.
.
C4-cactus_nl_Chap00a_sommaire_ed01-2016
Instrumentenpaneel 11
Verklikkerlampjes
1
2
Meters
2
4
7 inch touchscreen tablet
28
B
oordcomputer
3
5
Kilometerteller en dagteller
37
D
atum en tijd instellen
38
L
ichtsterkte van de dashboardverlichting
39
Instrumentenpaneel Overzicht
Sleutel met afstandsbediening 40
C entrale vergrendeling
44
P
ortieren
45
A
chterklep
4
7
Elektrisch bedienbare ruiten vóór
48
A
chterportierruiten
4
8
Toegang tot de auto
Voorstoelen 49
Ach terbank
5
1
Spiegels
5
3
Stuurwielverstelling
5
4
Ventilatie
5
5
Verwarming
5
7
Handbediende airconditioning
59
A
utomatische airconditioning
61
O
ntwasemen - Ontdooien vóór
65
O
ntwaseming - Ontdooiing achterruit
66
P
lafonnier
6
7
Verlichting bagageruimte
68
G
lazen panoramadak
68
V
oorzieningen in het interieur
69
V
oorzieningen bagageruimte
75
A
fdekplaat achter (service-uitvoering)
77
Ergonomie en comfort
Lichtschakelaar 7 8
Richtingaanwijzers (knipperlichten)
81
A
utomatische verlichting
82
V
erlichting overdag
/ P
arkeerlichten
(LED-verlichting)
83
K
oplampen in hoogte verstellen
84
S
tatische bochtverlichting
85
R
uitenwisserschakelaar
8
6
Automatische ruitenwissers
88
Verlichting en zicht
Alarmknipperlichten 9 0
Claxon
90
Urge
nce-oproep of Assistance-oproep
90
E
lektronische stabiliteitscontrole (ESP)
91
G
rip control
94
V
eiligheidsgordels
96
A
irbags
99
K
inderzitjes
10
4
Uitschakelen van de airbag vóór aan passagierszijde
1
07
ISOFIX-kinderzitjes
11
3
i-Size-kinderzitjes
1
16
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
11
8
Veiligheid
Eco-rijden
Inhoudsopgave
7
C4-cactus_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2016
Koplampverstelling 84
L ichtschakelaar
7
8-84
Automatische verlichting
82
R
ichtingaanwijzers
8
1
Zekeringen dashboard
20
5-209
Elektronisch gestuurde versnellingsbak 127-13 0
Ru
itenwisserschakelaar
8
6-89
Boordcomputer
3
5-36
Snelheidsbegrenzer
13
5-137
Snelheidsregelaar
1
38-140
Snelheden opslaan
14
1 Ontwasemen/ontdooien voor
65
O
ntwasemen/ontdooien achterruit
66
C
entrale vergrendeling
44
P
ar k Assist
145
-149
ESP
9
1-93
Alarmknipperlichten
9
0
Instrumentenpaneel
1
1
Verklikkerlampjes
1
2-23
Onderhoudsindicator
2
4-26
Motorolieniveaumeter 2
7
Schakelindicator 12
6
Kilometertellers
3
7
Stuurwiel verstellen
54
C
laxon
9
0
Cockpit (vervolg)
Motor starten - afzetten 12 1-123
.
Overzicht
9
C4-cactus_nl_Chap00c_eco-conduite_ed01-2016
Maak optimaal gebruik van de
versnellingsbak
Als uw auto is voorzien van een handgeschakelde versnellingsbak, rijd dan
rustig weg, schakel zo snel mogelijk de tweede versnelling in en schakel bij
het accelereren bij voorkeur relatief snel over naar een hogere versnelling.
De schakelindicator adviseert u de versnelling in te schakelen die het best
geschikt is voor de rijomstandigheden: volg het op het instrumentenpaneel
weergegeven schakeladvies zo snel mogelijk op.
Gebruik op slimme wijze de elektrische
voorzieningen
Als bij het instappen blijkt dat de temperatuur in de auto hoog is opgelopen,
open dan alle ruiten en de ventilatieroosters alvorens de airconditioning in te
schakelen.
Sluit vanaf een snelheid van 50 km/h de ruiten, maar laat de ventilatieroosters
geopend.
Gebruik de voorzieningen in het interieur die de temperatuurstijging kunnen
beperken (blinderingspaneel van het panoramadak, zonneschermen, enz.).
Zet om energie te besparen de temperatuur van de airconditioning niet te laag.
