Dit hoofdstuk is erg belangrijk. Hierin worden de
veiligheidssystemen beschreven waarmee de auto is uitgerust en
aanwijzingen over hoe deze op de juiste wijze gebruikt moeten
worden.
VEILIGHEID
ACTIEVE VEILIGHEIDSSYSTEMEN...................68
TPMS (Tyre Pressure Monitoring System) ................70
..........................72
SBR-SYSTEEM (Seat Belt Reminder)..................74
VOORAANSPANNERS...........................75
KINDEREN VEILIG VERVOEREN . ....................77
"UNIVERSEEL" KINDERZITJE MONTEREN (met de
veiligheidsgordels)..............................78
INBOUWVOORBEREIDING ISOFIX-KINDERZITJE...........82
FRONTAIRBAGS...............................85
ZIJAIRBAGS (ZIJAIRBAG - HOOFDAIRBAG) ...............90
VEILIGHEIDSGORDELS . .
GESCHIKTHEID VAN DE PASSAGIERSSTOELEN VOOR HET GEBRUIK VAN UNIVERSELE KINDERZITJES
In overeenstemming met de Europese Richtlijn 2000/3/EG is de geschiktheid van elke passagiersstoel voor de montage van
universele kinderzitjes in de volgende tabel weergegeven:
“Universeel” kinderzitje monteren
Groep GewichtsgroepPassagier voor
(*)Passagiers achter
(zijkant en midden)
Airbag ingeschakeld Airbag uitgeschakeld
Groep 0, 0+ tot 13 kg"X" U U
Groep 1 9-18 kg"X" U U
Groep 2 15-25 kgUUU
Groep 3 22-36 kgUUU
(*) BELANGRIJK: Plaats NOOIT een kinderzitje achterstevoren op de voorstoel als de airbag actief is. Als u een achterstevoren geplaatst kinderzitje
op de voorstoel wilt plaatsen, deactiveer dan eerst de betreffende airbag (zie instructies in de paragraaf "Aanvullend veiligheidssysteem (SRS) -
Airbag").
"X"= Stand niet geschikt voor kinderen in deze gewichtscategorie.
U= Geschikt voor "Universele" kinderzitjes overeenkomstig de Europese ECE/R44-norm voor de aangegeven "Groepen".
BELANGRIJK
67)Er zijn kinderzitjes met Isofix bevestigingen beschikbaar, waarmee het zitje veilig met de stoel verankerd kan worden zonder de
veiligheidsgordels van de auto te gebruiken. Zie paragraaf "Montage Isofix-kinderzitje" voor de montage-instructies.
68)De afbeelding is indicatief en alleen bedoeld voor montagedoeleinden. Monteer het kinderzitje overeenkomstig de aanwijzingen, die
bijgesloten moeten zijn.
69)Wanneer het kinderzitje niet in gebruik is, zet het dan vast met de veiligheidsgordel of met de ISOFIX-bevestigingen, of verwijder het uit het
voertuig. Laat het kinderzitje niet los in het interieur liggen. Zo kan het in geval van abrupt remmen of een ongeval geen letsel bij de inzittenden
veroorzaken.
70)Verplaats de stoel niet als er een kinderzitje is geplaatst: verwijder altijd eerst het kinderzitje alvorens de stoel anders in te stellen.
71)Zorg er altijd voor dat het diagonale gedeelte van de veiligheidsgordel niet onder de armen door of achter de rug van het kind langs loopt. Bij
een ongeval zal de veiligheidsgordel het kind niet vast kunnen houden, met het risico van zelfs dodelijk letsel. Daarom moet het kind de
veiligheidsgordel altijd correct omleggen.
80
VEILIGHEID
INBOUWVOORBEREIDING
ISOFIX-KINDERZITJE
73)
Het voertuig is uitgerust met
ISOFIX-bevestigingsbeugels, een nieuwe
standaard die het monteren van een
kinderzitje snel, eenvoudig en veilig
maakt.
Isofix kinderzitjes en conventionele
kinderzitjes kunnen in dezelfde auto op
verschillende stoelen worden
gemonteerd.
Ter illustratie toont fig. 52 een voorbeeld
van een universeel Isofix-kinderzitje voor
gewichtsgroep 1.
