Page 265 of 333

Verzorging van de auto263Nr.Stroomkring1Startmotor2Startmotor3Uitlaatsensor4Motorregelmodule5Motorfuncties/Aeroshutter6Transmissieregelmodule7–8Motorregelmodule9Verwarming en ventilatie10Dieseluitlaatsysteem11Vergrendelingssysteem achter‐
klep, transmissie12Massage lendensteun13Nadraaipomp14Dieseluitlaatsysteem15Uitlaatsensor16Brandstofinjectie17Brandstofinjectie18Dieseluitlaatsysteem19DieseluitlaatsysteemNr.Stroomkring20–21–22ABS23Sproeisysteem voor voorruit en
achterruit24Koplampsproeiers25Verwarming dieselbrandstof26Transmissieregelmodule27Module elektrisch bediende
achterklep28–29Achterruitverwarming30Spiegelverwarming31Diefstalalarmmodule32DC-transformator/led-display/
elektrische verwarming/klimaat‐
regeling/gloeibougieregelaar33Sirene diefstalalarm34Claxon35Aansluiting bagageruimteNr.Stroomkring36Groot licht rechts (halogeen)/
dimlicht rechts (led)37Groot licht links (halogeen)38Led-koplamp/automatische
koplampverstelling39Mistlamp40Centrale gateway-module41'Water in brandstof'-sensor/
waterpomp42Handmatige koplampverstelling43Brandstofpomp44Achteruitkijkcamera/binnen‐
spiegel/aanhangermodule45Led-koplamp, links/automati‐
sche koplampverstelling, links46Instrumentengroep47Stuurslot48Achterruitenwisser49Buitenspiegels50Led-koplamp, rechts/automati‐
sche koplampverstelling, rechts51Linker dimlicht (led)
Page 266 of 333
264Verzorging van de autoNr.Stroomkring52Motorregelmodule/transmissie‐
regelmodule53–54Voorruitwissers55Dieseluitlaatsysteem56–57–
Klik na het vervangen van doorge‐
brande zekeringen het deksel van de
zekeringenkast weer vast.
Wanneer u het deksel van het zeke‐
ringenkastje niet goed sluit, kan een
storing optreden.
Zekeringenkastinstrumentenpaneel
De zekeringendoos zit achter een
afdekking.
Trek aan de afdekking aan de linker‐
kant.
Auto's met elektriciteitsstekker:
Als de zekeringhouder een stekker
heeft, moet u deze met een adapter
en een schroevendraaier verwijde‐
ren. De adapter zit in het handschoe‐ nenkastje 3 74 . De schroevendraaier
ligt opgeborgen in de bagageruimte
3 268.Bevestig de adapter aan de linker‐
zijde van de elektriciteitsstekker.
Page 267 of 333
Verzorging van de auto265Steek de schroevendraaier door de
uitsparing in de adapter. Verwijder de
afdekking door het schroevendraaier‐ blad in de buurt van de punt beet te
pakken en naar u toe te trekken.Nr.Stroomkring1–2Verwarming en ventilatie, venti‐
lator3Elektrisch bediende stoel
bestuurderskant4Aansteker, elektriciteitsaanslui‐
ting voor5–6Elektrisch bediende ruit, voor7ABS8Verwarmd stuurwiel9Carrosserieregelmodule 810Elektrisch bediende ruit, achter11Zonnedak12Carrosserieregelmodule 413Stoelverwarming (alleen bij
auto's zonder alarmclaxon)14Buitenspiegel15Carrosserieregelmodule 116Carrosserieregelmodule 717Carrosserieregelmodule 6
Page 268 of 333
266Verzorging van de autoNr.Stroomkring18Carrosserieregelmodule 319Datalinkconnector20Airbagsysteem21Verwarming en ventilatie22Centrale vergrendeling, achter‐
klep23Elektronisch sleutelsysteem24Geheugenfunctie elektrisch
bediende stoel25Airbagsysteem stuurwiel26Contactslot/stuurslot27Carrosserieregelmodule 228USB-aansluiting29–30Keuzehendel31Achterruitwisser32Transmissieregelmodule33Diefstalalarmsysteem/alarmsi‐
reneNr.Stroomkring34Parkeerhulp/dodehoeksysteem/
Infotainmentsysteem/USB-
aansluiting35OnStar36Info-Display/instrumenten‐
groep/cd-speler37Infotainmentsysteem, radio
Klik na het vervangen van kapotte
zekeringen de afdekking van de
zekeringenkast weer vast.
Auto's met elektriciteitsstekker: 1. Breng de afdekking aan de rech‐ terkant aan.