Schakel de airconditioning uit zodra de gewenste temperatuur is bereikt
(behalve als de automatische regeling is geselecteerd).
Schakel de achterruitver warming en de ontwaseming uit zodra deze niet meer
nodig zijn.
Schakel de stoelver warming zo snel mogelijk uit.
Schakel de verlichting en het mistachterlicht uit als het zicht
voldoende is.
Laat de motor vooral 's winters na het starten niet stationair
warmdraaien, maar rijd zo snel mogelijk weg: uw auto warmt sneller op
als u rijdt.
Sluit als passagier zo min mogelijk multimedia-apparatuur
(DVD-speler, MP3 -speler, spelcomputer, enz.) op de auto aan om het
elektriciteitsverbruik, en dus het brandstofverbruik, te beperken.
Koppel externe apparatuur los als u de auto verlaat.
Eco-rijden
Door in de dagelijkse praktijk een aantal aanwijzingen op te volgen kunt u het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot van uw auto verminderen.
Als uw auto is voorzien van een elektronisch gestuurde
versnellingsbak, trap dan het gaspedaal niet bruusk of diep in.
Kies voor een soepele rijstijl
Houd afstand van de auto's voor u, rem bij voorkeur af op de motor in
plaats van het rempedaal te gebruiken en trap het gaspedaal geleidelijk
in. Als u deze aanwijzingen naleeft, neemt het brandstofverbruik en de
CO
2-uitstoot af en wordt de geluidsoverlast door het verkeer beperkt.
Als het verkeer goed doorstroomt, gebruik dan vanaf een snelheid van
ongeveer 40 km/h de snelheidsregelaar (indien aanwezig).
.
Eco-rijden
16
C4-cactus_nl_Chap01_Instruments-de-bord_ed01-2016
Airbag
voorpassagier permanent.
De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "OFF".
De airbag vóór aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
U kunt een kinderzitje met de "rug
in de rijrichting" plaatsen, behalve
in het geval van een storing in het
airbagsysteem (verklikkerlampje
airbags brandt). Zet de schakelaar in de stand "
ON" om de airbag vóór
aan passagierszijde in te schakelen.
Bevestig in dit geval op deze zitplaats een kinderzitje
met de rug in de rijrichting.
Elektronisch
stabiliteitsprogramma
( ESP /ASR )permanent. De toets is ingedrukt en het
verklikkerlampje brandt.
De functie ESP/ASR is uitgeschakeld.
ESP: dynamische stabiliteitscontrole.
ASR: antislipregeling. Druk op de toets om de functie ESP/ASR in te
schakelen. Het verklikkerlampje dooft.
De functie ESP/ASR wordt automatisch ingeschakeld
als de motor wordt gestart.
Na uitschakelen van het systeem wordt het
automatisch opnieuw ingeschakeld bij snelheden
hoger dan ongeveer 50 km/h.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het ESP-systeem (ESP/ASR).
Controlelampje
StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.
Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een melding.
Instrumentenpaneel
18
C4-cactus_nl_Chap01_Instruments-de-bord_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Zelfdiagnose
motor knippert.
Er is een storing in het
motormanagementsysteem. Kans op beschadiging van de katalysator.
Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats.
permanent. Er is een storing in de
emissieregeling.
Het verklikkerlampje moet doven als de motor wordt gestart.Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Antiblokkeersysteem
(ABS)permanent.Er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg
zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Dynamische
stabiliteitscontrole
( ESP /ASR)knippert. De ESP-/ASR-regeling is actief. Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor
een betere koersstabiliteit als de wielen te weinig grip
hebben of de auto uit de koers dreigt te raken.
permanent. Storing in het ESP-/ASR-systeem. Laat het systeem controleren door het CITROËN-netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats.
Remsysteem
permanent. Het remvloeistofniveau is te laag. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Vul het niveau bij met een vloeistof voorzien van een
artikelnummer van CITROËN.
Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem
dan controleren door het CITROËN-netwerk of door
een gekwalificeerde werkplaats.
+ permanent, in
combinatie met het
waarschuwingslampje
ABS.Er is een storing in de elektronische
remdrukregelaar (REF).
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Instrumentenpaneel
21
C4-cactus_nl_Chap01_Instruments-de-bord_ed01-2016
Laag
brandstofniveaupermanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding. Als het lampje gaat branden zit er
nog ongeveer 5 l
iter brandstof in
de tank.
Vanaf dit moment worden de
laatste liters brandstof in de tank
aangesproken. Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u
met een lege tank strandt.