BELANGRIJK De zitplaats midden op de
achterbank is ongeschikt voor gebruik
van alle types Isofix kinderzitjes.MONTAGE VAN EEN UNIVERSEEL
ISOFIX-KINDERZITJE
74) 75) 76)
Ga als volgt te werk:
bevestig de stoel aan de onderste
metalen ringen 1 fig. 53, aangebracht
tussen de rugleuning en het kussen van
de achterbank;
bevestig de bovenste riem (bij het
kinderzitje geleverd) aan de speciale
bevestigingen 2 fig. 54 located in the rear
part of the backrest.
Een Universeel Isofix-kinderzitje kan
naast een conventioneel kinderzitje
worden gemonteerd. Bij Isofix
Universeel-kinderzitjes moeten alle zitjes
goedgekeurd zijn volgens de ECE
R44-richtlijn (R44/03 of hoger)
“Universeel Isofix".
Het universele Isofix "Duo Plus"
kinderzitje is beschikbaar in het MOPAR®
Lineaccessori-assortiment.
Zie de betreffende handleiding voor
meer informatie over de montage en/of
het gebruik van het kinderzitje.
52A0J0093C
53A0J0092C
54A0J0335C
82
VEILIGHEID
GESCHIKTHEID VAN PASSAGIERSSTOELEN VOOR GEBRUIK VAN ISOFIX-KINDERZITJES
In de onderstaande tabel worden, in overeenstemming met de Europese norm ECE 16, de verschillende montagemogelijkheden
getoond voor Isofix-kinderzitjes op stoelen die zijn uitgerust met Isofix-bevestigingen.
Gewichtsgroep Plaats kinderzitje Klasse Isofix-formaatInzittende achter
Stadslicht achterkant
Groep 0 tot 10 kg Tegen de rijrichting in EX
Groep 0+ tot 13 kgTegen de rijrichting in E
X
Tegen de rijrichting in DX
Tegen de rijrichting in CX
Groep 1 van 9 tot 18 kgTegen de rijrichting in D
X
Tegen de rijrichting in CX
In de rijrichting BIUF
In de rijrichting B1IUF
In de rijrichting AX
X Isofix-plaats niet geschikt voor Isofix-kinderzitje in deze gewichtsgroep en/of maatklasse.
IUF: geschikt voor Isofix kinderzitjes uit de universele klasse (met derde bevestigingspunt boven) die in de rijrichting bevestigd moeten worden endie
goedgekeurd zijn voor het gebruik voor de specifieke gewichtsgroep.
OPMERKING: Voor andere gewichtsgroepen zijn specifieke Isofix-kinderzitjes voorzien, die alleen gebruikt kunnen worden als ze
speciaal voor dit voertuig zijn getest (zie overzicht voertuigen met bijbehorend kinderzitje).
83
Belangrijke aanbevelingen voor het
veilig vervoeren van kinderen
Monteer de kinderzitjes op de
achterbank, omdat die plaats bij een
ongeval de meeste bescherming biedt.
Houd kinderen zo lang mogelijk in
kinderzitjes tegen de rijrichting in,
minstens tot ze 3-4 jaar oud zijn.
Indien een kinderzitje tegen de
rijrichting in op de achterbank is
gemonteerd, dan is het raadzaam om het
kinderzitje zo dicht mogelijk tegen de
voorstoel aan te monteren.
Als de frontairbag aan passagierszijde
buiten werking is gesteld, controleer dan
of het lampje
op de sierlijst boven de
achteruitkijkspiegel permanent brandt
om er zeker van te zijn dat deze airbag
daadwerkelijk is uitgeschakeld.
Neem de aanwijzingen die de
producent verplicht bij het kinderzitje
moet leveren zorgvuldig in acht. Bewaar
deze aanwijzingen samen met de overige
documenten en dit instructieboek in het
voertuig. Gebruik geen gebruikte
kinderzitjes waarvan de
gebruiksaanwijzingen ontbreken.
Elk tegenhoudsysteem is bedoeld
voor slechts één kind: vervoer nooit twee
kinderen in een zitje.
Controleer altijd of de gordel niet
langs de nek van het kind loopt.
Controleer of de gordel goed is
vastgemaakt door eraan te trekken.
Controleer tijdens het rijden of het
kind geen verkeerde houding aanneemt
of de gordels losmaakt.
