KLIMAATREGELING
De klimaatregeling gebruikt R-1234yf
koelgas met een lage milieuvoetafdruk
(GWP < 150) overeenkomstig de
"MAC-richtlijn".
Het bijvullen moet plaatsvinden met
specifieke olie, zoals aangegeven op het
typeplaatje (in de motorruimte),
weergegeven in fig. 25. Neem voor deze
werkzaamheid contact op met het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
25A0J0999C
28
WEGWIJS IN UW AUTO
Achterklep van binnenuit openen in
geval van nood
On de achterklep in geval van nood te
openen: verwijder de achterste
hoofdsteunen, klap de zittingen volledig
om (zie de paragraaf "Bagageruimte
uitbreiden") en druk op hendel 1 fig. 32.
SLUITEN
Laat de achterklep zakken en druk in de
buurt van het slot totdat het vastklikt.
Aan de binnenkant van de achterklep
zorgt een lipje ervoor dat de achterklep
gemakkelijker open gehouden en
gesloten kan worden.
BELANGRIJK Controleer of u in het bezit
van de sleutels bent voordat de
achterklep wordt gesloten. De achterklep
wordt namelijk automatisch vergrendeld.INITIALISATIE BAGAGERUIMTE
BELANGRIJK Als de accu is losgekoppeld
of een zekering is doorgebrand, dan moet
de vergrendeling van de achterklep
opnieuw worden geïnitialiseerd. Ga
hiervoor als volgt te werk:
sluit alle portieren en de achterklep;
Druk op knopvan de sleutel;
Druk op knopvan de sleutel;
BAGAGERUIMTE UITBREIDEN
De bagageruimte kan gedeeltelijk (1/3 of
2/3) of volledig worden uitgebreid door
de achterbank te scheiden.
Zie de beschrijvingen in "Achterstoelen"
over hoe de bagageruimte te kunnen
uitbreiden.
KOPLAMPEN
LICHTBUNDEL AFSTELLEN
Een goede afstelling van de koplampen is
belangrijk voor het comfort en de
veiligheid van de bestuurder en alle
overige weggebruikers. Dit wordt
bovendien geregeld door specifieke
voorschriften van de
wegenverkeerswetgeving.
De koplampen moeten op de juiste wijze
gericht zijn om de beste zichtcondities
voor alle bestuurders te garanderen.
Neem contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk voor controle en
eventuele afstelling van de koplampen.
MISTLAMPEN AFSTELLEN(indien aanwezig)
Neem contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk voor controle en
eventuele afstelling van de koplampen.
KOPLAMPAFSTELLING IN HET
BUITENLAND
De dimlichten zijn afgesteld voor gebruik
in het land waar de auto oorspronkelijk is
gekocht. Als gereden wordt in landen
waar op de andere weghelft wordt
gereden, moeten, om verblinding van
tegenliggers te voorkomen, delen van de
koplamp worden afgedekt
overeenkomstig de
wegenverkeerswetgeving van het land
waarin u aan het rijden bent.
32A0J0178C
34
WEGWIJS IN UW AUTO
voorschriften die in dat land van kracht
zijn. Ga in ieder geval, als de tijdslimiet in
het betreffende land verstreken is, naar
een Alfa Romeo Servicepunt om de tank
te laten vervangen.
LPG-/BENZINESCHAKELAAR
21)
10)
De fig. 36 benzine-/LPG-schakelaar
bevindt zich op de centrale tunnel en
bevat:
1 fig. 37: LPG-/benzineschakelaar;
2: LPG-meter bevat vijf leds (4 groene
en 1 rode die de reserve aangeeft). De
oranje led gaat branden als er nog maar
één groene led brandt;
3: Indicatie werking op benzine: oranje
led naast de schakelaar 1. Deze functie
wordt rechtstreeks geregeld door de
LPG regeleenheid;
4: Indicator LPG-bedrijfsmodus:
Groene led naast schakelaar 1. Deze
functie wordt rechtstreeks geregeld door
de LPG regeleenheid.
BELANGRIJK Als de contactsleutel naar
MAR wordt gedraaid, gaan alle leds
gedurende ongeveer 4 seconden branden
(controlefunctie).
BELANGRIJK Als de contactsleutel op de
stand STOP gedraaid is, blijft de led voor
de geselecteerde werking gedurende
ongeveer 2 seconden branden (led 3 of
4).