Zolang er niet voldoende brandstof is bijgetankt, gaat
dit lampje elke keer dat het contact wordt aangezet
opnieuw branden in combinatie met het geluidssignaal
en de melding.
Dit geluidssignaal en deze melding worden met een
toenemende frequentie herhaald naarmate het niveau
daalt en dichter bij de "0" komt.
Inhoud brandstoftank:
-
Be
nzine: ongeveer 50
l
iter.
-
Di
esel: ongeveer 45
o
f 50
l
iter (volgens uitvoering).
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is,
omdat anders het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd kunnen raken.
Autogordel(s)
niet vastgemaakt
of weer
losgemaakt permanent
of knippert in
combinatie met een
geluidssignaal. Een van de autogordels is niet
vastgemaakt of weer losgemaakt.
Trek aan de gordel en klik de gesp vast in de
gesphouder.
Airbags tijdelijk. Het lampje brandt gedurende enkele
seconden en dooft als het contact
wordt aangezet. Het lampje moet doven zodra de motor wordt gestart.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
permanent. Er is een storing in een van de
airbags of de pyrotechnische
gordelspanners. Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Controlelampje
StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
1
Instrumentenpaneel
87
C4-cactus_nl_Chap04_Eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Ruitenwisser achter
Uit.
Interval.
Wissen en sproeien (gedurende
enige tijd).
Ring voor de selectie van de ruitenwisser achter:
Achteruitversnelling
Als de ruitenwissers vóór zijn ingeschakeld
op het moment dat u de achteruitversnelling
inschakelt, wordt automatisch de ruitenwisser
achter ingeschakeld.
Deze automatische functie kan worden
geactiveerd of gedeactiveerd via het
touchscreen tablet.
Ruitensproeiers voor
Trek de hendel naar u toe: de ruitensproeiers
treden in werking en na enige tijd worden ook
de ruitenwissers ingeschakeld.
Uw auto is uitgerust met een innovatief
ruitensproeiersysteem voor de voorruit.
De ruitensproeiervloeistof wordt via het
ruitenwisserblad op de voorruit gesproeid,
zodat het zicht van de bestuurder en dat
van de passagiers niet wordt belemmerd.
F
Se
lecteer het menu
" Rijhulpsysteem " en vervolgens
" Configuratie auto ".
Deze functie is standaard geactiveerd.
Deactiveer de automatische werking van
de ruitenwisser achter bij sneeuwval of
strenge vorst en bij montage van een
fietsendrager op de achterklep.
4
Verlichting en zicht
91
C4-cactus_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP:
Electronic Stability Program) dat de volgende
systemen omvat:
-
he
t antiblokkeersysteem (ABS) en de
elektronische remdrukregelaar (REF),
-
de
noodremassistentie (NRA),
-
de
antispinregeling (ASR),
-
de d
ynamische stabiliteitscontrole.
Elektronische stabiliteitscontrole (ESP)
Begrippen
Antiblokkeersysteem (ABS) en
elektronische remdrukregelaar
(REF)
Deze systemen zorgen tijdens het remmen
voor een betere stabiliteit en bestuurbaarheid
van uw auto en dragen bij tot een betere
controle in bochten, vooral op een slecht of
glad wegdek.
Het ABS voorkomt het blokkeren van de wielen
in het geval van een noodstop.
De elektronische remdrukregelaar verdeelt de
remdruk over de wielen.
Noodremassistentie (NRA)
Dit systeem zorgt ervoor dat in noodgevallen
de optimale remdruk sneller wordt bereikt,
zodat de remafstand kleiner wordt.
Het systeem wordt ingeschakeld als het
rempedaal snel wordt ingetrapt en zorgt ervoor
dat de benodigde bedieningskracht wordt
verminderd en de effectiviteit van het remmen
wordt vergroot.
Antispinregeling (ASR)
De ASR past de aandrijfkracht aan om het
doorspinnen van de wielen te beperken via
de remmen van de aangedreven wielen
en de motor. De ASR zorgt ook voor meer
koersstabiliteit bij het accelereren.
Dynamische stabiliteitscontrole
De dynamische stabiliteitscontrole houdt de
vier wielen in de gaten en grijpt, als de koers
van de auto afwijkt van de door de bestuurder
gewenste richting, automatisch in via de
remmen van een of meerdere wielen en het
motorkoppel om de auto voor zover mogelijk
weer in de juiste koers te brengen.
5
Veiligheid