Laat een kind nooit het diagonale
gordelgedeelte onder zijn arm of achter
zijn rug omleggen.
Vervoer kinderen nooit op schoot, ook
geen pasgeborenen. Niemand is in staat
om een kind vast te houden bij een
ongeval.
Na een ongeval moet het kinderzitje
door een nieuw exemplaar worden
vervangen. Bovendien, en afhankelijk van
het type kinderzitje dat geïnstalleerd is,
moet de veiligheidsgordel waarmee het
kinderzitje vastzat ook worden
vervangen.
BELANGRIJK
73)De afbeelding is indicatief en alleen
bedoeld voor montagedoeleinden. Monteer
het kinderzitje overeenkomstig de
aanwijzingen, die bijgesloten moeten zijn.
74)Als een universeel ISOFIX-kinderzitje
niet aan alle drie de verankeringspunten is
vastgemaakt, zal het kinderzitje het kind
niet goed kunnen beschermen. In geval van
een aanrijding zou het kind ernstig gewond
kunnen raken of zelfs kunnen overlijden.75)Monteer het kinderzitje alleen bij
stilstaande auto. Het kinderzitje is op de
juiste wijze aan de beugels bevestigd als de
vergrendeling hoorbaar vastklikt. De
instructies voor montage, demontage en
plaatsing moeten in elk geval worden
opgevolgd. De fabrikant van het kinderzitje
is verplicht deze instructies bij het
kinderzitje te leveren.
76)Gebruik één onderste verankeringspunt
niet voor de installatie van meer dan één
kinderzitje.
84
VEILIGHEID
Identificatiegegevens
chassisnummer............161
motorcode...............161
typeplaatje met
identificatiegegevens........160
Inbouwvoorbereiding
Isofix-kinderzitje............82
Instrumentenpaneel.............8
Interieur (reiniging)............157
Interieurverlichting............21
Kentekenverlichting (lamp
vervangen)...............115
Kinderen veilig vervoeren.........77
Klimaatregeling...............24
Klimaatregeling / verwarming......24
Knie-airbag bestuurderszijde......86
Koplampen.................34
Hoogteregeling koplampen......20
Lichtbundel afstellen.........34
Krik.....................122
Lampen
typen lampen.............110
Lampjes en berichten...........47
Mechanische sleutel............9
Menuopties.................44
Mistachterlicht...............20
Mistachterlicht/achteruitrijlicht
(lamp vervangen)...........115Mistvoorlichten..............20
lamp vervangen............114
Montage van een Universeel
Isofix-kinderzitje............82
Motor....................162
code...................161
Motorkap..................32
Motorkoelvloeistof...........150
Motorolie (niveau controleren).....150
MSR-systeem...............68
Multimedia
Netvoeding aan/uit..........195
Niveau vloeistof voor
ruitensproeiers/achterruitsproeier
......................150
Niveaus controleren...........145
Parkeerlichten...............19
Parkeersensoren.............103
Plafondverlichting voor..........21
Portieren..................13
Prestaties.................183
Regensensor................23
Reiniging en onderhoud
carrosserie...............155
lederen interieurdelen........157
lederen stoelen............157
stoelen en stoffen bekleding. . . .157
Rem(vloeistofpeil)............150
Richtingaanwijzers.............20Richtingaanwijzers (lamp
vervangen) . ..............114
Richtingaanwijzers achter (lamp
vervangen) . ..............115
Ruitenwisser/-sproeier . .........22
Ruitenwissers/achterruitwisser .22 ,152
Safe Lock (systeem)...........10
SBR-systeem (Seat Belt Reminder).......................74
Schakelindicator..............43
Schemersensor...............19
Service en onderhoud
periodieke controles.........144
Zwaar Gebruik Van De Auto.....144
Set-up-menu . . ..............44
Sleutels....................9
Sleutel met afstandsbediening....9
Sneeuwkettingen. ............172
Sport voorstoelen . ............15
Stadslicht/dimlicht............19
Stadslichten/remlichten (lamp
vervangen) . ..............115
Standaard velgen en banden ......167
Standslichten/dagverlichting (DRL)
(lamp vervangen)...........113
Start&Stop (systeem)..........100
ALFABETISCH REGISTER
Starten met hulpaccu..........129
Stoelen. ...................14
Stuurslot...................11
Stuurwiel ..................17