Het starten van de motor vindt altijdplaats op benzine; daarna, afhankelijk van
de stand van schakelaar 1, gebeurt het
volgende:
de schakelaar aan de rechterkant
ingedrukt (aangegeven met het symbool
): geeft de werking op benzine aan,
samen met de inschakeling van de
bijbehorende oranje led 3;
de schakelaar aan de linkerkant
ingedrukt (aangegeven met het symbool
G) geeft de werking op LPG aan, samen
met de inschakeling van de bijbehorende
groene led 4.
Als het LPG op is, schakelt het systeem
automatisch over op benzine: de oranje
led 3 gaat branden en de groene led 4 die
de werking op LPG aangeeft, gaat uit.
Wanneer er weer LPG getankt wordt,
keert het systeem, na een start op
benzine, automatisch terug naar werking
op LPG: de oranje led 3 gaat uit en de
groene led 4 voor werking op LPG gaat
branden.
TANKEN
12)
LPG
Maximale vulcapaciteit (inclusief
reserve): 39 liter. Er is bij de waarde
reeds rekening gehouden met de 80%
vullimiet van de tank en de
resthoeveelheid die nodig is voor de
opvoering; deze waarde
36A0J0314C
37A0J0321C
37
vertegenwoordigt de maximum
toelaatbare vulinhoud. Bovendien kan
deze maximuminhoud, na herhaaldelijk
tanken, afwijken wegens verschillen
tussen de toevoerdrukwaarden bij de
tankstations, pompen met verschillende
toevoer-/blokkeringswaarden, of een
tank die niet helemaal leeg is.
BELANGRIJK Om een inconsistente
weergave van de LPG-meter op het
instrumentenpaneel te voorkomen, is het
raadzaam om bij elke tankbeurt minstens
10 liter te tanken.
BELANGRIJK
20)Let wel dat in sommige landen (inclusief
Italië) wettelijke beperkingen gelden voor
het parkeren/stallen van auto's die rijden op
gas dat dichter is dan zuurstof; LPG valt
onder deze categorie.
21)Schakel niet om tussen de twee
werkingsmethodes tijdens het starten van
de motor.
22)Als er gaslucht wordt waargenomen,
schakel dan over van werking op LPG naar
werking op benzine en ga onmiddellijk naar
een Alfa Romeo Servicepunt om het voertuig
te laten controleren en eventuele
systeemstoringen uit te sluiten.
BELANGRIJK
5)De auto is uitgerust met een gasvormig
LPG inspuitsysteem dat speciaal ontworpen
is voor deze auto: daarom is het absoluut
verboden de configuratie van het systeem of
de componenten ervan te wijzigen. Het
gebruik van andere componenten of
materialen zou kunnen leiden tot een slechte
werking en verminderde veiligheid; neem dus
in geval van problemen altijd contact op met
het Fiat Servicenetwerk. Volg, om
beschadiging aan onderdelen van het
gassysteem te voorkomen, wanneer het
voertuig wordt gesleept of opgekrikt, de
aanwijzingen op die beschreven zijn in de
paragraaf "Slepen van het voertuig" van het
Instructieboek.
6)Het systeem werkt op temperaturen
tussen -20°C en 100°C.
7)Bij gebruik van een lakoven moet de
LPG-tank uit de auto verwijderd worden en
later weer zorgvuldig worden gemonteerd bij
een Alfa Romeo Servicenetwerk. Alhoewel
het LPG-systeem talrijke
veiligheidsvoorzieningen heeft, wordt
geadviseerd als volgt te werk te gaan als de
auto langere tijd niet gebruikt wordt of als
het voertuig verplaatst wordt in een
noodgeval na panne of een ongeval: draai de
bevestigingselementen van de LPG-tank los
en verwijder de tank. Draai de LPG-kraan
dicht door de ringmoer rechtsom te draaien
(zie "Passieve/actieve veiligheid"). Zet het
deksel terug en draai de bevestigingen weer
vast.8)Wanneer om omschakeling verzocht
wordt kan er een metaalachtig geluid van de
kleppen gehoord worden als deze het circuit
onder druk zetten. Bij de omschakellogica
zoals hierboven beschreven, is een
vertraging tussen het tikkende geluid van de
kleppen en het uitgaan van het lampje op het
instrumentenpaneel volstrekt normaal.