2. Klap de linkerkant van de afdek‐king naar voren. Geleid de beves‐
tigingsklem omlaag; zie de illu‐
stratie.
Zekeringenkast in bagageruimte
De zekeringenkast zit links in de
bagageruimte achter een deksel.
Verwijder het deksel.
Page 269 of 333
Verzorging van de auto267
Maak het deksel van de zekeringen‐
kast los en verwijder het.
Nr.Stroomkring1–2–3Aanhangermodule4Elektrisch bediende stoel passa‐ gierskant5–6Afstandswaarschuwingsmodule7–8–9Achterbankverwarming (bij
auto's zonder alarmclaxon)10Service11–12Voorstoelverwarming (bij auto's
met een alarmclaxon)13Achterbankverwarming (bij
auto's met een alarmclaxon)14Contact15Stoelventilatie16Aanhangeraansluiting17Aanhangeraansluiting
Page 270 of 333
268Verzorging van de autoNr.Stroomkring18–19–20–21Elektrische omklapfunctie
achterbank (alleen Caravan)22–
Klik na het vervangen van doorge‐
brande zekeringen het deksel van de
zekeringenkast weer vast.
Bij de accu zitten nog meer zekerin‐
gen.
Nr.Stroomkring1Brandstofpomp2Motorregelmodule3VoedingBoordgereedschap
Gereedschap
5-deurs hatchback met
reservewiel
Open de vloerplaat van de bagage‐
ruimte 3 84.
De krik, het sleepoog, een riem voor
het vastzetten van een beschadigd
wiel en het gereedschap treft u aan in de gereedschapskoffer onder het
reservewiel. Reservewiel 3 283.
Page 271 of 333
Verzorging van de auto269Sports Tourer met reservewiel
Open de vloerplaat van de bagage‐
ruimte 3 84.
De krik, het sleepoog en het gereed‐
schap treft u aan in de gereedschaps‐ koffer onder het reservewiel. Reser‐
vewiel 3 283.
5-deurs hatchback zonder
reservewiel
Open het deksel in de rechter wand
van de bagageruimte.
Bepaald gereedschap en het sleep‐
oog bevinden zich samen met de
bandenreparatieset in een gereed‐
schapskoffer.
Sports Tourer zonder reservewiel
Open het deksel aan de rechterkant
van de bagageruimte.
Het gereedschap en het sleepoog
bevinden zich samen met de banden‐
reparatieset in een koffertje.
Page 272 of 333

270Verzorging van de autoVelgen en bandenConditie van banden en velgen
Zo langzaam mogelijk en onder een
rechte hoek over obstakels. Het rijden over scherpe randen kan schade aan
banden en velgen tot gevolg hebben. Banden niet tegen de stoeprand
klemmen.
De wielen regelmatig op beschadi‐
ging controleren. Bij beschadigingen
of abnormale slijtage de hulp van een
werkplaats inroepen.
Winterbanden
Winterbanden verhogen de veiligheid
bij temperaturen onder 7 °C en moeten daarom op alle wielen
worden gemonteerd.
Alle bandenmaten zijn toegestaan als winterbanden 3 310.
De sticker met de maximumsnelheid
in overeenstemming met de geldende
wetgeving in uw land in het gezichts‐
veld van de bestuurder aanbrengen.Aanduidingen op banden
Bijv. 215/50 R 16 95 H215:Bandbreedte in mm50:Hoogte-breedteverhouding
(bandhoogte t.o.v. band‐
breedte) in %R:Type koordlagen: RadiaalRF:Type: RunFlat16:Velgdiameter in inches95:Kengetal voor draagvermo‐
gen, 95 komt bijv. overeen met
690 kgH:Kenletter voor snelheid
Kenletter voor snelheid:
Q:maximaal 160 km/uS:maximaal 180 km/uT:maximaal 190 km/uH:maximaal 210 km/uV:maximaal 240 km/uW:maximaal 270 km/u
Kies een band die geschikt is voor de
topsnelheid van uw auto.
De topsnelheid is bereikbaar op
rijklaar gewicht met bestuurder
(75 kg) plus 125 kg nuttige last. Door
optionele uitrusting kan de topsnel‐
heid van de auto afnemen.
Prestaties 3 304.
Bandenspanning
De bandenspanning minstens om de
14 dagen en vóór elke lange rit bij
koude banden controleren. Het reser‐
vewiel niet vergeten.
Dit geldt ook voor auto's met een
bandenspanningscontrolesysteem.
Bandenspanning 3 310.
Het informatie-etiket bandenspan‐
ning op het portierframe links
vermeldt de originele bandenmaat en de bijbehorende bandenspannings‐
waarden.