................................................. 6
UREA
........................................................................\
28
USB
............................................................... 9 -10, 4, 6
USB-aansluiting
............................................... 7
9, 9, 4
USB Box ~ USB-box ................................................ 79
USB-poort
.............................................................. 9
, 4
Veiligheidsgordels
.................................... 98 -10 0, 109
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
......................... 10
1-102, 104 -10 6, 111-112
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen ~ Kinderen
(veiligheidsvoorzieningen)
... 101-102, 104 -10 6, 110 -113Ventilatie ........................................................ 6 8 -71, 74
Ventilatieroosters ............................................... 6
8-69Waarschuwingssignaal sleutel in contact
.....
11
8 -11 9
Wassen (adviezen)
................................................
162
Wiel demonteren
.............................................
171-173
Wiel monteren
................................................. 17
1-173
Wiel verwisselen
.................................... 1
6 9 -170, 173
Window-airbags
..............................................
102-103
Zekeringen
..............................
181-183, 185 -18 6, 188
Zekeringen vervangen
............ 18
1-183, 185 -18 6, 188
Zekeringkast dashboard
.........
181-183, 185 -18 6, 188
Zekeringkast motorruimte
......
181-183, 185 -18 6, 188
Zijairbags
.........................................................
102-103
Zijknipperlicht
.........................................................
176
Zonneklep
.................................................................
78
U
VW
Z
Tankbeveiliging
.............................................. 148 -149
Technische gegevens ....................................195, 198
Te laag brandstofniveau ~ Brandstofniveau .........148
Telefoon
....................................................... 14 -16 , 6 - 8
Te l l e r
...................................................................... 9
-12
Temperatuurregeling
.......................................... 72-75
Textuurlak
............................................................... 162
Tijdelijke bandenreparatie (met set) ~ Banden, noodreparatie
.............165 -166, 168
Tijd instellen ...................................... 31-34, 40, 40 - 41
TMC (verkeersinformatie)
..........................................6
Toegang tot de achterbank ~ Achterbank (toegang)
..................................... 63
-65
Toerenteller ............................................................ 9 -12
Toevoer van buitenlucht ~ Luchttoevoer (bediening)
................................. 7
2-75
Touchscreen
............................................. 34-35, 37, 2
Trekhaak
......................................................... 117, 1 5 2
T
Selectiehendel handgeschakelde
versnellingsbak ~ Schakelen
elektronisch bediende versnellingsbak
.............120
Serienummer auto
................................................. 201
Set voor tijdelijke bandenreparatie ~ Bandenreparatieset
.........................165 -166, 168
Sfeerverlichting
................................................... 7 7-78
Sjorogen
............................................................. 81- 82
Slepen van een auto
....................................... 191-192
Sleutel
....................................................................... 43
Sleutel met afstandsbediening
.................. 4
3, 45, 118
Sneeuwkettingen
................................................... 151
Snelheidsbegrenzer
....................................... 13 6 -13 8
Snelheidsregelaar
.......................................... 13 8 -14 0
Spaarfase
............................................................... 152
Spraakherkenning ............................................... 13 -14
Stabiliteitscontrolesystemen
...................................97
Starten
.................................................................... 189
Starten dieselmotor ~ Dieselmotor starten
..........15 0
Starten van de auto ................................. 11 6 , 11 8 -13 0
Stilzetten van de auto
.............................11
6 , 11 8 -13 0
Stoelen achter ~ Achterbank
...................................66
Stoelen verstellen
.................................. 61-62, 64-65
Stoelverwarming
................................................ 6
2- 63
Stop & Start
.......................................... 22, 40, 70, 75,
132-134, 153, 157, 191
Streaming audio Bluetooth
.............................1 0 -11, 6
Stuurbekrachtiging
................................................... 18
St
uurwiel (verstellen)
............................................... 67
Supervergrendeling
........................................... 43-44
Synchroniseren afstandsbediening
........................44
Synchroniseren van de afstandsbediening ~
Afstandsbediening synchroniseren
.....................44 Vergrendeling van binnenuit
...................................
49
Verkeersinformatie (TA) ......................................... 7, 4
Verkeersinformatie (TMC)
.........................................6
Verklikkerlampje remsysteem ~ Remlampje ..........14
Verklikkerlampjes
................................................12-13
Verklikkerlampje SCR-systeem
..............................20
Verklikkerlampje service
.........................................16
Verklikkerlampjes ~ Controlelampjes
................ 1
2-13
Verklikkerlampjes ~ Waarschuwingslampjes
........ 12
V
erklikkerlampje voorgloeien (diesel)
.....................21
Verlichting bagageruimte ~ Bagageruimteverlichting
...............................82, 18 0
Verversen
.......................................................15 5 -15 6
Verwarming
........................................................71, 74
Verzadiging van het roetfilter (diesel)
...................15 8
Voorgloeien (dieselmotor)
....................................... 21
Vo
or stoelen
............................................61-62, 64-65
Trefwoordenregister