9)Het strikt verboden is om additieven in
LPG te gebruiken. Het wordt geadviseerd zo
nu en dan (minstens een keer per zes
maanden), de LPG in de tank volledig te
gebruiken en, bij de volgende tankbeurt te
controleren of de maximuminhoud van
39 liter (met een tolerantie van 2 liter) niet
overschreden wordt. Als de waarde de
39 liter overschrijdt (met een tolerantie van
2 liter extra), neem dan onmiddellijk contact
op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
38
WEGWIJS IN UW AUTO
BELANGRIJK De bedieningsknoppen
activeren verschillende functies,
afhankelijk van de volgende situaties:
deze zorgen binnen het menu voor het
naar beneden en naar boven doorlopen;
tijdens instellingen, worden hiermee
de waarden verhoogd of verlaagd.
SET-UP-MENU
Het menu bestaat uit een serie opties die
gekozen kunnen worden met de knoppen
enom toegang te krijgen
tot verschillende keuze- en
instellingshandelingen (Setup) die
hieronder zijn aangegeven.
Sommige opties hebben een submenu.
Het menu wordt geactiveerd door de
knop SET/ knop
kort in te drukken.
Het menu omvat de volgende opties:
MENU
VERLICHTING
SNELHEIDSWAARSCHUWING
KOPLAMPSENSOR (waar aanwezig)
REGENSENSOR (waar aanwezig)
INSCHAKELING TRIP B
TIJD INSTELLEN
DATUM INSTELLEN
EERSTE PAGINA (waar aanwezig)
ZIE RADIO
AUTOCLOSE
MEETEENHEID
TAAL
GELUIDSSTERKTE
WAARSCHUWINGEN
GORDELSPANNERPIEP
SERVICE
PASSAGIERSAIRBAG
DAGVERLICHTING
INTERIEURVERLICHTING
MENU AFSLUITEN
Op voertuigen uitgerust met
Uconnect™-systeem (waar aanwezig),
worden sommige menuopties op het
display van de navigator weergegeven.
MENUOPTIES
BELANGRIJK Als er eenUconnect™-
systeem is, worden sommige menu-items
weergegeven en beheerd door deze
laatste en niet het instrumentenpaneel
(zie de beschrijving in het hoofdstuk
Multimedia of in de supplementen
beschikbaar online).
Menu
Toegang tot het Setupmenu.
Verlichting
(alleen bij ingeschakeld stadslicht)
Verstellen (8 niveaus) van de helderheid
van het instrumentenpaneel, van de
knoppen van hetUconnect™-systeem
(waar aanwezig) en de dual-zone
automatische klimaatregelsysteem
(waar aanwezig).
Snelheidswaarschuwing
Instelling snelheidslimiet (km/h of mph).
Wanneer deze wordt overschreden,
wordt de bestuurder gewaarschuwd door
een geluids- en visueel signaal.
Sensor koplampen
(indien aanwezig)
Automatische in/uit schakelen van
verlichting volgens de condities van de
externe verlichting.
De gevoeligheid van de schemersensor40A0J0302C
44
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
kan worden ingesteld op 3 niveaus
(niveau 1 = minimum gevoeligheid, niveau
2 = gemiddelde gevoeligheid, niveau 3 =
maximum gevoeligheid).
Regensensor
(indien aanwezig)
Verstellen (4 niveaus) van de
gevoeligheid van de regensensor.
Inschakeling TripB
Inschakeling ("On") en uitschakeling
("Off") van Trip B display (gedeeltelijke
tripteller). Zie voor meer informatie
hoofdstuk "Trip computer".
Tijd instellen
Instelling tijd met twee submenu's: "Tijd"
en "Formaat".
Datum instellen
Datum instellen (dat - maand - jaar).
Eerste pagina
(indien aanwezig)
Selectie van de informatie die u op het
hoofdscherm wenst te zien. Zo kan men
de datum en de afgelegde afstand
weergeven.
Zie radio
Op het display van het
instrumentenpaneel wordt de informatie
over hetUconnect™-systeem
weergegeven.Autoclose
Inschakeling van de automatische
vergrendeling van de portieren wanneer
sneller dan 20 km/h wordt gereden.
Meeteenheid
Meeteenheidinstelling via drie
submenu's: "Afstanden",
"Brandstofconsumptie" en
"Temperatuur". Wanneer “km” is
ingesteld, wordt het brandstofverbruik
in km/l of l/100km op het display
weergegeven. Wanneer “mi” is ingesteld,
wordt het brandstofverbruik in “mpg” op
het display weergegeven.
Taal
Display taalkeuze.
Volume waarschuwingen
Verstellen (8 niveaus) van het volume van
de zoemer die het display vergezelt met
storingen/waarschuwingen.
Gordelspannerpiep
Deze functie kan alleen worden
weergegeven wanneer het SBR-systeem
door het Alfa Romeo Servicenetwerk is
uitgeschakeld (zie de paragraaf
“SBR-systeem” in het hoofdstuk
“Veiligheid”).
Onderhoud
Weergave van de informatie over de
kilometerstand of, voor bepaalde
versies/markten, de nog resterende tijdtot de volgende onderhoudsbeurt van het
voertuig worden weergege ven.
Passagiersairbag
In-/uitschakeling airbags aan
passagierszijde van frontairbag
passagierszijde en zijairbag ter
bescherming van bekken, borst en
schouders - Zijairbag
Dagverlichting
In-/uitschakeling van dagverlichting
(DRL).
Instapverlichting
Deze functie schakelt de interne
interieurverlichting in gedurende circa
25 seconden wanneer de portieren of de
bagageruimte worden geopend met de
afstandsbediening. De
interieurverlichting gaat uit wanneer de
portieren gesloten of vergrendeld
worden met de afstandsbediening.
Menu afsluiten
Terug naar standaard displayscherm.
45
LAMPJES EN BERICHTEN
BELANGRIJK Het waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel gaat branden en er verschijnt een speciaal bericht en/of er klinkt
een geluidssignaal, wanneer van toepassing. Deze meldingen zijn korte waarschuwingen en mogen vanwege hun beknopte karakter
niet worden beschouwd als volledig en/of een alternatief voor de informatie die is opgenomen in het Instructieboek. Het wordt
daarom geadviseerd het instructieboek altijd aandachtig te lezen. Zie de informatie in dit hoofdstuk in de gevallen dat een storing
wordt gemeld.
BELANGRIJK De storingen die op het display worden weergegeven, kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën: ernstige
storingen en minder ernstige storingen. Ernstige storingen worden herhaaldelijk en langdurig weergegeven. Minder ernstige
storingen worden kort herhaaldelijk weergegeven. De herhaaldelijke weergave op het display van beide categorieën kan
onderbroken worden. Het lampje op het instrumentenpaneel blijft branden tot de oorzaak van de storing is verholpen.
LAMPJES OP INSTRUMENTENPANEEL
Lampjes op
instrumentenpaneelBetekenis Wat te doen
LAAG REMVLOEISTOFNIVEAU/HANDREM
AANGETROKKEN
Het waarschuwingslampje gaat branden wanneer de
contactsleutel naar de stand MAR wordt gedraaid en
moet enkele seconden later doven.
Remvloeistofniveau te laag
Het lampje (of symbool op het display) gaat branden
wanneer het remvloeistofniveau in het reservoir zich
onder het minimumpeil bevindt, bijvoorbeeld door een lek
in het remcircuit.Herstel het remvloeistofniveau, controleer daarna of het
lampje gedoofd is.
Als het waarschuwingslampje blijft branden, neem dan
contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Handrem aangetrokken
Het lampje (of symbool op het display) gaat branden
wanneer de handrem wordt aangetrokken. Als de auto in
beweging is, klinkt er ook een geluidssignaal.Zet de handrem los, controleer daarna of het lampje
gedoofd is.
Als het waarschuwingslampje blijft branden (of het
symbool op het display blijft staan), neem dan contact op
met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
47
Lampjes op
instrumentenpaneelBetekenis Wat te doen
STORING EBD
Wanneer de waarschuwingslampjes
(rood) and
(geel) bij draaiende motor tegelijk gaan branden, dan
is er een storing in het EBD-systeem of is het systeem
niet beschikbaar. In dit geval kunnen de achterwielen bij
hard remmen plotseling blokkeren waardoor de auto
begint te slippen.Rijd zeer voorzichtig naar het dichtstbijzijnde Alfa Romeo
Servicepunt om het systeem onmiddellijk te laten
controleren.
STORING AIRBAG
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar
de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet even later
doven. Als het lampje permanent blijft branden, dan is er
een storing in het airbagsysteem.
Op het display verschijnt een speciaal bericht
23) 24)
48
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL